dinsdag 7 juli 2020

Les Ecrins

De Ecrins is een berggebied in de Franse Alpen welk alleen maar in superlatieven kan worden omschreven. Het is gigantisch groot, geen col doorsnijdt het gebied. Niet geasfalteerd en zelfs geen wandelpad. Een rondje rondom de Ecrins duurt dagen op de fiets. En een ronde eromheen rijden is het gebied niet zien. De enige manier om een glimp op te vangen van deze Alpen reuzen is een doodlopende weg in fietsen. Totdat het asfalt verandert in een stenig pad waar slechts wandelaars op stevige bergschoenen verder kunnen. Stoppen, afstappen en foto's maken. Adembenemend.

Gisteren stond ik te kijken naar de mont Pelvoux en het barre des Ecrins. Fenomenaal mooi. Twee jaar eerder fietste ik de doodlopende klim naar la Bérarde. Hemelsbreed is dat slechts een twintigtal kilometers verwijderd van waar ik nu sta. Om er te geraken moet ik óf een vierduizender bedwingen, óf 120 km fietsen. Vandaag sta ik iets noordelijker te kijken naar de pointe des Cerces. Weer een doodlopende weg, weer schitterend. En rustig. Rustig is het ook. De K-motormuizen komen hier niet. Alleen maar bezopen berggeiten zoals ik en heel veel wandelaars die moeite hebben hun auto geparkeerd te krijgen.

Twee doodlopende klimmen om een weekje buffelen in bergen af te sluiten. Heerlijk. Rust, ruimte, hoge bergen, azuurblauwe lucht en geen mondkapjes paniek hoog in de Franse Alpen. Tot de volgende keer

maandag 6 juli 2020

K Motoren

Even nog een bak frustratie van me af schrijven. Alle, echt alle motorrijders in Frankrijk mogen vandaag nog hun brommer inleveren en tot schroot laten verwerken. Ik begin die eikels op twee wielen per dag irritanter te vinden. Nu zou je kunnen zeggen dat een kleine minderheid het voor de grote meerderheid verpest, maar dat is niet waar. Die minderheid die het verpest is nauwelijks nog een minderheid te noemen. Misschien nog net onder de vijftig procent maar veel meer dan dat zal het niet zijn.

Waarom moeten die dingen een herrie knalpijp hebben? Wat is dat voor infantiele gedachte dat jouw brommer meer geluid moet maken dan die van het buurjochie? Iedereen die een luidere knalpijp heeft gemonteerd, heeft duidelijk de puberteit nog niet overwonnen en is ergens blijven hangen bij de gedachtengang van een 14-jarige. Heng heng. Yeah. Broem broem zegt mijn brommer. En jaaaaaaaah .... harder heng heng dan die van jou.

Ik fiets nu al een week of wat in Frankrijk rond en het gemotoriseerde verkeer dat me een hartverzakking bezorgt heeft, waren bijna allemaal motoren. Plus een leger Porsches op de Télegraph. Dat zijn feitelijk motorrijders met of teveel geld of lui om zich op twee wielen te willen verplaatsen. Er is geen enkele brave Fransman geweest die met een bloedgang en een tering herrie in zijn grijze Peugeot 308 mij heeft ingehaald. Alle normale Franssen rijden in Renaults, Peugeots of Duitse merken. Hun auto's zijn niet opgevoerd, ze maken geen herrie en ze wachten tot ze de ruimte hebben om zo'n trage wielrenner in te halen. Alleen die vermaledijde k-motoren moeten me met een bloedgang en F1-achtige herrie op nauwelijks een meter inhalen. Ik zal toch maar eens een halve meter naar links uitwijken om te zoveelste kuil in het Franse wegdek te omzeilen. Op het moment dat ik het gejank van de puber motor in de verte hoor aankomen, denk ik alleen maar. Oh nee, ik hoop maar dat die eikel me nog op tijd ziet.

Ik doe nu ook vast een groot aantal brave motoren tekort want die zijn er ook. Zij mogen van mij met alle plezier blijven rijden. En ja, ik ben zelf ook motorrijder geweest, ik heb er geen puber knalpijp op gemonteerd, maar ik heb er wel mee door te bergen gereden en ik hoop van ganser harte geen wielrenners er een hartverzakking mee te hebben bezorgd.

Maar aan alle kleine puber jochies met een te kleine plasser die proberen te over compenseren met hun 100pk+ brommer en kinderlijke herrie knalpijp, doe me een lol en rij jezelf het ravijn in. Een opluchting voor alles en iedereen die van de rust van de bergen komen genieten. 

zondag 5 juli 2020

Col Agnel

Midden in de Cottische Alpen ligt de col Agnel, ofwel colle d'Agnello. En deze staat al heel lang op mijn todo lijstje. Het liefst fiets ik deze grenscol tussen Italië en Frankrijk eens helemaal over. De ene kant op, de andere kant dalen. Maar dat geeft er ook een logistieke uitdaging bij. Een rondje waar de Agnel inzit, wordt al rap 400 km lang. De noordelijkere col tussen Italië en Frankrijk is de Montgenèvre, zuidelijker is er de col de Larche. Beiden zijn een aardig eindje om, zeker gezien de lange lus die je Italië moet rijden. Daarnaast, als je alleen een op en afje wilt doen, ligt deze col niet echt naast de deur. De beste optie is vanuit Guillestre, dan is een enkeltje naar de top 41 kilometer. De col ligt helaas niet naast de andere bekende reuzen uit de tour de France of de giro d'Italia.

Mijn route gaat vanuit Briançon en om dan bij de voet van de klim te komen moet ik eerst de col d'Izoard over en diezelfde Izoard wacht ook op de terugweg. Drie forse Alpencols op een dag. Tsja, je moet er wat voor over hebben. Maar de Agnel is echt de moeite. Met 2744 meter hoog net een klein treetje lager dan de hoogste geasfalteerde col van Europa (Iseran) maar landschappelijk gezien een stuk mooier. Tijdens de klim aan de Franse kant heb je op het eind een schitterend uitzicht op de pain de sucre, een berg van 3208 meter hoog die op een suikerbroodje lijkt. Ooit stond ik daarboven op en toen wist ik ook al zeker dat die Agnel er een keer aan moest geloven.

Uiteindelijk ben ik iets meer dan 6 uur onderweg, 121 km en ruim 3600 hoogtemeters. En dat allemaal voor een berg. 

vrijdag 3 juli 2020

Bambou d'Asie

Aziatisch wokken in het hart van de Franse Alpen. Ik kon het gewoon niet laten, ook al waren de Google recensies niet top. Tijdens een bezoekje aan de Carrefour zag ik dat er op hetzelfde bedrijventerrein een Aziatische a la volonté restaurant zat. En niet dat de Franse keuken zo'n ramp is, maar ik ben ook vooral Azië fan. Dus ik 'moest' dit toch even uitproberen.

Kwalitatief gezien is dit geen hoogtepunt, een beetje wat je van een all-you-can-eat restaurant mag verwachten. Gelegen op een bedrijventerrein, een grote zaal met een tegelvloer en een buffet in het midden. Een Italiaans restaurant in Bangkok is ook geen echte Italiaan, dus het heeft weinig zin dit etablissement tegen maatstaven van een super foodmarket in Hanoi te gaan houden. Zo is bijvoorbeeld de super spicy thaise saus (3 pepers) hooguit een beetje pittig te noemen. Maar ze hebben wel 4 soorten Aziatische bieren op de kaart staan en het buffet is best uitgebreid. Ook het wok menu en de keuze daardoor is best goed. Al met al best goed te doen voor een avondje mini Azië.

Iets anders wat me nu opvalt, is dat er hier veel minder corona paniek is. De regel in Frankrijk is dat je bij een verplaatsing binnen een restaurant een mondkapje op moet, aan tafel niet. Elke keer even naar het buffet lopen is dus mondkapjeplichtig. Alleen sommige personeelsleden dragen een mondkapje en geen van de gasten. Gisteren zat ik een chiquere tent te eten. Stukje duurder ook en heerlijke Franse gerechten. Eend als hoofdgerecht, amuse vooraf en een top witte wijn. Maar doordat iedereen zich aan de corona maatregelen hield ook een stuk onpersoonlijker. Ik zat ingeklemd tussen twee plexiglas schermen en alles wat aan me voorbij trok was gemaskerd. Nu laat de kledingkeuze van de gasten bij de Aziaat ook wel wat te wensen over. Het is net alsof ik in een goedkope sportschool zit.

Maar ja, ik ben Azië fan. Op het naar het toetjesbuffet