vrijdag 16 juni 2017

Ik was wat ontheemd in Korea



Zou er een tegenovergestelde zijn van ontheemd, inheemd of zo? Hetgeen wat wellicht nog het best in de buurt komt is thuis maar dat dekt niet de lading die ik bij beide woorden heb. Ik ben nu thuis na vier weken in Zuid-Korea te hebben rond gereisd en bij tijd en wijlen heb ik me daar een soort van ontheemd gevoeld. Thuis heb ik dat gevoel niet meer maar echt het tegenovergestelde van ontheemd voelt thuis ook niet. Het is gewoon anders, anders dan ontheemd zijn. Een google actie op ‘tegenovergestelde ontheemd’ levert ook niet veel soelaas op. Het gaat over partnerkeuze in relaties, over vluchtelingen, ene Luitenant-kolonel de Maumort en de iets wat Israël de operatie verantwoordelijkheid noemt en door de Libanezen wordt benoemd als de zevendaagse oorlog. Dat helpt dus niks om een tegenovergesteld woord te vinden. Misschien moet het ook nog gewoon worden uitgevonden.

Maar ontheemd was wel de juiste typering voor mijn gevoelens in Zuid-Korea. En dat heeft veel te maken met het feit dat ik daar een westerling ben, een van de weinige overigens en ook geen westerling die opvalt. Ik ben in meer gebieden op vakantie geweest waar weinig westerlingen komen en waar iedereen anders dan ik echt anders was. Ze spreken een taal die ik niet spreek en onmogelijk kan lezen en ze gedragen zich niet Westers, vaak zijn ze kleiner en anders gekleed. Daarnaast ken ik vaak de weg niet goed en loop ik in dorpen en steden een beetje te dolen naar winkels, eten en hotels. Soms gewapend met een Lonely Planet, soms op goed geluk. Maar ik heb me niet ontheemd gevoeld in Laos noch in Cambodja en dat gevoel stamt voort uit mijn eigen gedrag. Ik was er als wielrenner, bagage fietser en idiote westerling op een dure fiets. Ik was een bezienswaardigheid op zich en trok aandacht. Deze vakantie was dat vaak anders, ik heb veel gereisd zonder fiets en dat ben ik gewoon een westerling die geen bekijks trekt. Zuid-Korea is ook niet een of ander arm griebus land maar de elfde economie ter wereld. Ze kijken zodoende ook niet op of om voor een westerling. Ze zijn domweg bezig met hun eigen gang van zaken, hun wereld. Maar nog steeds geld dat ik daar rondreis tussen bijna louter Koreanen die doorgaans 20 cm kleiner zijn en 20 kilogram minder wegen dan de gemiddelde Europeaan. Ik kan hun taal niet lezen en slecht enkele zinnetjes zeggen en de omgangsvormen zijn ook enigszins anders.

Er zijn veel dingen die opvallen, veel. Reclames, auto’s, bussen, eten, verkeersgedrag en ga zo maar door. Qua gedrag in het verkeer vind ik dat Koreanen iets weg hebben van Zwitsers. Ze houden zich aan de regels, constant, ook als het geen enkel nut heeft, dan nog. Zoiets doen Zwitsers ook, die gaan doodleuk als voetganger ’s avonds in de stad staan wachten voor een rood stoplicht op verder lege kruising. Dat doen ze hier ook met een uitzondering, als ik wel doorloop of fiets, dan word ik niet terug gefloten of becommentarieerd, iets waar Zwitsers wel een handje van hebben. Veel verkeerslichten werken hier op tijd, zoveel seconden groen voor links en dan weer zoveel seconden groen voor rechtdoor. Of er nu wel of geen verkeer is, die stoplichten staan zo afgesteld en dus zie in rustigere wijken verkeer braaf staan te wachten op een nutteloos rood stoplicht. Ze rijden hier rond in Hyundais en in Kia, enkele Duitse merken, een verdwaalde fiat 500 (slechts eentje gespot) en nog een aantal merken waarvan ik het logo niet kan thuis brengen. Waarschijnlijk ook Koreaans maar een niet geëxporteerd merk. En Kia heet hier gewoon Kia en Hyundai Hyundai. Dat klinkt misschien stom maar ze gebruiken geen Koreaans schrift voor hun eigen merken. Ook op alle Samsungs staat de naam in Westers schrift en Samsung heeft geen Apple nodig of een andere grote markt om te kunnen overleven. Koreanen zijn vergroeid met hun smartphone. Als je denkt dat het hier erg is gesteld met de jeugd en hun vergroeing met hun mobiele gadget, in Seoul is het nog erger. Iedereen zit met dat ding te spelen, te appen of TV te kijken, jong en oud, en dat allemaal op een alom aanwezig krachtig wifi netwerk. Nog een opvallend dingetje en dat is fruit of meer het gebrek er aan. Ze eten het weinig en gezien de prijs is dat goed voor te stellen.  Duur, duurder, duurst. Een drietal bananen voor 2 euro, een kleine trosje druiven voor vier en een klein doosje kersen is goed voor acht euro. Waar die hoge prijs vandaan komt, is mij een raadsel want het klimaat is zeer goed geschikt voor een hoge fruit productie. Het zal wel gewoon niet tot de standaard eet cultuur behoren.

Maar terwijl ik dit zit te schrijven zit ik weer gewoon thuis en ik heb net boodschappen gedaan bij de Jumbo. Ik heb yoghurt, kwark en fruit ingeslagen om mijn achterstand op deze producten wat in te halen en ik eet nu beschuit met echte Nederlands aardbeien. Reizen is mooi, af en toe weer thuis zijn ook.

zaterdag 10 juni 2017

Doosan Bears

Er zijn meerdere manieren om een land te zien. Een stomme en flauwe zin maar het is wel waar. En de minst bekende manieren blijken achteraf vaak de leukste. Vraag aan tien mensen naar hun mooiste ervaring in een bepaald land en lang niet iedereen zal dat ene bekende highlight noemen die in alle reisgidsen staat vermeld. Als je aan mij vraagt wat mij het meest is bijgebleven uit mijn Cambodja reis dan zal ik niet Angkor Wat noemen maar eerder een hilarische tuctuc rit dwars door Phnom Penh met een mega fietsdoos die aan alle kanten van het voertuig uitstak. En mijn leukste Seoul ervaring tot nog toe is een bezoek aan de Doosan Bears. 

Ik heb al een boel andere gave dingen gedaan. Fietsen langs de Han rivier was dolle pret, eten op Gwangjang market was een lekkere ervaring en ik heb ook van die paleizen gezien waar je gratis entree krijgt als je elders een of ander historische kostuum huurt. Toch staat een avondje honkbal kijken nog steeds op nummer een. Die paleizen heb ik trouwens gedaan in mijn gewone vakantie outfit van korte broek, sandalen en t-shirt. Ik vond die verkleedpartij in een soort van Harry-Potter-achtige outfit toch net iets te toeristisch

Goed, honkbal dus. Waarom gaat een mens naar honkbal kijken? Honkbal is een sport die leuk is als je de regels snapt en dat zijn er veel, heel veel. Er is geen beginnen aan om aan een leek uit te leggen hoe honkbal werkt. Het principe is nog wel uit te leggen, gewoon meer punten maken dan je tegenstander en dat er een partij is die aan slag is en een partij die in het veld staat. Maar dan begint de bijna oneindige uitleg, over wat slag is en wat weid is, over gestolen honken, gedwongen of ongedwongen loop, slag fout, doorgeschoten bal, geraakte slagman en ga zo maar door. En dan heb ik het nog niet eens over de tactiek. Ook daar kun je een encyclopedie aan wijden. Goed, ik ga dus honkbal kijken voor de sport, maar vooral ook om te het te aanschouwen in een groot stadion samen met nog een paar duizend Koreanen die allemaal dol enthousiast zijn.

De Doosan Bears spelen thuis in het Jamsil stadion dat net naast het olympisch stadion ligt waar in 1988 de Spelen zijn gehouden. De Bears delen hun stadion met de LG twins en volgens wiki heeft het een capaciteit van 26000 stoelen maar volgens mijn klopt daar geen barst van. Ik gok eerder op 40000 stoelen en daarvan waren er zo'n 10000 bezet. De Koreaanse honkbal competitie bestaat uit tien clubs die allemaal de naam van de sponsor in zich hebben. Zo zijn er bijvoorbeeld ook nog de Samsung Lions en de Kia Tigers. De clubs spelen vaak wedstrijden, alleen maandag zijn ze vrij. Op dinsdag, woensdag en donderdag spelen ze tegen een en dezelfde tegenstander en dan weer drie wedstrijden tegen een andere tegenstander. Omdat de Twins en de Bears hun thuis stadion delen, is er dus bijna elke avond wel honkbal te zien. Als je al verslaafd bent aan honkbal kijken, kom je er zo dus nooit vanaf. 

Het leuke aan deze avond, een wedstrijd duurt gauw vier uur, is het dol enthousiaste publiek en de gemoedelijke sfeer. Ok, onze tegenstanders van vanavond, de Samsung Lions, zaten bijna allemaal aan de andere kant van het stadion bij het derde honk, maar er zijn geen brigades van de Militaire Eenheid of honderden agenten nodig om alles in goede banen te leiden. Iedereen gaat na afloop door dezelfde poort weer naar buiten en er is geen enkele onenigheid. Er is alleen maar enthousiasme. Als de Bears aan slag zijn, worden ze heel fanatiek aangemoedigd. Veel mensen gaan staan en doen het dansje mee dat de cheerleader voordoen. Om de 20 seconden een nieuw dansje, iets andere klap ritme, het is voor een leek als mij niet bij te houden. Voor me zit een gezin met een vader en zijn twee zoons. Een jongen van een jaar of 16 en een jongentje van 7 jaar oud. Ze zijn mega fanatiek, de oudste draagt een shirt dat zo te zien een gebruikt shirt is van een van de spelers en staat vol handtekeningen. Het jongste kind danst met de cheerleaders mee alsof zijn leven er vanaf hangt. Naast ons zit een Koreaans meisje van vijf dat die langwerpige opblaas dingen heeft gekregen van haar moeder zodat je extra hard 'klappen' door die twee dingen tegen elkaar aan te slaan. Ze heeft echter nog niet door hoe dat precies moet, dus ze slaat als een wild dier met die twee dingen in de rondte. Tussen al dat enthousiasme door, loopt iedereen af en toe even naar beneden voor wat te eten of te drinken. Geen culinaire hoogstandjes die je op Namdaemung market zou kunnen vinden, eerder wat minder-gezondheid-verantwoorde snacks. Na vier uur wedstrijd staat en negen innings staat er een 3-3 stand op het bord en moet er worden verlengd. In de tiende inning maken de Lions geen punten en kunnen de Bears het afmaken in hun slagbeurt. Dat konden ze in de negende inning feitelijk ook al, maar dat mislukte. In de tiende inning lukt het wel. Met twee man op de honken wordt de bal uit het veld gemept. De Bears winnen, iedereen blij en weer naar huis en morgen is er weer een wedstrijd.

donderdag 8 juni 2017

De weg kwijt in Seoul

Hoe moet ik iets omschrijven wat heel mooi is maar heel lastig bereikbaar? Ik zou met een voorbeeld kunnen beginnen of om de vraag te stellen, waar is de deur? Eerst maar eens een voorbeeld dan. Stel jezelf het beste snelwegen net van de wereld voor. Je zou kunnen denken aan Zwitserland maar daar gelden nogal truttige maximumsnelheidslimieten. Of aan Duitsland, daar mag je lekker hard maar de in- en uitvoegstroken verdienen daar niet de hoofdprijs. Ik denk dat de Franse route de péage en de Nederlandse snelwegen een van de mooiste snelwegen zijn. Goed, dat gezegd hebbende, hebben we nu nog een tweede wegsoort nodig. En dan nu een van met meeste bedroevende niveau, zo erg dat rijden een kwelling is. Een voor de hand liggend voorbeeld zouden Noord-Franse kassei wegen zijn, of een onverharde gravel weg door Nepal heen. 

Die twee wegen, laten ze zeggen een onverhard pad met her en der een rotsblok en verder een prachtig snelwegen net. Zo voelt fietsen in Seoul ongeveer aan. Vandaar ook de vraag waar is de deur? Of de toegangspoort zo gezegd naar die snelweg toe. In Seoul liggen langs de rivier prachtige fietspaden waar het heerlijk fietsen is. Strak asfalt, geen andere verkeersdeelnemers, toiletten, waterpunten en winkeltjes langs de route. Mooier kan echt niet. De vraag is alleen, hoe kom je daar? Want de rest van de stad is ontworpen voor auto's. Een beetje ook voor voetgangers maar aan fietsers wordt niet gedacht. Ik had het namelijk best prettig gevonden als er ook makkelijke fietsroutes door de stad zouden zijn die naar dat mooie fietspad langs de rivier de Han zouden leiden. Maar vanaf mijn hotel moet ik het doen met brede achtbaans boulevards waar fietsen allesbehalve een pretje is. Dat plus het feit dat ik in druk stadsverkeer niks heb aan de navigeer kunsten van mijn Garmin, dat ding kan alleen navigeren in een gebied met niet te veel wegen op de kaart, zorgt ervoor dat het nogal hopeloos zoeken is. Zoeken naar dat mooie fietspad. 

Na een half uur klooien, mopperen en heel goed opletten, zit ik het fietspad. Ok, missie geslaagd maar ik had liever gewoon een makkelijke weg naar het mooie fietspad toe gevonden. Want de draak route die nu gedaan heb, hoeft van mij niet zo meer. Eenmaal op het Han rivier fietspad geef ik eens goed gas. Eigenlijk mag dat niet want je mag hier maar 20 kmh, maar ik heb even zin om er wat frustratie uit te rijden. Daarnaast, iedereen met een koersfiets rijdt hier toch te hard. Alleen de opa's op de mountainbike fietsen langzaam. Na een aantal kilometer buigt met fietspad mee met een zijrivier van de Han en ik steek de zijrivier niet over en buig met de rivier mee de stad in. Voornamelijk in de hoop dat ik op deze manier wat betere fietsroutes door de stad kan vinden. Dat lukt niet helemaal maar ik ontdek nu wel een route door de stad, nier ver van mijn hotel, dat weliswaar geen fietspad is, maar wel een makkelijke weg door de stad waar ik als fietser extra voorrang krijg en uiteindelijk ook leidt naar de echt mooie fietspaden. 

maandag 5 juni 2017

Fietsen rondom Busan

Vandaag was het tijd voor een grote ronde vanuit Busan. Een slordig rondje van 134 kilometer, en dat helemaal zelf op de kaart zitten bedenken want van de moderne techniek moest ik het helaas niet hebben. Busan is nogal een grote stad, bijna vier miljoen inwoners of zo en ik ken de weg uiteraard niet. Gelukkig had ik op bikemap.net een route gevonden van 133 km die ook nog eens net langs mijn hotel af gaat. Ideaal dus, maar helaas lukt het me niet om het gpx bestand op mijn Garmin geladen te krijgen. Eerst moet ik een account aanmaken op de site, dan mijn account bevestigingen, dan het gpx bestand downloaden en daarna nog even door bluetoothen naar de Garmin. Bij dat laatste ging het mis, zonder opgaaf van reden. Nog een keer proberen biedt geen soelaas, het gaat mis en er is nul info. Na een kwartier klooien en mopperen op het feit waarom die mooie nieuwe gadgets nog eens zo iets simpels kunnen, geef ik het op. Ik bedenk zelf wel wat.

Mijn bedenksel bestaat uit 20 km dwars door de stad fietsen en vanaf daar het fietspad naar Seoul oppakken. Van die laatste heb ik namelijk wel een werkbaar gpx bestand geladen. Daarna een stuk richting met noorden fietsen, dan ergens rechtsaf en door de bergen naar de oostkust toe om vervolgens weer zuidwaarts richting Busan te fietsen. Op de eerste 20 km maak ik vooral ruzie met taxichauffeurs, wat een mongolen zijn het ook. Heel leuk als jezelf in zo'n ding zit en haast hebt, zo van snel snel naar de luchthaven toe of zo. Maar als fietser of welke andere verkeersdeelnemer dan ook, zijn het domweg eikels. Ze snijden, claxonneren en dringen voor. Na een bijna aanrijding, klop ik bij het verkeerslicht op het raam van de betreffende taxi eikel en ik snauw hem toe dat die afstand moet houden. Hij speelt met mijn gezondheid en daar houd ik niet van.

Eenmaal langs de Nakdonggang rivier kom op ik rustige fietspaden waar het lekker fietsen is. Deze fietspaden zijn een stuk beter dan de dingen die ze in de stad langs de doorgaande wegen aanleggen. Dat zijn eigenlijk ook nauwelijks fietspaden te noemen. Ze schilderen een fiets logo op het trottoir en dat was het dan. Ik ben al een keer een bushokje en een lantaarnpaal midden op zo'n fietspad tegen gekomen, zoiets kun je nauwelijks serieus nemen. Na 40 kilometer fietspad langs de rivier ga ik een weg zoeken door de bergen heen die me terug leidt naar de oostkust. Dat lukt me redelijk wel en ik kom slechts op een paar stukken op een drukke niet prettige fietsweg terecht. De rest zijn redelijk kleine wegen door de bergen heen. Nergens echt een lange klim, veel langer dan 2 kilometer zijn de klimmen niet maar wel steil. Dubbele cijfers stijgingspercentage steil, de max was 17% en dan is mijn 34/32 verzet een welkom mini mini klim verzetje.

Ik lunch onderweg bij een restaurant waar ze het ene gerecht wat ik goed kan uitspreken en wat ik lekker vind, niet hebben. Geen Bibimbap dus, dat is overigens voor de niet-kenners van de Koreaanse keuken een rijstgerecht met groente, een beetje vlees en een ei. Ze hebben wel iets anders met varkensvlees en rijst, ik knik dat ik dat ook goed vind, Helaas niet zo spicy maar ze hebben wel lekkere pittige kimchi. Na de lunch is het nog een kilometer of veertig naar mijn hotel terug. En de benen voelen nog niet moe. Zelfs op het laatste klimmetje naar het hotel toe, nog een keer 15%, heb ik nog puf over. Maar 's avonds is die puf wel weg. Daarna doe ik niet veel meer. Eten, douchen en weer eten. 

donderdag 1 juni 2017

Op een driewieler over Udo heen

Hoeveel lol kun je hebben in een elektrische overdekte driewieler die niet harder kan dat 35 kilometer per uur? Veel, maar later daarover meer. Eerst maar eens een verhaal over een boottocht naar Texel. Nou ja, niet echt Texel maar ook een eiland. Stel jezelf eens voor dat je een dagje naar Texel gaat, gewoon om even lekker te wandelen en wat te eten. Wat zijn dan de dingen die je niet verwacht? Het lijkt me duidelijk dat je dan niet verwacht dat je twee formulieren moet invullen, een voor de heenreis en een voor de terugreis. Wat je naam is en je geboortedatum, geslacht en je telefoonnummer. Ik denk dat ook iedereen stomverbaasd zou zijn als je niet met de boot mee mocht als je je paspoort niet bij je hebt. Het zijn namelijk niet echt internationale wateren of zo waar je doorheen vaart. Het is een lullig boottochtje van een minuut of 20 en dan sta je op een Waddeneiland. Ik heb wel eens vaker een boottochtje gedaan op vakantie, naar Langkawi vanaf het vaste land van Maleisië en naar Favignana vanaf Sicilië en daar had ik echt geen paspoort voor nodig of een verzamelingen formulieren die moest worden ingevuld. 

Op Jeju ervaar ik deze bureaucratie voor het eerst. Ik dacht dat ze een grap maakten maar zonder paspoort en twee formulieren kwam ik de boot niet op. En ik vaar niet van het schiereiland naar Jeju toe wat enkele uren varen is. Maar ik vaar vanaf Jeju naar Udo toe en dat is een kwartiertje met de boot. Geen idee wiens briljante ingeving hier aan vooraf gegaan is, maar ik heb zo mijn bedenkingen. Ok, Zuid-Korea is een land wat in sommigen opzichten lijkt op een land in de koude oorlog situatie. De metro in Seoul dient in noodsituaties als schuilkelder en wellicht is ook deze paspoort controle daarmee te verklaren. Maar echt vriendelijk naar de toerist toe is het niet te noemen. 

Voordat ik met deze boot mee mocht, heb ik nog anderhalf uur in de bus gezeten. Dat is ook een ervaring op zich. Stel jezelf voor dat Max Verstappen niet de zoon was van Jos Verstappen maar op Jeju was geboren en dat zijn grote ambitie was om bij niets vermoedende bus passagiers de stuipen op lijf te jagen. Onze chauffeur vond het wel verantwoord om op een bergweg over een doorgetrokken streep een auto in te gaan halen. Bij elke scherpe bocht moet ik moeite doen om op mijn eigen plek te blijven zitten en niet te belanden op de stoel naast me. Verder is het bus systeem op Jeju best goed. Het is erg goedkoop, je komt redelijk gemakkelijk overal op eiland en er zijn Engelse bus plattegronden van het eiland. Niet van de stad Jeju helaas, daar rijden ook een boel lijnen, maar daar bestaat alleen Koreaanse info over. Wel is het goed vasthouden aan de hang lussen in het plafond, de rijstijl van veel chauffeurs is nogal schokkerig.

Goed, na een bij tijd en wijle spectaculaire busrit en een korte boottocht met de nodige bureaucratische rompslomp, sta ik Udo. Een klein eilandje van een kilometer of 5 in doorsnee waar je een keer een rondje overheen kan rijden, een paar foto's kan nemen en onderweg ergens lekkers zeevruchten kunt eten. Dat is het zo'n beetje. Het meeste komische en ook meeste populaire voertuig voor dit rondje is een driewielige overdekte elektrische scooter. Het is het meest 'dorky' 'nerdy' voertuig waar ik ooit in gereden heb. Er passen met passen en meten twee volwassen in die zitten dan klem achter elkaar. Een voorin die stuurt en de andere met de knieën opgevouwen en twee rugzakken op schoot. De helm voor de achter passagier is voornamelijk bedoelt om niet tegen het plafond aan te butsen. En verder zien de twee helmen er vooral koddig uit. En elke toerist huurt hier zo'n ding voor een paar uur, we rijden allemaal voor schut. Het lijkt een beetje op de uitspraak die artiesten wel eens doen als ze het publiek vragen om een bepaald dansje of extra stem te mee doen. "Hey, if everyone does it, no one looks stupid". Goed we rijden hier dus met z'n allen voor gek in een koddig voertuig en we hebben er allemaal evenveel lol is. Ik voorin en mijn vriendin klem achterin.

Oh ja,......de zeevruchten waren lekker. Echt heel heel erg lekker. Daar heb ik alles voor over. En de busreis, en de boottocht en die gekke driewieler. Zelden zo lekker zeevruchten gegeten.