zaterdag 30 augustus 2008

Koers op Sloten

Het peloton is vandaag wat groter dan normaal. Ik zie nummer 94 rondrijden, terwijl normaal gesroken het wel ophoudt bij nummer 65 of 70. Het zal wel aan het mooie weer liggen. Het is 25 graden, droog, zonnig en een beetje wind uit het oosten. De vakanties voor de meeste zij afgelopen en men trekt massaal naar de koers. Het grote deelnemersveld en het gebrek aan wind levert maar een slappe koers op. Alleen in het begin wordt er fors doorgereden. Een groep van 10-15 renners probeert vanuit de start meteen een gat te slaan. Er is echter te weinig samenwerking en het peloton zit ook niet stil. Na 4 ronden is de rust al weer terug gekeerd. Daarna gebeurt er eigenlijk niets dat het vermelden waard is. Er zijn geen demarrages van betekenis en de gehele koers rijdt het en peloton "en bloque" zijn rondjes. De laatste rondes zijn tenenkrommend. Er zitten iets van 50 renners te wachten op de massasprint en dat kan natuurlijk niet. Als er 50 man willen gaan sprinten, dan zullen er hooguit 10 op het eind goed gaan zitten voor een poging om te winnen. De andere 40 hebben pech. Niemand demarreert. Met nog drie ronden te gaan besluit ik om aan te gaan vallen. Het duurt nog 2 ronden voordat ik me vooraan in het peloton heb weten te wurmen. Met nog 1,5 km te gaan zit ik ideaal voor een splijtende demarrage. Ik zet aan en sprint weg en sla een gaatje van 100 meter. Of ik het ga halen of niet, boeit me in de eerste plaats niet zo. Er moet eens wat leven in dit peloton komen. Ik blijf het tempo op 45 kmh houden; mijn benen lopen vol en rikketik meter geeft 191 aan. Op het bruggetje gaat het allemaal nog wat meer pijn doen, maar ik zit er nog steeds voor. Nog een keer aanzetten en nog een keer pijnlijden. Het peloton zit nu op mijn hielen. Met nog 300 meter te gaan wordt ik ingehaald door een ontsnapte renner. Ik blijf doorrijden, maar de vaart is er nu wel uit. 150 meter voor de finish dendert het ganse peloton over me heen. Ik eindig bijna als laatste. Jammer, maar helaas. Wie niet aanvalt, wie niet wint. En als je wel aanvalt, dan moet je ook nog eens goede benen hebben. Dat laatste ontbrak vandaag.

zondag 24 augustus 2008

Gran Fondo Thomas Dekker

Een ongelovelijk pruts evenement. Als ze ergens nog iets kunnnen leren over het organiseren van een fiets evenement dan is het wel hier. Ik schrijf me in voor de 140 km cyclo die zal bestaan uit 110 km geneutraliseerd rijden met 28 kmh en daarna nog 30 km koers. Daags voor de Gran Fondo krijg ik een mail van de organisatie waarin wordt uitgelegd dat het allemaal totaal anders er aan toe zal gaan. Door tegenwerking van de provincie kunnen geen 500 man maar slechts 150 man aan de cyclo deelnemen. En het zal van kilometer 1 direct koers zijn. Dit is nogal al een verandering! Het wordt zo een totaal ander evenement. Nu is het gewoon een waaier koers van 140 km. Er staat vandaag veel wind en ik ben eigenlijk niet zo'n fan van dit soorten koersen. Ik schrijf me niet voor niets nooit in voor klassiekers. En nu is het eigenlijk gewoon een klassieker geworden.

Bij het inschrijven krijg ik twee startnummers mee. Ik kan kiezen tussen nummer 133 en 582. Ook lekker duidelijk. Ik speld 133 op en knikker 582 in de prullenbak. Misschien jammer voor een andere deelnemers, maar ik heb geen zin om het andere nummer in te gaan leveren. Het is namelijk een enorme warboel bij de inschrijvingen. De rijen zijn lang en de dames achter de tafels lijken ook van toeten noch blazen te weten. Achteraf blijken mijn gegevens bekend te staan onder nummer 140.

De start van de cyclo is direct hectisch. We nemen als groep wielrenners geen voorrangspositie in en we moeten uitkijken voor fietsers, wandelaars en paaltjes op het fietspad. En dat allemaal met 150 man en met 45 kmh op de teller. Het tempo ligt van het begin af aan direct hoog. We rijden constant tussen de 40 en 45 kmh met uitschieters naar 50 kmh op de stukken met wind mee. De groep renners dunt langzaam maar zeker uit. Na 80 km koers zijn er nog ongeveer 50 renners over; de rest is eraf gewaaid. Ik bungel al een tijdje aan de staart van het peleton mee en ga het ook niet lang meer volhouden. Na wat draaien en keren, draaien we in Den Helder de dijk op en dan hebben 25 renners een gaatje geslagen met de rest. Met de forse wind op kop en met pap in de benen lukt het me niet meer op erbij te komen. De overige renners die er nu af zijn, blijken ook weinig steun te kunnen geven. Die zitten er ook een beetje doorheen. Ik heb het dus 85 km kunnen bijhouden en besluit om het hierna voor gezien te houden. Ik rijd relatief rustig terug naar Alkmaar in gezelschap van de overige toerder en wat andere cyclo rijders die op achterstand zijn gereden. Uiteindelijk resulaat: P26 op 16 minuten van de winnaar.

zaterdag 9 augustus 2008

Koers en training

Ik rij vandaag eerst op de fiets naar Amsterdam om aldaar op Sloten te koersen en daarna weer naar huis te fietsen. 40 kilometer heen; 55 kilometer koers en dan weer 40 kilometer terug. Dit lijkt mij een redelijke voorbereiding voor de Gran Fondo Thomas Dekker die over twee weken in Noord-Holland plaatsvind. De heenweg schiet niet erg op. Ik heb tegenwind, wil niet te hoog in mijn hartslag rijden en in Amsterdam wemelt het van het verkeer en rode stoplichten. Na het 37e rode stoplicht stop ik met een brave verkeersdeelnemer te spelen. Ik moet wel op tijd aan de start verschijnen. Dan maar wat verkeersregels negeren.
De Koers zelf verloopt redelijk. Ik houd me schuil in het peleton dat er vandaag een gemiddelde van 42.1 kmh op na houd. Ik kan makkelijk meerijden, maar op kop rijden gaat alleen met een pols van 180. Ik bemoei me niet de enige premiesprint vandaag. Ik moet tenslotte ook nog terug rijden. Na een uur koers rijden er negen man weg en die blijven weg. In de hectiek van een sprint voor P10 zijn enkelen te bloedfanatiek. Er wordt geduwd en gesmeten met een valpartij tot gevolg. EN het ging echt nergens (1 euro) meer om. De man die gevallen zit op de grond te jammeren. "wat een klootzakken" blijft hij mopperen. Waarom toch zo lomp koersen als er niet meer dan een euro op het spel staat. Ik zat net achter de valpartij en kan maar net op tijd remmen en de berm in sturen. Ik zat knel tussen twee renners en was blij dat ik overeind bleef.
Op de terugweg rij ik verkeerd (dank zij de klungelige bewegwijzering in Amsterdam) en rij zodoende langs de Amstel eerst naar Oudekerk en daarna via Zuid-Oost en Weesp terug naar huis. Er zit weinig weelde meer in de benen. Het voelt echt aan als pap in de benen.
In totaal goed voor 145 km.