donderdag 4 november 2021

Het was een beetje mistig gisteren

Mijn kleding was afgestemd op het weerbericht, niet op de werkelijkheid. Het weerbericht ging uit van 8 graden, onbewolkt en geen wind. De werkelijkheid was mist, 3 graden en nat wegdek. Ik had uiteraard gezien dat er niks te zien was en dat het dus mistig was. Maar mist lost op. Toch? Ehm,.... uiteindelijk wel, maar die was nogal hardnekkige mist. Net als ik onderweg de zon zie gaan schijnen en denk dat het nu gedaan is met de kou, dan blijkt er even verderop toch weer een witte wolk op de weg te zijn neergedaald. Nog meer kou. En terwijl de kilometers zich aaneen rijgen, verkleumt mijn lichaam langzaam. Een dun onderhemd met korte mouwen, een dik onderhemd met lange mouwen, een koerstrui, koersbroek, sokken, schoenen, overschoenen, 2 buffs, handschoenen, beenstukken en een jack, het was toch niet warm genoeg. Genoeg laagjes, zou je zeggen, maar kennelijk te dunne laagjes.

 

Na 25 kilometer is alles koud. Vingers, handen, onderarmen, borstkas, nek, schouders en boven- en onderbenen. Onderaan mijn scheenbenen hangen twee ijsklompen die de pedalen rond trappen. Na 40 kilometer begin ik knijpende bewegingen met mijn handen te maken. Het gaat lastig en het lijkt wel of er kramp in gaat schieten, of dat het vast gevroren dreigt te raken. Daarna ga ik een slaande beweging maken met een open handpalm. Ik prober bloed naar met vingers te centrifugeren. Als ik straks ergens voor moet remmen, wil ik op zijn minst het idee hebben daar klaar voor te zijn Na 50 kilometer stop ik om met de paar laatste onbevroren hersencellen een poging tot reflectie te doen. Wat was ik ook alweer van plan vandaag? Wiens idee was het eigenlijk om een cursus ijsberen voor gevorderden te doen? Waarom is het nu weer mistig geworden en waarom zijn de wegen nog steeds nat? Dat laatste helpt absoluut niks om mijn voeten weer te laten ontdooien. Ik probeer een krentenbol te eten. Om dat voor elkaar de krijgen, maak ik gebruik van Newton om dat ding uit het plastic zakje te krijgen. Mijn handen zijn inmiddels onmachtig voor deze taak. Mijn kaken malen mechanisch, ik voel niet goed waar die krentenbol zich precies in mijn mond zit.

 

Ik neem het enige logische besluit. Het idee van de lange ronde laten varen en zo snel mogelijk terug naar huis. Een kop thee plus een warme douche opzoeken. Wat ik aan het doen was, is waanzin. Op het laatste stuk van de in total 76 km lange route is het eindelijk beter weer geworden. De mist is nu echt opgelost en temperatuur heeft een plotselinge sprong gemaakt naar 8 graden. Maar ik ben verkleumd, dat gaat zonder externe warmtebron niet meer goedkomen. Eenmaal thuis wurm ik met mijn tanden de handschoenen uit en wonder boven wonder vind ik ergens kracht op mijn huissleutels op mijn zak te vissen en de deur van het slot te krijgen. Ik loop linea recta naar de badkamer om onder de douche te stappen. Met kleren en al dus. Pas als mijn vingers verder zijn opgewarmd lukt het me op de rest van de kleding stukken uit te krijgen.

Geen opmerkingen: