zondag 29 juni 2014

La Vaujany 2014

Een helse tocht onder erbarmelijke omstandigheden. Als ik dit verslag typ, is het zonnig en warm en ik moet wel in de schaduw gaan zitten. Vanochtend was dat allemaal heel anders. De regen begon om twee uur 's nachts. Slapen voor een cyclo doe ik toch al slecht en ik sliep nu in een tent. Zeg maar dag met je nachtrust. Bij de start miezert het gelukkig alleen een beetje maar als het startschot klinkt, trekken de hemelsluizen open. De eerste 25 km in dalende lijn gaat in de stromende regen. Het was 11 graden. De eerste klim is zo'n 15 km lang en het is nu zachtjes gaan regenen. Deze klim mag ik wel. Net niet te steil en ik zit snel in het ritme. De afdaling gaat weer in de stromende regen. De rode en knalgele regenjackjes van de overige deelnemers komen goed van pas. Ik had geen bril bij me met doorzichtige glazen, dus ik moest het doen met een zonnebril. Is er zon dan? Nee, maat anders krijg ik teveel water en zand in mijn ogen. De volgende klim is de col d'Ornon. Nog een makkie col maar mijn derailleur doet moeilijk vandaag. Ik draai een paar keer aan het stelschroefje maar dat wil niet baten. De hele tocht gaat die derailleur op compleet onvoorspelbare ogenblikken beginnen met etteren. Pas als ik mijn fiets voor rot scheld en een paar keer zinloos op en af schakel, gaat die weer normaal werken.

Na 100 km volgt de splitsing. Of nog 10 km en de slotklim en het is gedaan met de kou en de ellende. Of nog een extra lus van 70 km over Alpe d'Huez en de col de Sarenne. Ik kan er nog wel wat ellende bij hebben. Op de Alpe zit het tegen. De benen willen niet en ik heb het koud. Op de Sarenne gaat het nog minder. Op de steile zeer hobbelige afdaling die volgt, doe ik rustig aan. Wat verder beneden in het dal wordt het wat warmer en de wegen beter. Nu nog een even vlak stukje door het dal. In ons groepje van vijf weigeren er twee kopwerk. Of ze kunnen niet beter of ze willen niet. Ik gok eigenlijk op het tweede want als ik een gaatje laat vallen en dat vervolgens rap dicht fiets, zitten ze wel weer in mijn wiel. Op de slotklim is bij mij de jus uit de benen. Vijf kilometer met negen procent. En eindelijk dan toch na 6 uur koud en nat, nu een aangenaam zonnetje. Ik krijg goddank hier geen kramp die eerder wel op de loer lag maar veel meer dan harken is het niet. Na 7 uur 24 minuten finish ik, 1 uur 23 achter de winnaar. Mijn geplande tijd van 7 uur zat er dus niet in. Ach, de tocht was ook drie kilometer langer en telde 250 hoogtemeters meer dan vooraf aangekondigd. Het weer was ook niet de helpende hand vandaag en misschien had ik ook wel mijn vormpeil iets te hoog ingeschat.

En heb ik nog genoten vandaag? Stiekum toch ook af en toe. Toen ik de Alpe opdraaide voor de lange route, dacht ik, kom maar met die ellende. Ik kan het hebben.

zaterdag 28 juni 2014

Tandwieltjes stress

De dag voor een cyclo is een traditionele dag voor rust, fiets poetsen en startnummer ophalen. En verder een beetje eten en slapen. Het is voor velen vaak ook een dag voor tandwieltjes stress. Om de taalpurist en de werktuigbouwkundige even gerust te stellen, ik weet ook wel dat het officieel kettingwielen zijn maar als je daarover begint, staat elke wielrenner een beetje achter zijn oren te krabben. Tandwieltjes stress ontstaat als mensen net niet helemaal goed getraind naar de Alpen vertrekken en er na een paar dagen achter komen dat hun meegenomen kleinste verzet toch wat aan de optimistische kant was. De bergen blijken toch vaak langer en steiler en de conditie valt tegen. Gemiddeld genomen kun je stellen dat hoe slechter de conditie van een renner is, hoe fouter zijn verzet. Niet-getrainde renners komen met een 39*25 als kleinste verzet aanzetten. Dat zijn geen grappen, ik heb ze vandaag echt gezien. De profs rijden met een 39*25 verzet de bergen op. Wat dacht je dan als polder renner? Ach, die viaducten en de Amerongse berg kom ik allemaal makkelijk omhoog. En die laatste is ook ergens 6%, dus in de Alpen zal ik daar toch wel mee weg komen? Fout, helemaal 100% fout.

Gelukkig zit er in Bourg d'Oisans een fietsenmaker die dat allemaal met een glimlach oplost. Een compact crankstel, een 12-29 cassette? Tuurlijk meneer, wordt geregeld. Binnen een kwartier zit alles erop. Goed, je betaalt wel de hoofdprijs en webshop prijzen zitten er niet in maar je kan wel met een gerust hart de cyclo rijden.

En vandaag heb ik ook last van tandwieltjes stress. Met mijn conditie is niets mis, met het 34*27 verzet ook niet. Maar nadat ik mijn fiets een poetsbeurt heb gegeven, schakelt de achterderailleur niet meer lekker. Ik zit uren te pielen en ik krijg het maar niet voor elkaar. Ik snap er gaan bal van want voor de poetsbeurt liep alles nog als een zonnetje. Pas na heel veel sleutelen, heel proefrondjes en uiteindelijk toch maar een nieuwe ketting, wil alles vlot schakelen. Ik was uit pure ellende bijna in die rij bij de fietsenmaker aangeschoven.

vrijdag 27 juni 2014

Hulptroepen

Het is vandaag schitterend weer in de Franse Alpen. En de weersvoorspelling voor komende zondag zijn hopeloos. Kou, regen, onweer, rukwinden en andere ongein. Typisch weer waarbij je liever in het dal en binnen blijft. Ik word er niet vrolijk van, al een paar dagen niet. Zoals altijd hou ik alle weersites in de gaten en de voorspellingen verschillen van dag tot dag en van dorp tot dorp. Het varieert tussen gewoon slecht en compleet rampzalig. Zondag is dus de cyclo maar vandaag is het mooi weer. Dus toch maar een rondje fietsen. Ik ben hier nu toch en de bergen hebben teveel aantrekkingskracht op mij om in het dal te blijven. Ik besluit om een stuk van de route van zondag te verkennen en via Villard-Reculas naar Alpe d'Huez te fietsen. Dan de Alpe af en slotklim verkennen.

Eenmaal onderweg gaat het heerlijk. Ik klim makkelijk en rustig. Ik heb mijn pols onder controle. Geen gekke dingen doen en gewoon rustig klimmen. Na een uur en een kwartier sta ik boven in wat rustig het lelijkste ski-oord van heel Frankrijk kan worden genoemd. De zon schijnt nog steeds uitbundig. Weet je wat, ik doe de col de Sarenne er nog even bij. Het gaat toch zo lekker en de natuur daarboven is nu eenmaal mijn favoriete landschap. En vandaag is het mooi weer, zondag zien we wel weer verder. Het weggetje over de Sarenne is hobbelig en de natuur fenomenaal. En het weggetje is zo ook slecht dat ik nu al besluit om dit zondag niet te doen als het noodweer is. Of de organisatie de route nu wel of niet aanpast maar ik wil niet midden in het noodweer op dit weggetje verzeild raken. Er ligt veel grind en de weg is heel erg hobbelig. In de afdaling moet ik bijremmen om de snelheid eruit te krijgen. Harder dan 50 kmh en ik ben bang dat dan mij stuur uit mijn handen trilt.

Halverwege de afdaling kom ik een paar maal langs wegwerkzaamheden. En bij een van die werkzaamheden gaat het mis. Ik fiets over een smal randje asfalt vlak langs een vrachtwagen. Stapvoets over een stuk asfalt cq berm. Ik schrik als ik een pfffffst hoor en vermoed dat de vrachtwagen een rem loslaat of zoiets. Een meter verder besef ik echter dat die pfffffst van mijn achterwiel afkomstig was. Lek, en goed lek ook. Er zit een grote scheur dwars over de buitenland heen. Stik, hoe krijg ik dat gerepareerd? De buitenband is duidelijk aan vervanging toe en ten eerste is dat zonde want die was net nieuw en ten tweede heb ik geen stukje leer bij me om tussen binnen- buitenband te leggen als zijnde nood reparatie. Ik offer een plastic kaartje op van de lokale fotograaf die me vandaag op de Alpe heeft gefotografeerd. Hopen dat dat helpt. Het lijkt te werken want na een paar minuten heb ik weer een opgeblazen band. Ik voel en kijk nog even en alles lijkt goed. Maar net als ik op wil stappen, hoor ik weer een pffffst. Barst, reserve binnenband ook naar de filistijnen.

Tijd voor de hulptroepen. Mijn ouders zitten op dezelfde camping als ik. Zij doen aan nep kamperen. Ik doe aan nog nepper kamperen. Zij hebben een sleurhut, ik heb een auberge die geen kamers meer had maar wel een ingerichte tent op de camping er schuin tegenover. Bij de auberge heb ik gewoon half pension. Mijn ouders hebben hun mega mega zomer vakantie zodanig ingedeeld dat ze mij op de fiets kunnen aanschouwen. Je kent het wel. Zoonlief van 10 jaar oud zit op voetbal en op zaterdagochtend staan zijn ouders langs de lijn. Inmiddels zijn we dertig jaar verder en er lijkt niets veranderd; ik blijf het aardig vinden. Ik bel even en een uurtje later komen ze me ophalen. Best makkelijk zo'n pechservice. Ik zal straks maar eens een flesje wijn gaan brengen.

donderdag 26 juni 2014

Onderweg

Onderweg naar de Alpen. Ik rij weekend 'even' op en neer naar de Franse Alpen om een cyclo te fietsen. Ja, ik weet het. Ze hadden die bergen van mij ook dichter bij huis mogen leggen. De vraag van vandaag is of er een verhaal zit voor een blog. Een verhaal over 1034 km autorijden door Nederland, Belgiƫ, Luxemburg en Frankrijk? Niet veel. Wat file in Maastricht en Grenoble, de overige files stonden allemaal aan de linkerkant. En nog wat getrut in de bergen. Ik verbaas me erover. Ik heb geen grote auto, ook geen snelle. Haast heb ik ook niet; gewoon een beetje doorrijden, dat is alles wat graag wil. Maar er zitten altijd wel mensen voor me voor wie er een overtreffende trap bestaat in de categorie 'geen haast hebben'. Willens en wetens is het hun doel om overal zo langzaam en zo voorzichtig mogelijk te rijden. Ze doen het erom. Een rotonde naderen en zien dat die vrij is. Maar dan toch even extra afremmen totdat ze wel verkeer zien waarvoor ze kunnen stoppen. En dan natuurlijk remmen, wachten, nog wat wachten om vervolgens in het meeste zuinige tempo proberen vaart te krijgen in het autootje. Je kunt het geen optrekken noemen; het is meer iets van in beweging komen. Grrrrrrr,..... Smurf, rij door. Maar nee, hoor. Eerst remmen, dan kijken en daarna stoppen om daarna vergeten te zijn waar dat gaspedaal ook al weer zat. Ze doen het bij elke rotonde, stoplicht, bocht, dorpje en drempel. En daarachter een lange trein aan auto's die het allemaal lijdzaam toeziet. Nog net sociaal genoeg om het Renaultje niet de berm in te drukken. Tolereren heet zoiets. Of gedogen, of weet ik hoe we het moeten benoemen. Wettelijk doen ze niets fout maar vrienden maken ze er niet mee.

Een andere opvallende categorie bestuurders zijn de opgewonden standjes. Je kent ze wel. Mensen die vinden dat jij wat verkeerd heb gedaan en je dat dan duidelijk willen maken. Maar ja, hoe doe je dat? Communiceren is nogal lastig als we in verschillende auto's op de snelweg met 110 kmh langs elkaar rijden. Bellen kan niet., appen, email en Skype ook niet. Een raampje open draaien is ook geen doen. Naast me reed vandaag een opgewonden Belg die met grootse gebaren en met luide stem (tenminste, dat denk ik) mij iets probeerde te duidelijk te maken. Geen idee wat. Ik weet niet wat ik zijn ogen fout gedaan heb. Maar ik overweeg om mijn telefoonnummer op mijn auto te plakken. Kunnen ze me bellen en hun verhaal kwijt. Even lekker laten schelden en dan sorry zegen. Zijn zij ook weer opgelucht en mij maakt toch niets uit. Ik ben inmiddels als wielrenner wel gewend om mijn huid vol gescholden te krijgen over van alles en nog wat. Het zal me jeuken.

zaterdag 14 juni 2014

Jarig

Ik heb vandaag mijn verjaardag gevierd. Door koers te fietsen. Dat doe ik graag, daarvoor besta ik. Pijnlijden in een peloton dat dik 50 kmh fietst en in waaiers uiteen dreigt te vallen. Dat is gewoon dolle pret; ik kan het iedereen aanraden. Het peloton is een lang lint met her en der gaten die lijken te groeien of weer dicht gereden worden. Iedereen fietst hier om aan het wiel voor hun vast te klampen. Niet lossen, niet lossen, rammen met die pedalen. Nu is het menens. Heerlijk. Op het eind van de koers fietst er een kopgroep van een man of 10 weg waarover ik me nog steeds verbaas. Het is 2 rondes voor het einde en ze krijgen nooit meer dan 10 seconden en toch blijven ze weg. Als we ons kwaad hadden gemaakt dan hadden we ze gewoon teruggepakt. Ik snapte er niets van maar actie heb ik ook niet ondernomen. Ik zat ergens achteraan om te kijken wat er van voren gebeurde. Ik ben hier vandaag niet om in de prijzen te rijden, dit is het betere trainingswerk. Alleen een beetje koers is me te weinig ellende, dat kan beter. Daarom ga ik vandaag  weer gewoon op het fietsje naar de koers toe. Eerst 45 km heen fietsen, dan  60 km koersen en daarna weer 45 km terug fietsen. Als ik dan ’s avonds tijdens de WK wedstrijd Colombia – Griekenland op de bank in slaap val dan weet ik in ieder geval wat daar de reden van was.
 
Zo vier ik  mijn verjaardag. Geen taart, geen visite, geen cadeaus. Ik ben de man die alles al heeft en de dingen die ik niet heb die durf ik ook niet als verjaardag cadeau te vragen. Als je 12 bent, heb je nog een boel wensen en nog nauwelijks geld. Plus vaak een verzameling oudere familie in de vorm van ooms, tantes, ouders en grootouders met een gevulde portemonnee. En die willen hun kind, kleinkind of nichtje wel iets leuks toeschuiven. Ik word 40, dat is de leeftijd waar het doorgaans wel goed zit met de portemonnee. Wensen heb ik nog altijd maar wat ik zelf niet kan of wil kopen, dat kan ik toch onmogelijk aan familie of vrienden vragen. Want om nu een zwarte BMW M3 als verjaardagscadeau te vragen, dat staat toch een beetje zot. Of een nieuwe titanium Van Nicholas met elektronisch schakelen van Shimano en Neutron velgen. Ik denk niet dat ik nog serieus genomen ga worden als ik mijn verjaardag wel ga vieren en visite uit ga nodigen met zo’n verlanglijstje. Nee dan gewoon liever een dagje sterven in het zadel.

dinsdag 3 juni 2014

Klussen is slecht voor de vorm


Vier dagen weekend. Het zijn er geen acht zoals dat van het paasweekend maar het is toch nog steeds een lang weekend. Tijd om eens aan de wielervorm te werken. Vier dagen hard trainen en dan 4 dagen rust. Zoiets doet wonderen voor de benen. Het weekend is inmiddels voorbij en hard getraind heb ik maar de vorm is er niets beter op geworden. Het rondje fietsen van vanavond leerde mij dat er nog niet veel soeps in de benen zit. Het liep niet echt. Niet gemakkelijk aan 30 in het uur rijden zonder het gevoel te hebben dat het ook maar enigszins moeite kost. En hoe komt dat? Klussen. Klussen is slecht voor de mens.

Op Hemelvaartsdag was het een grote druilerige bende buiten. Ik mocht dat wel vrij hebben maar 12 graden, veel miezerregen was niet echt aanlokkelijk om de koerskleding aan te trekken en 5 uur buiten te gaan spelen. Dan nog liever een klusje doen dat na de verhuizing nog lag te wachten. Nieuwe plinten leggen. Dat klinkt als een klusje van een paar uur maar het kostte me meer dan een dag. De oude plinten wilde namelijk niet van de muur af en de nieuwe plinten zijn van echt eikenhout en die moesten verzaagd worden. Daarnaast stonden er ook nog wat meubels in de weg. De volgende dag had ik spierpijn in mijn benen en pijn in mijn rug. Leuk hoor, klussen. Maar de plinten liggen er dan weer wel mooi bij. Dat dan weer wel. En behalve een verzameling plinten heb ik op zondag samen met de buren ook nog een schutting afgebroken en een nieuwe neergezet. Het gevolg was nog meer spierpijn en hele verzameling splinters in mijn handen. Wederom de conclusie dat klussen niet echt mijn hobby is. Maar ja, er staat nu wel een nette schutting.

En tussen al die klus inspanningen door heb ik in dat lange weekend ook nog eens 240 km gefietst. Op zaterdag zelfs 150 km en dat niet van die makkelijk kilometers. Nee gewoon, het oude vertrouwde beulswerk. Op de fiets naar Sloten, daar 60 km koers rijden en dan weer de 45 km naar huis fietsen. Dat soort dingen hakt er wel in. Ik sta in mijn roze trui bij de koerstafel en ik schrijf me in.
“Naam?”
“Nairo Quintana”, ik heb tenslotte roze trui aan en Quintana gaat vandaag de giro winnen. De man achter de inschrijftafel kijkt me aan alsof ik Sinterklaas ben. Hij begreep de grap niet zo goed. Nadat ik mijn echte naam noem, krijg ik mijn startnummer.
“nummer 70, daar tekenen”
De koers werd deze keer opgeleukt door de dames schaatsploeg van Aktiva. Die zijn bezig met hun zomertraining en kennelijk hebben ze geen licentie gekocht om bij de dameskoers mee te rijden en nu deden ze dus maar hier mee. Ach, vier jongen meiden in strakke wielrenpakjes die een beetje hard kunnen fietsen. Ik kan soort dingen wel waarderen. De vorige keer reed er op Sloten een olympische handbiker mee. Dat zag er wel een beetje gek uit. Halverwege koers werd ik plots ingehaald door een driewieler. Een handbike bestaat uit twee achterwielen en een voorwiel dat met de armen wordt aangedreven. Vooral de lage houding van de handbiker zorgt ervoor dat het nog best rap gaat.

Als ik nu de komende tijd eens ophoud met allerlei vermoeiende klusprojecten dan bestaat er nog een kans dat ik in vorm raak voor de Vaujany over 4 weken.