dinsdag 31 maart 2015

NTFU filmpje

De NTFU gaat Nederland opvoeden. Dat is zo’n beetje de strekking van een filmpje dat de NTFU op haar site heeft gezet. Hierin wordt uitgelegd wat wielrenners fout doen in de ogen van de NTFU en dat we elkaar hier op moeten aanspreken. Nobel initiatief want ik zie niets liever dan wielrenners die zich netjes en sociaal als een heer door het verkeer heen snellen. Maar helaas is het met dit soort goed bedoelde ideeën dat het geheel toch wat belerend en betuttelend overkomt.

In het eerste deel van het filmpje wordt een renner getoond die een bananenschil weggooit. Ik geef toe, dat kan niet en je stopt dat ding maar in je achterzak om bij de eerste de beste prullenbak die plakschil weer te lozen. Dat is ook een van redenen dat ik nooit bananen meeneem. Maar wat is dan de bedoeling als ik straks in het voorjaar iemand een bananenschil in de berm zie pleuren? Dat ik hem of haar met een betuttelende wijsvinger ga aanspreken op die schandelijke milieu overtreding? Dat zoiets ongepast is en dat zulks gedrag een negatieve smet over alle wielrenners in Nederland gooit. Ik zal toch geen preek hoeven te gaan houden en met een ellenlange wetenschappelijke uitleg hoeven te komen dat het drie jaar duurt voordat een zo’n schil door de natuur verteerd is. Ik stel voor het dat ik voorrecht krijg om de renner-in-overtreding gewoon direct in de berm te rossen. Mooie valpartij erbij inclusief een gebroken sleutelbeen. Dat zal ze leren.

En we schijnen ook niet door rood te mogen fietsen. Nee, echt? Dat wist ik nog niet. Ik ben niet echt een fan van verkeerslichten maar ik ben doorgaans wel een groot fan van de verkeersregels. Vooral de voorrangsregels daar ben ik gek op, de rest van de regels vind ik van minder belang. Als iedereen in Nederland zich aan de voorrangsregels zou houden dan zijn nagenoeg alle verkeersproblemen in een klap opgelost. En dan mag je van mij best op een uitgestorven verkeersplein dat ene rode stoplicht negeren. Het laatste deel van het filmpje is wellicht nog wel het grappigst. Op een compleet verlaten weg ergens ver buiten de bebouwde kom fietst een groepje renners zonder dat er overig verkeer aanwezig is. En wat gaan ze doen? Ze gaan harder fietsen en maken er even een wedstrijdje van. YES!! Zo hoort het dus, lijkt me. Wielrennen is toch ook een beetje competitie spelen, even het jongentje van 8 naar boven laten komen en de anderen pijn doen. En nu kan het even want je valt er geen overige verkeersdeelnemers mee lastig. Maar nee wat blijkt, ook hier is de NTFU op tegen. Waar zijn die gasten van? Van het wielrennen of van de bejaardensoos?

Wat is dan wel de oplossing? Het is namelijk te gemakkelijk om een verzameling zout op een goed bedoeld initiatief te leggen zonder met een beter alternatief te komen. Ik ben voorstander om die rare regel dat fietsers naast elkaar te mogen rijden per direct af te schaffen. Het grote probleem schuilt namelijk in het feit dat fietspaden smal zijn en het er druk is met brommers, wielrenners en fietsende moeders met kinderen. Veel mensen met verschillende meningen op een kleine ruimte, dat is een garantie voor ruzie. En hoe we ook ons best doen om beter met elkaar om te gaan, het is veel effectiever om gewoon meer ruimte te maken. En als we niet meer naast elkaar gaan rijden, ontstaan er plots zeeën van ruimte. Probleem opgelost. En dat betekent dus ook dat de wielerpelotonnetjes niet meer twee-aan-twee al het verkeer van de weg af kunnen drukken. Want dat is namelijk iets waar zelfs ik als wielrenner me doorgaans groen aan erger.

vrijdag 27 maart 2015

VJ on Tour

Een grote aaneenschakeling van knulligheden. VJ on tour is als evenement bedoeld om het aftelpunt van nog-100-dagen-voor-de-tour feestelijk in te luiden. Als de rest van de tour evenementen net zo knullig zijn als deze, slaan we alleen maar flaters richting de rest van de meekijkende wereld. Groots aangekondigd op utrecht2015.com, facebook en twitter; en er is flink wat geld in dit evenement gestoken want de toegang is gratis en is het een grote licht en geluidshow met live band. Hoe jammerlijk is het dan het geheel er zo knullig uit ziet.

De show begon. Gewoon op tijd en geen enkele bobo geeft vooraf een praatje gehouden van een paar minuten waarom die show er was en wat dit betekende voor de stad. Die bobo’s stonden in het Beatrix theater in de lounch te borrelen. Hoog en droog en nog geen kwartier nadat de show was begonnen, hadden ze plekje voor het raam ingeruild voor de bar. Laat we maar zeggen, een van de vele gemiste kansen. De show begon met een 15-tal danseressen die de trappen bij het stadshuis gracieus van boven naar beneden afdaalden. Ze konden echt goed dansen; dit was geen amateur gezelschap dat een keer in de week oefent. Behalve deze actie kwamen de dames regelmatig op de trappen in actie. Helaas was de bedoelde choreografie echter ver te zoeken. De dames zwierven met gracieuze passen over de gladde trappen maar wat heen en weer zonder dat mij duidelijk werd wat die omzwervingen voor betekenis hadden. Bovenop de trappen hield een fietskunstenaar met een trial bike een show. Dat is een fiets die niet bedoeld om op te fietsen maar waar acrobatische capriolen op worden uitgehaald. Van zijn show heeft bijna niemand iets meegekregen. Hij stond bovenaan bij de trappen op het plateau dat naar het NS station leidt, een meter of 10 hoger dan het aanwezige publiek. Voor zijn eigen veiligheid bleef hij een beetje van de trappen vandaan met als gevolg dat het publiek onderaan de trappen maar de helft van zijn kunsten zag. Als we als iets konden zien want achter hem stonden hele batterij felle lampen te branden waardoor je verblind werd. Zoiets heet een choreografische blunder van de eerste orde.

Zo rond de klok van kwart voor negen bleek dat er nog een noeste hardwerkende ambtenaar (ze bestaan dus echt) in het pand van het nieuwe stadshuis aanwezig was. Alle ramen waren al de hele tijd donker maar nu was er een raam van binnenuit verlicht. Ook lekker knullig. De lichtshow die op de gevel van het stadshuis verder woedde, had overigens niets met de tour van doen. Het tour logo? Niet in beeld geweest. Nijntje? Ook niet. Beelden van de tour? Ook niet. Nauwelijks iets dat aan de tour gerelateerd is, zat in de show verwerkt. Het Utrecht tour logo is niet getoond, er was geen tour muziek en er waren geen Franse chansons. Ook het begrip nog-100-dagen-voor-de-tour is niet in beeld geweest. Wat was er dan wel te zien? Tsja,.. rare poppetjes, abstracte lijnen, een paar wielen, nep fietsers, schakels van een ketting en ga zo maar door. Een lange brei van onsamenhangende beelden.

De sfeer op het plein waar een paar honderd mensen stonden te kijken, was verder goed. De live band produceerde een bas dreun die mijn ingewanden deed trillen. Voor me stond een groep gillende keukenmeiden, kennelijk vriendinnen van de een van de danseressen die telkens hartstochtelijk werden toegejuicht. De mobiele telefoons draaiden overuren en de selfie hype blijkt nog niet uitgewoed. Toch besluit ik na een dik uur om weer nar huis te gaan. Het is koud, het begon weer te regenen en met de knulligheid van de show had ik het inmiddels ook wel gehad.

VJ on tour? Een jammerlijk gemiste kans.

donderdag 26 maart 2015

De spinning les, het vervolg.

Na een paar weken sportschool en een x aantal spinning lessen verder, ben ik nog steeds helaas weinig positief over de spinning lessen. Ik merk ook dat ik er steeds minder kom. Ik kies voor andere lessen of op eigen houtje een cardio en kracht programma afwerken. Gisteren heb ik toch weer een keer gespind. Met deze keer een andere instructrice. En weer ben ik niet enthousiast gemaakt om deze les vaker te volgen. Wat was er nu dan weer allemaal mis?

Geen idee maar het zal wel aan mij liggen. Misschien ben ik gewoon een notoire zeur bij wie alles perfect moet zijn of ik had gewoon domme pech. Nadat ik fiets1 had ingesteld voor de hoogte en diepte van het zadel en stuur, bleek dat deze een slappe ketting had waardoor de fiets bij elke omwenteling van het vliegwiel een kleine hik in de aandrijving heeft. Dat fietst vervelend. Als de crank 360 graden in het rond draait, trapt die ergens op een ondefinieerbaar punt 10 graden in het luchtledige. OK, volgende fiets dan. Fiets nummer 2 bleek dronken te zijn. Dronken? Ja, dronken. Althans zo voelde het aan. Zittend fietsen was nog wel te doen maar staand fietsen was net alsof ik op de fiets te diep in het glaasje had gekeken. Nadere inspectie van deze fiets aan het einde van de les leerde dat de cranks niet in een loodlijn stonden. Als de ene crank op 0 graden stond dan zou de andere op 180 graden moeten staan maar dit was meer van 0/160. Fiets nummer 3 bleek wel goed. Weer even en zadel op hoogte en diepte instellen en daarna kon de les pas echt beginnen.

Ik had vandaag dus een andere spinning lerares dan alle voorafgaande keren. En over haar valt ook wel een verhaal te vertellen. Was die ene nog super enthousiast en rete fanatiek, deze was vooral gemakzuchtig. Nog niet eerder heb ik een instructrice meegemaakt die vaker naast haar fiets zat dan er op. Sportschool instructeurs doen dit wel vaker. Even zelf niet het goede voorbeeld geven maar een beetje rondlopen, kijken en aanwijzingen geven. Ik snap dat wel, zeker als je een paar lessen achter elkaar moet geven, dan kun je ook niet continue voor de volle 100% het goede voorbeeld geven. Maar deze naast-de-fiets-methode van lesgeven kwam bij mij toch een tikkeltje lui over. Ik heb haar niet kunnen betrappen op het produceren van zweet noch heb ik haar een keer zien hijgen. Ze smokkelde. Op alle mogelijke manieren. Die weerstand knop heeft de hele les rust gehad en bij de oefening waarbij het bovenlichaam stil moeten worden gehouden en alleen de benen mogen bewegen, ging ze stiekem op het punt van haar zadel zitten. De smiecht. Staand klimmen met het bovenlichaam stil is een zware oefening en zelfs bij de sterkste renners zie je nog altijd een beetje de heupen mee wiegen. Hoe goed je ook je best doet om dit gefixeerd te houden. Bij iets mindere goden is die wiegende beweging iets groter. Zij zat echt 100% stil. En ze kon ook zonder handen aan haar stuur fietsen. En dat laatste kan echt alleen maar als je ook op het zadel rust. Mij hou je met dit soort dingen niet voor de gek hoor.

donderdag 12 maart 2015

10 jaar geleden



Vandaag is het exact 10 jaar geleden. Tien jaar geleden dat ik op een beijzeld fietspad onderuit ging en onder begeleiding van lachgas op een brancard werd getild. Tien jaar geleden dat ik voor het eerst en voor het laatst in mijn leven in een ambulance heb gelegen. Tien jaar geleden dat de dienstdoende chirurg in het ziekenhuis in Almere mij vertelde dat ik een gecompliceerde dijbeenbreuk had. Tien jaar geleden dat ik onder verdoving van een ruggenprik geopereerd ben. Tien jaar geleden dat mijn zusje op bezoek kwam in het ziekenhuis. En tien jaar geleden dat ik aan de arts vroeg wanneer ik weer kon wielrennen. 

OK, 10 jaar dus. Een beijzeld fietspad, niet goed opletten en niet begrijpen wat dat glibberen van het achterwiel betekende. Ik was er gewoon niet bij die ochtend. En de gevolgen van de valpartij waren nogal rigoureus. Ik heb me ook niet opgevangen met mijn handen, armen of schouders. Ik ben gewoon vol op mijn heup gelazerd. En dus zaten er toen een paar grote scheuren in mijn dijbeen. Einde wielerseizoen.

Zes weken later kon ik weer lopen na 6 weken in een rolstoel hebben gebivakkeerd. De eerste keer onder de douche zonder krukken voelde zowel spannend  als bevrijdend tegelijkertijd. En er zat een waggel in mijn loop, net alsof ik te diep in het glaasje had gekeken. Die waggel heeft een fysiotherapeut er tevergeefs proberen uit te halen met veel masseren, rekken en strekken. Sterker werd ik wel door de oefeningen die ik moest doen. Hij kon helaas niet verhelpen dat ik met een waggel bleef lopen. Hij kon ook helaas niet verhelpen dat ik niet fatsoenlijk kon wielrennen. Rustig toeren was wel goed te doen maar alles waar echt kracht bij nodig was, dat was pijnlijk. Sprinten, aanzetten en klimmen deed altijd pijn. Maar ook niet-wielrennen dingen deden pijn. Ook een trap oprennen, een steile brug oplopen en staand sokken aantrekken deed pijn. En ik kon niet op mijn linkerzij slapen.

Ruim een jaar na de eerste de operatie werd het dijbeen opnieuw open gesneden om de gamma nagel van chirurgisch staal weer te verwijderen. Dat ding bleek een stukje uit het dijbeen te steken en zat te wringen tegen mijn bilspier aan. Logisch dus dat alle inspanningen waar de bilspier zich maximaal voor moet aanspannen, pijn deden. Na die operatie ben ik op motor vakantie geweest en ik kwam met 6 kg overgewicht terug. Maar ik kon wel weer wielrennen, ook het zware werk kon weer. Het seizoen liep inmiddels bijna ten einde maar ik heb voordat het afgelopen was me 6 weken lang helemaal het schompes getraind om weer op niveau te komen. In september heb ik nog een paar wedstrijdjes kunnen fietsen. Ik was terug. Terug op een racefiets in wedstrijdjes van niks maar ik zat wel weer op mijn racefiets met geschoren benen en ik kon een voortrazende wieler peloton weer gewoon bijhouden.

Vandaag is het precies 10 jaar geleden dat het gebeurd is en er gaat nog steeds geen dag voorbij dat ik het been niet meer voel. Het linkerbeen voelt nog steeds anders dan gewoon. Ik kan sinds een paar jaar wel op mijn linkerzij slapen maar dat heeft jaren geduurd. Het linkerbeen is nog steeds minder lenig dan het rechter en soms irriteert linkerbeen een beetje na een dagje klussen en ongelukkige houding aannemen onder een keukenkastje. Maar ik kan al weer jaren gewoon wielrennen op niveau en ook bergwandelen is geen enkele belemmering meer. Verder heb ik er niets aan over gehouden, behalve een mega litteken en wat angst cq terughoudendheid om in de winter op de fiets te stappen.


zaterdag 7 maart 2015

Voorjaarskoers op sloten

In mijn trainingslogboek zie ik dat mijn laatste koers op 2 augustus was. Dat is dus meer dan 7 maanden geleden. 2014 was hiermee geen productief wielerjaar. Een vage infectie heeft me na de zomer maanden van de fiets af gehouden. Het was om zot van te worden. Die ellende is al lang weer geleden en mijn vorm is onder andere dankzij 4 weken fietsen in Thailand afgelopen winter weer behoorlijk op peil. De vraag van vandaag was of ik nog een beetje mee kon komen in de trimmerskoers op Sloten. En antwoord luidt ja maar ik had wel een makkelijke dag.

Zo rap als mijn laatste koers ging, zo tam is het vandaag. Het gemiddelde stelt ook niet veel voor; uiteindelijk komen we uit op 39,6 kmh. Een deel van de tempobeulen die hier doorgaans het forse tempo van de koers doen laten oplopen, hebben op deze eerste lenteachtige dag van 2015 hun snipperdag opgenomen. Ik vind verder niet zo erg. Niet dat ik nu ineens kansen maak om hier iets te kunnen winnen maar ik kan daardoor wel redelijk makkelijk wennen aan een peloton op snelheid. Alleen in ronde 13 en 14 is echt oorlog in het peloton. Twee ronde wordt er fors doorgereden en het peloton waaiert in vier waaiers uiteen. De straffe zuidenwind zorgt voor de schifting maar na twee rondes ziedend hard koersen, is het peloton weer gesloten. Vervolgens gebeurt er 4 rondes nagenoeg niets. De renners die hebben proberen te ontsnappen hebben hun poging zien stranden en zijn moe. De renners die op een massa sprint uit zijn en de uitloop poging hebben teniet gedaan, zijn ook moe. En iedereen die met pijn en moeite kon volgen (ik dus) in dat spektakel is ook moe. Tijd voor een soort van staak-het-vuren en een paar rondjes adempauze.

Met nog 3 ronden voor de boeg, komen er weer uitloop pogingen. Kennelijk hebben er nog een paar renners puf gevonden. Maar de eerste 3 uitloop pogingen worden binnen een half rondje weer teniet gedaan. De laatste uitloop poging slaagt wel. Meer dan 100 meters krijgt de kopgroep van 8 niet maar ze houden wel knap stand. Van mij mogen ze. Als je met een jagend peloton op de hielen vooruit weet te blijven dan kun je echt wel fietsen. In dat jagende peloton zit ik dus ook waar ik voornamelijk bezig ben om gewoon de koers uit te rijden en mee te sprinten voor P-doet-er-niet-toe. Ik vind dat altijd wel geinig. Er zijn renners die nog voluit sprinten voor P40, andere houden hun benen stil als ze zien niet bij de eerste 20 te eindigen. Ik heb nog wel iets over en sprint mee omdat het mogelijk is. Het is geen nerveuze toestand en ik heb ruimte om aan te zetten en gas te geven. Mijn doet-er-niet-toe plek is iets van P35 vandaag. Ik vind het wel best en zoek de warme douche op.