zaterdag 31 maart 2012

Koersdag 5


Het waait vandaag. De lente is weer even zijn schuilhok in gedoken en het weer is weer even normaal. Dat abnormale lenteweer zo vroeg in maart beviel mij overigens beter. Er staat een forse noordwesten wind te blazen en dat is doorgaans niet mijn vriend. Het brengt koude oceaanlucht en buien. Daarnaast is noordwest ook gewoon onhandig. Ik probeer mijn rondjes zo te plannen dat ik op de terugweg wind mee heb. Als ik eerst 7 km in noordwestelijke richting rij, sta ik bij het Markermeer en daarna is het plons. Maar ik rij geen lange ronde vandaag; het is weer tijd voor koers op Sloten. En ook daar waait het ook hard; zo'n 36 kmh. Wind en koers is een combinatie die mij bijzonder slecht af gaat. En om een of anderen duistere reden rij ik nog slechter bij noordwesten wind. Windkracht 5 en zuidenwind verteer ik beter dan windkracht 5 het het noordwesten. Geen idee waarom. Er zit geen logica in en toch is het zo.

De koers  begint tam met 2 langzame rondjes en ik vraag me af waarom eigenlijk. 36 kmh en een compact peloton. Daarna is het raak en blijft het raak. Het wordt oorlog in peloton die zijn weerga niet kent. Na 5 km slaat de vlam in de pan en ontaardt de koers in een heuse waaierkoers. Er staat bijna overal harde wind van opzij en er worden alleen maar waaiers gemaakt. Waaiers smelten niet samen. Waaiers waaieren verder uit. En het gaat hard. Echt heel erg hard. De koers lijkt niet op de koersen van afgelopen weken. Toen was het makkelijk volgen in de buik van het peloton. Nu heeft iedereen het moeilijk. Na 10 km rijden er 15 man weg en het peloton laat even begaan en gaat daarna pas jagen. In de jacht blijft er nagenoeg niets van het peloton over. Het waaiert alleen maar uit elkaar en het is mij nu al duidelijk. Dit gaat vandaag niet meer goed komen. 15 man weg en een peloton dat geen vuist kan maken. Het is überhaupt een wonder dat ik nog tijd heb om hierover na te denken. Mijn pols staat in het rood en ik moet vechten om het wiel voor me te houden.

Ik kan dit niet, ik heb dit nooit gekund en ik vraag me af of het ooit ga kunnen. Tegen de wind in rijden. Na 20 km is mijn motivatie tot op het nulpunt gedaald. Ik rij nu in een waaier achter het peloton aan en mijn waaier is weer aan het op snipperen. Waarom zou ik nog door koersen?  In een poging ergens op P47 te finishen en daarvoor nog een uur in het rood te moeten rijden. Na 25 km koers geef ik het op. Ik rij een rondje uit en lever mijn rugnummer in. En dat is voor het eerste dat ik deze koers vroegtijdig verlaat. Hier baal ik van. Dit is me nog nooit eerder gebeurd. En al zou het wel ooit eerder gebeurd zijn dan heb ik het verdrongen. Hier ben ik niet trots op.

Als ik omgekleed ben, kijk ik nog even wie er nog in koers zijn. Een kopgroep van 10 man en een 'peloton' van 20 man. De rest is inmiddels ook afgestapt.

woensdag 28 maart 2012

Fietsen is niet altijd leuk

Ellendig rondje Markermeer. Fietsen hoort leuk te zijn. Het is tenslotte mijn hobby. De bedoeling is dat je daar een beetje van geniet. Vandaag lukt dat voor geen meter. Ik erger me voornamelijk aan drie dingen. Een is de wind, twee is een teller die continue stoort en dan is er ook nog een verzameling buts wegen.

Het rondje Markermeer is 150 km lang. De lengte wordt doorgaans iets langer omdat het leuker is om over de dijken te rijden dan over de fietspaden langs de kaarsrechte provinciale wegen. Het rondje kent ook een 'point of no return'. Als ik bij Hoorn zit, dan heb ik 75 km gedaan. Terugrijden is dan even ver als het rondje afmaken. Tot aan Hoorn heb ik wind tegen. En ik hou al niet zo van wind. Maar als het goed is moet vanaf Hoorn alles wind mee worden. Tot aan Enkhuizen klopt dit ook maar op de Enkhuizerdijk staat de wind welliswaar mee maar ik merk er niet zoveel van omdat het fietspad net aan de verkeerde kant van de dijk ligt. Vanaf Lelystad is alles weer wind tegen. Honderd kilometer wind tegen, 20 km wind mee en 30 km geen wind. Vanaf de Enkhuizerdijk trap ik vierkant op mijn fiets. De teller stoort voor de zoveelste keer vandaag. Ik rij geen 1,8 kmh. Nog zoiets waar ik me aan kan ergeren. Apparaten die niet of half werken. Ik geef er eens een tik tegen. Kijken of dat helpt. Niet dus. Ik tik iets te hard en een of ander stukje plastic breekt af. Nu is het kreng helemaal waardeloos geworden. Ik ruk het hele apparaat los en prop alles in mijn achterzak die ik bij de eerste de beste prullenbak leeg. Zo, dat is een ergernis minder.

En waarom leggen we niet gewoon overal asfalt aan? Klinkerwegen met een superstijf wielren frame en banden met 8 bar is echt geen pretje. Naarmate ik vermoeider raak, ga ik het steeds irritanter vinden. Mijn rug doet al pijn na 5 uur in het zadel. Een verzameling klinkers die lukraak op het wegdek zijn gemikt, kunnen me even gestolen worden.

Als ik thuis kom val ik plat op bed en blijf een half uur liggen. Dit was geen leuk rondje.

dinsdag 27 maart 2012

Presenteren is ook een kunst

Ik zit in de kantine en met mij nog 600 man. Dadelijk gaat de Board of directors een presentatie houden over de status van de bezuinigingsrondes. Eigenlijk mag ik het geen kantine noemen. Het heet officieel bedrijfsrestaurant. Dat is een dure naam om de prijzen op te drijven. Sinds we een nieuwe cateraar hebben, neem ik tegenwoordig mijn eigen bammetjes mee. Geen zin om daar het drievoudige voor te willen betalen als ik diezelfde boterhammen in het bedrijfsrestaurant zou kopen. En het is een kantine. Zolang je ergens een boterham met hagelslag kan kopen, dan verdient het de naam restaurant niet. Ooit gepoogd om bij een echt restaurant een boterham met jam te bestellen?
Nee, dat dacht ik al.

Mark Staalman zal dadelijk het woord gaan voeren. Dat is de CEO van deze toko. Ik verheug me er nu al op. Ik zit naast een collega alvast het komende praatje te analyseren. Straks krijgen we een boeiende speech, begin ik. Zo'n presentatie waarbij je vanaf de eerste tot de laatste minuut geboeid zit te luisteren. Ongeacht of we nu slecht of goed nieuws te horen krijgen. Dit wordt weer een feestje. Onze baas kan echt boeiend vertellen. Hij is een geboren betoger die een publiek voor zich kan winnen door een helder verhaal te vertellen. Precies met de goede intonatie, af en toe een halve grap en toch steeds serieus. Als dit bedrijf ooit ten gronde gaat aan wanbeleid of aan een tegenzittende markt, dan kan onze grote baas zo aan de slag in de politiek. Hij is een geboren redenaar.

NIET DUS!!! Na anderhalve minuut zijn mijn gedachten weggedwaald. Ik moet nog een mailtje beantwoorden, besef ik en ik zit te bedenken hoe ik de java release netjes in Netbeans krijg. Barst,.... toch afgeleid. En ik had me nog zo voorgenomen om mijn aandacht erbij te houden. Ik doe nog een poging om het verhaal op te pikken. Mark vertelt dat hij graag wil dat we na de presentatie 4 headlines hebben onthouden. Na het noemen van de vierde, ben ik de eerste al weer kwijt en nu ik dit blog schrijf, ben ik ze alle vier al vergeten. Wat ben ik ook toch een warhoofd. Vier simpele feitjes onthouden en dat mislukt al.

Het volgende lid van de BOD komt aan het boord. Onze Duitse vriend Gerard Mayer blijkt perfect Nederlands te zijn gaan spreken en hij weet een aardig verhaal te houden over de jaarcijfers van 2011. Een gave op zich. Vervolgens komt Jan Bloemendaal aan het woord. Het derde lid van de BOD. Ook zijn verhaal is boeiend om te volgen. Waarom houden die twee niet de hele presentatie?

Als je ergens niet goed in bent, besteed het dan uit. Ik doe ook geen onderhoud aan mijn auto. Dat laat ik aan Volkswagen over. Ik werk ook niet als tolk. Dat is niet handig met een stotter. Mischien moet Mark eens ten rade gaan bij zichzelf of het heel misschien toch niet beter zou zijn om anderen wat meer aan het woord te laten.

zaterdag 24 maart 2012

koersdag 4

45 kilometer trainen. Dat is alles vandaag. Dat klinkt niet als veel maar dat is een vergissing. Het zijn 45 kilometer met wind tegen. Dat maakt het al wat lastiger. Maar er is meer. Voordat ik aan de 45 kilometer begin heb ik nog wat anders gedaan. Ik begin niet uitgerust aan mijn 45 kilometer maar ik fiets eerst 108 km voordat ik er überhaupt aan begin.

Dit vergt wellicht wat uitleg. Een lichaam wordt beter door training. Maar niet elke training is even effectief en heeft hetzelfde doel. Er zijn hele boeken over vol geschreven maar ik zal hier geen college gaan geven. Maar ik wil wel kort even het volgende uitgelegd hebben. Een renner die altijd een rit van 2 uur rijdt in een bepaalde hartslagzone zal in het begin zijn conditie zien verbeteren maar na verloop van tijd komt er een stagnatie. Het lichaam ‘gelooft’ die inspanning onderhand wel en ziet geen noodzaak zichzelf aan te passen om de volgende keer de pijn beter te doorstaan. Een goed getraind lichaam zal steeds een zwaardere prikkel moeten krijgen om conditie verbetering te bewerkstelligen. De renner in kwestie zou voor de gein eens 3 uur moeten gaan fietsen. Tot 2 uur gaat alles lekker maar dat laatste uur wordt harken. En juist dat uur zorgt voor het trainingseffect. Daardoor zal het lichaam zich proberen aan te passen om de volgende keer wel 3 uur fietsen aan te kunnen.
Mijn training vandaag bestaat uit koersen op Sloten. Maar dan wel op de fiets naar de koers en op de fiets terug. De koers zelf is namelijk niet lang genoeg en niet vermoeiend genoeg. En de laatste paar keren verliep de koers om een manier die mij niet zint. Geen ontanppingen en geen lijn in de spurts. Bij elke spurt stormen 50 man als een stel mongolen op de finish af. Daar valt voor een angsthaas als ik geen eer te behalen. Dus dan maar eerst 48 km met wind mee naar Amsterdam fietsen. Dan 60 km koers waar ik voornamelijk peloton vulling ben. En dan 45 kilometer naar huis fietsen met een zeurende wind tegen. Dat laatste is het zwaarste deel van de dag en daar word ik beter van.
Nu maar hopen dat bovenstaande theorie ook echt hout snijdt.  Nu ben ik vooral moe! Die conditieverbetering zie ik pas over een paar dagen.

zaterdag 17 maart 2012

Joop Zoetemelk classic

 Vorig jaar was mijn eerste deelname aan de Joop Zoetemelk Classic en vandaag sta ik weer aan de start. Een tocht over 150 km door het Groene Hart. Een tocht waar Joop zelf aan mee schijnt te doen maar ik ben hem vorig jaar en ook vandaag niet tegen gekomen. De start is in Leiden en dat betekent eerst een autorit van 70 km. Waarom toch eerst autorijden en dan een tocht fietsen als ik ook gewoon van huis kan gaan fietsen? De reden is simpel. Zo zie ik nog eens een stukje Nederland. Een landschap van veel water, polder en weiland.

 Ik pak mijn wielrenschoenen uit mijn rugzak en kijk verschrikt. Barst, ik heb thuis niet goed gekeken en nu blijk ik een Shimano schoen en een Sidi schoen te hebben meegenomen. Godzijdank heb ik toevalligerwijs een linker en een rechter exemplaar meegenomen. Deze blunder heeft dus gelukkig geen consequentie en ik hoef niet onverrichte zaken naar huis te rijden. De oversokken zorgen er zelfs voor dat het er niet eens gek uit ziet. Bij de start is het absurd druk; meer dan 3000 man zijn op deze tocht afgekomen. Ik vermoed dat de extra afstand van 100 km extra volk heeft doen afkomen. Vorig jaar bestond deze afstand niet en had ik de keus uit 75 of 150. Ik moet me nog inschrijven, een startnummer kopen en dus in de rij gaan staan.

 Ik houd niet van wachten. Ik houd ook niet van filerijden en niet van wachten voor de kassa. En dus ook niet van wachten om ingeschreven te raken. Ik besluit al heel snel niet in de rij te gaan staan en draai direct de route op. Iedereen rijdt met stuurbordjes aan het stuur waarin een elektronische chip zit verstopt. Dat is de nieuwigheid van dit jaar en vermoedelijk zorgt dat ervoor dat het inschrijfgeld vandaag 10 euro is, wat meer dan het dubbele is van een normale tocht . Want aan de bevoorrading onderweg kunnen ze niet veel kosten hebben gemaakt. Die twee krentenbollen, een banaan en een keer sportdrank kan ze nooit veel hebben gekost. Ik sla de bevoorrading trouwens ook over. Niet betalen betekent ook dat ik geen gebruik mag maken van de aangeboden diensten. Dat systeem van de tijdsregistratie snap ik overigens niet. Wie zit daar nu op te wachten? Ik in ieder geval niet. Wat heb ik eraan een toertocht te rijden en dat mijn tijd wordt geregistreerd? Er zijn geen prijzen te winnen en geen kussen van de lokale ronde miss. Van mogen ze dat geld volgend jaar inzetten om gewoon meer bevoorrading onderweg te plaatsen. Ik zie meer voordeel in een extra flesje sportdrank en wat energierepen dan een gek stuurbordje. Op het einde van de tocht proberen ze me ook nog een goody bag in de handen te duwen. Ze kijken dus niet eens naar het ontbreken van een stuurbordje op mijn fiets. Ook deze neem ik niet aan. Consequent blijven.

 De tocht is trouwens zeer de moeite waard. De grote drukte manifesteert zich vooral rondom Leiden en op de kortere afstanden. Na 18 km met grote drukte te hebben gefietst komt er een splitsing waarin de 150 km tocht rechtdoor moet en de 50, 75 en 100 km tocht linksaf draaien. Negentig procent van alle renners draait linksaf. De route voert door het Groene Hart over veel kleine weggetje waar het prachtig fietsen is. Maar of ik volgend jaar weer aan de start sta, betwijfel ik. Het werd wel erg druk en als ze 25 en 50 km tochten gaan organiseren waar mensen op stadfietsen aan deelnemen. Allemaal met stuurbordje en dus tijdregistratie, dan heeft het mijn inziens nog maar weinig met wielrennen te maken. Eerder met Amstel Gold Race-achtige taferelen waar commercie te laatste jaren hoogtij viert.

zaterdag 10 maart 2012

Het nieuw speeltje

De nieuwe motor:

Koersdag 3

Het kampioenschap van Amsterdam.
Dat klinkt al wat beter dan het vertrouwde rondje op Sloten. Toch is het allemaal niet veel anders. Normaal zijn er 2 wedstrijden op Zaterdag; een voor de trimmers en een voor de licentie houders. Het begrip trimmers klinkt overigens nogal suf. Het tempo van de trimmers ligt doorgaans op iets boven de 40 kmh. Dat is toch wat anders dan wat ik bij het begrip trimmen voorstel. Vandaag zijn er echter meer wedstrijden voor verschillende categorieën. We rijden nu niet 1 uur en 6 ronden maar 20 ronden wat overigens minder is dan normaal. Er zijn ook nog eens 2 premies onderweg. Ook niets nieuws onder de zon. Wat wel anders is dat er na afloop een heuse prijsuitreiking is met podium. Daarnaast hebben we recht op een ronde voor depannage. Niemand heeft overigens een tweede setjes wielen bij start/finish staan. Maar toch, als we lek zouden rijden mogen een rondje minder rijden om het wiel te kunnen vervangen.

De samenvatting van de koers:
Strontkoers met massasprint.

Ik twijfel na een rondje inrijden of ik nog een rondje kan doen. Ik kijk op mijn teller en mijn hartslagmeter en beide klokjes geven 10h22 aan. Om 10h30 is de start en een rondje kost 5 minuten. Moet kunnen, dunkt me. Maar ik ben wel de enige die nog een rondje inzet. Overige renners rijden al terug naar de start. Onderweg besef ik dat ook nog moet plassen. Driehonderd meter voor de finish stop ik voor een snelle plaspauze. Ik zie het peloton al staan en de speakers kondigt de koers aan. Stik, nu heb ik niet veel tijd meer. Ik kan het peloton zien, dus de speaker kan ook zien dat er nog een renner staat te pissen. Hij trekt zich er niets van aan. Net als ik mijn plas gedaan heb, valt het startschot. De koers is begonnen en ik lig nu al op achterstand. Mooi begin. Na een halve ronde heb ik peloton bijgehaald. Eerst even uit hijgen. De rest van de koers is dodelijk saai. Er zijn een paar uitloop pogingen maar niemand slaagt. Meer dan 100 meter krijgt niemand. Er zal en moet gesprint worden op het einde. En het regent. Of het geeft geregend. Een van de 2 is minimaal waar. Het resultaat is dat ik al na één ronde constateer dat dit wielertenue vanavond in de was mag. Het is echt smerig. Na ruim een uur koers zit iedereen onder de modder. Iedereen heef een zwart gezicht van de modder. Mijn fiets en kleding hebben minimaal een halve kilo aan zand aan zich hangen. Mijn oversokken zijn nat; mijn schoenen zijn nat en op het eind kan ik mijn sokken uitwringen. En overal zit zand. In mijn ogen, mond, oren en god weet waar nog meer.

De eindsprint is gelijk als vorige week een groot drama. Met nog 400 meter te gaan moet ik nog een keer remmen om ongelukken te voorkomen. Er zit geen lijn is en vooraan rijden is een kwestie van veel wringen en duwen. 50 man rijden de laatste 5 rondes relatief rustig op de finish af en op 500 van de meet gaat iedereen staan in een poging te winnen. Ik heb goede benen vandaag en sprint met speels gemak naar een snelheid van 55 kmh en er zat nog veel mmer macht in de benen. Ik heb daar echter niets aan. Ik eindig ergens op P20. En straks ga ik mijn fiets maar eens poetsen.

zondag 4 maart 2012

Koersdag 2

De eerste keer koersen op de chique carbon racer. De eerste keer net-niet prijsrijden. De eerste echte voorjaarskoers. Geen overschoenen, dikke handschoenen en winterjacks meer. Ook voor het eerst een fatsoenlijke snelheid tijdens de koers. Een max van 55,5 kmh en een gemiddelde van 42,0 kmh over 58 km. Dat lijkt weer ergens op. Met mijn vorm is weinig mis. Ik verteer de snelheid gemakkelijk en zelfs bij de premiespurt kan ik meedoen. Bij de laatste premie spurt voor 3 prijzen word ik vierde. Da's net niet genoeg maar echt hopeloos is het ook niet. De eindsprint is wel als vanouds hopeloos. De laatste 5 km wil niemand op kop rijden maar we willen wel allemaal vooraan rijden. Het peleton rijdt “en bloque” met 8 man breed over de weg. Er is geen ruimte meer om langs het peleton naar voren te rijden. Niemand valt aan, niemand neemt initiatief. Het is wringen, wringen en nog eens wringen. Als haringen in een ton rijden rijden we naar de finish toe. Snelheid zit er ook niet in. Het is niet om aan te zien maar ik doe er evengoed aan mee. Ik wil ook meesprinten; de benen zijn nog lang niet moe. Met nog 500 meter te gaan zit er nog steeds geen lijn in. Om gek van te worden. Ik zit al 4 km ergens op P40 te zoeken naar een gaatje. Wat ik ook probeer, niets lukt. De laatste 500 meter gaat het eindelijk rap maar dat is veel te kort om nog iets te kunnen proberen. Als een losgeslagen ongecontroleerde kudde mongolen stormen 50 man op de finish af. Het is gewoon zielig. Ik win niet; ik heb ook geen idee waar ik ergens eindig. En het interesseert me trouwens ook niet.

Ook zondag is er nog een primeur. Ik rij een van de eerste voorjaars toertochten. Honderd kilometer vanuit Driebergen. Het voorjaar is nu echt begonnen. Laat dat wielerseizoen maar komen. Ik ben er klaar voor en ik heb er zin in.