vrijdag 6 september 2024

Ukkepuk triatlon

Dranghekken, dranghekken, nog meer dranghekken. Ze hebben hier veel meer dranghekken dan deelnemers bij de internationale jeugd triatlon in Banyoles. Dat is natuurlijk al rap het geval met dranghekken, maar ook aan overige evenement materiaal is er nul gebrek. Speciale fiets standaarden, kleding mandjes, tribunes en een finish boog. Plus honderden meters aan blauw tapijt. Knal blauw, ik zou het niet in mijn woonkamer willen hebben. Alleen als ik de muren knalrood verf en het plafond kanarie geel, dan wordt het een samenhangend modern kubistisch geheel. Dat tapijt is bedoeld om over heen te rennen in de wisselzone tussen zwemmen en fiets en daarna weer tussen fiets en hardlopen. Het is wel logisch, anders zouden ze met hun blote voeten over het asfalt moeten rennen. Maar samen met alle overige voorzieningen geeft het me een gevoel alsof hier morgen de wereldkampioenschappen worden georganiseerd.

Ze gaan alleen maar een een stukje zwemmen, fietsen en rennen. Met de nadrukkelijke klemtoon op een stukje. Tis geen hele triatlon, ook geen halve, geen kwart, zelfs geen achtste. Het is de kortste triatlon die ik ooit gezien heb. Ze moeten 300 meter in het meer zwemmen, dan een rondje van 6,6 km om het meer heen fietsen en dan nog 1,6 km rennen. Ik heb uitgerekend dat een goed getrainde atleet het parkoers zo rond de 20 minuten moet kunnen afraffelen. Dat is wel wat anders dan de Iron Man die ik laatst zag in Embrun. Daar kwam de winnaar na negen een half uur over de finish. De laatste deelnemers uren en uren later. Als je deze ukkupuk triatlon gaat vergelijken met een volledig versie, dan is een elfde deel zwemmen, een zevenentwintigste deel fietsen en een zesentwintigste deel rennen. Omkleden wordt hierdoor een factor van betekenis. Ze doen de triatlon drie keer. Vandaag halve finales, morgen de finale en zondag een estafette.

Ik ga dat niet allemaal kijken. Maar vanavond wel even naar de halve finales wezen kijken. Dat halve finale moet je meer zien als een kwalificatie wedstrijd voor de finale van morgen. Er zijn drie halve finales, als wiskundige is dat zwaar onzinnig, en die starten rap achter elkaar. Er zit vier minuten tussen elke groep. Als de eerste groep al uit het water klimt, ligt de laatste er net in. Het knullige is dat het fiets parkoers het hardloop parkoers kruist. Met als gevolg dat de traagsten van een eerdere groep de daarna gestarte groep in de weg zitten. Je moet als deelnemer ook opletten dat je geen tweede hardloop rondje doet. Gelukkig hebben ze een chip om hun enkel om bij te houden wie waar is geweest.

Ik vind het eigenlijk nog weinig met een triatlon van doen. Een echte triatlon is ellendig lang en duurt uren. Echt uren. Het behoort een martelgang te zijn waarbij je uitgewoond aan de finish komt en nauwelijks nog kan praten. Deze ukkepuk versie is een totaal andere sport.

maandag 26 augustus 2024

Beuken in de Languedoc

Beuken op een col, beuken op een col en dan niet eens echt om de hoogtemeters te overwinnen. Behalve dat de col in de laatste kilometers zo'n 8 procent stijgt, heb ik ook te maken met een bak tegenwind die tegen mijn smoel wordt aangesmeten. Zelfs zonder deze klim had ik waarschijnlijk al moeite om de 20 per uur aangetikt te krijgen. Straks en ik ga niet eens mijn tijd hier uit de boeken rijden. Strava is meedogenloos; ik fietste hier twee jaar geleden ook omhoog, toen met bagage onderweg van Barcelona naar huis. Maar met een racefiets behoor ik toch sneller te zijn? Als ik over een paar uur de rit stop en upload, dan zal het verdict komen.

Tijd om eens wat bergegebieden te gaan vergelijken. In deze nogal erg lange zomervakantie, ik ben toe aan dag 54, heb ik meerdere berggebieden befietst. De Vercors, de Ardeche, twee plekken in de Franse Alpen, de Provence en nu in de Hautes-Languedoc. Die laatste is wellicht de minst bekende. Ik ken de Languedoc alleen van de wijn. Van die stevige goedkope Franse koppijn wijn, die ik stiekem best goed te pruimen vind. In de Ardeche zaten vooral hele lange klimmen. Twintig kilometer, vierentwintig kilometer en zelden echt steil. Vier, vijf procent gemiddeld en soms even acht. En warm, puf warm. Zo warm dat het navigatie speeltje en mijn telefoon niet meer wilde opladen in de tent. Slapen ging ook lastig als het 's avonds nog steeds boven de dertig graden is. In de Provence waren ook lange klimmen, drie stuks om precies te zijn. Sault, Bedoin en Malaucene, de drie beklimmingen naar de top van de Ventoux. De reus van de Provence, de kale berg en de Belgen berg. Het wemelde van de slecht getrainde Vlamingen die op flanken van de reus een langzame dood stierven. De Vercors is vooral super mooi, veelal onbekend en kent lange klimmen, lopers en steile rot klimmen. Plus in de rotsen uitgehakt wegen. De Alpen zijn ronduit het meest uitdagend. Net zo'n lange klimmen als in de Ardeche, maar allemaal veel steiler. Ik heb in drie weken Alpen de grote pukkels beklommen. De Morte, Ornon, Croix de Fer, Glandon, Lautaret, Galibier, Sarenne, Alpe d'Huez, Izoard, Agnel, Bonette en Vars. En sommigen bergen zelfs twee of drie keer. Na de Bonette had ik het even gehad met alleen maar hoog, ver en steil. Gewoon eens een keer 10 kilometer klimmen aan 5 procent of zo. Dat ik een beetje op snelheid kan klimmen. Dat constant aan 8-9 procent de Glandon oprammen, dat had ik wel even gehad.

Daarom zit ik nu in de Hautes-Languedoc, bergen tot duizend meter hoogte of zo. Maar vandaag kwam ik op de Front Froid van een koude kermis thuis. Elf komma acht kilometer klimmen aan bijna zeven procent en ondertussen door Beaufort worden afgeranseld. Op de top vind ik dat ik even mag uithijgen en eenmaal terug op de camping blijkt strava genadig. Toch nog 10 minuten rapper dan twee jaar terug.




dinsdag 20 augustus 2024

Bloggen over de Bonette

Onderweg naar de top vind ik nul waterpunten. Dorst heb ik echter wel. Ik had natuurlijk een blik op de kaart kunnen werpen of logisch redeneren dat er boven de 2000 hoogtemeters geen kranen meer staan. Ergens op 2300 meter stop ik om uit een bergbeek water te tappen. Het is dan nog 500 meter naar de top. De smokkeltop wel te verstaan, de echte top ligt zo'n 100 meter lager.

De col de la Bonette is een rare col. Eerst maar eens de definitie van een col erbij pakken. Een col is een bergpad of weg die over een bergkam heen loopt en zo twee verschillende dalen met elkaar verbindt. De enige andere mogelijkheid om van het ene dal naar het andere te rijden is het ene dal helemaal uitrijden en via een omweg de ingaande weg naar het andere dal te pakken. Of je gaat dus via de col. Die col passeert de bergkam op het laagste punt. Ja,.... het laagste punt. Dat klinkt gek want collen zijn doorgaans hoog. Op die bergkam zijn links en rechts twee bergpieken die net wat hoger zijn. Beschouw het als een zadel bij een paard. De col gaat over het laagste punt van het zadel, de voor- en achterkant van het zadel zijn als het ware de bergpieken.

De col de la Bonette ligt op 2715 meter, op de bergkam. De Cime de la Bonette is een extra lus vanaf de col die naar 2810 meter hoogte loopt. Elke wielrenner die de Bonette doet, pakt die extra lus erbij. Maar dat is dus niet de echte col, maar een smokkel col. De hoogste geasfalteerde col in Europa is de Iseran en die is 'slechts' 2770 meter hoog. Dankzij de smokkel lus, wint de Bonette het van de Iseran. En die extra lus is een steil rot stuk. De klim van de Bonette zelf valt qua stijgingspercentage nog wel mee, maar allejezus wat is het een lange klim. 23 kilometer aan een stuk klimmen en dan nog een kilometer van boven de 10% om het smokkelpunt uit te komen.

Ik had de Bonette nog nooit eerder gedaan, een omissie in mijn wieler C.V. Om de Bonette te doen moet ik vanuit Guillestre ook nog twee keer de col de Vars over. Nogal een pittig tochtje. 130 km en 3700 hoogtemeters. Op de terugweg vervloek ik de wegenbouwers van de Vars. Eerst 10 km aan vier procent en dan nog 5 km aan 9%. Mijn benen waren toen al aardig op. De afdaling naar Guillestre liep dan weer heerlijk. Bijna geen verkeer en de paar auto's en motoren die ik onderweg tegenkom, lieten me er meteen voor. Ik kan redelijk klimmen, dalen gaat me nog beter af. Op velgremmen wel te verstaan. En voor de mensen die denken dat je niet zonder schijfremmen kunt, vroeger reden we ook op velgremmen naar beneden. En hard ook. Zonder dat we telkens een ziekenhuis blog hoefden te schrijven. En morgen lonkt een rustdag, zo'n tochtje als dit, hakt er wel in.

maandag 12 augustus 2024

40 dagen van huis

Wanneer gaat vakantie vervelen? Na een week, twee weken, drie weken, vier? Of kan vakantie niet vervelen?

Vandaag ben ik 40 dagen achtereen al op vakantie. En wat heb ik al die tijd gedaan? Fietsen, voornamelijk fietsen. Beetje uiteten, wat boeken lezen, java dingetjes op mijn laptop uitproberen, en nog meer fietsen. Af en toe bergwandelingen en miij ouders opgezocht in la France. Vóór deze lange vakantie, waar nog steeds geen eind aan is gekomen, was ik ook al op vakantie. In juni zat ik drie weken in Spanje. Op een fiets, hoe anders. Voor mijn gevoel ben al 10 weken alleen maar bezig met vakantie vieren. En het verveelt nog steeds niet. Dat zou misschien een voorzichtige aanwijzing kunnen zijn.

En wat heb ik vandaag gedaan? Drie keer raden is overbodig. Een keer volstaat. De col d'Agnel stond op het programma. Nou ja, programma, ik heb geen back-log met op prioriteit gesorteerde items die afgevinkt moeten worden. Dat zou teveel op werk lijken, en dat kan nooit de bedoeling zijn van vakantie vieren. Ik heb vanochtend domweg een blik geworpen op de Michelin kaart. Agnel 2744 meter boven zeeniveau, ik stond daar al eens eerder boven, maar een tweede keer kan geen kwaad. Mooi is het er nog steeds. En zeker vandaag. Blauwe lucht en puf warm. Op de top trouwens wat minder, daar waaide het frisjes.

Hoe moet dat nu verder? Genoeg centen om te rentenieren heb ik niet. Ik ben zoals dat in hip jargon heet, in between jobs, of met een sabbatical. Ik vind dat allemaal maar erg hip klinken. Net alsof er vooraf over nagedacht is en er een bedoeling achter schuilt. Ik heb nauwelijks ver vooruit gepland. Ik ben nu bezig met eindeloos lummelen en ik ga net zolang door totdat ik het beu ben. Of totdat de centen op zijn.

dinsdag 6 augustus 2024

Col de Sarenne

Een groter verschil tussen lelijkheid en super mooi is nauwelijks denkbaar. Een verschil van dag en nacht. Een super lange file op de snelweg mogen verlaten om een rustige weg te pakken naar je vakantie bestemming. Een verschrikkelijke nachtmerrie, je ogen open doen en beseffen dat je in je eigen slaapkamer ligt in een echt bed. Alpe d'Huez uitfietsen en naar de col de Sarenne fietsen.

Ik fiets vandaag via Villard Reculas naar Alpe d'Huez en dan verder via de de col de Sarenne. Ik pak zo alleen de laatste 5 bochten van de beroemde col mee. De rustige weg via Villard Reculas is 10 keer mooier dan de 21 haarspeldbochten bij elkaar. Rustiger, mooier en niet minder zwaar. De Sarenne is super rustig. Er is nauwelijks verkeer, een paar fietsers, wat wandelaars en een verdwaalde motorrijder. En bergen, heel veel schitterend uitzicht op alleen maar bergen. Er is rust. Ik schrijf dat gewoon nog maar een keer op om het te verduidelijken. Er is rust. R u s t.

Tussen Reculas en de Sarenne ligt dus dat bekende Alpen skidorp. En wat kunnen mensen toch lelijke gedrochten bouwen. Alpe d'Huez is groot, lelijk en nog groter en nog lelijker. Zelfs de lelijkheid van les Deux Alps, een ander skidorp hier nabij, verbleekt erbij. Hotel, na hotel, allemaal met dezelfde saaiheid uit de grond gestampt. Restaurant, pizzeria, crêperie, pizzeria, restaurant, E-MTB verhuur en verkoop, supermarkt, VVV, pizzeria, bar, E-MTB verhuur en verkoop, souvenir winkel, crêperie, sportwinkel, discotheek, restaurant, enzovoort enzovoort. Het is een eindeloze aaneenschakeling van lelijkheid. En dan spreek ik nog niet eens van de kabelbanen, skelterbanen en andere circusachtige ellende. Het houdt niet op, ze bouwen maar door.

En dan plots voorbij het laatste bouwsel ligt de vallei naar de col de Sarenne. Daar begint de schoonheid. Een verschil van dag en nacht. En als je er over na gaat denken, dan valt het kwartje. Alpe d'Huez was vroeger ook mooi, maar het is door mensenhanden verkracht. Stel je namelijk eens de Allpe voor, maar dan vorig jaar. Die alsmaar uitdijende ski agglomeratie was vorig jaar net ietsie kleiner. Dat laatste lelijke bouwsel aan de rand van het dorp was er toen nog niet. De schoonheid van de Sarenne begon toen net iets eerder. En het jaar daarvoor eenzelfde verhaal. Toen Alpe d'Huez nog een klein dorpje was zonder duizend en een skiliften, zonder MTB paden, zonder pizzeria's, zonder skelterbanen, zonder zonder zonder. Toen was het ook mooi. Net zo mooi als de Sarenne nu is.

En het wordt dus alleen maar erger. De Alpe wordt groter en lelijker, de vallei van de Sarenne wordt opgevreten door een ski reus. Het zal toch niet hé? Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes. Villard Reculas heeft een bouwverbod afgegeven. Zo groot als het nu is, da's groot zat. Tot hier en niet verder. Na de afdaling van de Sarenne, fiets ik terug naar Allemont. Maar niet via de drukke weg. Ik pak de steile klim naar Auris, draai halverwege linksaf en pak een pesterig pietepeuterig klein weggetje om ergens halverwege de afdaling van de Alpe weer bij le Bourg d'Oisans uit te komen. Dat super mooie kleine weggetje zal altijd wel een super mooi klein weggetje blijven. Het is tegen een steil wand aangeplakt en ruimte om het te vergallen met lelijkheid is er domweg niet.

Tip: ga nooit naar Alpe d'Huez. Ga wandelen op de Sarenne.





woensdag 31 juli 2024

Franse Fransen

Fransen maken graag een praatje.

Fransen maken graag een praatje in het Frans.

Fransen weten zich geen raad als de gesprekspartner geen Frans spreekt.

Ze kunnen het gesprek niet netjes afsluiten met een, sorry ik spreek geen of slecht Engels. Ze lijken zich daarbij ook onprettig te voelen. Ze lijken te worden geconfronteerd met hun Frans zijn. Ze wonen in Frankrijk, ze spreken Frans, ze eten Franse producent, ze drinken Franse wijn, Franse kazen, Franse hammen, Franse eieren, Franse brood van Frans graan en ze rijden in een Peugeot. Ze gaan in Frankrijk op vakantie. Op Franse mayonaise in de supermarkt staat vermeld dat gebruikte eieren Franse eieren zijn. Die zelfde supermarkt staat vol met Franse wijn en pastis. En dan probeert er zo'n rare fietser Engels met me te praten. Hoe kan dat nu? Hij rijdt godbetert op een Origine, da's een Frans merk.

Ik heb het nu al meerdere maken meegemaakt.
'Bonsoir'
'Bonjour'
'Ça va'
'Oh ..ça marche'
Dan volgt een Franse zin die mijn beperkte kennis van de taal te boven gaat. En ik vraag,  sorry can you do English too? Apologies my French is not so good. Einde gesprek. Ze mompelen meestal nog wat, niet echt tegen mij gericht. Ik weet ook niet tegen wie wel, of wat ze precies mompelen.

Dit verhaal geldt niet voor elke Fransoos, maar wel voor veel. Het is niet zo dat jongeren beter Engels spreken, meestal wel iets vaker dan ouderen. Echt een duidelijke richtlijn wie Engels spreekt en daarmee internationaal denkt, is er niet. De ene campinghouder spreekt goed Engels en is duidelijk de 50 al gepasseerd, de volgende fietser van in de 30 haakt direct af bij het eerste Engelse zinnetje. Bij Worldline, het bedrijf wat ik onlangs verlaten hebt en wat van origine Frans is, telt veel werknemers die noodgedwongen door het internationale karakter van het bedrijf plots Engels moesten gaan praten. Soms kon ik niet horen of ze Engels of Frans spraken. Hun Franse accent was zo dominant dat het Engels nauwelijks nog naar Engels klonk.

Aan de ene kant denk ik dat ze gewoon in hun school opleiding heel weinig Engelse les krijgen en zich overrompeld voelen als er plots een buitenlander voor hun neus staat die beleefd vraagt of er op Engels kan worden overgeschakeld. Ze beseffen zich plots dat ze weinig internationaal zijn ingesteld en alleen maar Frans en Fransen snappen. Aan de andere kant dat verhaal van die mayonaise met Franse eieren, dat is echt niet verzonnen voor dit blog. Dat ben je echt wel een stelletje heikneuters.



zaterdag 27 juli 2024

Even pauze

De vermoeidheid in mijn benen wint het vandaag van mijn fietsdrang. Even pauze. Hangmat uitgebreid testen en een boek lezen.

Mijn oude Wahoo speeltje heeft sinds eergisteren mijn hartslag weer ontdekt. Ik had al een poging of drie gedaan om die dingen te koppelen, maar in de warrige logica van Wahoo zat ergens kortsluiting. Dat ik nu een navigatie speeltje mee op vakantie heb, is ook een verhaal apart. Ooit, lang geleden, kocht ik het speeltje, vanwege het feit dat de oude Garmin ter ziele was en ik ook de firma Garmin beu was. Die nieuwe Wahoo gaf echter alleen maar gezeur. Het kreng ging steeds langzamer reageren, na drie uur dienst deed geen enkele knop het nog, en daarna ging het op zwart. Dat was een software bug, kon niet anders. Na drie aangemaakte tickets, kreeg ik van Wahoo een nieuw exemplaar. Ik dacht nog, als de software van de ene niet werkt, dan waarschijnlijk de nieuwe ook niet. Daar bleek niks van waar. Het tweede exemplaar beviel uitstekend. Zo'n twee jaar lang. In de laatste Spanje reis raakten echter de rubbers los waardoor het geheel niet meer waterdicht was. En de next knop functioneerde slechts een op de vier keer. En ik maar op het knopje drukken. Knopje, knopje, knopje,.. stom kreng, werk nu eens.

Omdat ik twee en een half jaar voor een navigatie speeltje van 280€ aan de matige kant vond, besloot ik om de webwinkel te vragen of er nog garantie op zat. Wettelijk waarschijnlijk allang niet meer,  maar als consument vond ik dat ik een wat langere levensduur mocht verwachten. Ik stelde nog voor dat een nieuwe kopen met een redelijke korting, wel als een eerlijke oplossing werd gezien. Op dat voorstel werd totaal niet ingegaan. Of ik het kon terugsturen, ter inspectie. Tuurlijk, ik zat in Spanje. Dat bijna  continue op vakantie zijn deze zomer, komt ook met logistieke nadelen. Goed, na Spanje het apparaat terug gestuurd en voordat de postbode het had bezorgd, 12go de webwinkel in kwestie ernaar had kunnen kijken, zat ik alweer in Frankrijk.

MET de oude Wahoo, die had ik namelijk nooit hoeven inleveren. En na een software update, werkt die gewoon goed. Ik zei toch al dar het domweg software was. Inmiddels heeft 12go weer een nieuw exemplaar opgestuurd; ik zeg top service. DHL heeft het pakketje bij mij in de wijk kwijt gemaakt. Dat is dan de categorie super knullig. Daarna heeft 12go weer een nieuwe opgestuurd, nu naar familie die gewoon thuis en die kwam aan.

En die oude Wahoo had dus eergisteren ook weer connectie kunnen maken het de hf band. En dat leerde mij gisteren dat de weg wel omhoog liep, maar mijn hartslag achterwege bleef. Het lichaam had er even geen zin meer in. Dus, zo is er weer tijd om te bloggen ;)

zaterdag 20 juli 2024

Mont Ventoux

Een uur en 36 minuten en een uur en 30 minuten, dat zijn mijn klimtijden op de Ventoux. De eerste is vanuit Bedoin, de tweede vanuit Sault. Is dat rap? Niet echt, vind ik zelf. Er zijn duizenden renners die rapper zijn. Aan de andere kant zijn er tien duizenden die langzamer zijn. Ik ben het niveau armzalige krabbelaar ontstegen, maar potten breken in een koers, dat is totaal niet aan de orde. Ik heb deze vakantie de Ventoux nu vier keer gedaan. Sault twee keer, plus de Bedoin en Malaucene zijde. En de Ventoux verdient een verhaal, maar of dat nu echt een mooi verhaal is, het is vooral een verhaal met veel gezichten.

De Ventoux is druk. Bedoin is de drukste zijde, maar Sault en Malaucene doen er niet veel voor onder. Druk met Belgen, fietsers, wielrenners, wat auto's, een enkele motorrijder, een Porsche en een handjevol e-bikers. Ik heb eergisteren en vandaag eens geteld hoeveel mensen ik ingehaald hebt en hoe vaak ik voorbij ben gereden. Zowel eergisteren als vandaag door een lokale lichtgewicht eraf gereden en zelfs een renner of 60 voorbij gefietst, inclusief wat e-bikers. Van renners die even rap fietsen als ik, heb ik geen weet. Ze zitten een kilometer voor of achter me en ik zie hooguit pas op de top. 60 renners op 25 km, dat is ongeveer elke 400 meter dat ik iemand inhaal. Gisteren op het montagne de Lure, het kleine broertje van de Ventoux, ben ik slecht een fietser tegengekomen. Zoals gezegd, de Ventoux is druk, heel druk.

Maar de Ventoux is vooral druk met fietsers, niet echt met goed getrainde wielrenners. Ik heb heel wat mensen zien lijden, zien afzien, zichzelf afvragende wat hier nu precies de lol of de uitdaging van is. De Ventoux is voor velen een sportieve uitdaging. En dat is de Ventoux, het is een rot klim. Lang, vooral heel lang, het verschrikkelijke stuk door het bos, als je de Bedoin zijde pakt. Het hele lange bijna kaarsrechte stuk op de Malaucene zijde wat drie kilometer achter elkaar 11 procent of meer stijgt. En dan is Sault relatief makkelijk met de eerste 20 km rustig klimmen, daarna krijg je ook dat gemene stuk maanlandschap. En voor een aantal op de flanken van de reus van de Provence, geldt dat ze domweg te weinig hebben getraind. Of nog veel te veel teveel gegeten taartjes met zich mee torsen. Ze stoppen halverwege om te drinken en komen daarna niet meer in de pedalen geklikt omdat hun benen trillen van de kramp. Voor veel anderen is het een sportieve uitdaging die ze net aan kunnen volbrengen. Ze vallen hun geliefde boven in de armen, soms huilen ze erbij. En voor de e-bikers? Ja wat is het eigenlijk voor de e-bikers? Het is niet sportief, noch een uitdaging. De kern van een Ventoux beklimming is onderuit geschoffeld. Het is geen sportieve uitdaging, maar een bijvoegelijk naamwoordloze niksigheid. Zelfs ik haal ze in.

En er is nog meer. Een e-biker met een rokje, een rode bolletjes trui, gelijk aan de leider van het bergklassement in de tour en vleugeltjes op de zijn rug. Ook nog een stel langlauf rolschaatsers gezien. Hoe noem je zoiets eigenlijk? Zomer langlaufen op rolskis? Ook nog een paar hardlopers en een aantal Porsches dat nergens vaart kon maken, omdat er constant zwalkende fietsers in de weg reden. Dat is het verhaal van de flanken van de Ventoux.

Oh ja, het uitzicht boven op de top is schitterend, maar eerlijk gezegd vond ik uitzicht op de montagne de Lure mooier. Je staat daar weliswaar 150 meter lager, maar je zit wat dichter bij de Alpen, zodat de grote Alpen reuzen indrukwekkender in beeld zijn.

maandag 15 juli 2024

Idioterie op de Ventoux

Volgens een oud Provençaals gezegde ben je niet gek als je de Ventoux beklimt, maar je bent idioot als je het nog een keer doet. Dat is een bekend gezegde, althans bij mij. Het is ook een reden om Cinglé du Ventoux te worden. Dan ga je de berg niet een keer op, maar drie keer op een dag. Vanaf de drie dorpen die aan de voet liggen van de reus van de Provence. Wil je Galarien worden, dan moet je vier keer omhoog. Die vierde beklimming gaat over een onverhard pad. Ik ben al Cinglé, en ik heb geen ambitie om Galarien te worden. Tot zover de idioterie die ik al kende en waar ik me aan bezondigd heb. Vandaag doe ik slechts een klein beetje idioot, ik fiets de Ventoux twee keer. Vanuit Sault, de makkie kant en de zware klim vanuit Malaucene.

Maar er is meer! Je e-bike van vierentwintig kilo de berg op duwen. Welk oud Provençaals gezegde zou daar dan achter schuilen? Iets van, je bent niet gek als je de Ventoux beklimt, maar het is van den zotte om dat te doen met een e-bike met een lege batterij. Zoiets misschien? Dat wordt dan ook rapper een modern Provençaals gezegde, in plaats van een oud. Wat bezielt mensen om een killer van een klim, en dat is de Ventoux, te 'bedwingen' met een e-bike? Ik zou me ook kunnen afvragen waarom ik vandaag persé twee keer omhoog wilde fietsen. Maar daar weet ik het antwoord op. Wielrennen op de Ventoux is pijnlijden voor gevorderden en ik kan goed pijnlijden. Zo wordt het negatieve plots positief. Maar hoe zit dat dan met die e-bikers? Pijnlijden kunnen ze niet, leren willen ze ook niet, anders hadden ze het wel op een sportieve fiets geprobeerd. Als je niet van pijnlijden houdt, wat ik me kan voorstellen, en het ook niet wil leren, wat ik me ook kan voorstellen, maar je wilt toch van het mooie uitzicht genieten, wat ik me ook al kan voorstellen,.... Waarom ga je niet gewoon met de auto of de motor? Ik vraag me ook af wat een e-biker met een lege batterij denkt als ze de vierentwintig kilogram zware fiets omhoog sleuren. Misschien hadden ze op dat moment toch liever een racefiets gehad van 8 kg, of dumpen ze op dat moment het liefst die nep brommer in de greppel en ik loop wel verder of ik ga liften.

En nee, dit is geen grap. Ik heb ze echt zien lopen. Als je niet van in bergen fietsen houdt,  het hoeft niet als je er geen klap aan vind. Het is voor de lol.

donderdag 11 juli 2024

Gelukkig in Frankrijk

Geluk is geen onderwerp voor een blog. Het is saai, voorspelbaar en allesbehalve heroïsch. Geen lijden, geen regen, geen tegenslag. En ze blogden nog lang en gelukkig. De categorie: Blegh. Toch valt het grootste deel van deze vakantie en de meesten andere vakanties ook in de categorie Blegh. Ik fiets over bergen en eet onderweg een menu de jour. De zon schijnt, het is 30 graden en de wegen zijn rustig. Met mijn vorm is niks mis. Ik verbaas mezelf over het klimtempo van sommige andere medefietsers. Vrouw, bergop met karrenvrachten aan bagage stuif ik voorbij. Ok, die was te verwachten, maar ook mannen in mijn leeftijdscategorie haal ik in alsof ze bijna stilstaan. Ik ben pas een renner tegengekomen die ik onmogelijk kon volgen. Al twee keer zag ik hem. Een jonge gast met een outfit van Movistar. Ik begin te denken dat het een prof renner is, maar daarvoor was hij ook niet snel genoeg. Misschien een van de renners uit de opleidingsploegen van Movistar. Op een dag dat ik het rustig aan probeerde te doen, omdat de dag tevoren 's middags de kramp knalhard in mijn benen was geschoten, word ik ingehaald door een jonge meid. Dat kon ik ook niet hebben. Dus toch maar dat wiel gevolgd. Ze bleek triathlons te doen, geen hele maar een 1/8 of zo. 750 meter zwemmen, 20 km fietsen en 5 km rennen. En dat deed ze ongeveer binnen het uur. Ze woonde hier in de buurt, maar de weg naar Villard de Lans bleek nieuw voor haar. Ze reed dat stuk nog niet eerder.

Dat van die kramp was trouwens niet grappig. Ik had 130 km gefietst of zo plus ruim twee duizend hoogtemeters en ik lag 's middags in mijn hangmat te hangmat liggen. Of een boek te lezen, of half weg te doezelen. Totdat plots bij een verplaatsing van mijn rechterbeen, de kramp er knalhard in schoot. Au! Echt godsgruwelijk AU. Ik weet niet hoe ik me moet bewegen om het eruit te krijgen. In een poging tot rekken en strekken, schiet ook het linkerbeen in de kramp. En ook niet zo zunig ook niet. Ik moet gaan staan, maar hoe kom ik uit die hangmat? Dat moet normaal met gebogen knieën. Onmogelijk. Er is pijn en pijn, maar knieën buigen is nu een brug te ver. No way. Hoe dan wel? Uitendelijk rol ik gestrekt uit de hangmat en probeer daarna op handen en voeten langzaam te gaan staan. Pas als dat lukt, ebt de kramp langzaam weg. Daarna heb ik nog anderhalve liter water gedronken waar ik de rest van de dag van naar de toilet blijf hollen.

Het uitzicht vandaag boven op de col de Bataille is fenomenaal. Ook weer zo saai, maar wel waar. Wat me vandaag opvalt is hoeveel publieke voorzieningen Frankrijk heeft. Om ons als toerist nog meer van het uitzicht te laten genieten, zijn er grote metalen plateaus aangelegd bij de uitzichtspunten. Zo kunnen we nog verder op het randje het diepe dal inkijken. Dat is het enige doel van die publieke voorziening, toeristen genot. Maar verder zijn er onderweg picknick bankjes, prullenbakken, kinder speeltuinen en jeu de boule banen. Een paar dagen eerder fietste ik door de tunnel des Ecouges. Een prachtige weg plus een vijf honderd meter lange tunnel, uit de rotsen gehakt, en nog goed verlicht ook. En die tunnel verbindt twee dorpen van nauwelijks 100 inwoners en is meer door toeristen in gebruik dan door locale bewoners. Ik zit op een camping municipal in een dorp van nauwelijks honderd inwoners. En ik denk niet dat er ook maar iets rendabels aan deze camping is. Daar moet subsidie bij. Dat wordt dus allemaal mogelijk gemaakt door de Franse overheid en meer precies door de Franse belasting betaler. Dank jullie wel beste Fransen.

zondag 7 juli 2024

Leven als een god in de Vercors

Mijn leven als een god in Frankrijk bestond afgelopen nacht uit onrustig slapen en bidden en hopen dat de tent de vele regen goed kon verduren. Plus hopen dat de storm ergens anders ging stormen. Ze hadden voor dit gebied code geel voorspeld. En als je denkt dat ze bij het KNMI voor elke mogelijke poep en scheet een code geel of oranje uit de kast trekken, in Frankrijk zijn ze nog voorzichtiger. Bijna elke dag is er ergens in Frankrijk wel een departement dat op geel staat. Niks om je echt zorgen over te maken. Het kan er waaien, het kan er regenen, het kan er warm worden.

Gewaaid heeft het niet gisterennacht. Ik zag wel rode plukken op de buienradar mijn kant op komen. Dat hoefde van mij niet persé om mijn tent leeg te regenen. Hoeveel regen er is gevallen, weet ik ook niet echt, ik sliep ook deels. Maar niet heel vast. Het begon om tien uur en een pas tegen zessen werd het droog. Om vier uur werd ik wakker en ik moet heel hoognodig plassen. Grrr,....  De tent uit en nat regenen? En dan ook met het buiten en binnen stappen van de tent een boel water en vuil mee te nemen? Eigenlijk niet zo'n zin in. Ik had net constateerd dat alles in de tent nog schoon en droog was. Godzijdank. Maar ophouden gaat niet lukken. Hmmm,..... wat dan? De afwasteil, dan dat maar. Dat maak ik morgen wel schoon. Oef,.... Dat lucht op.

'S morgens lijkt het leven wat meer op een god in Frankrijk. Het is droog, het blijft droog, het gaat zonnig worden. Ik heb mijn wielrenfiets bij me en ik ben ondanks de wat matige nacht toch goed uitgerust. Kopje thee, pain au chocolat, stokbrood met brie en worst. En een bakje yoghurt. Water in de bidons en fietsen met die hap. Het is  mooi in de Vercors, zonnig in het dal, een beetje mistig op elf honderd meter. Veel wielrenners onderweg, een paar toeristen, rustig met auto's. Morgen nog mooier weer, dan ook boven op de berg zonnig. Morgen maar weer eens een menu du jour doen onderweg. Dan is het echte leven van een God in Frankrijk weer terug.

donderdag 20 juni 2024

Girona Sevilla a bicicleta

Girona Sevilla

- een fietsvakantie in 17 etappes
- achtienhonderd zevenentwintig kilometer
- drieëntwintig duizend driehonderd en een hoogtemeters
- honderd en zeven kilometer per dag
- in cijfers 1827 km en 23301 hoogtemeters
- acht hotel overnachtingen
- dertien keer kamperen
- Sierra de Montsant, Sierra de Albaracin, Sierra de Cazorla, Sierra Tejada, Sierra Nevada en nog wat bergen meer
- paella, tinto de verano, tostadas con mantequilla, napolitanos
- café con leche
- menu del dia
- 100 pluspunten voor Stevens. Fantastische fiets
- nul keer lek. Schwalbe
- nee, ik heb geen aandelen
- pijn in mijn poten, kramp, dorst en honger
- adembenemend landschap
- met geen mogelijkheid de grijns van mijn gezicht af te bikkelen
- drie haringen krom gemept
- elke dag kleding wassen
- hoe kleiner de camping, hoe meer aanspraak. Vooral Nederlanders die willen weten wat ik aan het doen ben.
- Girona, Teruel, Albacete, Granada, Malaga en Sevilla als steden onderweg. Verder veel kleine dorpjes
- asfalt, gravel en steenslag wegen. Merendeel toch asfalt
- een rivier moeten doorwaden
- licht bepakt en niet eens alle kleding aan gehad
- EHBO spullen ongebruikt gelaten

Nog twee dagen in Sevilla. Ik ga wijn drinken vanavond. En tapas eten.

zondag 16 juni 2024

De nieuwe Stevens

Stevens verdient lof. De nieuwe fiets is al meer dan een half jaar oud en nu pas bezig aan de eerste grote tocht. Nu vindt pas de echte test plaats. Voldoet die een beetje aan mijn verwachtingspatroon? Sri Lanka had de eerste tocht moeten worden, maar een blik op Google maps, en dan meer specifiek gericht op fietsenmakers, deed me anders besluiten. Ik zag alleen maar hele kleine reparatie hokken met ongelooflijk oude meuk fietsen. Mocht er iets misgaan met een van de hydraulische schijfremmen, dan had ik hulp van buiten moeten laten invliegen. Of bicycle repair man had zijn superman pak moeten uittrekken. Ik zag het niet zo zitten en heb toen maar een fiets meegenomen die je met een hamer en schroevendraaier kan repareren.

Inmiddels ben ik exact 1.396 kilometer en 18.674 hoogtemeters verder. Asfalt, ja heel veel. Meestal de dag tevoren aangelegd, zo mooi nieuw. Asfalt dat 40 jaar geleden is gedumpt, en nog steeds enigzins herkenbaar is als asfalt. Ja, dat was er ook. Gravel, verschrikkelijke steenslag wegen en onverlichte tunnels. Drempels, kuilen, stoepranden, hobbels en andere ongemakken. Ook ja. De fiets is heel, geen lekke banden, geen malheur. Het fietst heerlijk.

De techniek van de fiets is basic. 10 speed, wielen met industrie lagers, aluminium frame. En dat werkt.11 speed was niet beter geweest, 12 speed ook niet. Twaalf speed komt meestal met een kettingblad voor,  een 1x setup die doorgaans compleet waardeloos is. Elf speed gaat maar tot een 34 tandwiel achter, tien speed heeft een 36. Da's overigens maar een klein nadeel. Aluminium frame, tjokvol nokjes om bagage te monteren. Vergelijk dat maar eens met een carbon frame waar alleen met hele dure tassen en draagsystemen iets mee te vervoeren is. En cup conus lagers in wielen vind ik een prehistorische miskleun als er nu ook industrie lagers beschikbaar zijn.

Veel Nederlandse vakantie fietsers rijden op een Santos. Ik heb hier een goede tip voor. Doe dat niet! Zijn ze slecht? Nee, een Santos kost minimaal 6k en dan heb je dezelfde fiets als ik. Een Stevens van ruim onder de tweeduizend euro. En dat fietst geweldig. Nog zo'n 400 kilometers op weg naar Sevilla. Jippie.

vrijdag 14 juni 2024

Spaanse 'gravel' wegen

Ik had natuurlijk van mijn fouten kunnen leren. Dat had gekund. Dan had ik vandaag niet staan smeken om asfalt, of op zijn minst op een heuse gravel weg. Ik heb vandaag zo'n 40 km over een verschrikkelijke steenslag weg gefietst. Er kwam geen einde aan de ellende, ik zat bijna jankend op mijn fiets.

Eerst eens de fout uitleggen. Dat was eergisteren. Ik vertrok uit Albacete, een stad waarvan ik nu kan zeggen dat ik er ooit ben geweest en niet veel kunnen me dat navertellen. En dat heeft een reden, er is namelijk heel weinig wat Albacete de moeite waard maakt. Je kan er slapen, fatsoenlijk eten, er is een park, een kerk, een plaza de torres en er is een messenmuseum. En dat was het dan. Oh ja, ook nog een overdekte mooie galerij. En een Corte Ingles. De omgeving bestaat een grote vlakte met graan, druiven en olijfbomen. Er is ook een via verde, een kaarsrecht fietspad over een oude spoorlijn. Vier keer bijsturen op 25 km. Zo vertrok ik uit Albacete, so far so good. Op weg naar de bergen.

Het probleem zit hem in navigatie  speeltjes en bergwegen. Wahoo en Google sturen me over dezelfde wegen heen. Tenminste als ik Google vertel dat ik per fiets reis. Per auto krijg ik andere routes voorgeschoteld. De fietsroutes van Wahoo en Google zijn ruk. Geen ander woord dekt de lading beter. Ik volgde een route naar mijn camping toe. Eerst een smalle asfalt weg, daarna een gravel weg en toen plots linksaf een steenslag weg op. De gravel route blijven volgen was geen optie, die ging compleet de verkeerde kant op. De steenslag weg is eigenlijk onbefietsbaar zonder voor- en achtervering. Om de 10 centimeter een rotsteen die of muurvast zit en dan buts ik er overheen, of de steen ligt los en dan schiet of het voorwiel of het achterwiel er op weg. Elke tien centimeter. Bergop gaat het niet rap. Zes tot zeven kilometer per uur, maar bergaf gaat het nauwelijks harder. Tien procent omhoog is nog te doen, tien procent bergaf over losliggende stenen is echt een crime.

Na een klim en afdaling over de steenslag, ga ik even over op navigeren met Google auto. Maar in het laatste stukje naar de camping toe besluit ik toch weer de Wahoo fietsroute te nemen. Eerst een smalle asfaltweg, daarna gravel en dan uiteraard een steenslag weg. Tien procent bergaf, losliggende stenen en haarspeldbochten. Grrrrr,..... En toen als klap op de vuurpijl een rivier. Geen brug.

Wat nou? Geen brug? Nee, je ziet maar hoe je hier aan de overkant komt. Teruggaan zie ik niet als optie. Weer ophoog en daarna een aardige omweg. Schoenen uit, sandalen aan. Eerst maar eens de rivier doorwaden en de boel inspecteren. Een halve meter diep max, grip genoeg en de stroming is te houden. Eerst de bagage overzetten en daarna de fiets. Dan nog een steenslag pad van 10 procent omhoog klauteren en dan eindelijk nog vier kilometer asfalt naar de camping toe.

Goed, dat was eergisteren. Vandaag had ik de optie op een shortcut naar de volgende camping, of 40 km omfietsen. Die shortcut zou wel eens weer een k-weg kunnen zijn. Maar de shortcut leek toch aanlokkelijk. Heel zeker dat het steenslag zou zijn, was het niet. Je mocht er gewoon autorijden en de weg had een nummer. Motorrijden was overigens verboden. Wat wel mag en wat ook gebeurde, is dat ik weer ingehaald door een mountain e-bike die met 30 kmh omhoog stiefelde. Ik roep hem nog na. Hé, kijk je wel uit dat je niet moe wordt. De eikel. Uiteindelijk bleek het 40 km steenslag. 15 km stijgen, 25 dalen. Het dalen was verschrikkelijk. Ik zal de laatste tien kilometer alleen maar te smeken op normaal gravel. Ik was doodop en ik was er niks sneller mee dan de 40 km omrijdroute. Vijfentwintig kilometer dalen aan max 10 kmh. Ik hoop dat dit voldoende leerervaring was. 

dinsdag 11 juni 2024

Camping perikelen

Een regenbui leek me wel genoeg van de weergoden om duidelijk te maken dat kamperen creperen wordt als de hemelsluizen open gaan. Het eerste buitje gisteren was nog een peulenschil, het kon nog veel erger.

Na de eerste bui zet ik mijn tentje op. Geen hamer bij me, want teveel gewicht, wel een goede steen gevonden. Mijn perceel wordt overdekt door een hele hoge stalen constructie met water doorlatend doek. Bedoeld voor schaduw, maar de zon heeft vandaag een snipperdag. Op de grond ligt ook een soort doek waar ik de haringen doorheen moet meppen. De grond is knokenkard en ik krijg de haringen er maar voor de helft in. Nadat de tent staat, begin ik aan de rest van de bezigheden. Luchtbed opblazen, douchen, wassen. Daarna ga ik lui in het tentje liggen lezen.

En toen ging het mis. Het begon met regen en het ging over in een zwembad. So far so good. Nog geen problemen. Water onder de tent, maar binnen blijft het droog. Totdat de tent begint in te zakken. De stortvloed heeft de super harde ongegrond doen veranderen in zompige zooi en de haringen hebben geen houvast meer en schieten een voor een los. Geen tijd voor scheldwoorden nu, eerst handelen. Tent uit in de stromende regen, steen zoeken. Haringen terug in de grond in meppen, maar ik kan nauwelijks goede aarde vinden met houvast. Ik sla voor het eerst een paar haringen krom. En dat is uitzonderlijk. Deze gaan al een tijdje mee en leken al een paar jaar onverwoestbaar. Tot nu dus. Na een paar pogingen staat het geheel weer. Natte t-shirt uit en op de waslijn hangen, samen met de overige was die nu ook doorweekt is. Terug mijn tent in en mezelf afdrogen met een handdoek. En hopen dat het ding blijft staan.

Bijna. Nog een keer eruit om andere losgeplopte haringen terug de grond in te slaan. Weer nat, weer terug de tent in, weer afdrogen. En toen hield het gelukkig op. De tent bleef staan, de regen hield op. Bij het avondeten in het camping restaurant vertelt de eigenaresse dat er vannacht weer regen komt. Nee hè. Niet nog een keer. Gelukkig blijft het droog, maar ik slaap niet geweldig. Ik heb toch al vaak gekampeerd, maar dit nog niet eerder mee hoeven maken. Echt waardeloze ondergrond. Omdat de volgende camping minimaal 140 km fietsen is de volgende dag, en omdat het 's morgens weer regent, besluit ik iets van de route af te wijten en naar Albacete te fietsen. Hotel en even geen kampeermalaise.

maandag 10 juni 2024

Iets ten zuiden van Cuenca

De Spaanse reputatie, alleen maar mooi weer, zon, gort droog en 30 graden, laten het al 2 dagen afweten. Gisteren was het de hele dag bewolkt in de Sierra de Albaracin. Frisjes op 1500 meter, natte wegen, maar gelukkig zelf geen regen gezien. Vandaag is dat anders. Ik zit lager, voor zover dat kan op de Spaanse hoogvlakte. Mijn camping ligt op 850 meter, zo'n beetje het laagste punt van de route vandaag. De was is niet droog geworden gisterenavond, ik was pas laat op de camping en 's nachts regende het. Vandaag overdag soms stralend weer en iets minder vaak een bui. Nu zit ik te wachten bij de toiletten totdat het droog wordt en ik mijn tentje kan opzetten. En ik vraag me af hoe ik hier de haringen de grond in ga meppen. Een hamer heb ik niet bij me, teveel gewicht. Ik heb al wel een steen gevonden. Ook al een spelletje schaak gespeeld op de telefoon om de tijd te doden. Verloren. Het zonnetje gaat nu ook voorzichtig schijnen. Het regent ook nog. Dat het eens droog wordt.

zaterdag 8 juni 2024

Dia de descanso en Teruel

Een dagje rust en tijd voor observaties. 

Op het centrale plein in Teruel waggelen twee toeristen voorbij, allebei twee emmers aan teveel gegeten taartjes met zich mee torsend. Ze lopen niet, ze waggelen. Bij de fontein staan ze even stil om een plakaat te lezen. Zo'n ding dat vertelt dat de fontein er al veertig jaar staat of zo. Even later huppelt er een tweeling van 8 jaar omheen. Papa en mama, beiden ook overduidelijk toerist, maken een foto. Een Spanjaard wast zijn handen en gezicht in de fontein, neemt een paar slokken en loopt verder. Een fietser met bagage, net zo'n halve zool als ik, is gestopt op het plein en maakt een foto van de fontein. Het is een saaie fontein.


Alles in dienst van een driejarig meisje in een zwart wit geblokte jurk. Ze wordt op de wipwap geholpen door papa. Mama wipwapt vanaf de andere kant. Papa houdt haar vast. Op de grond liggen rubberen tegels. Een buggy is onderdeel van het het standaard assortiment begeleidende objecten. Inclusief een luiertas, voor het geval dat. Mama met rugzak, papa met kinderwagen. Ik zeul minder mee als ik fiets.

Het museo provincial de Teruel is te bezichtigen tussen 10 en 14 uur. Het is gratis en er liggen scherven tentoongesteld. Een paar vazen die met een beetje fantasie nog net heel zijn. Een moderne tentoonstelling die het meest weg heeft van een kleuterjuf die haar klaslokaal heeft opgeleukt. En op bovenste verdieping is een groot dakterras met uitzicht op een oud bouwwerk in de stad. Het trekt een paar verveelde toeristen aan. Even wat rond lummelen voordat we gaan wijnen op het terras. Alle uitleg bij de prehistorische vondsten is in het Spaans. Ik snap de zinsconstructies, maar de betekenis van de net wat meer ingewikkelde woorden ontgaat me.

Teruel zou je kunnen verdelen in, de oude stad en alles wat geen oude stad is. Binnen of buiten de oude stadsmuren. Binnen de oude stad is het levendig en er lopen veel toeristen rond. Buiten de oude stad is het met iets minder levendig en is het aantal toeristen drastisch gereduceerd. Ze overleven het daar minder goed. Ik eet buiten de oude stad in een onooglijk restaurant met oude mannetjes en serveerster van minimaal boven de 40 die gewoon Spaans met me praat. Onooglijke restaurants, bevolkt door oude mannetjes, Spanje wemelt er van. Op de vraag wat ik wil drinken, zeg ik wijn, rode wijn.
¿De la casa?
Si
¿gaseoso?
No, sin
Ik krijg een volle fles wijn en een glas. De fles al eerder open geweest, op het etiket zitten al wat gemorste wijnsporen. Ik wacht nu of ik nog een kaart ga krijgen zodat ik kan bestellen. Lasagne, ossenstaart en cheescake, allemaal huisgemaakt. 

woensdag 5 juni 2024

Sierra de Montsant

Ooit gehoord van de Sierra Nevada of de Picos de Europa? Misschien wel. En de Extremadura de Sierra de Montsant? Dat klinkt wellicht minder bekend. Ik fiets vandaag door de Sierra de Montsant, een bergketen in Catalonië, cq Spanje. Ik heb eigenlijk een hekel aan separatisten, met hun free Catalunya. Je eigen landje beginnen, los van Spanje, los van Europa. Eigen munt, eigen grenzen, eigen bekrompen dorpspolitiek en alle enge buitenlanders weren. Je hebt echt niks aan dat onafhankelijkheidsdenken. De Sierra de Montsant dus, een bergketen in Spanje. Er zijn hier twee dingen die opvallen. Ten eerste het is er super mooi, maar dat is niet het opvallende. Het is een bergketen en bergen zijn altijd mooi. Punt. Lelijke bergketens moeten nog worden uitgevonden. De twee opvallende zaken zijn dat het er super rustig is en dat er snaarstrak asfalt ligt. Alsof het gisteren is aangelegd. Op de tientallen kilometers door de bergketen heen kom ik een handjevol auto's tegen. Inclusief een Porsche met een broem broem uitlaat. Hij haalt me in en rijdt me later tegemoet. Dat van dat superstrakke asfalt is typisch Spaans. In Frankrijk komt ik meestal kapot gereden oud asfalt tegen. Het voelt net alsof ik in een museum ben na sluitingstijd en de nieuwe collectie net hangt. Alles voor mezelf.

Het laatste stuk van mijn route gaat via een via verde. Hier ligt alleen maar pruts asfalt, ze hadden er waarschijnlijk beter aangedaan om gravel aan te leggen. De dunne laag asfalt is getormenteerde door de vele boomwortels. Alleen in de lange tunnels hobbelt het minder. Een tunnel is een verhaal apart. Een kilometer lang en nul verlichting. Nul. Een voorlamp gelijk een gloeiende spijker en ik zie geen hand voor ogen. Met de zaklamp functie op de telefoon zie ik de eerste drie meter iets vaags voor me. Een streep en wat contouren op de wanden, net genoeg om nergens tegen aan te rijden. Alleen de wetenschap dat deze tunnel onderdeel is van een via verde doet me verder fietsen. Dat de tunnel een kilometer lang is, ontdek ik pas na die kilometer toen ik letterlijk licht zag aan het einde van de tunnel. 

dinsdag 4 juni 2024

Memoires

Ok, ik fiets in Spanje. Vooralsnog levert dat weinig blog verhalen op. Fietsen, eten en slapen. En zoeken naar campings want die zijn dun gezaaid in de binnenlanden van Spanje. Laat ik dan maar eens mijn memoires over Worldline opschrijven. Ik ga het pand binnenkort toch verlaten. Voor de goede orde, het is fictief. Namen kloppen niet en diverse ervaringen zijn door elkaar verhaspeld.

Wie is dat icoontje daar rechtsboven? Staat die op mute? Niet eens foto of een plaatje, maar de letters MU. Wie is die gast, of is het een vrouw? Werner ratelt door in de huddle, tegenspreken is geen optie, hij is hier de goeroe. Gewoon wachten op je beurt dat je kunt vertellen dat alles goed is met je taak en of iemand straks kan helpen dat spul gedployed te krijgen in sandbox. Die hele puppet santekraam om software te installeren, ik snap er nog steeds geen hout van. Ik zit dus in een huddle, da's hip management gelul voor een vergadering. Ook wel stand-up genoemd, ook als iedereen gewoon onderuit gezakt in zijn bureaustoel zit. Soms ook scrum genoemd, het woord meeting is al lang uit. Het duurt gewoonlijk een kwartiertje en het is dagelijks. Tenzij onze product owner aanschuift, een dame van begin dertig met een mooie glimlach. Ze zet meestal ook haar camera aan en dan hebben we plots wel praatjes. Meestal heeft ze zelf ook nieuws te vertellen. Verder zie ik mijn teamgenoten nooit. Ze werken thuis, komen niet naar kantoor of ze wonen in Polen, Griekenland of India. India is het ergst. Ze kunnen niks, zeggen overal ja op en ze proberen in hun eigen tijdzone te werken. Zo hebben ze nog minder contact met het team. Als de huddle voorbij is, heeft MU niks gezegd. Gek, niemand maakt er een opmerking over. Misschien is ook wel medegedeeld wie MU was en heb ik het gewoon gemist. Het gekke is, het interesseert me ook niet echt.

De volgende dag praat MU wel. Het is een mannenstem, en nog een mannenstem. Verhip, het zijn er twee. Wie is dan MU en waar staan die letters dan voor. Eerste letters van voor en achternaam doorgaans. Manmath, of was het Madhi en die U dan? Uwaranadura? Die eerste naam van de meeste Indiërs is nog wel vaak onder de knie te krijgen. Achternamen van 6 lettergrepen vormen geen uitzondering. En waarom zetten die twee gasten hun camera niet aan? Waar zijn ze bang voor? Dat we zien dat ze thuis zitten? Of half aangekleed zijn? De overige deelnemers in deze call zijn wel in beeld. Alleen hun hoofd dan, de achtergrond is een fantasie achtergrond. We zouden toch eens zien dat ze op hun slaapkamer zitten en groene gordijnen hebben. Of misschien loopt er wel iemand een keer in beeld. Die nep achtergronden verbergen dat niet. Teams herkent mensen en je komt in beeld, ook al is er een star wars achtergrond. Ook je kat komt in beeld. Persoonlijke details worden tot een minimum beperkt. Een schilderij aan de muur. Het moet verborgen blijven. Het uitzicht op de tuin. Nee, niet in beeld. We zouden toch eens kunnen zien dat de muur hoognodig geschilderd moet worden. Alles blijft verborgen. Sommigen zijn zo kort van stof, dat ik me afvraag of we het voortaan niet schriftelijk kunnen doen. Ik ben bezig met taak 3523 en daarna begin ik aan taak 3528. Ja, alsof ik nummers uit mijn hoofd heb geleerd. Zeg dan niks. Ik vertel iets over een spiffy SQL query die ik 10 jaar oude code ben tegengekomen. De bedenker verdient naar mijn bescheiden mening de Nobel prijs voor dit soort intelligentie. Om het voor elkaar te krijgen om een hiërarchische structuur binnen een tabel in een relationele database in een query. Het duurde een paar uur Google werk voor ik die trukendoos snapte.

zaterdag 1 juni 2024

Utrecht Schiphol, en ik kon wel wat extra stres gebruiken

Als een lange sliert staan de culinaire barbaren opgesteld in de food court van Schiphol. Verreweg de meest populaire optie blijkt Burger King. Maar waar ik mij chicken chili bestel, is het ook lang wachten. Het lijkt wel alsof je op Schiphol ergens op móet wachten. Twee jaar geleden waren het de security scans waarmee Schiphol het nieuws haalde. Niet echt iets om trots op te zijn. Het is nu zeven uur en ik ga straks nog vliegen. Om half acht was de bedoeling, maar de vlucht heeft vertraging. Misschien wel vanwege de zelfde knalharde noordenwind die mij vandaag teisterde. De route naar Spanje zou dan echter rap moeten zijn. Ach, late vluchten hebben wel vaker vertraging.

Mijn nachtrusten hebben me de afgelopen week weinig rust gegeven. Maandag én bloed gegeven én mijn baan opgezegd. En ik heb niet eens iets nieuws. Ik heb er de brui aan gegeven, ze laten de boel maar zonder mij in de soep lopen. Het zinkede schip had toch al geen kapitein meer. Maar dat was wel een beslissing die stress gaf. Ik heb heel veel zin in voorlopig niet meer werken. En eventueel werk komt ook wel weer. Maar die constante geldstroom gaat stoppen. Da's wel jammer. Maar dat is maar een van de weinige dingen die ik ga missen.

Goed. Met niet genoeg slaap wel naar Schiphol gefietst vandaag. Domme actie, ik had beter de trein kunnen nemen. Knalharde noordenwind tegen de hele rit. Daar was eigenlijk niet veel aan. Morgen zit ik in de zon in Girona, Spanje. Het opschrijven van deze zin is al een genot op zich.