zondag 28 april 2013

Asfaltwoede


Asfalt; kilometers lang nieuw ongebruikt asfalt. Europese asfaltwoede op de Spaanse hoogvlakte. Inktzwart rimpelloos met strakke witte lijnen. En waarschijnlijk allemaal betaald met Europese subsidies. En waarvoor; of voor wie? Verkeer is er niet. Op een verdwaalde fietser en twee auto's na.

Ik fiets vandaag vanuit Madrid over de Spaanse hoogvlakte. Dat was eigenlijk niet de bedoeling maar mijn uitgestippelde route zal vandaag geen doen zijn. Het is koud in Spanje en er is veel regen voorspeld. Als ik 's morgens uit Madrid vertrek is het 4 graden en veel meer dan 8 graden gaat het vandaag ook niet worden. De marathon van Madrid start vandaag en ik zie in alle vroegte de lopers zich naar de start begeven. Ze hebben het allemaal koud. Mijn uitgestippelde route van vandaag gaat over een pas van 1400 meter. Laat maar zitten dus. Ik kies voor een route met weinig regenkans en wind mee. Lange saaie wegen met links en rechts hetzelfde uitzicht. Gras. Ik houd van lange saaie wegen met wind mee. 192 km verder sta ik in Talavera de la Reina. Een monsterrit dus, over allemaal strak nieuw asfalt en een paar kilometer onverhard waar ik lek rijdt.

En als ik al dat nieuwe asfalt zie en het hele weinige verkeer dat er gebruik van maakt, dan vraag ik me toch af. Zijn ze niet een beetje doorgeschoten daar in Brussel?

zaterdag 27 april 2013

Madrid Sevilla


Ik ga niet op vakantie; ik ga op reis.

Niet om nu te doen alsof ik een doorgewinterde wereldreiziger ben maar ik heb nog niet het gevoel dat ik op vakantie ga. Het is meer iets van op reis gaan maar dat klopt ook niet helemaal. He is vooral bedoeld als test. Een test van de fiets, een test van reizen met de fiets. Mijn vorige Thailand vakantie is zo goed bevallen dat ik alleen nog maar dacht. Dat ga ik vaker doen. Reizen met fiets en mijn eigen bagage meezeulen. Maar er kleeft een groot nadeel aan deze vorm van reizen. Ik hou niet van langzaam fietsen. Ik kan het ook niet. Ik hou sowieso helemaal niet van dingen die langzaam gaan. Ik kan niet tegen getreuzel; ik ben er allergisch voor. En als je gaat zoeken naar vakantiefietsers en de manier waarop ze reizen dan is er vaak maar een woord om dat te omschrijven. Het zijn pakezels. Het is heeft ook niets meer met fietsen te maken. Het gaat meer over massa's kilogrammen aan vracht op een tweewieler verplaatsen. Over bergen fietsen is godsonmogelijk. Dat soort gedoe wil ik dus perse niet. Het moet wel rap blijven gaan. Een fiets moet een krom stuur hebben en er moet snelheid mee gemaakt kunnen worden. Bagage is iets wat tot en minimum beperkt moet blijven.

En ik ben een wielrenner, geen kijk toerist. Ik doe niet aan culturele dingen, ik bezoek zelden musea, kerken of andere bezienswaardigheden. Ik geloof dat soort dingen wel. Ik ben meer van het dingen doen, niet teveel om me heen kijken en doorgaan. Blik op oneindig, verstand op nul en op de pedalen blijven rammen. Liever 130 km op een dag gefietst dan 60 km en overal moeten stoppen voor een of ander kiekje van een kerk, kroeg of mooi park. Deze vakantie ga ik mijn nieuwe fiets uitproberen. Ik vlieg op Madrid waar ik iets zeer zeldzaams zal gaan doen, namelijk een paar musea bekijken en dan stap ik op de fiets om naar Sevilla te gaan. Via een mooie omweg over kleine en grotere goed geasfalteerde wegen. En daarna weer naar huis. En in tegenstelling tot de eerder genoemde pakezels ga ik ook niet over onverharde bagger en buts wegen fietsen. Ik ben een asfalt junkie die van snelheid houdt.

Reina Sofia

Er is werk van Dali. Dat is mooi, echt mooi. Ook veel werk van Picasso en Miro. Nog twee kunstenaars wiens werk ik waardeer. En er is er modernere kunst. En dat laatste is een verhaal waard. Over Dali, Picasso, Miro en hun tijdgenoten valt weinig te bloggen. Dat is gewoon kunst die je of mooi vind of juist niet maar het is heel duidelijk herkenbaar als kunst. Bij de moderne kunst raak ik in de war.

Is dit nu kunst? Het staat in een museum voor moderne kunst. Het zal dus echt wel moderne kunst zijn. Een andere conclusie valt moeilijk te trekken. Over kunst kan veel worden gediscussieerd of juist heel weinig. Dat ik het niet snap zal me een zorg zijn. Honderd jaar geleden zal ook wel tegen sommige kunst zijn aangekeken met de blik waarmee ik nu kijk. Kunst is ook loskomen van oude gedachtes en van vastzittende denkpatronen. Een keukenstoel met een sinaasappel en een wandelstok erop, dat schijnt ook kunst te zijn. Een kapstok met twee hoeden, een jas en een paraplu ook. Een metalen schaakbord op de grond ook. Een betonnen afzuigkap, vierkanten televisies met een stoel ervoor, een video voorstelling van een kabbelende zee. Begrijpen doe ik het niet. Dat hoeft voor mij ook niet. Niet alles hoeft door iedereen begrepen te worden. Ik snap dingen die anderen ook niet kunnen volgen. Ik begrijp waarom het getal -1 hexadecimaal wordt weergegeven als FF. Ik kan ook uitleggen waarom en ik kan me ook voorstellen dat je het dan nog niet begrijpt. Wiskunde is namelijk best lastig . Kunst blijkbaar ook.

Maar er is toch iets waar ik me aan erger; of over verbaas. Ik weet niet wat ik er van vinden moet. Maar de de scheidingslijn tussen kunst en de gewone wereld vervaagt in dit museum. Vaak is nog wel duidelijk wat de kunst is en wat niet. De muur is geen kunst. De glazen overkapping die aan de muur hangt wel. Als ik te dicht bij een muur sta om een ruimte te overzien, wordt ik door de suppoost gemaand van de muur weg te blijven. Dat is een werkstuk, zegt ze. Ik draai me om en kijk eens wat beter. Het is gewoon behang. Bij de volgende gestuukte muur, deins ik terug. Zou dit nu ook kunst zijn; of toch gewoon een muur? Even later sta ik op het herentoilet een urinoir te bewateren. En ik krijg even een onbehaaglijk gevoel. Ik zal toch niet tegen een kunstwerk staan aan te pissen?

zaterdag 20 april 2013

Bike Festival


Ik parkeer mijn auto bij het fiets parkoers aan de Nedereindse berg en laad mijn fiets uit. Vandaag is het hier het bike festival gaande waar ik gratis kaartjes voor heb. Er kunnen fietsen van verschillende merken worden getest door er een rondje op te fietsen. Ik laat de email zien met de uitnodiging en mijn rijbewijs als legitimatie. Ik vul nog een formulier en naast me hoor ik een stem: “Ik sta mijn rijbewijs niet af.” Hee, dat is gek, denk ik. Moet je hier je rijbewijs afgeven? Dat kan natuurlijk niet. Ik val de man naast me, die politieagent blijkt te zijn, bij. Ik wil ook mijn rijbewijs niet afgeven. Het meisje achter de balie kijkt een beetje moeilijk. Ze gaat iemand bellen en daarna wordt ons uitgelegd dat ze een rijbewijs willen hebben als onderpand voor de dure testfietsen. Dat is leuk bedacht maar daar werk ik niet aan mee. Als ik een auto test bij een dealer, wordt ook alleen maar een kopie gemaakt. Ik lever geen pinpassen, rijbewijzen of mijn paspoort in bij een lukrake dame in een tent op een tochtig wielerparkoers. Ze maken maar een kopie als ze een kopieer apparaat zouden hebben. Gelukkig ben ik hier niet om fietsen te testen maar om mee te doen aan een sportdranken test. Anders had ik flink zin om over zoiets ruzie te gaan maken. Mijn rijbewijs inleveren? Echt niet.

Ik ben hier dus niet om fietsen te testen maar om mee te doen aan een sportdranken test. Een soort vaag wetenschappelijk onderzoek naar sportdrank. In de FIETS van juli komt er een artikel over. Ik koop trouwens zelden sportdrank maar ik maak hem altijd zelf. Een keer per 2 jaar een bestelling doen van 10 kg maltodextrine (puur, onversneden) bij een internet groothandel. Het recept is makkelijk; 2 en een halve schep maltodextrine, een snufje zout en een scheut ranja voor de smaak. Mijn eigen sportdrank smaakt net zoals commerciĆ«le sportdrank en kost slechts een kwart van de commercie. De test opzet is eenvoudig. Rondjes fietsen op een lokale omloop en sportdrank drinken. Dat is het zo’n beetje. Laat dat wetenschappelijke er maar vanaf. Het is meer voor de lol en om een fiets tijdschrift te vullen. Er zijn verschillende soorten merken sportdrank en ik ben ingedeeld bij het merk High5. Andere dranken mag ik niet drinken. Ik vind het al lang best. Dit spul is goed te drinken en ik ben blij dat ik niet de in water groep ben ingedeeld. 3 uur lang niet eten en alleen water drinken lijkt met geen pretje. Dan krijg je dus helemaal geen voedingsstoffen binnen. Vooraf de test worden we gewogen. Met schoenen, helm en kleren aan geeft de weegschaal 73,1 kg aan. Daarna begint de test. We rijden eerst en group het rondje van 12,5 km. Daarna mogen we op eigen gelegenheid fietsen. En het is koud vandaag. Een graad of 10 en veel wind. Het eerste rondje schiet niet op en mijn pols staat laag. En ik heb voor de test al een uur staan kleumen in de wind. In het tweede rondje trek ik direct het gas open. Even hard fietsen om het warm te krijgen. Daarna gaat beter. Ik fiets uiteindelijk 8 rondjes met een gemiddelde van 29,5 kmh. Rondje 6 fiets ik nog een keer volle bak. Volgens de test moesten we in D1 rijden en zoveel mogelijk fietsen zoals we normaal ook doen. Maar dat werkt natuurlijk niet helemaal. Ik zou normaal nooit een duurtraining doen van 90 km. Een duurtraining duurt minimaal 4 uur anders word ik niet moe. Daarom fiets ik dus 2 rondje hard om het op een normale training te laten lijken.

Na de test worden we weer gewogen. Ik blijk nu 74,1 kg te wegen; 0,9 kg aangekomen. Dat schijnt niet helemaal normaal te zijn. Vaak wegen mensen minder omdat ze te weinig drinken. Maar ik heb bijna 4 bidons leeg gedronken wat veel is voor mijn doen. Mijn verklaring? Omdat ik niet mocht eten en al sinds het ontbijt niets meer had gehad behalve 2 krentenbollen om half 11, dan maar veel drinken. Honger en dorst smelten als het ware samen tot een gevoel. Een gevoel waar tenminste iets aan gedaan kan worden. Normaal hap ik een paar krentenbollen en een stuk peperkoek weg tijdens een tocht van 3 uur. Maar nu mocht ik dus niet eten. Gelukkig was het lekkere sportdrank. Anders was het wel een lekker pijnlijke training geworden.

zaterdag 6 april 2013

Veenendaal - Veenendaal



Waarom hebben mensen een hekel aan grote groepen wielrenners? Ik denk dat het voornamelijk wordt bepaald omdat een grote groep intimiderend is. Of het nu wielrenners zijn op snelheid of een verzameling motorrijders of grote groep voetbalfans. Het werkt altijd intimiderend. En daarnaast houden die wielrenners zich zelden aan verkeersregels. En dat laatste is ook waar. Maar ik kan ook vaak niet anders. Dat klinkt dom en toch is het waar. Ik fiets vandaag de tourklassieker  Veenendaal - Veenendaal. Genoemd naar gelijknamige koers. Tenminste, vroeger heette zie koers zo. Tegenwoordig draagt die koers de hele  foute naam ducht food valley classic. En dit is een druk bezocht evenement, dus veel wielrenners op de vele fietspaden tussen Veenendaal Arnhem. Bij stoplichten stoppen we gewoon met zijn allen en slechts een enkele mongool denkt dat dat voor hem niet geldt. Op bijna alle kruisingen krijgen we gewoon voorrang. We vragen er niet om; we hebben het maar in de helft van de gevallen maar automobilisten snappen de verkeersregels niet. Ze hebben voorrang; ze krijgen de kans om door te rijden maar ze stoppen gewoon en wuiven dat wij voor mogen. Nu kan ik daar al eenling in dat peloton fietsers wel de moraalridder gaan uithangen en voor autos stoppen die voorrang hebben maar dan wordt ik ook zo’n sta-in-de-weg op het fietspad. De meeste van ons zijn eigenlijk best OK op enkele horken na dan. En dat we de verkeersregels negeren is ook deels de schuld van anderen. Je hoeft niet te stoppen.

Een van de horken kwam ik vandaag tegen op een fietspad langs de provinciale weg naar Arnhem. Er zitten 3 renners die voor me rijden in een waaier over de weg. De wind staat van links voor en er zijn geen tegenliggers. Achter rijden me nog een paar renners. Er gaat een man langs me rijden op het toch al niet zo smalle fietspad. Ik zit helemaal rechts en zijn arm zit nog geen 5 centimeter verwijderd van mijn arm. Wat wil die halve gare, vraag ik me af. Dicht op elkaar rijden is niet iets waar ik rap angstig van wordt. Maar dit is wel heel dichtbij. En we fietsen 35 in het uur.
“Wij horen bij elkaar” begint de man.
“Ja, en?”
“Jij moet hier weg”
?????
Ik vraag eens even door. Want ik ben toch wel benieuwd naar de mens achter deze vraag.
“Doe jij altijd zo sociaal en vriendelijk?”
Geen antwoord.
“Spreek je collega’s ook zo aan en hoe reageren ze dan?”
Wee geen antwoord.
Ik moet hier niet rijden. Dat was de boodschap en daar kan ik het mee doen. Ik heb geen zin in een ruzie op het fietspad maar ik had hem het liefst gewoon de berm in geduwd. Wat een stuk verdriet. Ik zak maar wat af in de groep. Iedereen zwijgt. Gezellige boel hier.

Gelukkig zijn de rest van deelnemers mindere horken en is het gewoon een dagje lekker fietsen met veel klimmen. Na 135 km en een gemiddelde van 29,2 kmh sta ik weer in Veenendaal. Nog even douchen en 's middags op de bank liggen. Ik ben moe.