zaterdag 28 september 2013

Koers omdat het moet.

Zo rij ik vandaag koers. Heb ik er zin in? Nou, hooguit een beetje. Ga ik hier iets winnen vandaag? Geen idee, zo’n groot kampioen ben ik nu ook weer niet. Ik vind gewoon dat ik moet koersen. Ik kan mezelf geen wielrenner noemen als ik niet af en toe ergens aan de start van een wedstrijd verschijn. Een echte ras wielrenner die elke week een criterium fietst, ben ik niet en zal ik niet worden ook niet. Af en toe een wedstrijdje fietsen of een cyclo vind ik dan wel aardig. En daar is dit jaar niet zoveel van terecht gekomen. Alleen in Arlberg giro stond ik aan de start en die verliep niet helemaal naar mijn eigen wensen. De Trek Ardenne Blue waar ik 2 weken geleden aan de start wilde verschijnen, werd 3 dagen voor het evenement geannuleerd omdat de organisatie geen toestemming van de lokale politie bleek te krijgen. Ook lekker laat. Net voordat ik mijn hotel reservering wilde bevestigen, keek ik nog op even op de site. Een grote banner stond er door het beeld heen. ANNULE. Mooi dan geen hotel bevestigen.
 
Vroeger had je bij de TROS het tv-programma Kunst omdat het moet. En dat was letterlijk ook zo. Dat moesten ze maken vanwege de omroepwet anders verloren ze hun bestaansrecht. Het werd ergens om 3 uur ’s nachts uitgezonden en alleen werd bekeken door de familie van de makers en één omroepwet medewerker. Verder niemand. En toch was het een goede naam. Vraag aan een kunstenaar waarom hij/zij kunst maakt. Een echt fijn doordacht wetenschappelijk antwoord krijg je dan niet. Kunst wordt gemaakt omdat het anders niet gedaan zou worden. Kunst wordt gemaakt omdat kunst nu eenmaal gemaakt moet worden. Punt. En ik koers vandaag omdat er nu eenmaal gekoerst moet worden. Deze week en volgende week zijn de laatste kansen en ik wil stiekem toch weer gewoon voelen wat pijnlijden is.
 
En dat is ruim gelukt vandaag. De koers begint slap; hard wordt er niet gefietst. Er ontsnappen af en toe een paar renners die dan voornamelijk bezig zijn met achterom kijken. Ze zullen ons toch wel komen halen, he. Een beetje die houding; daar gaan we de oorlog niet mee winnen. Ik rij mee als peloton vulling. Gewoon meetrappen met het gemiddeld van 41 kmh en me afvragen wat ik ga doen. Ik heb geen chip gehuurd, dus ik kom niet in de uitslag. Voor premies en eindprijzen fietsen kan dus ook niet. Ik koers omdat ik moet koersen. Een beetje gek allemaal. Maar halverwege koers, besef ik wel dat ik een finale wil rijden. Het zal me een zorg zijn of ik wel of niet vooraan eindig maar ik zal gaan aanvallen. Gewoon anderen pijn doen. Waarom? Omdat dat zo hoort.
 
Na 40 km is het plots hommels in de wedstrijd. Er wordt ineens hard van voren gereden en peloton breekt in stukken uiteen. Ik zit ergens halverwege en ik besluit maar om naar voren te fietsen. Ik zie gaatjes vallen en ik duik daar direct in om aansluiting te blijven behouden. Het laatste gat naar de voorste groep dicht ik samen met 3 renners. Ik zit weer vooraan in een groep van een man of 16. Sterker nog, dit is de dus de kopgroep en het in stukjes gehakte peloton is gelost.  HAHA,… eindelijk koers. Nu wordt het menens. Van de 16 man wil hooguit de helft trappen. De rest kan of wil niet. Ik draai mee op kop; ik moet toch wat doen hier. Met nog 7 rondes te gaan proberen we (en met succes) het inmiddels weer opgekalefaterd peloton voor te blijven. Onze kopgroep slinkt langzaam naar 12 renners en ik zie ook meerdere geloste renners op het parkoers die de pijp aan Maarten hebben gegeven. In de eindsprint is bij mij inmiddels alle jus uit de benen verdwenen en ik word negende. Mijn positie kan me ook niet zoveel meer boeien. Ik heb pijn geleden, gevloekt en gestreden. Ik heb weer gekoerst; mijn weekend is weer goed. 

donderdag 5 september 2013

Nooit meer bedrijfsuitjes!

Dit blog gaat niet over een fietstocht. Ook geen wandelreis dit keer. Dit wordt een klaag blog. Het is maar dat je het weet. Geen heroïsche daden op de fiets of extreme hoogtes die worden bereikt in een of ander Europees hooggebergte. Dit is een klacht tegen domheid, platvloersheid en vooral tegen stupide bedrijfsuitjes.

Ik ga deze avond mee op een bedrijfsuitje. Er is sinds alle bezuinigingen weer wat geld en tijd beschikbaar en dan kunnen deze dingen er weer vanaf. En na vanavond verlang ik weer met heimwee terug naar de crisis van weleer. We krijgen in een Utrechtse werfkelder een show voorgeschoteld die nauwelijks Hollandser of platvloerser kan. Muziek van Andre Hazes en Frans Bauer en allemaal met kinderachtige versierselen op lijf en leden de meest suffe quiz ooit spelen. Waarschijnlijk ooit ontwikkeld door een uitgerangeerde medewerker van SBS. Dit is een show waar zelfs het doorgewinterde publiek van Frans Bauer zijn bedenkingen bij zou hebben. Iets in de trant van, zoiets is toch niet voor ons bedoeld. Dat is toch meer iets voor groep zes op de basisschool. Of voor een kudde mongooltjes. Meer opgeleide mensen zouden die laatste groep wellicht een klasje medemensen met een verstandelijke beperking hebben genoemd. Feit blijft dat voor het wie het ook bedoeld is, onze groep wellicht een tikkie te intellectueel is voor dit soort fratsen. De meeste hebben hier een universitaire opleiding achter de rug en dan niet in de categorie culturele antropologie of kunstgeschiedenis maar vaak een technische opleiding waar heel wat beta inzicht voor nodig is.


We worden onderverdeeld in vier groepen met stupide namen, Oranje, Kroegtijgers, Rood wit en blauw en de naam van mijn eigen groep is me al ontschoten. Het was iets met een oranje hoofddeksel wat ik op had moeten zetten maar wat ik heb vertikt. Ook een strijdkreet schijnen we nodig te hebben. Die mogen we zelf verzinnen. We kijken elkaar apathisch aan. Het is pas het begin van de avond en niemand is nog in een ludieke bui. 
"Zucht, heel diepe zucht" 
Het is er uit voor ik er erg in heb. Laat dat dan maar onze strijdkreet zijn, voeg ik er aan toe. 

Om het allemaal nog wat erger te maken, blijkt het buiten ook nog eens stralend mooi weer te zijn. Het is voor het eerst sinds 1991 dat er in september in de Bilt tropische temperaturen zijn gemeten. Het is nu heerlijk toeven op de terrassen in de stad. Maar in plaats daarvan zitten dertig man in een knallend warme en verstikkende kelder een stupide quiz te doen. Na de eerste pauze na een half uur loop ik met een collega naar buiten. Hij wil roken; ik wil frisse lucht. 
"Wat gaan we doen?" zeg ik.
"Gaan we gewoon de stad in en laten we hier de boel de boel. Dan wordt het misschien toch nog leuk" ga ik verder. 
Hij kijkt me meewarig glimlachend aan en rookt zijn peuk op. Daarna gaat hij weer naar binnen. Ik besluit het geheel nog even aan te kijken maar na een halfuur chagrijnig voor met uit te hebben gestaard, slaat bij mij de twijfel toe. Moet ik hier nu opzichtig en theatraal mezelf recalcitrant opstellen en en plein public mijn ongenoegen uiten om daarna geagiteerd de ruimte te verlaten. Of zal ik er met de stille trom vandoor gaan. Blijven zitten beschouw ik niet als een optie. 

Na een uur van voort kabbelende ellende in de vorm gejoel, holle leuzen, foute muziek en verkleed ongein, houd ik het voor gezien. Het vooruitzicht om hier nog drie uur te moeten doorbrengen is een tantaluskwelling die ik mezelf liever bespaar. Ik vertrek met de stille trom en ga naar huis. De collega naast me voor wie het ook allemaal niet zo hoeft, zegt dat hij de rit maar uitzit.

Buiten is het mooi weer. De zon schijnt. Het is een fabelachtig mooie zwoele nazomer dag. Thuis staat nog een pan franse vissoep te wachten die ik gisteren heb klaargemaakt. Glaasje wijn erbij en op mijn dakterras stilletjes genieten van een mooie zomeravond. En ik ga de komende weken elke avond genieten van het feit dat ik die avond geen bedrijfsuitje heb.