maandag 25 mei 2015

Thuis

Hehe,.. Poehpoeh,..
Ik ben weer thuis na twee weken ziekenhuis leed en dat voelt goed. En niet zomaar goed maar om een heleboel redenen goed.

 Twaalf redenen waarom thuis zijn zoveel beter is dan een ziekenhuisleven.

1: Buitenlucht. Het is onvoorstelbaar dat je als patiënt niet wordt bloot gesteld aan buitenlucht. Zelfs gevangen hebben het voorrecht om 1 uur per dag te worden gelucht. Maar als patiënt leef je 24 uur binnen.

2: Ziekenhuiseten. Smaakloos, inspiratieloos, goedkoop, gortdroog vlees, stuk gekookte groente en nauwelijks keuze. 

3: Andere patiënten. De meeste patiënten hebben al genoeg aan hun eigen ellende. Ik heb een verzameling vieze geluiden, geuren en beelden op mijn netvlies staan die ik niet zal gaan verwoorden. Het is te ranzig voor woorden en ik denk dat u als lezer het prettiger vind om hier geen detaillistische verhalen van te lezen.

4: Snurkers. Een zaal, 4 patiënten, tenminste een notoire snurker.

5: Ziekenhuismatras. Lang leve mijn tweepersoonsbed.

6: De stank van stoma zakje dat wordt verwisseld.

7: Zeurende dementerend bejaarde die je constant met priemende ogen aankijkt.

8: Ziekenhuiseten.

9: Alarmen. Heel vaak gaat het alarm van apparaat af. En de verpleging heeft het zo druk dat ze dat ding niet a la minute kunnen uitzetten. Bliep, bliep, bliep, bliep, bliep, bliep, bliep, bliep, bliep. ....

10: Het ziekenhuis personeel is aardig en doet ontzettende hun best maar omdat het een grote organisatie is, ontkom je er niet aan om heel verschillende mensen te spreken. Drie zaalartsen, drie fysiotherapeuten, twee chirurgen, zeven voedsel assistentes en 14 verschillende verpleegkundigen.

11: Ziekenhuiseten. Ik kan dit niet vaak genoeg benadrukken. Lekker eten is een onbeschrijfbaar genot. Niet alleen het lekkere eten maar ook het vooruitzicht om de volgende dag weer lekker te eten. Het is niet voor niets een gezegde dat de liefde van een man voor een vrouw via de maag gaat. En andersom natuurlijk ook maar het gezegde stamt nog uit het pre-emancipatie tijdperk. Als patiënt krijg je al genoeg ellende over je heen, je eigen ellende, die van anderen plus de onlosmakelijke ellende van in een ziekenhuis liggen. Dat kleine hoogtepuntje van een smakelijke maaltijd elke dag kan nu net die oppepper zijn om het een beetje vol te houden.

12: En tot slot, thuis is er rust. Geen geluiden op de gang, geen geluiden op de kamer, geen gesprekken van andere patiënten en geen gekakel van andermans bezoek. In een ziekenhuis is 24 uur per dag medische zorg aanwezig. Een arts, apotheek, chirurgie, fysiotherapeuten en röntgen apparatuur is allemaal per direct beschikbaar. Maar herstellen en uitrusten gaat thuis veel beter. En ik ben nu niet hulpbehoevend meer. Ik moet weer op krachten komen en godzijdank kan ik dan in mijn eigen huis en in mijn eigen bed.

vrijdag 22 mei 2015

De operatie

Grote terugslag in fysieke gesteldheid,. Ik had gehoopt wat prettiger uit de operatie te komen maar het tegendeel is waar. Woensdag ochtend hebben ze vier uur onder algehele narcose in mijn lichaam gesneden en ik lag pas om half acht 's avonds weer terug op mijn kamer. Ik had het gevoel zes keer de marmotte te hebben gefietst. En wie niet weet wat de marmotte is, zes keer overreden zijn door een tram is ook wel een goede omschrijving. Ik was doodop en ik had vooral pijn in mijn buik. Ze hebben slechts een snee gemaakt terwijl er drie beloofd waren en die ene is het best vergelijkbaar met een keizersnede. Ik heb een kind gebaard, zo voel het ongeveer. De pijn in mijn buikspieren wordt veroorzaakt door het feit dat die doorgesneden zijn. Dat doen ze ook bij zwangere vrouwen. Ik kan nu ook meepraten met de bevallingsverhalen van vrouwen. En als ze me niet geloven kan ik altijd nog een jaap van litteken laten zien op mijn onderbuik, net boven het geslacht. Kijk, het was een tweeling.

Gisteren en vandaag is het nog steeds niet veel soeps. Ik heb last van koorts en bewegen gaat bijzonder moeizaam. Ik kan wel mijn bed uit maar na een half uur zitten op een stoel ben ik al weer moe. Straks ga ik poging tot een douche wagen. Ik hoop dat ik daar al voldoende kracht voor heb. Gelukkig zijn er ook wat lichtpuntjes. Ik heb geen last van misselijkheid gehad na de OK en ik heb geen hallucinaties gehad van de morfine die ik krijg toegediend. De stalen plaat die is gemonteerde zit volgens de foto netjes op zijn plek. De chirurg vertelde dat de ingreep volgens planning was verlopen en dat er geen groot bloedverlies is geweest. Slechts een halve liter. De pijn die ik nu ondervind zit hem vooral in de buikspieren en het been is niet zo heel pijnlijk. Ik hoop dat ik vanavond weer wat beter kan slapen en dat er dan weer wat vooruitgang in zit.

beproeving van sociaal gedrag

"Klop klop"
"Bezet, ik ben bijna klaar"
"Hoe lang nog ongeveer?"
"Als op ik op die toon wordt aangesproken, dan geef ik geen antwoord meer"
"Excuus. Zo bedoelde ik die niet. Ik wilde gewoon even hoe lang het nog duurde. Is dat 1 minuut, 5 minuten, 10?"
...

Stilte. Nou lekker dan. Mijn gesprekspartner aan de andere kant van de deur geeft geen antwoord meer. En ik wilde alleen maar weten hoe lang hij nog nodig had in de rolstoelen douche. Ik zat klaar met mijn handdoeken, washandje en zeep. Patiënt zijn in een ziekenhuis lijkt wel een beproeving in sociaal gedrag. Dit is niet het eerste 'gezellige' gesprekje dat ik heb gevoerd deze week. Het is vaak op mijn tenen lopen om patiënten niet voor de voeten te stoten. Nu snap ik ook wel dat niet iedereen hier in zijn goeie hum zit en er de pee in heeft met gebroken botten in het ziekenhuis te liggen en een revalidatie periode van weken in het vooruitzicht te hebben. Toch heb ik de indruk dat er ook meer dan gemiddeld aantal notoire zeikerds hier liggen. Ik heb dan ook medelijden met het verplegend personeel hier. Ik denk dat ik er niet goed tegen zou kunnen om zo vaak gezeur aan mijn kop te hebben. Gelukkig voor het personeel is het voor hun een baan en kunnen regelmatig naar huis en bij familie en/of vrienden wat stoom afblazen. Die keuze heb ik niet. Ik moet nog een weekje.

Nu ik erover nadenk, ik ben misschien ook niet even gemakkelijk. De dame die gisteren het voedselformulier kwam ophalen, was ook een beetje geagiteerd door mijn baldadige actie om er een grote streep doorheen te halen en de tekst, ik wil LEKKER eten, er op te schrijven. Het was natuurlijk niet haar schuld. De kwaliteit van het eten is aan de magere kant omdat er in hogere echelons is besloten om het goedkoper aan te pakken. De dames die het eten uitdelen krijgen wel als eerste de klachten. Daarom zal ik ook maar een poging doen om er hier het beste van te maken. Ik lig hier nog wel een week en als we nu allemaal ons best doen om het gezellig te houden dan is dat echt voor iedereen prettiger.

dinsdag 19 mei 2015

Ziekenhuiseten

Ziekenhuiseten is een term waar een negatieve connotatie aan hangt. Geen restaurant ter wereld zal dit ooit op zijn menukaart zetten, het stoot klanten af. Oh, je kunt hier ziekenhuiseten bestellen. Nou, dan zal de rest van de kaart ook wel niets zijn. Het zit hem ook in het woord ziekenhuis. Een ziekenhuisbal of een ziekenhuisdieet, nog twee van die woorden met een negatieve bijklank. Als je voor een net bestaand neutraal woord het woord ziekenhuis plakt dan is bijna direct een rottig ding. Ziekenhuismatras.

Ik eet nu al een week lang ziekenhuiseten. En ze doen echt hun best hier in het Antonius ziekenhuis om het goed te laten zijn. Er is keuze, de groente zijn niet tot pap gekookt. En we krijgen ook wel eens rijst ipv aardappels. Het zit hem vooral in de smaak. Wacht, dat moet ik anders formuleren. Het zit hem vooral in het totale gebrek aan smaak. Nagenoeg alles hier is kraak nog smaak. Zo stoot je niemand voor de voeten. Klachten als het is te pittig, of te zout, of ik lust geen basilicum. Die zullen ze hier niet echt niet krijgen.

Om bijvoorbeeld is een opsomming te geven wat ik de afgelopen dagen allemaal heb gehad.
- gemengde groeten: dat zijn doperwten, wortel, koolrabi en sperziebonen uit de diepvries Tien minuten gekookt, afgegoten en geserveerd. Er zaten nul kruiden in en de smaak was idem dito.
- kerriepuree die vakkundig met een ijslepel als mooie halve bolletje geserveerd waren. De puree was geel maar kerriesmaak heb ik niet kunnen ontdekken.
- tot prut gekookt spitskool. Mijn overbuurvrouw is er s nachts misselijk van geworden.
- gortdroge kalkoenfilet.
- komkommer salade zonder dressing of kruiden.
- zal ik doorgaan?

Er zitten ook dagen bij dat ze het wel lukt iets appetijtelijks voor te schotelen. Het vispotje, op smaak gebracht met zelf meegenomen sambal, was best lekker. Maar het menu voor vanavond is om te huilen. Ik kan kiezen tussen niet-lekker en smaakloos. Ik heb echt geen zin in prei a la crème of bloemkool met crèmesaus. Die gehaktbal met zigeunersaus hoeft van mij ook niet. Ik vermoed dat elke rechtgeaarde zigeuner zich tot op het bot beledigd zou voelen als die wist wat hier onder de noemer van zijn volk geserveerd werd. De kruidenpuree zonder kruiden ga ik ook links laten liggen. Het formulier voor het avond eten heb ik ook niet ingevuld. Een grote streep ontsiert nu het formulier, aangevuld met de tekst, ik wil LEKKER eten!!!

zondag 17 mei 2015

Wachten op mijn operatie in het Antonius ziekenhuis

Ik heb mijn meerdere erkend. Ik dacht dat ik notoire zeur was maar ik weet nu beter. Ik lig in het ziekenhuis met een gebroken bekken te wachten op mijn operatie en dat gaat nog een paar dagen duren. De pijn in mijn poot is te houden met relatief onschuldige pijnstillers en ik kan inmiddels met een rolstoel naar de wc en terug. Verder lig ik in bed mezelf te vervelen en probeer wat te lezen en spelletjes te spelen op mijn iPad. Op mijn kamer liggen drie anderen helende patiënten. Ze zijn een voor een zielig. Voor me ligt een man, die ook met wielrennen is gevallen en een nekwervel heeft gescheurd en een ander heeft gebroken. Hij moet nog 6 weken met een kraag omlopen die zijn nek fixeert. Naast me ligt een 90 jarige dame; ik weet niet wat zij heeft doorstaan maar ze klaagt zelden ergens over. Ook de wielrenner tegenover me, is vrij zwijgzaam. Rechts tegenover ligt mijn meerdere. Een dame van een 81 die het op alle fronten wint qua zeuren.

Ze is geopereerd aan haar bovenarm waar een groot litteken zit en gezien al haar blauwe plekken moet ze een rotsmak hebben gemaakt. Dat is reden genoeg om haar zielig te vinden. Maar toch kan ik voor haar geen sympathie opbrengen. Mijn negentigjarige buurvrouw mag niet op haar linkerbeen staan en ze zegt dat ze daarom een soort ooievaar is. Dat soort galgenhumor mag ik wel. En als haar dochter zegt, dat ze een rode neus heeft, zegt ze doodleuk dat ze een borrel is wezen halen. Ze blijft grapjes maken over haar ongemakjes zonder zeurderig over te komen. Maar de aan de geopereerde bovenarm dame is een vervelende oude zeur eerste klas. Ze moet naar huis en alles is voor haar geregeld. Ze woont alleen in een huis met trappen maar er komt een bed op de begane grond en er is hulp voor s ochtends en s avonds geregeld. Ik zou als een kind zo blij zijn om naar mijn eigen huis te gaan maar zij niet. Ze klaagt ook constant over de helse pijnen die ze moet doorstaan. In het ziekenhuis vragen ze standaard naar hoe goed het gaat met de pijn. Op een schaal van 1 tot 10 wordt gevraagd hoeveel pijn je hebt. 1 is pijnvrij, 10 is onhoudbare pijn. Ik heb haar nog nooit een cijfer lager dan 9 horen geven. En dan krijgt ze nog morfine ook. Ik heb ook inmiddels ontdekt hoe ze het doet. Het is eigenlijk heel makkelijk en doeltreffend. Om de paar zinnen wordt er iets kleins zielig verteld. Iets wat we allang wisten en verder geen relatie heeft met de rest van het verhaal wat ze vertelt. Van die dingen als, ja ik woon alleen, en oh ik heb zo'n pijn. En later weer, mijn kinderen wonen niet in de buurt, en hoe moet dat toch nu thuis. Haar kinderen heb ik hier ook nog niet gezien. Die hebben kennelijk ook geen zin in haar gejammer. En ze is echt topklasse hoor. Ze beheerst ook de tactiek van de krokodillentranen.

Een paar dagen later is de samenstelling op de kamer gewijzigd. Ik heb nu rechts tegenover me een dementerende bejaarde van 85 liggen die haar heup heeft gebroken. Een half jaar geleden was ze nog een deftige zelfstandige dame maar het verval is daarna heel rap gegaan. Ze is verward nu ze hier ligt. Ze wil haar bed uit wat natuurlijk niet mag en door het hek ook onmogelijk gemaakt. Ze liggen te sjorren aan het hekwerk van haar bed totdat ze doodop en hijgend terugvalt in haar kussen. De zusters krijgen haar niet stil en uiteindelijk krijg ze een sloot kalmerende middelen toegediend waar ze tot ver in de volgende dag van zal slapen. Naast me ligt een Marokkaanse man die zijn heup uit de kom heeft gehad. Zijn zoon is voorafgaand aan die operatie kleren komen brengen. Eerst dacht ik dat hij zelf geopereerd moest gaan worden maar hij legde uit dat het voor zijn vader is. De zoon in kwestie zag eruit alsof hij klaar is om aan de heilige oorlog te beginnen. Hij heeft een mega baard en gemillimeterd kapsel. Hij draagt een moslim hoedje en een djellaba over zijn spijkerbroek. Als de man s avonds is bijgekomen van zijn operatie komt zijn dochter eten brengen. Mijn vader eet alleen halal, verontschuldigt ze tegen de verpleegster. Halal of niet, het ruikt wel heerlijk kruidig. Veel beter dan dat laffe spul wat ik dagelijks van ziekenhuis krijg. Gelukkig heb ik wel voor elkaar gekregen om een glaasje wijn bij mijn eten te mogen drinken. Dat verzacht de ellende een beetje.


woensdag 13 mei 2015

Aangevallen door een wilde gans

In adelaarsvlucht komt de gans achter me aan. Ze heeft maar een doel, mij aanvallen. Dit is niet echt. Dit lijkt meer op een horror scenario uit een Hitchcock film.

Mijn interval training op de Heycopperkade is er eentje om lang te gaan heugen. Loslopende beesten zijn nooit mijn favoriet geweest en deze valt in de categorie rotgans alhoewel het biologisch gezien een nijlgans schijnt te zijn. Ik fietste al hard toen ik haar nest passeerde en ze vanuit het niets uit de berm op me af kwam stormen. Vleugels en snavel vooruit om duidelijk te maken dat ik op moet rotten. Deze actie van moeder gans kon ik nog netjes ontwijken maar ik schrok wel; de vaart zat er op dat moment al aardig in met 37 kmh en wind tegen. Daarna begon de ellende pas echt goed. Als ik achterom kijk, zie ik dat de gans de aanval in gaan zetten. Ze komt nu in een soort adelaarsvlucht achter me aan en ze heeft maar een doel, mij aanvallen. Dit lijkt nauwelijks nog op realiteit; ik ben in een Hitchcock scenario terecht gekomen. Ik denk alleen maar, barst ik moet wegwezen en rap ook. Als ik maar rap genoeg door fiets, dan schud ik moeder de gans wel af. Dit blijkt fout gedacht. Ondanks dat ik dik 45 kmh fiets, haalt ze me makkelijk bij en ze komt laag over de grond klapwiekend achter me aan. Als moeder de gans vlak achter me zit, besef ik dat er geen ontkomen meer aan is. Ik maak een duikende beweging om haar aanval te ontlopen maar deze actie in combinatie met de hoge snelheid zorgt voor zoveel onbalans dat ik over de kop sla en een rotsmak maak. Voor me zie ik de gans met een buikschuiver landen op het asfalt. Godzijdank komt ze nu niet meer achter me aan.

AU!!! Ik ben in de berm terecht gekomen. Ik heb veel pijn en ben een verzameling schaafwonden rijker. Ik wil gaan staan. Niet dat ik het kan, ik barst van pijn maar als ik kan staan, dan weet ik dat ik niets heb gebroken. Al rap zijn er wat omstanders die me de nodige aandacht geven en vragen stellen. Antwoord van mijn kant komt er niet. Ik probeer met hulp te gaan staan maar als ik een pas maak met mijn linkerbeen, zak ik weer direct naar de grond. Ik wil een ziekenwagen, zeg ik. 112 wordt gebeld en 10 minuten later staan er twee ziekenbroeders naast me die me uitgebreid onderzoeken en in de ambulance tillen. Op de spoedeisende hulp is het druk. De onderzoeken en de foto's geven slecht nieuws. Na elk onderzoek en elke dokter verder die ik spreek, worden de berichten slechter. Het betreft een breuk in het bekken en die moet geopereerd worden. De chirurg heeft het over een grote operatie van 4 uur onder gehele verdoving. De hersteltijd wordt in maanden uitgedrukt. Maanden, geen weken. Pas 2-3 maanden na de operatie zal ik pas het been licht mogen gaan belasten. Daarna volgt nog een revalidatie traject van enkele maanden. Zeg maar, einde seizoen en over een half jaar ga ik wel eens besluiten of ik weer wielrenner wil worden.