woensdag 31 december 2014

Gunung Raya

Gunung Raya is de hoogste berg van het eiland Langkawi en telt 881 meter. Boven op de top staat een uitzichttoren waar het hele eiland kan worden overzien. En er loopt een verharde weg naar de top toe. Het is vandaag oudjaar en ik vertrek morgen pas weer naar het vaste land van Maleisië. Het eiland is niet groot en de weg van mijn hotel tot aan de top van de berg is slechts 28 km. Een beetje lezer van mijn blog raadt het al. Er zit voor vandaag echt maar één ding op. Ik moet die berg op, anders hadden ze die weg daar niet moet neerleggen. 

Op weg naar de voet van de berg valt me direct weer het verschil met fietsen in Thailand op. Daar hebben de meeste wegen een soort halve vluchtstrook waar brommertjes rijden en soms wat auto's parkeren. Hier ontbreekt die strook en dus fiets ik uiterst links aan de kant van de weg waar het asfalt vaak wat hobbelig is. Auto's en vrachtwagen halen me ruim in als op de andere rijstrook geen verkeer zit. En als daar wel verkeer zit dan halen ze me ook in. In Thailand voelde ik me veiliger op de weg. De weg naar de top lijkt dan weer in alles op wat ik van klimmen in Thailand gewend ben. De klim heeft een gemiddelde van 5,7 procent over 13 km en toch is het mini verzetje nodig omdat klimmen in deze regio doorgaans heel onregelmatig zijn. Stukken van 3 procent worden makkelijk afgewisseld met stukken van 10 procent. In de klim zit ook nog een afdaling van ruim een kilometer en de laatste paar 100 meter naar de top toe zijn goed voor 15 procent. 

Daarboven staat een luxe resort waar ze geen gasten lijken te hebben maar er staan wel twee Bently's op de oprit. Ik koop een kaartje voor de uitzichttoren waar nog een paar andere toeristen rondlopen maar verder was het erg rustig tijdens de klim. Deze berg is geen toeristische attractie op het eiland. Ik ben onderweg een paar brommertjes, vijf kalveren, 2 koeien en vijf apen (mezelf niet meegerekend) tegengekomen. Voor het uitzicht op de top gelden zo'n beetje de standaard clichés. Het is er heel mooi en het is een beetje heiig dus goede foto's kan ik er niet nemen. Daarnaast blijkt dat na een foto poging of 20 dat ook de accu van het ding op is. Een soort stille hint van, laat maar en ga gewoon even genieten van dit moment. 

Ssssssssssttttt,........ Het is hier mooi







De afdaling was trouwens goed hobbelig en de eikel die onderaan de afdaling een killer van een drempel aan heeft gelegd zou ik graag een proces aandoen. Ik zag dat stomme rotding nog net op tijd en kon er met een gelukje overheen springen. 

dinsdag 30 december 2014

Boot naar Langkawi

18 ringit voor een kaartje en 15 ringit om mijn fiets als bagage mee te nemen. Op de boot is er geen wandel ruimte. We zitten als haringen in een ton zoals we ook in vliegtuigen zitten. Dezelfde soort stoeltjes maar dan zonder gordel. Ik zie overal zwemvesten opgeslagen maar een veiligheidsinstructie is er niet geweest. Ook niet in een voor mij onbekende taal. De boot zit vol met hoofddoeken en mannen met snorren. En veel hysterisch schreeuwende kinderen. Ze huilen, krijsen en schreeuwen van plezier. Ik ga straks de Lonely Planet nog even bestuderen. Ik meen gelezen te hebben dat gezinnen met kinderen voorkeur hebben voor bepaalde stranden. Daar moet ik dan dus niet zijn. Op de televisies wordt een soap uitgezonden die alles heeft van wat een soap een soap maakt. Extreem over-geacteerd, te felle overhemden en dassen. Vrouwen in jurken die alle kleuren van de regenboog hebben. Maar dan zo extreem fel van kleur dat het pijn aan je ogen doet. De make-up is wellicht nog een graadje erger. Het zijn de meeste fluorescerende kleuren denkbaar die op ogen, wangen en mond zijn geschilderd. 

Tijdens dit boot triple ontdek ik een nieuwe ontwikkeling in de selfies. Selfies maakte ik al voordat het woord uitgevonden was. Mijn eerste selfie dateert inmiddels al van 17 jaar terug. Vroeger vroeg je gewoon of iemand even een foto wilde nemen maar dat lijkt tegenwoordig niet meer te kunnen. Durven we onze telefoons niet uit handen te geven terwijl er daar vroeger geen moeite mee hadden toen we nog camera's hadden? In ieder geval is de selfie tegenwoordig hip. Een foto van jezelf plus een eventuele vriend of vriendin, op armlengte genomen met een poging om de achtergrond in beeld te laten komen, om te bewijzen voor het nageslacht dat je ergens was. Het is een wat rottige manier om een foto goed te nemen maar de hilariteit van het moment lijkt belangrijker dan een fatsoenlijk kiekje. Maar wat nu als je met het gehele gezin een selfie wil nemen? Een soort gezinfie, of onszie. Dan bestaat daarvoor nu een uitschuifbare stok waar je je telefoon op kan klemmen. Ik zie ze hier voor het eerst.

Als ik van de boot stap, staat mijn fiets al te wachten. Die is door de bemanning van het achterdek gehaald en tegen de reling gezet. Ik loop het ferry gebouw uit en stap op. Ik zit op de fiets op Langkawi. Een idyllisch tropisch eilandje in de Andaman zee. Was ik gisteren wat mopperig omdat de pinautomaten dienst weigerden. Nu fiets ik met een hele grote grijs op mijn gezicht op weg naar het strand. De zon schijnt, het eiland is mooi en ik zit op mijn fiets. Morgen is het oudjaar, dan zit ik hier nog. Daarna ga ik pas verder. Vorig jaar kwam ik op oudjaarsdag thuis na een lange vlucht en werd ik wakker van het vuurwerk 's nachts. Het jaar daarvoor zat ik in Bangkok. Nu oudjaar op Langkawi. Ik kan me ergere dingen voorstellen.

maandag 29 december 2014

Maleisië

Toen ik vorig jaar Laos in fietste, had ik al heel snel geen hoge pet op van het land. Het was er koud, het regende en de wegen waren knudde. Verder viel me de kwaliteit van de hotels ook nogal tegen. Vandaag was mijn eerste kennismaking met Maleisië en die is tot nog toe niet super positief. OK, de wegen zijn een stuk beter en ik zit vandaag in een goed hotel waar helaas het WiFi niet goed wil werken. En ze hebben er ook geen bier, nog een minpuntje veroorzaakt door de moslim cultuur. Het probleem van vandaag was geld. Van die briefjes en muntjes waarmee je kan betalen. Bij de douane zag ik zo snel niets maar ik heb ook niet goed gekeken. Ik zou vandaag naar Kangar fietsen wat een redelijk grote stad is en daar zou ik wel pinnen, een hotel zoeken en wat gaan eten. Dat liep echter allemaal anders.

Ik zit nu 11 km verderop in Kuala Perlis dit verhaal te schijven en de ober heeft net een gekoelde druiven smoothie gebracht. Ja, ze hebben hier geen bier en dat had ik nu best lekker gevonden. Ik heb in Kangar bij drie banken proberen te pinnen en in totaal 10 pinautomaten uitgeprobeerd. Maar niet eentje wilde uitkeren en dat terwijl er gewoon een Maestro logo opstond. Of de pas werd al bij het begin geweigerd of op het einde werd de transactie gecanceld, zonder verdere uitleg waarom. Bij de derde bank begint mijn geduld op te raken. Officieel is het bank gedeelte al gesloten maar er zitten nog klanten binnen. Ik klop netjes aan en even later komt de baas en zijn knechtje naar buiten. Helpen kunnen ze me niet maar ik krijg wel een scala van mogelijke oorzaken en halve oplossingen. De connectie naar mijn eigen bank toe zou niet werken want het zijn toch allemaal maar computers en machines en zo. Ik zou naar een grotere bank toe moeten maar die zit in Alor Star, zo'n 50 km verderop. Of ik zou geld kunnen wisselen in Kuala Perlis dat vijf kilometer verderop ligt. Zelf wil hij geen geld meer wisselen, zijn kantoor is dicht. Vijf kilometer blijken er in de praktijk 11 te zijn en in Kuala Perlis zijn alle geldwisselkantoren gesloten. Barst! Misschien wordt het langzaamaan wat duidelijker wat mijn beeld van Maleisië wat minder positief maakt. Geen geld is geen avondeten, is geen hotel. 

Na wat zoeken en vragen ben ik inmiddels bij het grootste en waarschijnlijk ook duurste hotel van het dorp uitgekomen. Hier kan ik avondeten krijgen, een ontbijt en een overnachting en dat allemaal op mijn credit card. Hehe, eindelijk. Ik check in en neem een douche, een kopje thee drinken en even wandelen. Tijdens de wandeling besluit ik toch om nog een pin poging te doen. Bank vier, pinautomaat nummer 11. Deze weigert ook dienst met een gecancelde transactie maar nu wel met een reden. Mijn chip zou niet goed kunnen worden gelezen. OK, daar kan ik misschien iets mee. Er blijkt een stukje rubber van mijn portemonnaie op de chip te zitten wat ik wegpoets. Nog een keer dan. Bijna, deze keer. Het apparaat gaat ratelen op het einde maar vind dat het te veel briefjes tegelijk moet uitspugen en hij kapt weer de transactie af. OK, dan minder pinnen want ik ben nu zo dichtbij. 1500 bleek teveel, 1000 ook, 800 ook maar bij 500 ringit is het prijs. Ik heb GELD!!!! YES!! Na een tweede pin actie heb ik 1000 ringit, zo'n 250 euro. Even later geef ik wat van het geld uit in een supermarktje en wat blijkt. Ze hebben briefjes van één ringit, dat is 25 eurocent. Mijn portemonnaie barst nu uit zijn voegen.


Ingenieur Gemen

Zo mag ik mezelf noemen. Ik ben afgestudeerd aan de TU Eindhoven als chemisch proces engineer en ik mag de titel ir voeren. Ik gebruik die titel alleen zelden, voornamelijk omdat ik niet in de chemie als ingenieur werkzaam ben en ook omdat ik niet zo van pronken met titels houd. Maar ik voel me toch wel een beetje ingenieur, of op zijn minst een techneut. Volgens mijn huidige functie bij Equens ben ik zelfs software engineer. Ik vind dat zelf een beetje een poeha kreet maar toch wel aardig. 40 jaar geleden bestond mijn werk ook al en destijds waren er ook functie titels. Ik zou destijds gewoon programmeur hebben geheten. Een term die je tegenwoordig niet meer moet bezigen als je solliciteert en een baan wil krijgen. Het woord programmeur is niet hip meer, het straalt ook geen kennis, kunde en vakmanschap meer uit. Het is een kreet uit een grijs verleden toen computers nog grote lompe machines waren die uren konden stampen om een databestand te verwerken wat door de huidige processoren binnen een fractie van een seconde gedaan wordt. 

Ondanks dat computers in de loop der jaren aanzienlijk veel sneller zijn geworden, is het vak van programmeren nooit uitgestorven. Het zijn nog steeds mensen die software schrijven. Een computer kan nu allerlei code voor je generen, de logica zal je toch echter nog steeds zelf moeten schrijven. En met zoveel dingen blijkt dat ook hier dat oude namen snel veranderen omdat ze worden geassocieerd met oude grijs verleden. Zo ben ik application progammer, application developer, analist-programmeur geweest en nu ben ik dus software engineer. Voor mijn gevoel ben ik echter nog steeds gewoon programmeur, alhoewel ik op sollicitatie wellicht iets anders verkondig. Misschien ben ik nog meer een techneut of stiekum toch een ingenieur. 

En wat vernuftigheid of ingenieursvaardigheden blijken tijdens een fietsreis dwars door Thailand en Maleisië wel handig. Het geval deze keer is niet een fiets die kapot is maar een van mijn sandalen is stuk. De zool zit aan de voorkant los en bungelt nu als een onhandig stuk rubber onder mijn voet. Dat loopt niet handig en ik moet dit repareren. Maar hoe? De lokale hakkenbar heb ik hier nog niet ontdekt. En als ik hem zou ontdekken dan moet die sandaal worden gelijmd en dat moet een tijd drogen en dan zit ik dus zonder sandalen en op mijn wielrenschoenen is lopen nogal onhandig. Nieuwe kopen dan? Dat vind ik een beetje zonde en ik ben een Hollandse zuinige krent. En waar ga ik maatje 44 vinden in paradijselijk Thailand waar ik elke dag over alles iedereen uit kijk. Zelf repareren dus. Ik heb helaas geen schoenlijm meegenomen. Ik reis licht bepakt en schoenlijm heb ik al heel snel weggestreept op de paklijst. Maar ik ben ingenieur en dus ben ik vindingrijk. Solutie! Haha. Als ik er banden mee kan plakken dan moet zo'n rubberen zool ook wel kunnen. Solutie op de binnenkant van de zool aanbrengen en vervolgens met de sjorband waarmee ik mijn bagage op de fiets bind, de zool goed vastklemmen op de bagage. Na een dagje fietsen zit de zool al redelijk vast. Vanavond nog een stukje solutie opofferen en het sandaal onder de poot van een kast zetten en dan is dit kunstje ook weer geflikt.

zaterdag 27 december 2014

Restaurant met open keuken

Een restaurant met een open keuken zodat je kan zien waar en hoe je warme hap bereid wordt. In Nederland heet zoiets modern te zijn of misschien inmiddels ook al niet meer. Ik hou de laatste trends in het restaurant wezen niet zo bij. Hier is het meer een standaard. Een duidelijk scheiding tussen bediening, koks, restaurant, kassa en zitplaatsen is er niet zo. Trouwens, de gemiddeld keuken ziet er zodanig uit dat het in Nederland eerder klanten zou afschrikken dan aantrekken. Alle ingrediënten staan bij een temperatuur van een graad of 30+ mis-en-place klaar maar er staat niets gekoeld. Ook het vlees niet. Tenminste niet als het al gebakken of gekookt is. Rauw vlees ligt wel in de koeling. Op de betonnen vloer staat een in elkaar geknutselde constructie van ijzeren buizen en plaatwerk. Met een gasfles worden de drie grote pitten van gas voorzien. Boven de drie pitten hangt een krachtige afzuiging die voor de nodige herrie zorgt. De schakelaars voor de afzuiging zien er vies uit; de bedrading ook. De gekookte rijst zit in een mega pan waar je een half weeshuis uit kan voeden. De pollepel waarmee ze er in roeren heeft meer weg van een roeispaan. De drie tafeltjes waar alles op staat uitgestald is afgedekt met een plastic zeil met een jaren 60 motief. De ijzeren tafeltjes zelf lijken op zijn minst 20 jaar oud en gaan als die tijd al gebukt onder de warme zon, de klamme lucht en voedselgeuren. Ook de plastic tafels en stoeltjes hebben hun beste tijd gehad maar ik vermoed dat ze nog gemakkelijk 10 jaar meegaan. 

Maak ik me dan niet druk om de hygiene? Geen moment. Alle borden en bestek worden netjes afgewassen en je krijgt nooit een vieze lepel. Zoiets zie ik eerder in een lukrake bedrijfskantine in Nederland. Daarnaast zit het hier vol met lokale schooljeugd die elkaar de nieuwste snufjes op hun telefoons tonen. Als het echt allemaal zo onhygiënisch zou zijn dan werden die ook allemaal spontaan ziek en gaan ze daarna ergens anders eten. 

Zo, nu nog even 1 euro afrekenen voor een bord rijst. Als die opsmuk in een gemiddelde Nederlands restaurant in de vorm van echte borden en echt bestek, modern interieur en netjes geklede bediening hebben ook zo hun invloed op het prijsniveau. 

Airco vlucht

Het is hier warm, verzengend warm, niet in de zon kunnen staan warm. Ik doe een dagje rust in Trang, wederom zo'n plaats die voor toeristen een tussenstop plaats is voor een van de eilanden of een ander strand. Het is er verder lekker rustig. Het Thaise leventje van alledag vind hier plaats. Het centrum is een rommelig allegaartje van winkeltjes. Alles zit door elkaar heen. Mini supermarktjes, kapperssalons, brommer winkels, restaurants en juweliers. Op de markt is het druk; veel van de producten die hier worden verkocht herken ik niet. Ik vraag me af wat er 's avonds op mijn bord ligt. Het zal toch echt wel hier vandaan komen. En als iets geen winkel of eetgelegenheid is dan is het een rommelig 'woonhuis' waarin nog wel wat verhandeld wordt maar daar krijg ik geen vat op als ik voorbij slenter. Harder lopen dan slenteren zit er ook niet in vandaag. Ik zweet nu al in mijn iets te warme t-shirt en luchtige korte broek. De meeste Thai lopen overigens vaak met een lange broek en sommigen dragen ook nog een trui ook. Nadat ik twee uur in de schaduw in het park een boek hebben zitten lezen, ben ik toch maar een lokaal café ingevlucht om airco te voelen. Samen met een bosbessen smoothie.

Naast ze zit een Thaise moeder met haar kind. Haar telefoon heeft momenteel haar aandacht terwijl het jochie met zijn eten speelt. Ze heeft een half verorberde kop noedelsoep voor haar neus staan die ze bij de buren heeft laten halen. Nog niet eens zo'n slechte gedachte, ik heb ook wel honger. 

vrijdag 26 december 2014

Regen onderweg

Regen in paradijselijk Thailand. Naarmate ik zuidelijker kom, neemt ook de bewolking toe en ik had al uit de weergrafieken begrepen dat hoe zuidelijker hoe minder droog het droge seizoen is. In Kuala Lumpur regent het gewoon het hele jaar door. En op fietsdag 7 en 8 krijg ik te maken met veel regen. Vooral dag 7 kenmerkt zich door het feit dat het 's morgens vroeg begint te regenen en dat dat in de loop van de dag alleen maar heviger wordt. Na 72 km zit ik in Wiang Sa en hier is het inmiddels stevig gaan hozen. Dit is niet leuk meer. Een beetje gemiezer of lichtjes regenen met een temperatuur van 25 graden, is nog niet zo'n drama maar dit is echt niet grappig meer. Wiang Sa ziet er groot genoeg uit om een hotel te moeten hebben, ook omdat het op een kruispunt ligt van twee grote doorgaande wegen. Ik fiets langzaam door het stadje heen om een hotel bordje te kunnen spotten maar na 3 km fietst ik stadje weer uit zonder een hotel te hebben gezien. Dan maar even vragen. Met wat Engels, Thais en wat internationale gebarentaal vind ik het al rap een hotel waar ik een mega kamer krijg voor slechts 15 euro. 

De volgende dag die iets minder nat verloopt fiets ik naar Krabi waar ik voor de helft van het geld van gisteren een hotel boek. En elke 7 en een halve euro is dit hotel allesbehalve waard. In vergelijking met gisteren had dit niet meer hoeven kosten dan één euro. Het heet hier K-guesthouse. Geen idee wat ze met die K bedoelen in het Thais of Engels maar ik vertaal hem naar alle Nederlandse scheldwoorden die met een K beginnen. Ik had van te voren de kamer moeten bekijken want dan had ik zeker verder gezocht. Om maar eens te beginnen met er allemaal mis is, bij deze een beginnetje. Mijn kamer heeft een tweepersoonsbed dat net in de kamer past. Ik moet constant om het bed heen schuifelen dat tussen twee muren is ingeklemd. Er zit geen raam in met direct licht van buiten. Geen handdoek, toilet zonder toiletpapier op de gang, douche op de gang. Geen stopcontact om mijn scheerapparaat op te laden, geen kasten, geen dekens. En gisteren had ik dus een hotelkamer die zo groot was dat er sprake was van het feit dat ik niet om een bed moest heen lopen maar dat ik juist naar mijn bed moest toelopen als ik wilde gaan slapen. Ik had een kamer waar ik in rond kon lopen, kon dansen als ik het zou kunnen. Ik heb er ook mijn wielren kleding uitgewassen, iets waar voor ik in K-hotel nog eens 100 baht boete zou krijgen ook. Echt gezellig hier. Tip voor Krabi gangers,.... Drie keer raden, ga niet naar het K-guesthouse.

woensdag 24 december 2014

Kerstmis in Thailand

Kerstmis in Thailand? Kun je het jezelf voorstellen? Misschien niet, ik zal daarom maar een omschrijving geven. Thailand is voornamelijk een Boeddhistische land met in het zuiden vier provincies waar moslims wonen en die het vertikken om het centrale gezag van Bangkok te accepteren. Ik weet nier precies welke geloven de kleine bergstammen aanhouden en er zijn vast ook een paar verdwaalde katholieken en joden in dit land te vinden. Maar grofweg kan gezegd worden dat Thailand Boeddha vereert. En dat doen ze met tempels, heel veel tempels. Je struikelt erover. Als tempels bekijken echt je passie is dan ziet je hier op rozen. 

In grote toeristen centra wordt wel wat gedaan om de kerstsfeer er een beetje in te brengen. Er staat een nep boom in de foyer en de receptioniste heeft een kerstmuts op. De prostituees en de dames van de foute massage salons dragen ook kerst accessoires. Van die rendier hoorntjes met lichtjes op hun hoofd en een donzen rode hartje op hun borst. Af en toe ergens wat kerstmuziek en dat was het dan. Er staan hier geen kerstmannen met een dikke buik in een warm pak met een witte baard voor de winkelcentra hohoho te roepen. Hele heggen aan kerstverlichting die de elektriciteitsrekening doen ontploffen, dat kennen ze ook niet.  

Maar wat blijkt? Zelf in niet toeristisch Thailand vinden het ze het blijkbaar toch leuk om iets kerstmis-achtigs te doen. Ik zit nu in Surat Thani, een kleine stad waar toeristen alleen maar komen om de boot naar Koh Samui te pakken en daar een week op het strand te gaan liggen. En dat het niet toeristisch is, meet ik af aan de hoeveelheid aanwezige massage salons. Als ik moet zoeken naar zo'n salon om mezelf twee uur te laten pijnigen door een kleine Thaise dame dan weet ik genoeg. Als ik over de massage salons struikel dan is het gebied toeristisch. En toch doen ze zelfs hier aan kerstmis gedoe. Mijn hotel zit aan een drukke straat met aan de overkant een winkelcentrum. De kerstmis verzamel cd die ze daar de gehele dag draaien kan ik horen in mijn hotelkamer. 'S avond op de nachtmarkt dragen alle verkopers een kerstmuts. Er lopen twee toeristen rond, mezelf incluis. Alles is verder op Thai ingericht. Ik kijk over alles en iedereen heen en stoot mijn hoofd overal tegenaan.

dinsdag 23 december 2014

Fietsblog

Dit is een fietsblog, dus het moet nu ook maar eens over fietsen gaan. Dat gezeur van mij over wat al die andere buitenlanders doen, dat heeft ook weinig met fietsen van doen. Trek je er niets van aan, het is ook maar mijn mening. Bij deze dus een poging om het bij fietsverhalen te houden.

Kilometer 1-458

Er staat een bordje met de aanduiding 'scenic route' maar als ik zelf een naam had mogen bedenken dan had ik voor autistische route gekozen. De weg is kaarsrecht en zowel links als rechts liggen rijstvelden. Als je jezelf als autist afvraagt wat er de komende uren aan landschap volgt dan is het antwoord lekker duidelijk. Rijstvelden, en om de paar kilometers is er een uitzichtpunt. De eerste keer dat ik dat bordje tegenkwam was ik nog nieuwsgierig, over 500 meter een uitzichtpunt. Ik dacht nog, zou je vanaf daar de zee kunnen zien? Maar nee wat bleek, het was een uitzichtpunt over de rijstvelden. Ik mag dit soort wegen wel. Niet nadenken en doorfietsen op de grote plaat want er staat een stevige wind in de rug. Het is hier vooral rustig wat gisteren totaal niet het geval was. Het duurde een kilometer of 50 voordat ik Bangkok echt uit was en op rustige wegen fietste. Het grootste gevaar zat in de brommertjes. Niet de bussen of de pick-up trucks die rakelings langs me af rijden. Die gasten de kijken nog wat ze doen. De meeste brommers hier hebben geen spiegels en als ze die al wel hebben, staan ze naar binnen geklapt om makkelijker tussen het verkeer te kunnen laveren. De brommertjes rijden doorgaans helemaal aan de linkerkant, tussen het trottoir en de meeste linkse auto's. Of als daar geen ruimte is de tussen linker baan en de middelste baan. Ala ergens blijkt dat ze er niet meer tussendoor kunnen dan veranderen ze van tussendoor rijstrook. Dat is niet gek, dat doe ik ook constant. Alleen zij kijken zelden of er niet toevallig iemand anders al op die tussendoor rijstrook zit. Ze knallen hun stinkende tweetact brommer er gewoon tussen. Ik was best blij toen ik eindelijk Bangkok uit was en een rustige weg opdraaide. Die weg tussen rijstvelden door is dan niet een echte 'scenic route'. Het fietst wel veel prettiger.

Een paar dagen later fiets ik zelf op een heus fietspad. Geen halve vluchtstrook op een twee op vierbaans weg die door brommertjes wordt bereden en door auto's als parkeerplaats wordt gebruikt. Ze hebben hier een fietspad aangelegd langs een drukke weg die echt uitsluitend voor fietsers is bedoeld. De brommertjes mogen er niet rijden. Tien kilometer lang mijn eigen fietspad want fietsers hebben ze hier niet. Nou ja, af en toe moet ik een geparkeerde auto op mijn fietspad omzeilen. Het is eigenlijk moeilijk voor te stellen dat er zoveel overheidsgeld is gespendeerd aan een zo kleine groep verkeersdeelnemers. Net zoiets als dat ze in Nederland een baan op de A2 speciaal zou hebben gereserveerd voor mensen met een rode Opel Corsa uit 2009. Ik denk overigens niet dat er maar iemand zich aan die regel zou houden. Ik kan het die geparkeerde auto's op het fietspad hier ook moeilijk iets kwalijk nemen. Behalve dat wat overdreven luxe fietspad hebben ze hier ook drempels. En dan niet van die zunige drempels. Ja hooguit, zuinig in de hoeveelheid geld dat deze dingen hebben gekost. Maar de effectiviteit is gigantisch. Het zijn betonnen drempels van 10 cm hoog en 30 cm lang. Het is een soort afgevlakte stoeprand waar je overheen butst. Zelfs als fietser moet ik ervoor remmen. Daar begint mijn irritatie al een beetje maar die wordt pas echt groot als ze die dingen zo weten te verhullen dat ik ze niet zie aankomen. Dan klapt plotsklaps mijn stuur bijna uit mijn handen. Als ik mijn handen wat minder stevig om de remgrepen had geklemd dan lig ik hier languit op het asfalt, inclusief een verzameling schaafwonden. In de verenigde staten en in Venezuela heb ik ook zulke drempels gezien. Daar moest je echt niet met meer dan 5 kmh overheen rijden. Misschien moeten we als Nederland onze ontwikkelingshulp eens wat anders gaan organiseren. In plaats van in Bangladesh ingewikkelde waterkeringen aan te gaan leggen, moeten we onze drempels gaan promoten. Van die dingen waar je gewoon nog zonder een hernia op te lopen met 30 kmh over heen kan rijden. 

Na 458 km ben ik nu 2 andere fietser tegengekomen. De eerste was een Vlaming die ik op de luchthaven trof. De tweede is een fransoos die niet op vakantie is maar rondreist.  Hij is niet ouder dan 30 en heeft nu al meer van zuid-oost Azië gezien dan ik in de volgende 10 jaar voor elkaar krijg. Zijn wijze van fietsen en reizen is zo ongeveer de omgekeerde wereld van mijn fietsreis. Zo fiets ik op een moderne fiets rond die niet de hoofdprijs heeft gekost maar toch ergens tegen de 1800 euro aanzit. Banden die niet zomaar lek geprikt worden bij het eerste stukje glas. 10 speed derailleur, remmen waar je ook werkelijk een noodstop mee kan maken en wielen waar levenslange garantie op zit in geval van spaakbreuk. De fiets van de fransoos is uit een andere prijscategorie. Geen ding waar ik zelf op zou willen fietsen en ik schat zo snel in dat zijn fiets in Nederland niet meer dan 500 euro kost. Het is een zeven speed fiets, dat is technologie van 25 jaar geleden. Ik fiets een stukje met hem samen en hij schakelt een keer mis omdat zijn derailleur niet goed staat afgesteld. Als hij dat euvel wil rechtzetten, zie ik ook dat er speling op de cassette zit. Lichtgewicht zal het geheel zeker niet zijn. Zelfs zijn gereedschap valt in de categorie Aldi kwaliteit. Ik heb in gewicht minder gereedschap bij me dat in totaal meer functionaliteit heeft. Maar behalve zijn fiets is ook zijn stijl van reizen volledig anders. Hij slaapt niet in hotels maar heeft zijn eigen tent bij zich. Hij vertelt dat hij de afgelopen twee weken buiten heeft geslapen. Zijn baard verraadt dat hij zich ook al die tijd niet meer geschoren heeft. Zou hij wel een douche gezien hebben de afgelopen twee weken? Of zijn kleren gewassen? Hij heeft geen wielrenbroek aan en een koerstrui zoals ik. Ik heb gewoon een volledig wielren tenue aan. Inclusief helm en fietsschoenen met klikpedalen. Hij fietst op slippers en zijn kleding heeft meer weg van een straatschoffie. Toch is hij niet van het niet-sportieve. Dagafstanden van 100 km maakt hij ook en in Pattaya heeft hij zelfs een marathon gelopen. Toch zie ik niets in zijn manier van reizen. OK, hij kan op deze low budget manier maanden van huis blijven. Maar ik prefereer toch een echt bed, elke dag een massage en een moderne fiets.

Kilometer 459 - 737

278 km in twee dagen tijd. Een rotdag en een monsterrit. De dag na mijn rustdag aan het strand ben ik niet vooruit te branden. De rustdag lijkt me geen goed te hebben gedaan. Ik heb constant een zeurende pijn in mijn onderrug en er zit geen macht in mijn benen. Het is goed warm vandaag en ik heb weer de hele dag wind mee. Maar zelfs daar kan ik me vandaag aan irriteren. Er is ook niets mis met de route, een mooie weg langs de kust over rustige wegen en geen vervelende honden. Na 98 km ben ik Chumpon en het is pas een uur. Ik was ook vroeg weg vanochtend en ik besluit om niet verder te fietsen en hier een hotel te pakken. Dat besluit neem ik op het moment dat ik wat zit te eten en te drinken voor een 7 11 mini market. Er stoppen ook twee andere fietsers die ik een paar kilometers terug met een rotgang heb ingehaald. Ze fietsen traag omdat het pakezels zijn. Ik vind dat ook weinig met fietsen te maken hebben. Ze hebben met zijn tweeën een vijfvoud van de bagage die ik bij me heb. Normaal knoop ik wel even een praatje aan maar daar heb ik nu geen puf voor. De volgende dag knoop ik wel even een praatje aan het een solo fietster. Als ik haar bijhaal, zie ik het al meteen, dit is Nederlandse meid op de fiets in Thailand. Ik begrijp nu zo goed waarom al die buitenlanders direct zien waar we vandaan komen. We stralen het gewoon uit. Ze is blond, begin 20 en fietst solo door Thailand heen. Welke Française doet nu zoiets? Als ik haar aanspreek hoor ik direct aan haar Engelse accent dat ik gelijk heb en inderdaad na de vraag, where are you from, komt het antwoord, from the Netherlands. Ze blijkt haar studie economie aan de universiteit Utrecht een half jaartje te hebben verplaatst voor economie studeren in Bangkok en ze gaat nu een paar weekjes op vakantie. En hoe doe je dat? Nou gewoon op de fiets vanuit Bangkok naar Ko Samui fietsen, daar een week op het strand liggen en dan weer terug. Ik had het zelf kunnen bedenken. Ik doe vergelijkbare dingen alleen dan over wat meer absurde afstanden.

Op stom wonderbaarlijke wijze verloopt de volgende dag stukken beter. Ik heb goed geslapen en goed ontbeten. Nog even een Amerikaan gesproken die me vertelde in Krabi even navraag te doen over de zuidelijk regio van Thailand. Ik dacht dat ik aan de goede kant van de Thailand naar het zuiden te fietsen maar hij was er niet zeker van. Ook zuidelijk van Krabi schijnt een stelletje moslim extremisten de boel onveilig te maken. Hij had het over leraren op scholen die werden vermoord. En ook toeristen zijn daar wellicht niet veilig. Stelletje eikels, die moslims. Of eigenlijk zou ik moeten zeggen, stelletje eikels die extremistische moslim terroristen. Maar ik denk dat ik toch echt beter kan zeggen, stelletje eikels die moslims. Als ik moslim zou zijn dan zou ik hard mogelijk van de daken schreeuwen dat ik niets maar ook helemaal niets met die extremisten van doen heb. Ik zou geen medium ongebruikt laten om te laten horen dat mijn geloof vredelievend is. Maar de hoeveelheid moslims die ik dit echter zie doen is nogal aan de magere kant. Iets zegt me dat er een groot deel van de moslims is die weliswaar het extremisme afkeurt maar wel zodanig anti-Westers is of toch op zijn minst anti-Amerikaans is dat ze een beetje klem zitten tussen twee werelden. Meer iets in de trant van, OK die extremisten deugen niet maar die zijn tenminste wel tegen Amerika. Dat je geen voorstander bent van de Verenigde Staten kan ik me ook best indenken. Hun Guantánamo bay waterboarding martelpraktijk en hun wereldwijde afluisterstrategie is best iets om fel tegen te ageren. Maar je zou als brave moslim best wel eens de moeite kunnen nemen om duidelijk te maken dat de terreur van Isis niets met jouw geloof te maken heeft. De westerse wereld is hier wat overtuigender in. Wij moeten gewoon overduidelijk niets hebben van de moslim extremisten en we bestrijden ze met bommen en granaten. En nou ik toch bezig ben om een heel geloof over de kling te halen, het bevalt me helemaal niets hoe ze met hun vrouwen omgaan. Dat is gewoon mensonterend. Hun belachelijke regeltjes om vrouwen te beschermen tegen de lusten van mannen door ze te sluimeren en in huis te houden, is te zot voor worden. Ze zeggen dat ze daarmee respect tonen voor vrouwen maar het omgekeerde is juist het geval. Als je vrouwen echt respecteert dan leg je ze juist geen regels op maar laat je ze zelf hun eigen keuzes maken. 

Hoe dan ook is de vorm vandaag plots wel aanwezig. En al heel snel besluit ik om er vandaag maar een monsterrit tegenaan te gooien. Surat Thani is een grote stad die 180 km verderop ligt, dus dat is het einddoel voor vandaag. En het leuke van een monsterrit is dat ik me zelf de hele dag voor de gek kan houden. Ik kan de hele dag tegen mezelf zeggen, yeah monsterrit!! Ik kan daar geen genoeg van krijgen. Elke keer op mijn gps kijken, 80 km gedaan nog 100 km. 110 km gedaan nog 70 km. En dat de hele dag lang. Vorm hebben is gaaf en ik heb besloten om daar vandaag heel lang van te genieten. Nou ja, de laatste 25 km niet echt. Het regent dan een beetje en ik begin nu toch ook langzaam moe te worden. 

zondag 21 december 2014

Thaise lycra nicht

Ze bestaan. Ze bestaan echt. De Thaise evenknie van de Nederlandse lycra nicht. Je kent ze vast wel. Elke zondag maken in Nederland mannen op middelbare leeftijd de fietspaden onveilig op dure Pinarello's, Colnago,s en BMC's. Of op suffe Kogas, Cubes of Jan Janssens. Mannen die hun benen scheren en in een te strak lycra pak waar een bierbuikje onder zit verstopt een rondje gaan fietsen met hun beste vrienden. Onderweg stoppen voor een kop koffie en een appelpunt en daarna er een wedstrijdje van maken om als eerste op het clubhuis terug te zijn. Altijd op zondagochtend als de vrouw nog slaapt en de kinderen achter de Nintendo zitten. Het is een beetje wielrennertje spelen alleen dan niet in een prof tenue maar gesponsord door de lokale tuinder, bakker of Ford garage. En met de naam van club natuurlijk. En die namen van de wielrenclubs in Nederland zijn soms op het aandoenlijke af. Het kleine verzet, tandje erbij, de doortrappers, polderstoempers, de snelle wielen, thuis zitten is ook niet alles. Al die namen wijzen er op dat die na een avondje brainstormen in de kroeg zijn bedacht. Na 10 biertjes lijkt alles veel leuker dan het in werkelijkheid is. En zodoende werden er dus 25 fietstenues besteld in de kleuren rood, groen en zilver met zo'n fantastisch naam en bloemist Fleurop sponsort de boel.

En ik maar denken dat zoiets typisch Nederlands is. Of hooguit Nederland en Vlaanderen dan. Maar vandaag bleek dat dit fenomeen ook in Thailand voorkomt. Het ziet er wel heel anders uit dan bij ons. Waar wij Nederlanders met 15 graden al in korte broek fietsen, vinden ze hier bij 29 graden een lange broek een beter idee. En waar bij ons het fiets pelotonnetje strak in het zelfde tenue is gestoken, is het hier een ratjetoe aan gekozen fiets kleding. En ook aan gekozen fietsen. Lang niet iedereen heeft een heuse wielrenfiets. Ook hybrides met spatbordjes en mountainbikes maakten onderdeel uit van het geheel. Maar het pelotonnetje dat ik vandaag zag, was toch de typische evenknie van onze lycra nichten. Ik fiets hier nu al een week rond en pas vandaag op zondag ochtend kom ik ze tegen. Inderdaad, als de vrouw nog op bed ligt en de kinderen achter de televisie zitten.

zaterdag 20 december 2014

Rustdag op resort Niemandal

Ik hou een dagje rust op een strand resort. Er is hier verder niets. Alleen maar strand en veel resorts huisjes. Een paar toeristen en verder niets. Er is geen winkeltje of althans ik heb het niet gevonden. En een paar restaurants maar dat is goed zoeken om ze te vinden. Deze plek aan het strand kenmerkt zich vooral door heel veel lege strandhuisjes. Bij de meeste resorts is het nogal zoeken. Zoeken naar de ingang, zoeken naar de receptie en al helemaal zoeken naar personeel. Bij twee resorts waar ik wel een receptie kon vinden heb ik een tijdje staan dolen en zoeken. Heel veel sawadees en hellos roepen in de hoop dat er iemand wakker zou worden. Maar er gebeurde niets.

Het is net niet helemaal uitgestorven hier in Bang Saphan. Er loopt een toerist op het strand, er rijdt een brommer voorbij en er blaft een hond. Als ik voor mijn huisje een boek zit te lezen, stoppen er drie Duitsers op scooters die een resort zoeken. Ze hebben de naam maar ze kunnen het niet vinden. Een Duitser spreekt redelijk Nederlands maar helpen kan ik hem niet. De naam die hij noemt heb ik niet gezien toen ik hier rond fietste op zoek naar een overnachting. En al zou ik hem gezien hebben dan is dat nog geen hulp. Wellicht hebben ze daar ook geen receptie of als ze die wel hebben,.... Inderdaad, drie keer raden, dan zit er geen mens. En het is nog wel weekend vandaag. Maar geen Thaise mensen die hier een weekend aan het strand komen vieren. 

Net zoveel toeristen als hier zitten, is er ook personeel aanwezig. Er ligt een hier een kilometerslang zandstrand met palmbomen. Een tropische zonnetje waar factor 30 of meer eerder een vereiste is dan een noodzakelijkheid. Maar zonnebaders tref ik er niet. Die zitten waarschijnlijk allemaal op Ko Samui, een eiland hier verderop wat waarschijnlijk net iets mooier is en elk jaar meer toeristen trekt. Ik maak op deze rustdag een strandwandeling van een half uurtje. Een keer op en neer lopen en me verbazen over hoe rustig het hier is. En dat in dat ene halfuurtje in de zon presteer ik het om mijn voeten te laten verbranden. Mijn nek had ik ingesmeerd maar aan mijn voeten had ik even niet gedacht. Hopelijk gaat dat morgen niet in mijn fietsschoenen irriteren. 

Ter illustratie, ik schrijf dit stukje als ik als enige gast in een van de weinige restaurants heerlijk heb gegeten. Vers gebakken inktvis met basilicum, pepers en rijst. Een grote fles lokaal bier erbij omdat de kleine versie op was. Schuin voor me zitten aan een tafeltje twee jonge Thaise meiden en de kokkin die waarschijnlijk hun moeder is. Ze kijken verveeld voor zich uit of spelen met hun telefoon. Boven de lampen van de van de bar zwermen vliegjes en de Heineken reclame staat er wat rommelig bij. Uit de speakers klinkt Europese en Amerikaanse balads uit de jaren 80, waarschijnlijk een verzameld CD. De zee die nog geen 25 meter bij me vandaag ligt, gaat non-stop door met ruisen. Niet alleen hou ik vandaag een rustdag, de hele wereld hier lijkt het vandaag een paar stappen langzamer te doen.

woensdag 17 december 2014

Van Bangkok naar Kuala Lumpur

In het Engels zouden ze zeggen, this is a road trip. Ik weet niet of daar een mooie Nederlandse vertaling voor is. Een reis over de weg klinkt een beetje suf. Maar dat is wel de essentie, dit is een verslag van fietstocht van Bangkok naar Kuala Lumpur. Dat gezegd hebbende kan ik eigenlijk wel ophouden met schrijven. Veel meer dan dit gaat er niet gebeuren. Fietsen, smeren met zonnebrand, blaffende honden, stinkende pick-up trucks, brommertjes, verbaasde Thaise gezichten, massages en noedel soep. Dat is het zo'n beetje. En dat vier weken lang.

Dit lijkt op een stoer verhaal omdat er toch wel wat dingen inzitten die niet helemaal alledaags zijn. Ik reis solo, ik heb geen back-up plan in de vorm van een reisorganisatie die iets voor me kan regelen. Ik heb een ticket naar Bangkok geboekt en een ticket terug vanuit Kuala Lumpur plus twee hotelovernachtingen in Bangkok. En dat was zo'n ongeveer de gehele voorbereiding. Verder is het een graf eind fietsen, 1800 km in totaal waar ik 4 weken voor heb. Een route heb ik deels en ik nog geen idee waar ik tussendoor overnacht. Toch is ook allemaal niet zo heel spannend. Ze hebben hier ook gewoon mooie verharde wegen. Onderweg kun je overal heerlijk eten en Thai zijn doorgaans hele vriendelijke behulpzame mensen. Wat zou er nu in vredesnaam mis kunnen gaan? OK, ik zou door een rabide dier kunnen worden gebeten en hondsdolheid oplopen wat een dodelijke ziekte is. Ik kan geschept worden door een onoplettende pick-up truck. Of na 150 km nog steeds geen hotel kunnen vinden en geen water en voedsel meer bij me hebben. Of dat er iemand drugs in mijn bagage stopt en dat ik daarvoor in de lokale gevangenis beland. De kans is echter veel groter dat ik elke dag met een hele grote grijns op mijn gezicht rondfiets en elke avond heerlijk zit te eten.

De meeste Thai die het reisdoel horen, kijken me verbaasd aan. Malloot, denken ze waarschijnlijk. Misschien ook wel terecht. Er zijn ook treinen en bussen en taxi's en dat verplaatst allemaal een stuk comfortabeler. Wat ik doe, is pure zelfkwelling. Ik heb ook besloten om niet te koop te lopen met mijn fietsreis. Als ze er naar vragen dan vertel ik ze wel met wat voor malle fratsen ik bezig ben. Een van de redenen hiervoor is een gesprekje dat ik zag op de dag dat ik uit Bangkok vertrok. Daar zag ik een Europese blanke man van ver in de zestig samen ontbijten met een Thaise schone van nauwelijks 25. Hij had haar opa kunnen zijn. Aan haar kleding te zien heeft hij haar gisteren opgepikt uit een gogo bar. Ze heeft maar mini mini jurkje nog aan plus stiletto hakken. Alles aan haar straalt uit, ik heb zin in seks. En eerlijk gezegd lijkt me het geen straf ook om het met haar te moeten doen. Dit soort gesprekken tussen te oude mannen die te jonge dames hebben opgepikt, heb ik vaker gezien. Dit verloopt volgens het boekje. Het is hij die het gesprek gaande moet houden. Hij stelt vragen en zij zegt nauwelijks iets terug. Als hij kapt met praten dan valt er direct een pijnlijke stilte. Zij zit er alleen maar voor zijn geld. Als hij niet meer voor haar drankjes, diners,  kapper afspraken en boodschappen betaalt, dan is het gedaan. Hij wil een jong mokkel om sex mee te hebben. Misschien dat de man er zelf een wat romantischere uitleg bij heeft maar daar zou ik toch geen snars van geloven. 

Ergens halverwege het ontbijt gesprek begint de man uit te leggen dat hij een fietstocht met vrienden heeft gedaan. Aan zijn glunderende uitstraling kun je zien dat hij wil laten blijken hoe jong en vitaal hij nog is. Hij is grijs, heeft rimpels en hij heeft sandalen met sokken aan. Wat wil je nu precies duidelijk maken opa? Dat je rikketik het nog doet? Aan de 47 vraagtekens op haar gezicht kun je zien dat ze denkt, wat is dit voor maloot. Die vragende blik zorgt ervoor dat de man nu een fietsende beweging met zijn armen gaat maken om zijn verhaal duidelijk te maken. De 47 vraagtekens in haar gezicht veranderen in een blik die meer denkt van, oh shit waarom heeft nu net deze eikel me eruit gepikt. Hoe lang gaat die ongein nog duren, zie ik haar denken. Misschien besluit ze wel om net zo vaak om seks te vragen dat opa na een paar dagen uitgeblust is.

Die overdreven glunderende blik van opa heeft me geleerd dat wat ik doe misschien wel sportief is. De rest van de normaal denkenden wereld snapt er toch geen barst van. Ik ga geen poging doen om indruk op iets of iemand te maken met een monster fietsreis. Ik, plus nog een handje vol andere fiets idioten, zien er de lol van in. De rest ligt lekker aan het strand met een cocktail binnen handbereik.

maandag 15 december 2014

Onderweg naar Bangkok

Achter me in de kist van Amsterdam naar Dubai zit een ouder echtpaar dat nog nooit van de harde weg is gewest. Ze snappen niets van het onboard entertainment systeem van Emirates. De stewardess heeft ze al een paar geholpen maar inmiddels loopt zij ze ook stoïcijns voorbij. Als ze elkaar iets proberen duidelijk te maken dan gebeurt dat op een toon waarbij mij de haren van overeind gaan staan. Het is niet vriendelijk hoe ze naar elkaar zijn. Met een harde stem en een boel verwijt wordt uitgelegd wat de ander fout doet. NEE, JE MOET NAAR MUSIC EN CEEDEE'S TOE!!! DAT IS DE CANCEL KNOP EN NIET DE PAUZE KNOP!! Mens, hou je kop toch, denk ik. Het halve gangpad is getuige van jullie discussie. Ik hou me in om er iets van te zeggen. Dat gaat nooit een prettig gesprek worden. 

En als er niet luidkeels wordt gesproken dan zijn er nog een verzameling bijgeluiden van de man die in een woord onsmakelijk zijn. Gerochel, luide niezen, vage keelgeluiden en weer een oer rochel. Zou dit nu echt hun eerste keer vliegen zijn? Of echt de allereerste keer dat ze reizen en nog niet weten dat het voor iedereen prettiger is om een beetje met gedempte toon te praten. Kinderen van 8 moet je zoiets nog leren. Die kunnen dol enthousiast de kamer in rennen en gillen dat ze gewonnen hebben met voetballen. Er zijn blijkbaar ook een paar grijze knarren die dat stukje opvoeding hebben gemist.

In Bangkok regel ik tegen de officiële regels in een taxi voor een vaste prijs. Dat kwam gewoon handiger uit. Ik snapte het systeem ook niet zo goed. Voordat je een taxi in kan stappen moet je je eerst melden bij een centraal punt. Daar vertel met hoeveel je bent en welke bagage je wilt meenemen. Dat had ik netjes gedaan en ik krijg taxinummer 48. Maar in de gedoe van het regelen tref ik ook nog een Vlaming met een fietsdoos die ook naar Bangkok wil. En het is makkelijker om een taxi delen. Maar in taxi 48 passen geen twee fietsdozen; in taxi 49 echter wel. Daar stappen 3 chinezen in met bagage voor 5. OK, dus eerst doen we een een taxi wissel en we leggen de twee dozen in de grotere taxi. Maar nu wil onze chauffeur de meter niet aanzetten, iets waar hij eigenlijk wel toe verplicht is. De Vlaming hamert er op dat hij de meter aanzet maar onze taxi chauffeur is ook niet gek. Je hebt maar een taxi voor een man en een fietsdoos gevraagd en nu prop je twee fietsen en twee man in, zegt hij. Dat was natuurlijk ook niet helemaal netjes. Hij stelt een vaste prijs voor die wij te hoog vinden. Maar een beetje gesjacher komen we op een betere prijs uit. Iets in de trant van, OK ik houd me niet aan de regels en dan hoef jij dat als taxi chauffeur ook niet te doen. Maar dan wil ik wel een schappelijke prijs. Voor 350 baht wordt ik voor mijn hotel afgezet. Inchecken, fietsdoos versjouwen en eerst maar eens in uurtje pitten. 

S avonds loop ik door de stad op een zoek naar een massage zonder happy ending. Dat is nogal zoeken in deze wijk. Mijn hotel ligt zo'n beetje in de foute wijk van Bangkok. Ergens halverwege mijn wandeling loop ik een doorlopend straatje in waar zowel links als rechts alleen maar massage salons zitten. Van alle kanten wordt ik door de dames hun massage salon ingelokt. 27 jonge vrouwen tegen een man. Kunnen ze wel. Ik weet niet meer waar ik kijken moet, zij wel. Rechtsomkeer dan maar.