zaterdag 29 december 2018

Regen rit

Ik vond dat het weleens tijd was voor een monsterrit. Een hele dag ellendig lang in het zadel, omdat ik domweg af en toe van afzien houdt. En ook omdat het lichaam goed fit aanvoelt. Het weer blijkt echter een boosdoener vandaag. Het is de eerste echte slechte dag met veel regen en veel warmer dan 20 graden blijkt het ook niet te worden. 

Hmm,.... geen goed begin. De rit zou van Chiang Rai naar Chiang Mai moeten gaan,  een slordige 185 km met waarschijnlijk een duizendtal hoogtemeters. Als me dat was gelukt, had ik het met recht een monsterrit kunnen noemen. Maar halverwege geef ik de pijp aan Maarten. Ik heb al een tijdje zitten rekenen en zoveel speling heb ik niet. Vanochtend vroeg was ik niet super vroeg weg omdat ik eerst een bui had laten passeren en het gevolg is dat ik eigenlijk non-stop moet doorfietsen om voor het donker binnen te zijn. Een half uurtje om te eten kan ik mezelf gunnen, maar meer dan dat en het wordt geheid het laatste stuk in het donker afleggen. En daar heb ik eigenlijk een broertje dood aan. Ik voel me redelijk veilig op de thaise wegen, maar dat houdt op zodra het zonnetje weg is. Ik heb al wandelend 's avonds genoeg brommertjes zonder licht zien rijden. Daarnaast durf ik ook niet op de fietslampjes van de fiets te vertrouwen. Misschien onterecht, maar ik gok er op dat de meeste automobilisten die lampjes niet goed kunnen inschatten. Ze zitten wel op de fiets, maar meer voor noodgevallen. 

Ik moet dus door fietsen en dat gaat lekker. De vorm is goed en ik voel me niet moe worden, maar ver is het wel allemaal. Na 86 km krijg ik de zoveelste bui op mijn dak en mijn sokken soppen al een tijd lang in mijn schoenen. De motivatie raakt er langzaamaan uit geregend. Op dit punt rij ik door een dorpje en ik weet dat de volgende mogelijkheid voor  accommodatie op zich zal laten wachten. Een snelle blik op mijn Garmin geeft aan dat ik op 117 meter van een hotel ben. Dat bleek met genoeg verleiding om met deze onzin te stoppen. 

Inchecken, douchen, klaar. 

Het dorpje, Wiang Pa Pao blijkt helemaal niks te zijn. Totaal het bezoek niet waard. Geen noemenswaardige bezienswaardigheid, geen massage hut en zoeken naar een restaurant. Na een kleine wandeling vind ik een thaise pizza tent. En die blijkt best leuk. Met de kokkin, de moeder des huizes, blijkt conversatie onmogelijk, maar met de dochter kom ik met veel glimlachen plus een beetje Thais en Engels tot een bestelling. Een pizza met Thaise worstjes en een fles Leo bier. Best komisch en lekker tegelijkertijd om pizza te eten met de typische Thaise spicy smaken plus gesmolten kaas. Erg lekker.  Toch nog een pluspuntje na hier min of meer gestrand te zijn. 

donderdag 27 december 2018

Thaise economie

Ik snap nog niet zo heel veel van de Thaise economie. Ik ben ook geen econoom, maar ik heb wel ooit leren rekenen. Sommigen dingen zijn namelijk spot goedkoop hier, andere liggen naar verhouding slechts een beetje onder het Nederlands prijsniveau. Benzine kost een euro, een blikje bier in de supermarkt ook. Arbeid is echt bizar goedkoop. Een thaise massage kost 5 tot 7 euro per uur. Een knipbeurt van 10 minuten bij de kapper kost ook zoiets. Belasting betalen Thai niet over hun inkomsten heb ik me door een Nederlander die hier woonde, laten vertellen. Alleen grote bedrijven betalen hier belasting. Dat is zo'n beetje het omgekeerde van Nederland waar Shell 0,005% belasting betaalt een Jan modaal 40%. Goed, die 6 euro mag die thaise masseuse dus helemaal voor haarzelf houden. Alleen ze is niet 8 uur per dag facturabel. Met een beetje geluk heeft ze voor 5 uur klanten. Dat is 30 euro per dag en met een zesdaagse werkweek en af en toe een weekje vakantie om familie te bezoeken, komt ze uit op zo'n 8500 euro. Dat is niet heel veel. Daarvan moet ze haar winkelpand huren, een huis of appartement van huren, haar dagelijkse boodschappen van betalen. Peut in haar brommer gooien en geld overhouden voor gezondheidszorg. Plus nieuwe kleren kopen en ga zo maar door. Ik snap niet echt hoe ze dat kan bolwerken.

Iets anders opvallends is hoeveel tempels hier staan. Veel, heel veel en allemaal mooi en groot. Daar is echt een boel geld tegenaan gegooid om die zo mooi te bouwen en te onderhouden. Dit dan in schril contrast met hun eigen huizen. Dat is echt super goedkoop gebouwd. Wie betaalt die tempels toch? En waarom is er daar nooit een kip te bekennen? Het is er vaak uitgestorven. Er loopt een kip rond, een hond slaapt in de zon en een oude vrouw loopt krom voorgebogen met een aftandse veger een beetje stof te vegen. Waarom geven ze hier toch zoveel aan tempels uit en waarom bezoeken ze die dingen dan niet? Het ontgaat me gewoon.

Waarom kost een kop koffie anderhalve euro, een hotel overnachting 20 euro en waarom rijden er zoveel grote dure pick-up trucks rond? Ik kan het gewoon niet rijmen met elkaar.

zondag 23 december 2018

zaterdag 22 december 2018

Onderweg

Thailand staat op nummer twee. Dat is niet gek, lijkt het. Maar niks is minder waar. Ik heb het namelijk over het lijstje met meeste verkeersdoden per jaar. Dat is nu niet echt iets om trots op te zijn. Die plek twee is overigens discutabel. De sites spreken elkaar nogal tegen en Google kan geen goede statistieken ophoesten. Maar top 10 is het zeker, wellicht ook wel plek een. Wikipedia houdt het ook alleen maar bij Europese landen en een handjevol overige landen. Taiwan is helaas niet terug te vinden. China wel. Nu vinden die Chinezen wel dat Taiwan een vervelende afvallige provincie is en hoogt waarschijnlijk zijn er daarom geen statistieken over bekend. Maar ik ga ze hier niet op een hoop gooien. China is goed voor 170 doden per jaar per miljoen inwoners, Thailand 380 en Nederland 34.

Ik vond het gedrag van de gemiddelde Taiwanees ronduit opdringerig en lomp. Alles haalde elkaar op een paar decimeter in een iedereen leek dat normaal te vinden. Even van je lijn afwijken en er zit een brommer in je flank. Als fietser voelde ik me niet veilig. Ik Frankrijk had ik dat gevoel overigens ook. Ik ben daar een paar keer door een sleurhut op een provinciale weg met een bloedgang ingehaald. Het aantal decimeters was niet vast te stellen, ik was ronduit blij dat ik nog leefde. Eerst ademhalen en dan pas boos kunnen worden. In Taiwan was dat bij elke verkeersdeelnemer bijna prijs.

Gezien het schrikbarende aantal verkeersdoden per jaar zou ik me hier nog veel onveiliger moeten voelen. Toch valt dat gevoel mee. Ten eerste komt dat misschien het feit dat inwoners van Chiang Mai bekend staan als treuzelaars. Bangkok is veel hectischer. De lonely planet zal het waarschijnlijk omschrijven als laid-back, ik vind het ronduit truttig rijgedrag. Ten tweede zijn statistieken ook maar een vorm van gemanipuleerde leugens. Dat groot aanval doden in Thailand zijn voor zo'n driekwart allemaal brommerrijders. Allemaal zonder helm en straal bezopen. Een helm dragen lijken ze hier maar iets stoms te vinden. De bestuurder draagt nog vaak een helm, bijrijders en zeker kleine kinderen als bijrijder dragen nooit een helm. Een engeltje op je schouder is de remedie. En soms had het engeltje even een snipperdag.

Het verkeer vandaag op de 107 is best druk, drukker dan ik me kan herinneren. Toch maak ik me als fietser niet echt zorgen. Ze gunnen me gelukkig gewoon wat ruimte. 

donderdag 20 december 2018

Lang wachten

Ik ben inmiddels 22 uur onderweg en de bestemming is vooralsnog niet bereikt. Nog een uur of 3 en ik arriveer in mijn hotel. Een dikke 25 uur reizen van deur tot deur. Om 10 voor elf de deur uit, naar de bushalte toe, even wachten en dan de bus in met de grote zware fietstas. Op Schiphol zal blijken dat dat kreng 23 kg weegt. Dat is dus het gewicht van de fiets, de tas zelf plus ongeveer de helft van mijn bagage. De andere helft gaat als handbagage mee. Die tas heeft wieltjes, dus het zou goed moeten rollen. De praktijk is echter dat het ding zwabbert gelijk een dronken Engelsman. Na de bus, komt nog een beetje gezeul met de tas op Utrecht centraal. Eenmaal op Schiphol mik ik de tas wel op een karretje. Ik ben drie uur van te voren bij de incheckbalie van Qatar airlines en ik blijk vandaag die tijd nodig te hebben. De rij is lang, gaat heel traag en mijn bagage is net te breed voor het gangpad van de rij. Het gevolg is dat ik om de twee meter onhandig moet manoeuvreren om voor bij twee stalen paaltjes te komen.

Goed, een uur later mag ik dus inchecken bij een vriendelijke dame van Qatar die gewoon de tas meteen herkent als een fietstas. Dit in tegenstelling tot een groot deel van het schiphol publiek dat me vandaag weer heeft aan staan staren met in hun hoofd gedachte met wat voor bagage die maloot dan op vakantie gaat. Na de lange incheck rij volgt een paspoort controle rij, dan een security rij en dan nog een rij bij de gate. Tussen alle rijen en wachten door, vind ik nog ergens een kwartier tijd voor een kop koffie.

De kist naar Doha heeft vertraging, ze konden de tankdop niet los krijgen. En we vertrekken met een uur vertraging. Goed, 6 uur vliegen verder, een stukje met de bus file rijdeb op Doha airport en ik sta op de luxeste luchthaven die ik ken. Doha wordt alleen nog in luxe en grootte ge-evenaard door Dubai. In de kist naar Bangkok val ik bijna direct in slaap, het is inmiddels voor mijn tijdzone gevoel nu ook 1 uur 's nachts. Dat slapen duurt helaas maar twee uur en dan ben ik weer wakker. Buiten is het ook al weer licht geworden. Nog vier uur vliegen, boekje lezen en iets eten wat in vliegtuig jargon een brunch heet, warme kip met rijst.

Nu zit ik op BKK airport te wachten op mijn connecting flight naar Chiang Mai. Nog even mijn ogen open houden en straks mag ik even slapen in een echt bed. 

zaterdag 15 december 2018

Nummer zes


 Dit wordt Thailand vakantie numéro zes; ik lijk wel verslaafd aan dit Zuid-Oost Aziatische land. Het wordt ook de vierde keer Chiang Mai, vliegen met fiets nummer negen, voor de vierde keer overstappen op Doha en voor de negende keer een Azië reis. Misschien mag ik me nu wel een beetje ervaren reiziger gaan noemen. 

Het wordt ook een soort trip-down-memory-lane. Ik ga deze keer namelijk echt helemaal niks nieuws doen. Thailand is niet nieuw en fietsen aldaar al helemaal niet. En dat is tegenstrijdig aan het reizigersvirus in mij. Ik wil altijd iets nieuws, iets anders, geconfronteerd worden met een nieuwe cultuur. Of gewoon onderweg wat problemen tegenkomen. Als alles van een leien dakje gaat, gaat het teveel lijken op een verblijf in een vijf sterren gevangenis. Reizen moet jeuken, mooi zijn,  ontspannend en soms moeilijk tegelijkertijd. 

Ik heb ook serieus andere bestemmingen overwogen voor deze wintervakantie, maar het was toch allemaal net niks. Of ik vond de keuken toch niet alles, of ronduit te onveilig, of grote kans op prut weer. Zuid-Korea of Japan is te koud, Indonesië te nat, nieuw-Zeeland te ver en Honduras te gevaarlijk. Ik begin gewoon te lijken op een notoire oude zeur of op een verwende westerse yup die kieskeurig is geworden. 

Ik denk dat ik domweg zin had in Thailand en fietsen. Zin in noedelsoep, pad thai,  massage. Zin in vriendelijk mensen, voedselmarkten en ik vind Thaise vrouwen gewoon mooi. En Kerstmis is toch al niet aan mij besteed. Dus ga ik maar gewoon doen waar ik zelf zin heb. Fietsen in de bergen onder een brandend zonnetje van 30°C. Misschien een beetje saai en een aan de veilige kant, maar ik heb er nu wel heeeeeeeeeel erg veel zin. Maandag en dinsdag nog even werken en woensdag vliegen. 

Yes! Yes! Yes! Vakantie😎



woensdag 24 oktober 2018

Hersft

Nu is het echt gedaan met de zomer, vandaag is de herfst begonnen. Ik hoor het overal, in het nieuws, onder collega's en iedereen lijkt er genoegen in hebben om het te zeggen. Er zit zo'n hehe eindelijk klank in als het uitgesproken word. Net alsof we het allemaal zo leuk vinden. Wind, harde Noord-Westenwind, miezerbuien en 14 graden. Waarom is iedereen toch stiekum zo verheugd om dit te zeggen? Want feitelijk was het niet echt lekker weer vandaag.

 

Ik werd aardig van mijn fiets gewaaid, de hele fiets zit onder de modder vanwege de natte wegen en onderweg heb ik even mijn regenjackje aangedaan omdat de miezer toch meer op echte regen begon te lijken dan alleen maar zacht gespetter. Ik vond die 25 graden van anderhalf weekend geleden helemaal niet zo vervelend. Dat global warning gedoe heeft best zo zijn voordelen. En toch lijkt het erop dat alles en iedereen klaar is met zomer vieren en dat we weer normaal weer willen voor deze tijd van het jaar. Vroeg donker, regen, veel wind, natte wegen, overal blaadjes op de weg, ergernissen over de bladblazers, de hele rataplan. We hebben er zin in. Het lijkt wel of iedereen zin heeft in dee lange boswandeling in herfstkleuren en een kop chocola toe.

 

Maar voor mij hoeft dat eigenlijk niet zo. Ik zit thuis nog gewoon in korte broek. Het is hier 22 graden en de verwarming staat uit. Ik heb volgens mij een A++ geisoleerd huis, het is hier niet koel te krijgen. Dat was deze zomer overigens wel een 'dingetje'. Ik ben gek op warmte maar 28 graden in huis en 30 op mijn slaapkamer vond ik toch ook te gortig. Maar gekoeld kreeg ik het niet en alle airco's waren uitverkocht. Daar moet ik binnenkort eens achteraan om volgende zomer niet weer hetzelfde euvel te hebben. En die wind van vandaag was best wel fors. En nu komt het stomme, ik vond het nog geinig ook. En ik ben helemaal niet van de wind. Ik hou veel meer van bergen, dat is een veel prettigere en vooral een eerlijke tegenstander. Een berg geeft je niet een onverwachte een klap in je smoel, een vlagerige rukwind wel. Nederland leek vandaag gewoon weer echt op Nederland. In de zomer leek het hier meer op de Zuid-Franse Provence met aleen maar dor en verwelkt gras. Het was vandaag net alsof ik weer thuis kwam na een lange reis. Dit is mijn land. Fris winderig, nat en overweldigende luchten. Zo voelt thuiskomen aan, al was het strikt genomen vandaag gewoon prut weer.

woensdag 17 oktober 2018

Kort kort

Global warming is goed. 

Het is vandaag 17 oktober en het is korte broeken weer. Lang leve global warning! Zonnig, 21°C en weinig wind, wat wil een mens nu nog meer? Vergeet even die neven effecten zoals zeespiegelstijging, grote droogtes, hevige orkanen, verdwijnend plankton en meer van dat soort wereld drama gedoe. Al die mooie broeikasgassen zorgen gewoon voor heerlijk najaarsweer. Wie kan daar nu iets tegen hebben? Ik zou zeggen,  stap nog even in de auto voor wat extra kilometers,  koop nog wat aandelen in die Chinese bruinkool centrales en mik die zonnepanelen van het dak af. Koop misschien toch maar die foute milieu diesel en boek nog eens een vliegreis. 

Kort kort in oktober. Jippie. Korte broek, korte mouwen. En gaan met die banaan. 117 km lang door ultra vlak Hollandsch landschap. Boerderij links, sloot rechts, tegemoet komende tractor.  Polder links,  rivier rechts, het zonnetje boven mijn hoofd. Kanaal rechts, boomgaard links en rood fietspad onder de wielen. Het is trouwens al bijna twee weken global warming weer, maar een akkefietje aan mijn rechterpols  weerhield me van fietsen. Niet dat ik zelfmoordneigingen heb, maar ik had wel mijn rechterpols doorgesneden. Eén snee van vijf cm en negen hechtingen waren het gevolg van een poging om een bord waar een barst in zat in tweeën te breken. Dat bord ging stuk, maar mijn pols raakte ook zwaar beschadigd door een snijwond aan een scherf.  

Maar gelukkig houdt dat global warming weer lekker lang aan. De genezing van de wond had namelijk nogal wat tijd nodig, de hechtingen zijn er pas vanochtend uit gegaan.  Het is inmiddels zo droog dat sommigen ponten niet meer varen. Nog zo'n onhandig bij-effect van dat klimaat gedoe. Boeren klagen steen en been, maar dat zal me even jeuken. Boeren klagen altijd. Als het regent, klagen ze, als het droog is ook. Als het warm is, zeuren ze, als het vriest ook. Ik klaag van vandaag niet. Ik denk alleen maar, YES, korte broeken weer in oktober. 

zaterdag 22 september 2018

Felle hoosbuien, hagel, onweer en rukwinden.


Een nagenoeg droge dag met wel kans op een bui maar op de meeste plaatsen droog. Dat was de weersvoorspelling van vandaag. Morgen zou een echte plens dag worden. Morgen dus, niet vandaag. En ik geloof die dingen, ik geef toe beetje dom van mij maar ik blijf gewoon een beetje naïef in die dingen. Misschien komt het door de betrouwbaarheid die de weermannen en vrouwen doorgaans maken. Net pak of deftige jurk, gearticuleerd taalgebruik, mooie computer simulaties en dat allemaal op een betrouwbare TV zender.  Misschien zou het weerbericht eens gepresenteerd moeten worden door een of ander onguur type, of een notoire leugenaar. De vieze man van Koot & de Bie of Donald Trump of zo die het weerbericht voorleest, dan weet je gewoon zeker dat het een leugen is. Bij Trump is het heel makkelijk te zien of iets een waarheid is of een leugen. Als hij praat is het een leugen en anders eigenlijk ook wel.

Ik was dus weer eens zo naïef omdat nagenoeg droge weerbericht te geloven en ook vol goesting voor een lang rondje fietsen. Het liep dus allemaal een beetje mis. De eerste 80 km is het nog goed te doen. Weliswaar een aantal behoorlijk natte wegen onderweg waar net een bui aan was gepasseerd, maar geen druppels. Toen had er eigenlijk bij mij al een belletje moeten gaan rinkelen. De buienradar was daar vanmorgen vrij stellig in. Alles droog. Die natte weg duidde duidelijk of het feit dat buienradar ook een vorm van fake news is. Ook de lucht liet duidelijk zien dat het echt niet droog zou blijven. Overal zie ik dreigende donkere wolken en grijze lange banen naar beneden trekken. K, denk ik bij mezelf. Hoe loopt mijn rondje nu precies naar huis en ga ik dat noodweer net missen? Een kilometer of 10 lijkt het daar ook op maar daarna gaat het langzaam mis. Eerst kom ik in wat spetter regen terecht. Daarna in wat harder gespetter, die weer overgaat in echte regen en daarna wordt het alleen maar erger. Ik word nat, zeiknat. Het water staat in mijn schoenen en dan heb ik ergste nog niet eens gehad. Na de regen komen felle hoosbuien, dan hagel, daarna onweer en stevige rukwinden. En als dat voorbij is blijft het fors door regenen en waaien. Dat waaien is trouwens wel goed. Het laatste uur staat mijn teller constant tussen 36 en 40 kmh. Ik fiets hard. Ten eerste om gewoon zo snel mogelijk thuis te zijn, ten tweede omdat de wind me de goede kant op duwt maar voornamelijk toch om het warm te krijgen. De temperatuur is inmiddels gezakt tot 11 graden, al mijn kleding is doornat en het gevoel in mijn vingers raakt langzaam kwijt. Als ik thuis ben, is de ergste regen gestopt. Nu wacht me nog maar een uitdaging. De sleutel van mijn huis uit mijn wielertrui vissen en deur opendoen. Na ruim een uur nat en koud geregend te zijn, lukt dat nog net.

Ik loop meteen door naar de douche. Met kleren en al stap eronder. Eerst warm worden, eerder dan dat krijg ik die natte zooi toch niet uitgetrokken. Dat is nu al de tweede keer dat ik zo onder de douche sta. Vier jaar geleden had ik een vergelijkbaar euvel. Toen kon ik deur niet eens open krijgen en heb ik help moeten vragen. Na 10 minuten douchen kom ik als wat meer mens weer de badkamer uit. Eerst maar eens wat eten, dat heb ik wel verdiend. En de rest van de dag blijft het regenen. Nagenoeg droge dag? Jaja,…. Tijd voor een boze brief of zo naar het KNMI.



en het begon zo mooi

maandag 13 augustus 2018

Een rondje Ardeche,.....ehm Alpen dus

Mijn groot rondje Ardeche is uiteindelijk ontaard in een slijtage slag in de Alpen met een klein uitstapje naar Italië. Ofwel mijn vage plan van een rondje Ardeche is jammerlijk mislukt. Zo heel veel van de Ardeche heb ik geeneens gezien. Twee etappes en toen was ik er al klaar mee. Daarna ben ik het Rhône dal overgestoken en heb koers gevat naar de Alpen.

Was er dan iets mis met de Ardeche? Eigenlijk niet. Heel mooi landschap, rustige wegen, mooie bergen. Genoeg te zien en te eten onderweg. Het was er wel erg warm, dat wel. Maar de hogere bergen van de Alpen lonkten. Het klimmen ging me domweg te gemakkelijk af. Dus, ik dacht, ik zoek hogere bergen op. En koeler, en meer klimmen, en meer afzien. Ik zag alleen maar voordelen.

Dat klimmen in de Alpen ging soms redelijk makkelijk, andere keren was het ronduit ploeteren. De Ornon was niet grappig, terwijl dit niet eens een loodzware klim was. De Gailbier is dat wel, maar die liep redelijk makkelijk. De volgende dag heb ik me weer foeilelijk vergist in de Iseran. Ik dacht, als de Gailbier me redelijk makkelijk afgaat, dan zal die Iseran er ook wel uit te persen zijn. Het werd een slopende bevalling waarin ik niet kon genieten van de schoonheid van het Alpen landschap. De Iseran bleek een kreng van de eerste orde, zich niet prijs willen geven en de percentages bleven maar komen. Er zijn daar ook nog foto's van me gemaakt door een profi fotograaf in de hoop dat ik die online ga bestellen. Als je me echt eens heel boos en vermoeid wil zien kijken, surf dan naar de site van fox foto's en zoek op 8 aug rond een uur. De dag daarna ben ik op mijn luchtbed blijven en heb liggen luisteren naar een regenbui die uren bleef duren.

De mooiste twee berglandschappen trof ik in de laatste twee fietsdagen in de Alpen. De col de petit st Bernard en het Cormet de Roselend. Ronduit schitterend, zo zijn Alpen landschappen bedoeld. Alles klopte eraan. Grillige grasvelden, een azuurblauw meer en een fel brandende zon met een paar witte flarden als stille getuigen van de ochtendmist. Aan iedereen die ooit maar een keer in zijn leven een Alpen col mag over fietsen, doe toch vooral het Cormet de Roselend. Ik vind dit een van de allermooiste Alpen cols. Al was het alleen om de naam. Het heet geen col of zo, maar Cormet, wat dat dan ook mogen betekenen. Het klinkt domweg mooier. Ik deed de klim vanaf Bourg st Maurice en ben daarna afgedaald naar het Lac de Roselend. En in die afdaling ben ik om de paar honderd meter gestopt om even een foto te maken. Dat doe ik eigenlijk nooit, alleen op de top maak ik doorgaans kiekjes. Maar dit is zo'n mooi stukje Alpen landschap waar gewoon geen worden voor zijn. Ook superlatieven helpen hier niet.

Het dal uit en terug naar de Ardeche zijn twee saaie etappes. Vlak, warm en geen mooie bergen meer. Wel betere wegen, en ook regen onderweg. Die betere wegen in het Rhône dal is wel een frappant 'dingetje' in vergelijking met de Alpen. De wegen in de Alpen waren vaak gewoon slecht. Zeg maar, Waalse Ardennen slecht. En zoiets heet een grove belediging. Het Ardense wegennet is iets waar je je als rechtgeaarde Belg alleen maar diep voor kan schamen. Zelfs in landen die een stuk armer zijn dan onze zuiderburen, liggen wel echte wegen. Nu snap ik best wel dat die wegen hoog boven in de bergen veel te lijden onder de weeromstandigheden in de winter, maar het Italiaanse stuk van de col de petit st Bernard had wel deugdelijk asfalt. Het kan dus wel. Zo is bijvoorbeeld de weg van Bourg st Maurice naar Val d'Isere schandalig slecht asfalt. Crimineel gewoon. Het is dat ik ooit geleerd heb altijd in de beugels te dalen en nooit met mijn handen boven op remgrepen. Zo kan namelijk het stuur niet zomaar uit je handen stuiteren bij een eventuele kuil in de weg. Als ik als een beginnende amateur hier gedaald en iets minder goed had opgelet, dan was dit een ziekenhuis blog geworden. En Val d'Isere is een groot skioord en dat verdient gewoon een fatsoenlijke weg ernaartoe. En er kan niet worden gesproken van de Franse slag, want het laatste stukje route door de Ardeche naar Lamastre toe, was subliem asfalt. Ze kunnen het echt wel.

Goed, dat was dus een rondje Ardeche met een 'klein' uitstapje naar de Alpen. En ook mijn allereerste ervaring met fietsen met bagage en kamperen in een mini tentje. Het bevalt best goed, maar twee weken is wel lang genoeg. Ik begin onderhand wel eens te verlangen naar een echt bed.

donderdag 9 augustus 2018

Het regent in Bourg st Maurice

Kennelijk is vandaag de dag aangebroken dat de waterdichtheid van mijn tentje aangetoond moet gaan worden. En waarschijnlijk ook mijn humeur dat getest moet worden. Het regent en het regent al een tijdje en als ik weersvoorspelling mag geloven, gaat mijn geduld nog wat langer op de proef gesteld worden. Mijn wereld bestaat nu uit een oppervlak van 120 cm bij 220 cm. Dat is nog geen twee en een halve vierkant meter. Mijn fiets staat buiten nat te worden en de was droogt voor geen meter. Ik lig op een luchtbed van 180 cm bij 50 cm en heb de luxe van een heus opblaaskussentje in mijn nek. Verder ligt zo'n beetje al mijn bagage wanordelijk om me heen. Een slaapzak ergens bij het voeteneind, een toilettas rechts van me, opladers plus batterij links, plus nog wat kleding het en der. Buiten staan schoenen nog net droog te staan. Een fietstas ligt half buiten de tent en is zodoende ook bezig met de waterdichtheidstest.

Als ik in hotels had verbleven in plaats het primitief gedoe op een camping, dan had ik me waarschijnlijk ook te pleuris verveeld. En dan had ik ook op bed gelegen, een beetje een boek lezen en het internet leeg surfen. Zoveel verschil is er nu ook weer niet. Alleen als ik nu moet plassen, moet ik eerst door de regen naar het toiletgebouw rennen. En ik zou en raam hebben gehad om de trieste buitenwereld te aanschouwen. Nu zie ik alleen maar groen tentdoek en aan de verkleuring daarvan probeer ik in te schatten of de zon nog wat wil gaan doorbreken.

Ik heb nu ook het plattegrondje van de camping bestudeerd. Dat geeft wel ongeveer het niveau van de verveeldheid weer. Ik sta op plek 76 en vanochtend vroegen drie franse wandelaars me op welke plek ik stond. Zesenzeventig dus, maar nu pas snap ik hun vraag plus verwarring. Volgens het plattegrond zijn er die kampeerplaatsen in dit mini straatje, maar het zijn er vier. 76, 77 en 78 volgens de houten bordjes die hier in het gras staan. En een plek heeft geen nummer gekregen. Er bestaat dus een kans dat ik echt op plek 76 sta, of dat ik op een soort niemandsland sta wat overigens wel heel erg op een echte kampeerplek lijkt.

Tsssss,..... Het wordt tijd dat het droog wordt.

woensdag 8 augustus 2018

De Iseran is een kreng

De Iseran is een kreng.

Zo, dat is eruit. Nu het waarom. Ik fiets de Iseran vanuit Saint Michel de Mauriene wat in het dal ligt en wellicht enige bekendheid geniet van het feit dat het dorp langs de aanloop route ligt van de Fréjus tunnel. Verder stelt het dorpje niet zo heel veel voor. Ik moest vanochtend even zoeken voordat ik een bakker had gevonden. De route vanuit het dorp naar de top van de Iseran is een slordige 72 kilometer. En dat is bijna allemaal klimmen. De eerst 59 kilometer bestaan uit vals plat klimmen. Soms maar een half procent, dan weer twee, even vier, weer terug naar twee. En zo verder. En heel af en toe een stukje afdalen. Het laatste stuk van de route vormt de echte klim, 13 kilometer aan 8%. Maar voordat ik aan die slopende kilometers begin, heb ik dus al 59 km in de benen waarvan zo'n 50 vals plat klimmen. Ik begin niet helemaal fris meer aan het laatste stuk.

En stuk ga ik. Echt stuk. Ik zit de laatste paar kilometer alleen maar te vloeken op mijn fiets. De schoonheid van het landschap ontgaat me enigzins, ik tuur voornamelijk naar de hoogtemeter op het display van Garmin. Hoe lang nog, hoe lang nog, hoe lang nog deze ellende? Nee, dit was niet leuk meer. Klimmen in de bergen is best mooi als het een beetje lekker gaat, maar mijn lichaam was op. De top van de berg zie je niet goed liggen en pas bij de laatste bocht, zie je het kerkje en het col bord. Dan is het nog 100 meter. Ik parkeer mijn fiets ergens lukraak tegenaan en ik ga staan uithijgen. Eerst iets eten en veel drinken. Die foto met het col bord komt zo wel.

In de afdaling word ik getrakteerd op felle plensbuien en het asfalt in de afdaling is een crime. Ik moet heel goed mijn stuur vasthouden of ik ben het kwijt. Ik heb de Iseran al heel lang een keer willen doen en ik kan hem nu van mijn lijstje afvinken. Maar ik hoef nu even geen tweede keer meer. Morgen eens een dagje niks doen of zo.



dinsdag 7 augustus 2018

Col du Galibier


Misschien was die halve liter Gewurzstramiener niet de beste voorbereiding op de klim van vandaag. Maar ik had gewoon zin in wijn. Het gevolg was onder andere dat ik om half vier mijn tent uit moest om te gaan plassen. En helemaal wakker was ik om half acht ook nog niet. Maar ik ben toch maar opgestaan en heb mijn tent afgebroken en mijn spullen op mijn fiets gepakt. Eerst maar eens naar het dorp voor een ontbijt. Dat hebben die Fransen hier goed geregeld. Elke bakker is al om zeven uur open en ze verkopen zoete en soms ook belegde broodjes. En soms ook mini quiches of een croque monsieur. Soms verkopen ze zelfs koffie, of anders is er wel een café du centre open waar je een café au laît kunt krijgen en waar ze niet moeilijk doen als je elders gekochte waren of hun terras nuttigt. Goed, eerst ontbijten dus en een beetje moed verzamelen.

De klim van vandaag luistert naar de naam col de Galibier, een slordige 47 kilometer klimmen. Eerst naar de Lautaret en daarna de Galibier op. 2642 meter hoog. Niet echt iets om me zorgen over te maken, maar het is voor mij wel de eerste keer dat ik dit soort fratsen met fiets en bagage uithaal. Normaal fiets ik dit soort dingen op een racefiets van 7,6 kilo en nu op een fiets van elf kilo met nog eens twaalf kilo aan bagage. Dat voelt toch anders. Maar uiteindelijk valt het mee. De klim naar de Lautaret is vooral lang en geleidelijk, op de eerste kilometers na dan. De flensjes met suiker op de top zijn goed naar binnen te werken en de Gailbier is slechts nog maar acht kilometer lang en met zo'n zeven procent goed te doen. Alleen de laatste kilometer is het harken met percentages van boven de 10 procent. Maar daarna mag ik foto's maken en foto's maken en foto's maken. En afdalen, alleen nog maar afdalen tot aan Valloire toe. Dan nog even vijf kilometer klimmen over de col du Telegraphe heen en verder afdalen. In Saint Michel de Mauriene, denk ik, OK het is nu wel tijd voor een camping.

S' avond doe ik nog maar eens een halve liter wijn. Morgen eens kijken of ik de Iseran ga doen. 


maandag 6 augustus 2018

La Berarde


Verwacht boven geen mountainbike routes. Verwacht ook geen skiliften of grote mega hotels. Toeristen zijn er wel, een paar. Er is ook een VVV, met gratis WiFi zelfs. Maar geen bereik op mijn telefoon, dat dan weer niet. Je kan er ook geen fietsen huren, geen mountainbikes, geen e-bikes en ook geen echte wielrenfietsen. Er zijn vanuit la Berarde een paar wandelroutes, anderhalf restaurant plus een winkeltje. That's it.

Het verschil met Alpe d'Huez, waar ik gisteren was, is extreem. Daar wemelde het van de pizzeria's, mountainbike verhuur bedrijfjes en hotels. Plus een supermarkt, een kerk, winkeltjes met prullaria, boulangeries, nog een supermarkt, appartementen, skiliften, gondels en een heuse ijsbaan.

La Berarde is zo ongeveer het omgekeerde van de Alpe. Veel rustiger dus, veel onbekender ook. En veel minder naamsbekendheid, dat vooral. En al die toeristische feest attracties zijn hier ook onmogelijk te realiseren. Te weinig ruimte, teveel beschermd natuurgebied. Daarnaast is de klim naar la Berarde ook niet altijd open. Dat is ook een beetje een dooddoener voor massatoerisme. En ik denk dat het een goed idee is omdat zo te houden.

Op de klim naar de Alpe wemelt het van de mamils (middle aged men in lycra) die wielrennertje aan het spelen zijn. Even doen alsof ze Dumoulin, Froome, Bardet of Mercks zijn. In de klim naar la Berarde kom ik vier dalende wielrenners tegen en op de top haal ik een Nederlander bij en ik maak even een praatje. De klim naar de Alpe is zwaar en spuuglelijk, de klim naar Berarde is lang en subliem in schoonheid. Hou je van een schitterend berglandschap, dan doe je deze klim. Ben je van de wielerhistorie, dan beklim je Alpe d'Huez. Qua stijgingspercentages is la Berarde een makkie op een vijftal lastige kilometers na. De klim is een slordige 27 km lang maar in vijf daarvan pak je ongeveer de helft van alle hoogtemeters. Die kilometer met 11,2 procent gemiddeld, dat was verre van leuk. De laatste 7 km vals plat naar de top was hemels mooi.

Als ik mocht kiezen tussen beide beklimmingen, dan wist ik het nog niet. La Berarde is super mooi, de Alpe niet. Maar dat is wel een kneiterzware klim met historie. Nu ben ik hier op mijn trage vakantie met bagage fiets en dus doe la Berarde. Op de racefiets had ik voor de Alpe gekozen. 


zondag 5 augustus 2018

Lac Blancs

Na vijf dagen fietsen en elke dag verkassen ben ik wel toe aan even rust. Gisteren ben ik via de col d'Ornon naar Bourg d'Oisans gefietst. Ik dacht eigenlijk dat die col vanaf de zuidzijde een makkie was, maar dat viel toch enigzins tegen. Volgens mijn geheugen kwam dat ding niet boven de vier procent uit. Maar zoals zo vaker blijkt mijn geheugen een slechte bron van informatie, Google is doorgaans betrouwbaarder. De laatste vijf kilometer zijn gemiddeld zo'n zeven procent. Al met al valt dat ook wel weer mee, maar ik had me op iets anders ingesteld. Ik zie de laatste zes kilometer twee fietsers voor me rijden, maar die willen niet dichterbij komen. Op de top tref ik ze pas, een vrouw van tegen 50 op een hybride plus een man met grijs haar. Eerder al op de dag kwam ik ook maar niet dichter bij twee andere fietsers. Dat waren twee valsspelende dames op dikke e-bikes. Die bleven op een drie procent helling ook net voor me rijden. Zo moet Dumoulin zich vast voelen als die achter Froome of een van zijn knechtjes aan fietst. Net niet bijhouden, wetende dat de anderen een extra hulpje hebben. Die dames hadden een motortje, Sky heeft vijf doktoren in dienst met een dubieus doping verleden. Bovenop de top van de Ornon hoor ik nog wel een Nederlander zeggen als die mij voorbij ziet fietsen, Goeiemorgen moet je dat zien. Dat gaf me dan wel weer een beetje moed.

Ondanks dat, vond ik het wel tijd voor een dagje 'rust'. Een beetje wandelen, hoog boven in de bergen leek me wel wat. Eerst naar Alpe d'Huez toe en vanaf daar een stuk wandelen. En ik ga niet die berg op fietsen dus. Ik pak wel een lift omhoog en een lift terug. Eenmaal boven, doe ik wandeling naar het lac Blancs. Dat meer is in een woord ronduit schitterend. De wandeling zelf niet heel erg. Op de mooiste paden mag niet gewandeld worden, want die zijn voor de downhillende mountainbikers bedoeld en die wil ik in volle vaart ook liever niet tegen het lijf lopen. Zij rijden in een geharnast pantser, ik heb een t-shirt aan. Wat rest zijn gravelwegen, bedoeld voor het verkeer dat onderhoud doet op skiliften die hier als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten. Maar het meer is echt mooi. Heel heel heel erg mooi. Superlatieven mooi. Op de terugweg pak ik een van de gondels naar beneden. Ik begin die gravelweg beu te geraken. In het mega skidorp eet ik een tartiflette, maar helaas geen echt goede. Ik heb betere geproefd. Op de terugweg heb ik nog sneller een lift dan op de heenweg. Binnen een minuut zit ik bij een Italiaanse echtpaar in hun dure Mercedes op weg naar het dal. Liften werkt echt top in de bergen. Daar kan geen bus, taxi op fiets tegenop.





donderdag 2 augustus 2018

Warme dag in het Rhône dal,

Mijn lange etappe door het Rhône dal eindigt een beetje in een rot etappe. Ik wil naar de Alpen, dus ik moet de oversteek door het dal maken. Het dal waar het dus puf warm is. De nachtrust was al niet helemaal jofel. Het was uiteraard weer erg warm en ik zit op een herrie camping net naast het toilet gebouw en het terras dat tot elf uur open is. De eerst 40 kilometer gaan over de drukke N102, iets wat erg onprettig fietst, maar er is domweg geen alternatief. Ik vraag me oprecht af waar sommigen nederlanders hun B+E rijbewijs hebben gehaald. Bij een pakje boter gekregen of zo. Mij rakelings inhalen met een snelheidsverschil van dik 50 km, terwijl er ruimte was om naar links te gaan met hun sleurhut. Stelletje eikels. Eenmaal voorbij Montelimar wordt de weg rustiger maar het is wel een typisch zuigweg, zo'n weg die alle energie uit mijn lichaam zuigt. Anderhalve procent stijging, wind tegen en inmiddels boven de 30 graden. En dat 20 kilometer lang. In Dieulefit puf ik even uit, even recupereren voor de volgend 13 km naar Bourdeaux. Koud het dorp uit, bemerk ik een lekke band. Daar had ik toch Schwalbes voor? Er zit ook geen steentje in de buitenband en in de binnenband kan ik ook geen lek vinden. Misschien een heel klein mini mini gaatje of zo wat alleen met een emmer water traceerbaar is. Ik stop de band terug en pomp het ding op met het mini pompje. Achteraf besef ik dat dit eigenlijk verre van slim is. Dat lek zit er en dat komt echt wel terug. Ik had beter de reserveband er in kunnen doen. Het gevolg is namelijk dat ik me in de volgende klim gigantisch zit te irriteren aan van alles en nog wat. Een klim waarvan ik niet weet hoe lang die duurt, harde wind tegen, 34 graden en een afloper. Dat 'happy' gevoel is er nu wel van af. De band houdt het wonderbaarlijk tot aan Bourdeaux waar het net markt is geweest. Ik zoek een terras op een ga eten. Ik zie straks wel verder.

woensdag 1 augustus 2018

Gerbier de Jonc

Gisteren op de camping zag ik twee jongentjes van vijf jaar in huilen uitbarsten. Mama had hun waterpistool afgepakt. Hun wereld stortte even in. De moeder in kwestie vond het geen tof idee dat haar kroost pogingen deed om andermans tentjes nat te spuiten. De instructies die ze vooraf had meegeven waren niet besteed aan het brein van een vijfjarige.

Zo happy als de twee kinderen glunderden toen ze hun waterpistool vulden, zo voel ik me vanochtend bij de Gerbier de Jonc. De fase dat ik in extase raak van een waterpistool heb ik inmiddels achter me gelaten. Bij mij is er echter ook niet zoveel voor nodig. Een fiets, een berg en een zonnetje, that's it. Ik fiets deze ochtend op een rustige weg hoog in de bergen van de Ardeche. Het uitzicht is fenomenaal, de zon schijnt en de lucht is blauw. Het fietst heerlijk hier want ik zit boven op de col en weg glooit een beetje op en af. De lange klim luisterend naar de naam col d'Ardechoise heb ik al achter de rug. Ik ben op vakantie en ik fiets. Mooier dan dit gaat het niet worden. Ik heb ook de neiging om keihard 'happy' van Pharell Williams te gaan zingen, maar ik ontbeer de genen van een opera zanger.

Boven op de col is er de mogelijkheid om even de top van de Gerbier de Jonc te beklimmen. Ik heb deze vakantie speciaal geen wielrenschoenen aan maar gewone stevige wandelschoenen. Juist om ook even de berg op te kunnen wandelen. Er is hier een heen- en terug klauter route voor de top. Dat moet ook wel anders loop je elkaar gigantisch in de weg. Het is een klein stukje naar de top, honderd meter stijgen of zo. Op de top wemelt het van de steenmannetjes en van het vliegend ongedierte. Dat ook. Eigenlijk is het nu een Kodak moment voor foto's van de top plus een boel selfies. Echter de enclave van vliegend gespuis gooit roet in het eten. Ze kruipen in mijn nek, onder mijn pet, achter mijn bril en mijn t-shirt in. Het is onmogelijk het spul van me af te houden en ik weet niet hoe snel ik weer naar beneden moet. En het gekke dat ik al omhoog en omlaag klauterend er nul last van heb. Maar op de top is het vliegend ongedierte niet te verdragen. Dat was een beetje het minpuntje van deze berg.

Daarna daal ik af op zoek naar een fatsoenlijk restaurant en een camping. Ik heb er inmiddels meer dan duizend hoogtemeters op zitten. Tijd voor ontspanning.

zondag 29 juli 2018

Geitenkaas met ijs, ook een manier om een vakantie te beginnen

Mijn dag begint vroeg en eindigt met een salade van geitenkaas en ijs. Ijs? Ja, ijs op een salade, ik vraag me af welke kok dit heeft bedacht. Voor mij was dit de eerste keer en ik heb toch aardig wat salades zitten eten op franse terrassen. En geen gewoon zoet ijs wat ook een rare combinatie zou zijn met de sterk smakende geitenkaas. Maar het is hartig ijs. Nog een noviteit aan mijn culinair smaakpalet toegevoegd. De rest van de salade is verder redelijk klassiek. Sla, tomaten, geitenkaas plus een soort gefrituurde mini ravioli. Plus een bol ijs dus boven op de salade.

Ik eet die salade in Tournon. Een klein plaatje langs de Rhône waar ik vandaag beland ben. Het lag niet echt in mijn planning, tenminste voor zover ik een planning heb. Mijn dag begon nogal vroeg na een matige nachtrust. Ik stond al om kwart voor zes naast mijn bed en ik kon pas na elven in een soort van slaap vallen. Eerder dan elf uur was het Verknipt festival niet afgelopen en door de hittegolf is het nog steeds puf warm op mijn slaapkamer. Na bijna 1000 km autorijden begint mijn fietsvakantie in Tournon. Nou ja, bijna dan. De camping hier is nogal klein en heeft geen eigen parkeerplaats. Ik kan mijn auto dus niet twee weken laten staan. Morgen dus maar verder zoeken. Vandaag heb ik geen zin meer om nog iets te ondernemen. Tentje opzetten, luchtbed opblazen, douchen en eten.

En zodoende eindig ik op een terras met een salade van geitenkaas en ijs. En het ijs smaakt naar,... Ja, het smaakt ergens naar. Het lijkt op tomaten met basilicum, een soort van bevroren pasta saus dus, maar dan wel echt met een ijs structuur. Het past wel bij de rest van het groenvoer, maar als het er niet bij had gezeten, had ik het ook best gevonden. Olijven hadden, denk ik, meer toegevoegde waarde gehad. Nu nog een ijsje eten en straks als een blok beton in slaap vallen. 

zondag 22 juli 2018

Rondje Gold Race op een polder verzet


Mooi weer, mooi weer, het blijft maar mooi weer. Ik heb al verhalen gehoord van mensen die niet meer precies weten wat te gaan doen met het mooie weer. Alle dingen die ze graag hadden willen doen in de zomer, hebben ze al af kunnen vinken van hun lijstje. Bbq met de buren, check. Dagje strand, check. Dagje Efteling, check. De kozijnen verven, check. Enzovoort. Enzovoort. Van mij mag het ook wel weer eens gaan regenen. Qua landschap begint het hier aardig op de Provence te lijken , daarvoor hoef ik niet meer op vakantie.

Op mijn zomer todo lijstje stond nog een keertje fietsen in Limburg. Nou nee, dat is eigenlijk niet waar want ik doe niet zo aan lijstjes. Ik ben meer van de spontane acties. Van die dingen die zomaar kunnen opborrelen vanuit een oncontroleerbaar brein. Dag fietsen in Limburg? Tof idee, gaan we doen. Zoets komt vrijdagmiddag omhoog borrelen en zaterdagochtend mik ik mijn fiets in de auto en klaar. Ik heb bijna alles goed geregeld. Volle bidons mee, krentenbollen voor onderweg, een gps route van de gold race op de navigatie gezet, fiets kleding aan en schone kleren plus douche spullen in de rugzak. Waar ik ga douchen is overigens nog niet ingetekend. Misschien is zusje wel thuis, dan kan ik daar terecht. Haar app ik nog wel even op zaterdagochtend.

Het enige ‘dingetje’ is dat  het polderverzet nog steeds op mijn fiets zit. Voor zit er een 34/50 crank op en achter een 12-23 cassette. Dat is hartstikke handig in de polder. Daar fiets ik alles op de 50/21, 50/19,, 50/18, 50/17, 50/16. Allemaal heel kleine stapjes in het verzet. Het nadeel is dat ik slechts een 34/23 bij me heb als kleinste klimverzet maar voor alles in de Utrechtse heuvel is dat klein genoeg. Sterker nog, ik schakel eigenlijk nooit naar het kleine blad, ik ram of hark wel omhoog. Maar voor echte bergen heb ik ook een 12/27 cassette. Nu zijn de Limburgse heuvels natuurlijk geen echte bergen, het valt vooral in de categorie, drie keer vloeken en je bent boven. Lang duurt het nooit maar flink steil kan het wel zijn. Met een 34/23 de Kruisberg, de Eyserbos weg of de Keutenberg doen, is toch ook niet helemaal je dat. Maar ik had domweg geen zin om dat nog aan te passen. De huidige 12/23 cassette is al aardig versleten en de ketting ook. Een half afgesleten 12/27 cassette erop leggen geeft alleen maar schakel gezeur. En op 140 kilometer lang schakel gezeur zit ik ook niet te wachten. Dan maar omhoog harken.

En harken is het inderdaad. In het begin is alles goed te doen. Sommige van die gold race klimmetjes zijn zelfs nog te doen op het polder buitenblad verzet. Bemelen is de eerste klim en die ram ik nog makkelijk omhoog. Naarmate de route vordert neemt het aantal klimmen en ook de stijgingspercentages toe. Op de Kruisberg krijg ik voor de eerste keer tien procent plus voor mijn kiezen, de Eyserbosweg is nog een graadje erger en het 23% stuk op de Keutenberg was helemaal lachen gieren brullen. Mijn puf raakt op, de zon schijnt uitbundig en warm en de weg schiet als een geasfalteerde long de hoogte in. Wat was hier nu ook weer leuk aan allemaal? Misschien wel gewoon het feit dat ik fietsen boven kom. Dan doen trouwens alle fietsers hier vandaag wel. De enigen die ik lopend met een fiets omhoog zie sjouwen zijn de luilakken op de e-bikes.

Na dik 140 kilometer zit mijn rondje er op. In de laatste klim (Geulhemmerweg) begint mijn rechterbeen ook langzaam in de kramp te schieten. Het lichaam zit nu dus wel echt aan zijn grenzen. Tijd om uit te puffen bij mijn auto, de bidons helemaal leeg te drinken en een suikerwafel naar binnen proppen. Zusje was gelukkig gewoon thuis. Dus op naar een warme douche en een warme hap. Al met al een strak georganiseerd ik-doe-spontaan-waar-ik-zin-in-heb plan.


zaterdag 7 juli 2018

Tour de France,…. laat maar


Laat maar zitten met die tour, ik heb geen interesse. Misschien komt het nog over een paar weken maar vooralsnog lees is er niks over en volg ik niks. Dat ik de tour niet volg, heeft met de tour te maken, maar ook met Sky en het laffe gedrag van de UCI. Ten eerste is wielrennen eigenlijk een super saaie sport om naar te kijken, daar begint het al mee. Als je drie uur voor de buis gaat hangen om een fietsend peloton met een eentonig tempo in beeld te zien, dan geef je feitelijk toe gewoon geen leven meer te hebben. En de afgelopen jaren heeft de tour echt bewezen koploper te zijn in saaie koersen. De eerste week is alleen maar hetzelfde, een etappe van tegen de 200 km, een kopgroepje dat in de laatste 10 km wordt gepakt en dan volgt een totaal chaotische sprint. Alle regels die bij het sprinten gelden, worden door de heren renners aan hun laars gelapt en de jury is laks en treedt niet op. En de keren dat ze optreden, doen ze het nog fout ook. Nee, laat maar. En dan is er ook nog dat poenerige gedrag van Sky. Die denken echt dat alles te koop is en vooralsnog krijgen ze nog gelijk ook. Ze hebben de duurste fietsen, ze fietsen in de duurste kleding, ze hebben de duurste doctoren in dienst die allemaal een obscuur doping verleden hebben, ze betalen als beste en dus ze kunnen chique knechten voor Froome inhuren. En bij een fout plasje van de kopman wordt er een korps aan dure advocaten ingeschakeld die 9 maanden nodig hebben om die ene maas in de wet te vinden om Froome vrij te pleiten. Ik walg van dat soort poenerigheid. Het zou me niet eens verbazen als ze over drie weken bij een eventuele tweede plek van Froome in het eindklassement, een procedure opstarten om de winnaar gestraft te krijgen zodat hun kopman alsnog wint. Want ze moeten winnen, want ze hebben geld, bah.

Nee dan kijk ik liever gewoon WK voetbal. Ook een sport waar poenerig gedrag een hele grote rol speelt. Het is alleen maar mogelijk om de championcs league te winnen als er een steenrijke Arabier de duurste spelers en trainers voor je koopt. En dat wereldkampioenschap nu in Rusland is en over vier jaar in de zandbak van Qatar, heeft natuurlijk ook alleen maar te maken met schimmig gedrag, afpersing, fraude, bedrog en giga veel geld. En toch kijk ik liever naar voetbal dan naar wielrennen. Ja, ik vind het belachelijk hoeveel geld er om gaat in de voetballerij en toch kijk ik graag champions league. Al dat gesmijt met geld zorgt er wel voor dat er hele goede voetballers tegen elkaar spelen en dat geeft mooie wedstrijden. Bij wielrennen is dat precies andersom. De tour de France wordt gedomineerd door een Sky trein die alle aanvalslust bij andere renners ontneemt. Ze maken de koers dood. Nog een keer bah voor Sky.  

Daarom kijk ik nu WK voetbal. Engeland – Zweden, het is inmiddels 1-0 voor de Engelsen die het eindelijk weer eens goed doen op een WK. En ik ben vanmiddag zelf gaan koersen. Mijn eerste koers van het jaar. Het moest er maar eens van komen en ik wilde mezelf ook wel weer een beetje wielrenner voelen. Wedstrijdje rijden is gewoon geinig om te doen. De koers van vandaag was redelijk slap. Het tempo was weliswaar redelijk met 41,7 kmh gemiddeld maar daar zaten geen grote schommelingen. Het trok niet heel vaak op een lang lint en op het einde werd er gesprint. Ik had maar een doel en dat was pelotonvulling spelen en dat is gelukt. De einssprint is kort maar krachtig en er eindigt een man of 20 voor me. Ach,.. voor een eerste koers van het jaar, lang niet slecht. We mochten vandaag zelfs een rondje langer fietsen. Nog 6 ronden, nog 5 ronden, nog vier ronden, nog vier ronden (2de keer dus), nog drie, nog twee, dan de bel en dan sprinten. Een extra rondje van de zaak dus. En bij mijn koers zat er evenveel publiek als dat de koers amusement waarde had. Drie man en een paardenkop. Maar ik heb er wel van genoten.  

zaterdag 30 juni 2018

Kamperen en fietsen

Primitiever kan het altijd nog, maar voor mij is dit weer een slag verder dan solo door Verweggistan fietsen. Na Rob fietst in Thailand, Rob fietst in Vietnam en Rob fietst in Taiwan, is het nu gewoon te doen in Nederland. Nauwelijks spannend te noemen, bagage achterop en fietsen maar. Ergens eten onderweg en mezelf verbazen over de matige kwaliteit van de kok in een gemiddelde etablissement. Nee, niet iets om over te bloggen, maar toch ook weer wel. Dit is namelijk de eerste keer met tentje, slaapzak en matrasje. Geklooi op een camping en geen uitgebreid ontbijtbuffet. 

De bedoeling van de volgende fietsvakantie is namelijk kamperen en fietsen in Frankrijk. En ik wil dat eerst even uitproberen. Ik heb een tentje gekocht, een nieuw matrasje, een lichtgewicht slaapzak had ik nog liggen. Als het allemaal gruwelijk tegenvalt, kan ik het plan alsnog in de ijskast gooien. De route loopt van Utrecht naar Arnhem en morgen terug. En de nachtrust in een tentje dat heet tweepersoons te zijn, maar dan moet je wel heel veel van elkaar houden, plus slapen op een uiterst smal luchtbed en mummy slaapzak. 

Mocht dit gaan bevallen dan is de volgende stap in verprimitievering van het vakantie gevoel, het slapen in een bivak zak in de vrije natuur. Zo'n bivak zak is een tentje, matje en slaapzak ineen. En op die vrije natuur camping is er geen douche, geen stromend water, geen wc, geen winkeltje en dus geen vers brood de volgende ochtend. Aan dat soort primitief gedoe moet ik nog even niet denken. Eerst maar eens kijken of dit bevalt.


zaterdag 23 juni 2018

Het Frankrijk plan


Tentje, slaapzak, matrasje, Fiets. Dat is het plan. Zoals altijd zijn mijn plannen vooraf verre van duidelijk, strak  omlijnd, uitgetekend of goed doordacht. Dat maakt het wel zo leuk. Tenminste, ik vind dat leuk. Ik ben niet zo van het plannen. Nu dus ook niet. Ik doe wel een beetje aan voorbereiding, vandaag heb ik nog eens een uitprobeer rondje gefietst op de Kona. Die fiets mag mee op de volgende vakantie. Het plan is als volgt, ik vertrek in Utrecht op de fiets naar ergens in Frankrijk en dan pak ik een trein, bus of vliegtuig terug naar huis. Tijdspanne is ongeveer drie weken en de slaapplaatsen zijn campings en wellicht een keertje wild kamperen.

Er is niet zo heel veel nieuw aan dit vakantie vieren concept. Het is net als fietsen in Cambodja, Thailand of Taiwan alleen neem ik deze keer een tent en slaapzak mee. Dat is eigenlijk het enige verschil. Toch zit ik hard na te denken over elk detail. Aan kookspullen ga ik niet doen. Teveel gehannes en in Frankrijk tussen de middag is lekker en niet echt duur. Ik ga in die kleine pruts pannetjes nooit iets echt lekkers kunnen koken. Maar het ontbijt dan? In een hotel staat ’s ochtend vroeg vaak gewoon een ontbijt buffet klaar. Best handig en lekker. Ontbijten met Rendang en witte rijst en verse ananas als toe. Ik vrees dat zoiets op de gemiddelde camping niet gaat lukken. En eerst vertrekken en dan pas ontbijten, daar heb ik een broertje dood aan. Dat werkt niet bij mij, ik begin de dag gewoon graag met een fatsoenlijk ontbijt. Dus dat wordt misschien ’s ochtend een beetje goed zoeken. Een andere handig dingetje in hotels is het hebben van een stopcontact. Ook vet handig. Tuurlijk op campings is ook wat te regelen maar een eigen stopcontact, of een eigen douche en toilet op de kamer zijn best wel van die handige hotel dingen.

Het tentje en de slaapspullen heb ik inmiddels gekocht en dat was vooral naar grammen kijken. En ook naar prijs. Het is licht op de weegschaal en licht in mijn portemonnee. Het slaap geheel weegt ongeveer 2 kg, dat is met tent, slaapzak en matje. Voor het kussen moet ik nog een oplossing bedenken en een hamer niet ik niet mee. Er is vast wel een behulpzame Nederlander op een camping die een hamer wil uitlenen. Kleding moet ik ook nog uitzoeken en dat gaat ook besparen op gewicht worden. Ik wil graag zo licht mogelijk bepakt gaan fietsen. Want ik wil ook bergen zien. Ik weet nog niet hoe hoog en ook niet hoe lekker het klimmen gaat. Dat is zo’n dingetje van, ik zie het straks wel als ik de eerste bergen tegenkom. Een route aanpassen kan altijd wel. Daarnaast, een vaste route heb ik meestal vooraf toch niet.

Vandaag was even een uitprobeer dagje. Ik heb twee fietstassen mee genomen met onzinnige bagage. Het ging meer om het gewicht en volume dan dat ik iets aan de bagage had. Gewoon een beetje kijken hoe alles aanvoelt en of het fietsen met platform pedalen bevalt. Vooralsnog bevalt het allemaal wel. Nu nog een keer  een dagje kamperen in Nederland om de tent uit te proberen. Maar dat bewaar ik even voor een weekend met wat meer zon en hogere temperaturen.


vrijdag 22 juni 2018

Racen in een trage BMW op Zandvoort


Ik zou kunnen zeggen dat ik vandaag veel geleerd heb, ik zou ook kunnen zeggen dat ik deze middag niet zo geslaagd is. Wat ik geleerd heb is dat autoracen op Zandvoort niet echt mijn hobby gaat worden. Gevoel voor snelheid heb ik nauwelijks mee gekregen, leren racen heb ik allerminst, mezelf oeverloos vervelen met wachten in de pits is behoorlijk goed gelukt. Er zwaaien nogal wat rode vlaggen vandaag op de baan en dan staat alles stil in de pits te wachten totdat de wrakken weer opgeruimd zijn. Daarnaast is het prut weer buiten met miezer, regen, harde wind en voorjaarskou. Wachten, wachten, wachten in de pits. In de drie uur dat ik daar sta te wachten, rijd ik uiteindelijk 5 rondjes. Twee met instructeur, en drie zelf. Een rondje duurt ongeveer 2 minuten. 10 minuten rijden en 170 minuten wachten. Ik geniet eigenlijk meer van de autorit naar Zandvoort in de leenauto van de garage. Dat was wel een mooie luxe auto met heel veel knopjes waar ik allemaal op moest drukken. Een soort klein kind in de speelgoedwinkel en alles willen aanraken.

In de eerste ronde dat ik eindelijk na heel lang wachten zelf mag rijden, vraagt de instructeur al na drie bochten waarom ik niet naar hem luister. Hallo gast,… ik rijd met dik 150 kmh een onoverzichtelijk stuk weg tegemoet. Ik heb hier nog nooit zelf gereden en ik heb geen benul of de volgende bocht linksaf of rechtsaf is. Waar het rempunt ligt, weet ik ook al niet. En dan zit jij nog niets in mijn oor te roepen over bij welk toerental ik moet schakelen. Denk je nou echt dat jouw stem mijn brein bereikt? Dat is even druk bezig om alle indrukken hier te verwerken. Vooraf heb je de mogelijkheid gehad om duidelijk te maken wat precies de bedoeling is. Waar ik moet remmen, hoe vaak het links- en rechtsaf is. In welke versnelling ik moet rijden, et cetera.  Dat ik om de drie seconde moet spiegelen en hoe te handelen bij overige verkeer. Maar dat heb je dus allemaal nagelaten. Ik heb niet de kans gehad om de spiegels te stellen, niet de kans gehad om het circuit een keer langzaam te doen en niet de kans gehad om aan de auto te wennen. Mijn eerste meters in dit ding waren vol gas  op de Tarzan bocht af en dan rechtsaf in de hoop die veel snellere bolide niet te raken. De voorbereiding op drie rondjes hard rijden op Zandvoort is gewoon ruk. Loop dan aub ook niet te mekkeren dat ik niet luister of zo, maar geef gewoon fatsoenlijk les.

Het tweede rondje is na twee bocht al gestaakt vanwege een rode vlag, maar nu kan krijg ik wel de kans om op een normaal rustig tempo circuit te verkennen. Nu krijg ik eindelijk de kans om iets te leren. Hoe de ideale lijn precies loopt. Die schijn ik namelijk te moeten volgen van mijn instructeur. Maar uitleg waar dat ding dan exact liep was hij even vergeten. Het derde rondje verloopt iets beter, ik rijd de ideale lijn maar wordt door Jan en Alleman ingehaald. In vergelijking met de rest van het veld heb ik de traagste auto op het circuit en ik voel me als een dreumes tussen de grote jongens. Wat doe ik hier in vredesnaam? Een beetje alles en iedereen in de weg rijden, ik krijg ook geen enkel gevoel van snelheid mee. De top is iets van 180 of zo maar dat voelt nauwelijks hard en de bochten gaan redelijk rap maar het zou allemaal veel harder kunnen als ik een beetje de tijd kreeg om te oefenen. En ik ben best wel fan van racen en ik rij altijd veel rapper over een rotonde heen dan een gemiddelde bestuurder. Maar deze race dag was echt waardeloos van opzet. Nul instructies vooraf, iemand de baan op sturen met alleen maar super snelle auto’s op de baan en dan als instructeur gaan lopen mekkeren dat ik niet goed doe. Rot op, zeg. Geef dan fatsoenlijk les.

Ik ga morgen weer gewoon fietsen, dat snap ik tenminste.


zondag 17 juni 2018

Ouderwets weekend vieren

Vrijdagavond een rap rondje van 40 km, zaterdag een 100 km rondje langs de Lek en vandaag een slordige 164 km van Utrecht naar Enschede. Driehonderd plus, dat lijkt wel op een echt fiets weekend van een wielren verslaafde.

Waarom fiets ik toch zoveel? Reden een is dat ik het domweg gewoon leuk vind. Ik houd van gedachtenloos pedalen rond trappen, niet nadenken en gewoon doen. Reden twee is dat ik mijn conditie terug wil en dat kan alleen maar meer heul veul fietsen. De wonderbaarlijke wederopstanding in Taiwan na maanden van onverklaarbare vermoeidheid was als een soort godsgeschenk, maar de echte conditie was daarmee niet terug. Ik kon in voormalig Formosa welliswaar dagafstanden fietsen van 100 km, maar dat kon alleen maar met veel rustpauzes onderweg. In een ruk doorfietsen, dat zat er nog niet in. Daarom train ik dus hard en probeer ik ook nog een paar kg af te vallen.

Na Taiwan dacht ik in Nederland wel weer mijn 100 km rondjes non-stop te kunnen doen op de racefiets. Dat was een beetje een tegenvaller, ik moest leren om geduld te hebben. En dat is nooit mijn sterkste eigenschap geweest. Maar ik voelde dat de eerdere vermoeidheid op de loer lag. En dus nam ik pauze onderweg en zocht ik naar een geocoach als tijdsverblijf. Dit weekend fiets ik echter door en ik probeer nergens te stoppen. Dat lukt vrijdagavond en zaterdag makkelijk, maar tijdens de monsterhit op zondag lukt dat niet helemaal.

Na honderd kilometer in het zadel zijn mijn bidons bijna leeg en de proviand van thuis is op. Het liefst stop ik even bij een tankstation voor broodjes en iets lekkers. Ik heb echter een route uitgetekend over zoveel mogelijk kleine weggetjes. En nu mijn maag begint te knorren, kom ik alleen maar boerderijen en gras tegen. Bij Lochem kom ik eindelijk wel een tankstation tegen, maar zowel de Shell als de Tango hebben geen winkeltje. Grrrr,.... Na 130 km in Diepenheim spot ik een lunchroom. Ik barst inmiddels van de honger, tot nog toe heb ik niks meer gehad dan ontbijt en twee grote plakken ontbijtkoek. Het vooraf bedachte plan om alleen te stoppen voor noodzakelijkheden, zijnde plassen bevoorrading en stoplichten, gaat nu de prullenbak in. Eerst hier eten. Ik bestel een 12-uurtje en een kop thee. Op hetzelfde terras zit een groep e-bikers te lunchen met kroketten, frikandellen en bier. Ik hoor een man zeggen dat ze de koolhydraten moeten aanvullen. Ze doen maar. Ik weet wel dat ik dit weekend goed getraind heb. Na de laatste 34 km fietsen, pak ik in Enschede de trein naar huis. Als er een man in een grijs pak met een grijze koffer instapt, is het eerste wat hij mij vraagt of ik apart voor mijn fiets betaal.

woensdag 13 juni 2018

Twitter download, a big shame


Beste Twitter,

Wat zijn jullie toch een stelletje klungels bij elkaar. Of misschien moet ik zeggen, wat zijn jullie toch een stelletje IT-nerds bij elkaar. Oh wacht, dat klopt ook al niet. Het moet zijn, een stelletje incompetente IT-nerds bij elkaar.  Het zal wel allemaal door die nieuwe privacy wetgeving komen dat ik nu de kans heb om een download te doen van mijn profiel. Maar ik denk dat het beter was geweest om daar eerst een beetje over na te denken. Hoe die download eruit zou moeten zien en testen of zoiets een beetje leesbaar is. Nu heeft Twitter laten zie dat ze lak hebben aan die stomme gebruikers en dat regelgeving maar gezeik is allemaal. Die download van Twitter is non-informatief, samengesteld door een stel incompetente IT-nerds en een gehannes om te openen en te lezen.

Ik krijg een zip file die ik moet unzippen, dat snap ik nog. In de zip staan een dertigtal java script files en een slecht leesbaar readme.txt bestand. Plus drie foto’s waarvan een de extensie .jpeg is vergeten te krijgen. Met de java script files kan ik eigenlijk niet zoveel, zeg maar gewoon niks. Na het lezen van de readme.txt snap ik er iets mee van. Dat lezen van dat txt bestanf is meer een kwelling dan gemak gezien het totale gebrek aan alinea’s, tabs, of andere opmaak. Het is meer een soort van tekst dump file dan een instructie. De .js bestanden die mijn PC heel gemakkelijk herkend als java script bestanden zijn helemaal geen java script bestanden! Ze hebben de domme fout gemaakt om de verkeerde extensie mee te geven. Het zijn namelijk Jason files en die kennen doorgaans de extensie .json. Je moet het net maar even weten. Maar ik ben een halve IT-nerd en ik snap zoiets nog net en ik weet ook nog wat Jason bestanden zijn. Maar ik vermoed dat de argeloze alpha man of vrouw nu al lang was afgehaakt. Jason files zijn een soort van alternatief voor xml bestanden. Dat zijn bestandstructuren waarin zowel meta data als echte data in zit. En die die zijn makkelijk onderscheidbaar. Ik zal een voorbeeldje xml doen:
<mail>
  <from>mijnnaam@hotmail.com</from>
  <to>iemand.Anders@mail.nl</to>
  <cc>een.kopie.lezer@mail.nl</cc>
    <subject>het onderwerp van de mail</subject>
    <text>beste lezer, 
Bijgaand een mail via een xml  structuur ald voorbeeld

Groet mijnNaam
   </text>
</mail>


Zelfs een non-IT, ziet hier een mailtje in en wie de verzender en ontvanger is. Wat de tekst is  en het onderwerp. Xml werkt met tags, dat zijn die dingen tussen deze tekens <>, is een begin tag en </ from> een eind tag. Redelijk te vatten nog.

Jason ziet er ongeveer zo uit:
window.YTD.follower.part0 = [ {
  "follower" : {
    "accountId" : "2934203795"
  }
}, {
  "follower" : {
    "accountId" : "2127552350"
  }
} ]
Ietsje lastiger omdat op het eerste oog goed te kunnen lezen, maar het principe verschilt niet zoveel van xml. Data en meta-data zijn van elkaar gescheiden. Ik zie dat 2127552350 (data) een volger (meta-data) van mij is.

En dat Jason voorbeeld is dus precies wat Twitter mij stuurt. Tuurlijk, hartstikke gaaf allemaal. NOT.

Ik moet eerst als consument 30 bestandsnamen veranderen van .js naar .json. Daarna moet ik een json file viewer downloaden en dan krijg ik te zien dat account 2127552350 een volger van mij is. WAT!!!?? Zeg, stelletje idioten bij Twitter, wat moet ik met deze non-info? Stuur de volgende keer gewoon een plaatje van een mooi berglandschap, een snelle racefiets of een mooie vrouw. Ook totaal non-informatief, maar in ieder geval meer kijk plezier.


maandag 7 mei 2018

Taiwan fietsland?

Nee. Er zijn ook wel een aantal redenen om er een ja van te maken, maar de tegen argumenten zijn er in overvloed. En ze doen goed hun best om het te worden, maar ze zijn er nog lang niet. Het grootste argument om geen fietsland te zijn, is de mentaliteit van de overige weggebruikers. Ze zien simpelweg de gevaren niet. Bijna elke auto hier heeft verduisterde ramen. Niet alleen aan de achterkant maar de ook voorruit en de zijramen. In Nederland mag dat niet en ik snap nu goed waarom dat verboden is. Ik kan geen oogcontact maken met de bestuurder, sterker nog ik zie niet eens of er überhaupt iemand in zit. Ik kan niet gebaren van, eerst jij en dan ik. De reden dat die verduistering verboden is, wordt gevormd door de basis gedachtengang dat fietsers en voetgangers zwakkere verkeersdeelnemers zijn extra bescherming genieten. Een automobilist heeft gewoon meer verantwoordelijkheid en zal altijd net iets beter moeten opletten. Bij een ongeval tussen een auto en een fietser is altijd de fietser de Sjaak. Hij zit met een gebroken pols, sleutelbeen en/of een boel schaafwonden. De automobilist heeft hooguit een kras op zijn ego en zijn auto. Je kan aan alles hier zien dat deze gedachtengang compleet ontbreekt. Ook de politie autos hebben verduisterde ramen. Een automobilist let niet beter op voor een fietser, voetganger of andere verkeersdeelnemers. Absoluut gezien is er ook geen probleem. Absoluut in getallen dan. Er zijn namelijk maar heel weinig fietsers en met de onvoorzichtige rijstijl van veel brommers en auto's zullen er heus wel ongelukken gebeuren. Maar omdat er zo weinig fietsers zijn, valt dat in de verkeersstatistieken niet zo snel op. Pas als iedereen hier op de fiets stapt, gaat het kwartje pas vallen.

Nou heb ik wel erg gemakkelijk praten. Ik woon in het mooiste fietsland ter wereld. Ik weet niet of hier lijstjes voor zijn, maar hoogstwaarschijnlijk staan wij dan op een, of anders Denemarken op een en wij op twee.

Ze kennen hier geen fietspaden, ik deel altijd de weg met het overig verkeer. En die vrachtwagens en bussen hier stinken enorm. Ik krijg op deze manier nog longkanker van al dat fijn stof. Ze kennen geen geduld met inhalen. Auto's moeten inhalen, en wel direct. Ze kunnen geen honderd meter wachten totdat er wat meer ruimte is. Ze zien domweg het gevaar niet. Ik kan als fietser zomaar een halve meter uitwijken om een putdeksel te ontwijken of om even over mijn linkerschouder te kijken. Daarom word ik graag ruim ingehaald. Maar de meesten automobilisten en brommers lijken dat gewoon niet te snappen. Ze gaan er blind van uit dat ik geen decimeter van mijn lijn zal afwijken en dus kan je er dan best rakelings langs rijden. En zo haalt alles en iedereen elkaar hier in. Er vlak langsaf want wachten is geen optie. Alleen als er ruimte om ruim in te halen, dan nemen ze de moeite. Ik ben al een paar keer heel boos geworden. Schrik zorgt vaak voor veel woede en menig buitenspiegel heeft het moeten ontgelden. Maakt ook niet uit, ze kijken er toch niet in.

En ja, ze hebben prachtige bergen om over het algemeen erg goede wegen en ze doen hun best om het te verbeteren en dat is allemaal zeer lovenswaardig. Er zijn ook veel wielrenners te zien in de weekenden. En ik geef ze geen ongelijk want de wegen in de bergen zijn een genot om te fietsen. Even er van uitgaand dat het rustig is op de weg. En natuurlijk heb ik makkelijk praten als het over fietsen gaat. Ik woon in Utrecht. Ze hebben de tour naar de stad gehaald om de wereld te laten zien hoe goed onze fietsinfrastructuur is. In Taiwan zitten in de grote fietsroute die het hele eiland rond gaat een paar enge tunnels. Op de schitterende weg langs de oostkust zitten deze tunnels. Je mag als fietser niet door enkele van deze tunnels heen en er is geen alternatief. Ik bedoel, zo word het me wel heel makkelijk gemaakt om dat fietsplan hier een beetje belachelijk te maken. 

zaterdag 5 mei 2018

Steile wand klimmen

Ik heb al aardig wat kilometers in de bergen gemaakt en ik ben nu in het vlakkere gedeelte van Taiwan. Toch zijn de steigingspercentages vandaag en gisteren de steilste tot nog toe. Ik heb vooraf twee routes als gpx bestand gedownload die als bron dienen voor mijn routes. Een van de twee routes is zo vlak mogelijk en de andere is een klim gpx. De bedenker daarvan had alleen maar in zijn hoofd, hoe maak ik zoveel mogelijk hoogtemeters. Er zitten bijvoorbeeld twee lussen in die route waarin een pas van 3000+ meter wordt gedaan. Die heb ik overgeslagen, zo goed is mijn conditie momenteel nu ook weer niet. Dat plus het feit dat het daarboven in de bergen nogal fris kan zijn, er regen kan vallen en de overnachtingen onzeker waren. Het leek me gewoon niet zo'n goed idee om dat met bagage solo te gaan fietsen. Het merendeel van mijn route gaat echter wel op basis van de klim gpx.

En vandaag zat ik ook even foeterend op mijn fiets. Er is namelijk ergens in de route gekozen voor een soort van short cut. Gisteren had ik een vergelijkbaar akkefietje. Toen liet ik me door Garmin naar mijn hotel navigeren en die zag ook een short cut liggen. De short cut van vandaag bestond uit een kilometer of vijf waarbij ik blij was als het ergens acht procent klom. Het merendeel van het stuk bestond uit tien tot twaalf procent klimmen. Een kilometer met twaalf procent omhoog, gevolgd door een kilometer met twaalf procent omlaag. Ik weet niet precies wie hier nu een liefhebber van is, maar doorgaans ben ik niet zo gecharmeerd van steigingspercentages met dubbele cijfers. Klimmen is best leuk, maar ik wil ook nog kunnen ademhalen. De klim van gisteren was er een in de categorie kort maar krachtig, misschien beter gezegd, ultrakort en super heftig. Het was slechts 400 meter klimmen, maar ik sta wel 70 meter hoger. Dat is ruim 17 procent. En eenmaal boven dook ik via een soort vergelijkbare vrije val weer naar beneden. Die short cut was om 500 meter in een route te besparen van vijf km. Tuurlijk, leuk bedacht hoor, Garmin.

Behalve al dat steile klimmen beland ik vandaag ook nog in een klein wielerpeloton. Het is zaterdag en de sportieve Taiwanees trekt er dan op uit op de racefiets. Net als ik een foto heb gemaakt en mijn telefoon opberg, word ik ingehaald. Ik besluit te volgen. Zo rap gaan ze niet en als het licht klimt, trekt de groep uiteen. Ik besluit om nog steeds te volgen. Ik moet mijn hartslag er voor in de hoogte gooien, maar ik fiets met de voorsten mee de licht hellende weg op. In de afdaling komt de bagage nu goed van pas. Ik rij ze uit het wiel. Die hebben straks ook een verhaal thuis te vertellen, eraf gereden worden door een bagage toerist. Niet veel later stoppen ze bij een 7/11 om te drinken en de groep weer samen te laten smelten. Ik stop ook en probeer een praatje te maken, maar ze spreken nul Engels. Wel jammer, maar heel zelden kom ik hier iemand tegen om even mee te kunnen kletsen. Zij spreken geen Engels en ik geen Mandarijn.


dinsdag 1 mei 2018

Dagje bikkelen in de bergen

De route van vandaag is net iets langer dan gepland en er zitten vooral meer hoogtemeters in dan ik had verwacht. Helaas was het ook super druk op de berg. Maar toch vooral, oh wat is de omgeving hier mooi. Van al mijn lange ver weg reizen op de fiets scoort Taiwan heel veel punten op dit vlak.

De oostkust was al heel mooi en nu fiets ik een beetje via het binnenland terug naar Taipei. En het is best lastig om een goede route te vinden. Teveel via de westkust is druk, saai en lelijk. En heel veel wegen liggen er niet in de bergen. En een paar van die wegen gaat over passen van 2500 meter of hoger. Dat is best heftig om dat met bagage te moeten fietsen. En mijn lichaam heeft de afgelopen maanden nogal een knauw gekregen qua conditie. Ik zit nu zo'n beetje aan de rand van de drukke westkust en ik plan mijn dagtrips zo dat ik eerst de bergen in rijd en dan een aantal kilometers noordelijker weer de bergen uit fiets. Hemelsbreed schiet ik niet eens zo heel veel op maar ik fiets wel een hele dag door mooie natuurschoon heen. Gisteren rondom het Tsengwen stuwmeer en vandaag langs de hooggelegen Alishan thee plantages.

Gisteren was een mooie rustige dag met niet eens zo gek veel hoogtemeters, 1500 en dat op 90 km. Mijn blik op de kaart gaf mij de indruk dat ik vandaag ook zoiets voor mijn kiezen zou krijgen. In de praktijk was het echter 20 km meer en 2400 hoogtemeters in totaal. Op het eind van de dag heb ik het dan ook zwaar gehad. Zeker op die klim waar het regelmatig boven de 10 procent uitkomt. De laatste twee klimmen zijn wel een stuk rustiger dan de eerste lange klim van 15 km. Alsof half Taiwan vandaag vrij was en ze allemaal specifiek deze berg wilden zien. Ik erger me groen aan elke automobilist die me met drie centimeter speling inhaalt. Wachten tot er ruimte is, lijkt geen mentaliteit te zijn hier. Als ik in Douliou aankom, check ik in een luxe hotel. Lekker uitrusten en morgen een halve rustdag doen door naar Sun Moon Lake te fietsen. Nog zo'n Taiwanese topper qua toeristen drukte.



zondag 29 april 2018

Gedoe met hotels

Mijn hotel overnachtingen de afgelopen twee dagen verlopen niet helemaal vlekkeloos. Zeg maar gerust, nogal knudde allemaal. Ik denk dat er een boel misverstanden bestaan tussen mijn opvattingen en de Taiwanese standaarden. Ik heb nu twee hotels gehad waarbij het alleen al een kunst is om ze te vinden. Een hotel geboekt bij Agoda en de andere bij Booking, wat overigens dezelfde bedrijven zijn. Agoda is gewoon een submerk van Booking. Omdat ik bij een Engelstalige wereldwijde organisatie boek, heb ik soort van verwachtingspatroon. Dat de eigenaar Engels spreekt en dat er een Engelstalig uithangbord is. Dat als er staat dat ontbijt inbegrepen is dat dat dan ook echt zo is. Of als ik vanaf drie uur kan inchecken dat ik dan niet voor een dichte deur sta of zo.

De praktijk:
Twee dagen geleden loop ik me en breuk te zoeken in een of andere achterafsteeg in Donggang. Geen Engels adres, alleen maar Chinese tekens. Niks wat op een hotel lijkt. Verbaasde taiwanezen díe me en beetje aangapen. Bijna niemand spreekt hier echt goed engels. Alleen de jongere generatie spreekt soms Engels. Een met jonger bedoel ik, jonger dan 25, daarboven kun je het schudden. Maar er zijn ook genoeg jonge meiden die bij de 7/11 mini supermarkt werken en geen zinnig antwoord kunnen geven op een makkelijke vraag. Gelukkig heb ik een Chinees adres in de bevestigingsmail staan en iemand is zo vriendelijk om het huis schuin aan de overkant aan te wijzen. Het ontbijt de volgende dag was er niet, en ook niemand om te vragen hoe dat dan zat. Het WiFi paswoord had ik zelf geraden, ook dat hadden ze wel mogen meldden. Het paswoord was het telefoonnummer. Vaak is het dat of 8 keer een nul of zo.

Vandaag was het weer een zoektocht. Weer geen Engels uithangbord, weer een achterafsteeg. Deze keer kon ik het wel zelf vinden. Maar er blijkt niemand thuis. De buren zijn zo vriendelijk om te helpen, maar dat brengt weinig soelaas. Ze bellen de eigenaar op een die vertelt me doodleuk dat ze nog in Tainan is en pas over twee uur thuis is. Of ik maar even wil wachten. Wachten!? Is ze nu helemaal belazerd? Ik kan tussen 15h00 en 22h30 inchecken volgens de bevestigingsmail en het is nu 4 uur. Wat denkt ze dat ik hier nu ga doen? Twee uur lang als een brave hond op de drempel gaan wachten totdat het baasje thuis? Zo'n onwelkome receptie heb ik nog nooit meegemaakt. Ik wil een douche, ik heb ruim honderd kilometer gefietst en ik ben vies van het stof en zweet. Niemand van de buren kan de deur openmaken, en er zit niks anders op dan een koffietent vinden en mijn woede een beetje laten uitrazen.

Als ik na twee uur terug ben, probeer ik beleefd aan te geven dat dit echt niet kan. Ze verontschuldigt zich eerst half, een beetje slapjes. Later komt er wat meer sorry uit. Ze geeft niet uit eigen initiatief korting, maar ik ding wel af. Ze kan me wat. Misschien hebben ze hier andere standaarden, maar een gastvrouw die zijn klanten doodleuk twee uur voor een dichte deur laat wachten, dat is echt geen porum. De kamer is trouwens mooi, nieuw en comfortabel. En toen was er een warme douche, eindelijk. 

vrijdag 27 april 2018

Rondom het zuidelijkste punt van Taiwan

De westkust van Taiwan is bij lange na niet zo mooi als de andere kant. Het is er ook veel drukker. De laatste fietstocht langs de oostkust was een lange dag. En ik heb al sinds maanden geen echt lange afstanden meer gefietst. Dus deze hakte er wel in. In totaal was het 138 km en 1300 hoogtemeters. Best veul. Ik had vooraf eigenlijk ook geen plan. Gewoon fietsen en als ik moe was een hotel pakken. Ik dacht eigenlijk dit stuk in twee dagen te doen. Maar op het eind kom ik maar niks tegen. De route door de bergen is ronduit schitterend over kleine soms erg matige weggetjes. En het laatste stuk met de uitzichtspunten over de grote oceaan is even briljant. Maar op dat stuk zit ik vooral te balen op mijn fiets. Het lukt me niet om oog te hebben voor het prachtige landschap. Ik ben moe en de wind beukt hard op me in. Ik wil onderhand wel eens een hotel, een douche, een bed en een fatsoenlijke maaltijd. Ik ben dan ook heel blij als ik eindelijk iets tegenkom. Een mooi B&B met zeer behulpzame bediening. Ik kan de was doen en onbeperkt thee en koffie drinken op het dakterras. Alle restaurants sluiten hier s avonds, maar mijn gastheer is zo vriendelijk om 3 km op en neer te rijden naar het enige geopende restaurant. Ik laat hem een heerlijke maaltijd bezorgen. Pompoensoep en een thaise curry met rijst.

Hierna was het wel weer eens tijd voor een dagje rust, een beetje de toerist spelen en foto's maken. Ik ga naar het zuidelijkste puntje van Taiwan om aldaar een foto te maken van mijn fiets bij het monument dat daar staat. Plus nog een vuurtoren bekijken die er al meer dan een eeuw staat. Het opvallende aan dit stuk is dat dit het eerst echt toeristische punt is. Na meer dan 500 km fietsen zie ik voor het eerst toeristen prullaria winkels en tref ik de eerste ansichtkaarten. Al die tijd daarvoor ben ik dit soort vakantie gedoe niet tegengekomen, ook in Taipei niet. En direct zie ik ook meer westerlingen. Volgens drie Chinese dames die ik tref, is dit met mooiste wat Taiwan te bieden heeft. Ze komen van 'mainland China' en hebben twee weken kunnen vrij nemen om hier vakantie te vieren. De oostkust hebben ze nog niet gezien, wel alle night markets onderweg. Ze denken in eten.

En vandaag zie ik voor het eerst een stuk van de westkust. Mijn eerste indruk is, laat maar hangen en ik zoek wel een route via het binnenland terug. Het is druk, auto's rijden er harder en er is veel lelijke bebouwing. Ok, het geld moet ergens verdiend worden, maar het is geen vakantie bestemming. Morgen ga ik weer toerist spelen, bootje varen naar een eilandje en een beetje brommertje rijden. Dat soort werk.



dinsdag 24 april 2018

Nog meer oostkust

Nog meer oostkust. Nog meer en nog meer. Nog zo'n twee dagen oostkust en dan zit ik in het zuidelijkste puntje van Taiwan. Volgens het meisje van de lokale koffietent een aanrader. Ik raakte met haar in gesprek in Hualien. Zij net drie turven hoog, ik nogal lang voor Taiwanese begrippen. En ze sprak Engels, genoeg zelfs om een normale conversatie mee te kunnen voeren. Haar vriend waarmee ze de lokale koffietent runt komt er ook bij zitten en ik krijg een extra gratis drankje aangeboden. Dit gaat de goede kant op. Ze zijn zelf reisgek en ze willen weten waar ik ben geweest en hoe Nederland er uit ziet. Ze blijken typische Aziatische toeristen. Ze weten dat je wiet kan roken in Amsterdam en ze willen naar Giethoorn toe, dat kennen ze want een vriendin is er ook geweest. En ze vragen het voor de zekerheid nog een keer of je echt ongestraft kunt blowen in Nederland. Ja, beaam ik, maar ik heb het zelf nog nooit gedaan. Voor mij is het een mogelijkheid, geen illegaal stiekem dingetje. En ik doe aan sport, en dus niet aan drugs. Ja, dat snappen ze wel, maar ze willen toch blowen. En naar Giethoorn, dat ook. Ik leg uit dat er nog meer is in Nederland, Delta werken, de domtoren, het rivierenlandschap, dat soort werk. Ze zegt dat ze ook windmolens wil zien. Zoals ik al schreef, echte Aziaten.

Ze wil weten of een week genoeg is om Nederland te bezoeken. Ja dat wel, alleen als je dan toch dat lange stuk vliegt, kun je beter een paar landen extra meepakken. Er is vast nog wel een stukje Frankrijk of Italië dat ze ook willen zien. Dan ben je al gauw een paar weken aan het rondreizen. Op het moment dat ze gaat vragen wat zoiets kost, komt bij mij het besef dat er wel heel veel passie is voor reizen maar nog weinig voorbereiding. Ze schrikt van een ticket van 800 euro en ze schrikt nog harder als ik haar vertel hoeveel ze op een dag kwijt zal zijn aan hotels, voedsel en entree gelden. Honderd euo persoon per dag haal je makkelijk. Ik denk dat ze hier nog heel veel kopjes koffie moet gaan verkopen. Ik denk haar hetzelfde te zien denken.

Goed. Hoe dan ook, volgens Kelly (ja, niet gelogen, een Engelse naam) moet het zuidelijkste puntje van Taiwan erg mooi zijn en daar zit ik nog twee dagen vanaf. Nog twee dagen dus fietsen lans deze schitternde kustlijn.