Vandaag heb ik genoegen mogen smaken om op een oer-Hollands
stadfiets te mogen fietsen. Of eigenlijk meer het ongenoegen. Mijn auto moest
een dagje naar de garage voor onderhoud en ik leen een fiets bij de Kia dealer
om weer naar huis te fietsen. Dit blijkt zo’n ding te zijn dat je voor 200 euro
bij de Praxis op de kopt tikt. Geen stevige Gazelle die een paar generaties
stand houdt. Ik krijg nu wel thuis de kans om de fiets nader te inspecteren. Dat
vind ik dat wel weer grappig.
Er zitten 26 inch wielen in de fiets met 36 spaken.
Theoretisch zou dat een bomb-proof wielset moeten zijn. Want hoe kleiner een
velg en hoe meer spaken, hoe sterker een wiel zou moeten zijn. 26 inch is trouwens
wel een vreemde maat in Nederland; bijna alles is hier 28 inch. Dat heeft
vooral te maken met de lengte van de gemiddelde Nederlander. 26 inch is wel de wereldwijde
standaard omdat de meeste mensen gewoon kleiner zijn. Een klein Chinees vrouwtje
op een 28 inch fiets is geen porum. Ook alle wielrenwielsets zijn 28 inch en er
zijn nog maar weinig wielrenwielen die 36 spaken hebben. De Zonda’s in mijn
racefiets tellen 16 spaken voor en 21 in het achterwiel. En ze zijn ook nog
eens veel stabieler en stijver dan de wielen in de leenfiets. Die 26 inch
wieltjes die dus heel stijf en stabiel hadden kunnen zijn, blijken dus vooral
zwabberwielen te zijn.
Er zit ook een rem op de leenfiets alleen had ik dat in
eerste instantie niet in de gaten. Ik zocht naar remhendels op het stuur maar
er bleek een terugtraprem op te zitten. Ik wist nog wel dat het bestond maar ik
had ik er gewoon niet aan gedacht. En dat is nog een minpunt. Geen voorrem. Bij
alle voertuigen geldt dat ongeveer 80% van de remkracht wordt gehaald uit de
voorrem. Dit heeft te maken met het suffe feit dat zwaartekracht heet en ervoor
zorgt dat het merendeel van de massa van een voertuig op de voorwielen rust
tijdens een rem actie. Die banden hebben dus gewoon meer grip en remmen beter.
Daarnaast zijn de voorremmen ook altijd groter en sterker uitgevoerd dan de
achterrem. Goed, de leenfiets heeft dus geen voorrem. Een noodstop maken na een
hellinkje brug af zit er niet in.
Het gewicht dan de fiets bedraagt 18,5 kg. Daar past mijn
racefiets makkelijk 2 keer in. Beetje flauw om daar over te beginnen maar het
is toch een vrij groot verschil. Gelukkig is er nog wel een ander detail dat
opvalt waar ik lekker over kan zeuren. De ketting hangt slap. De fiets heeft
geen volledige kettingkast en dus is de ketting niet goed beschermd tegen vuil,
regen en zout. Dat laatste is overigens funest voor een fiets. Ga een winter
lang met een niet beschermde ketting over gepekelde wegen fietsen en alles is kapot
geroest voordat de winter voorbij is. Deze kettingkast biedt alleen bescherming
voor je broekspijp. Daar zullen geen zwarten strepen op komen. En die slap
hangende ketting is domweg gewoon een teken van slecht onderhoud. Wat je van
een studenten fiets nog mag verwachten maar wat een beetje suf staat als die
van een garage is. Ik doe ook een poging om het euvel te repareren maar de
kettingspanner zit al op het einde van zijn bereik en dus dit lukt helaas niet.
Ik denk dat ik de volgende keer weer gewoon even mijn
racefiets in mijn auto mik als die naar de garage moet. Zo slecht is die
leenfiets nu ook weer niet maar ik ben verwend met echte fietsen en dat wil ik
zelfs voor een stukje van 5 km van de garage naar huis liever op mijn racefiets
fietsen.