Ik heb een projectleider die graag klaagt. Altijd zit er wel iets tegen; altijd treft hij onheil op zijn pad. Mensen doen hun werk niet goed of ze doen het niet. Deel projecten lopen uit waardoor het groter geheel wordt verstoord. Requirements wijzigen tijdens het project, begrotingen worden overschreden en deadlines schuiven. En dan is er ook nog wel altijd iemand ziek waardoor zijn planning in de soep loopt. Minimaal een keer per week komt hij even klagen aan mijn bureau. Na 5 minuten het geklaag te hebben aangehoord, zeg ik altijd. “Antoine, de Klaagmuur is niet hier, daarvoor moet je naar Jeruzalem”. Helpt altijd. Toch begrijp ik zijn geklaag wel. Soms zit alles gewoon tegen. De wereld lijkt tegen je en je gaat in complot theorieën geloven. Klagen helpt dan. Het lost feitelijk niets op maar het is prettig om het hardop gezegd te kunnen hebben.
Vandaag moest ik vol in de remmen om een overstekende hond niet aan te rijden. De hond, nauwelijks 1 turf hoog en 2 turven lang, stak de openbare weg over en niets of niemand probeerde hem daarvan te behoeden. Geen grote hond, echt een klein geval. Een flinke keepers trap en het beestje ligt 10 meter verder. Ik rem uit volle macht. Dit is geen remmen maar een noodstop. Ik denk nog heel even dat de hond wel zal schrikken en alsnog rechtsomkeer maakt. Niets is minder waar. Het beest kent geen angst. Ik heb mijn linkervoet uit mijn pedaal gehaald. Dat is de voet die ik altijd als eerste uitklik als ik moet stoppen. Door de noodstop helt mijn fiets echter een beetje naar rechts. Barst, ik moet rechts uitklikken maar daar steun ik op. Vlug links inklikken, steun zoeken en rechts uitklikken. Ik donder net niet om.
Verdwaasd kijk ik om heen. Waar is toch die eigenaar die zich mogelijkerwijs gaat verontschuldigen. Niemand neem actie. Ik vraag aan de man links van me:
“Van wie is die hond?”
“van mij”, roept een vrouw die rechts van de weg op een bankje zit.
“de hond komt uit Zuid-Frankrijk” zegt de man
“hij kent hier de weg nog niet”.
Dan wordt het hoog tijd dat die het leert. Ik denk dit niet alleen ik zeg het ook hardop.
“Bedankt dat u zo hard wilde remmen” geeft de man me nog mee.
Ik fiets door. Waarom zei de man of vrouw niet “Excuses voor mijn hond en dank dat u zo hard wilde remmen”? Zo moeilijk was het toch om zich te verontschuldigen? Hij had er ook alle reden. Zomaar je huisdier ongecontroleerd de openbare weg laten oversteken, daar maak je doorgaans geen vrienden mee. Eerder op de dag trok ik mijn windbreker uit. Ik sta bij een inrit van een weiland aan de kant van de smalle dijkweg langs de Vecht. Een man in een zwarte Ford Fusion stopt en zegt dat ik als wielrenner moet uitkijken. Ja, ik weet het, de dijkweg is hier smal en er zitten een paar onoverzichtelijk bochten in. Hij moppert verder:
“Ze rijden hier met 40 aan 45 per uur over de dijk heen”
Ik vermoed dat hij doelt op het feit dat de dijk vandaag onderdeel is van het parkoers van een toertocht. Hij zal wel een paar wielren groepen zijn tegen gekomen die twee aan twee over de onoverzichtelijk dijk heen rijden.
“Ja, u heeft gelijk. Sommige rijden als gekken achter elkaar aan. Maar ik rij alleen en ik ken hier de weg. Ik weet waar ik uit moet kijken”.
“Verderop ligt een bocht waar al vaker renners zijn gevallen”.
Wat moet ik met deze opmerking? De hele dijkweg is een aaneenschakeling van bochten. Moet ik nu nog ergens speciaal uitkijken of zo?
“Ik woon hier en ik heb al twee keer een aanrijding gezien” gaat de man verder “Het is veel te gevaarlijk voor wielrenners.”
Ik begrijp nu pas dat hij niet zeurt over de renners van de toertocht van vandaag maar het gaat om fietsers in zijn algemeenheid.
“Nou meneer, ik rij hier wel vaker en ik weet wel waar ik moet uitkijken. Ik ken gevaarlijkere wegen”
“Jullie zouden hier niet mogen rijden” gaat de man verder.
“Verderop moet je gaan fietsen. Daar is een fietspad langs weg”.
Ik kijk hem met verbazing aan. Dit slaat echt als een tang op een varken. Ik zou niet op een weg mogen rijden omdat die te smal is. Ik mag alleen op fietspaden rijden langs de Provinciale weg. Het moet niet gekker worden. Ik heb nu enorm veel zin om een grap over de klaagmuur te maken maar ik houd me in. Ik fiets maar gewoon weer verder. Waarom moest ik dit verbale geweld nu weer aanhoren?
OK. Ik zal ook wel af en toe iets uithalen in het verkeer waar anderen van schrikken of vinden dat ik niet zo’n haast moet hebben. Excuses daarvoor. Ook excuses aan de man in de zwarte Jaguar die ik in Loosdrecht inhaalde. Je reedt nogal zwalkend en langzaam over de rechter rijbaan. Ik haalde je in omdat ik me veiliger voelde als ik voor je zou rijden. Excuses ook aan de man die ik voor sukkel uitmaakte. Je was ook niet handig bezig om helemaal links van de weg te gaan rijden en vervolgens een beetje naar de grond te gaan turen. Als je voor je had gekeken, had je me gewoon kunnen zien. Excuses ook aan iedereen die ik heb rakelings heb ingehaald. Met zijn tweeën naast elkaar gaan rijden op een smal fietspad vind ik niet heel handig. Als ik een voldoende groot gaatje zie, ga ik er langs.
Excuses ook voor dit klaag blog. Volgende keer ga ik wel naar Jeruzalem