zaterdag 20 juli 2024

Mont Ventoux

Een uur en 36 minuten en een uur en 30 minuten, dat zijn mijn klimtijden op de Ventoux. De eerste is vanuit Bedoin, de tweede vanuit Sault. Is dat rap? Niet echt, vind ik zelf. Er zijn duizenden renners die rapper zijn. Aan de andere kant zijn er tien duizenden die langzamer zijn. Ik ben het niveau armzalige krabbelaar ontstegen, maar potten breken in een koers, dat is totaal niet aan de orde. Ik heb deze vakantie de Ventoux nu vier keer gedaan. Sault twee keer, plus de Bedoin en Malaucene zijde. En de Ventoux verdient een verhaal, maar of dat nu echt een mooi verhaal is, het is vooral een verhaal met veel gezichten.

De Ventoux is druk. Bedoin is de drukste zijde, maar Sault en Malaucene doen er niet veel voor onder. Druk met Belgen, fietsers, wielrenners, wat auto's, een enkele motorrijder, een Porsche en een handjevol e-bikers. Ik heb eergisteren en vandaag eens geteld hoeveel mensen ik ingehaald hebt en hoe vaak ik voorbij ben gereden. Zowel eergisteren als vandaag door een lokale lichtgewicht eraf gereden en zelfs een renner of 60 voorbij gefietst, inclusief wat e-bikers. Van renners die even rap fietsen als ik, heb ik geen weet. Ze zitten een kilometer voor of achter me en ik zie hooguit pas op de top. 60 renners op 25 km, dat is ongeveer elke 400 meter dat ik iemand inhaal. Gisteren op het montagne de Lure, het kleine broertje van de Ventoux, ben ik slecht een fietser tegengekomen. Zoals gezegd, de Ventoux is druk, heel druk.

Maar de Ventoux is vooral druk met fietsers, niet echt met goed getrainde wielrenners. Ik heb heel wat mensen zien lijden, zien afzien, zichzelf afvragende wat hier nu precies de lol of de uitdaging van is. De Ventoux is voor velen een sportieve uitdaging. En dat is de Ventoux, het is een rot klim. Lang, vooral heel lang, het verschrikkelijke stuk door het bos, als je de Bedoin zijde pakt. Het hele lange bijna kaarsrechte stuk op de Malaucene zijde wat drie kilometer achter elkaar 11 procent of meer stijgt. En dan is Sault relatief makkelijk met de eerste 20 km rustig klimmen, daarna krijg je ook dat gemene stuk maanlandschap. En voor een aantal op de flanken van de reus van de Provence, geldt dat ze domweg te weinig hebben getraind. Of nog veel te veel teveel gegeten taartjes met zich mee torsen. Ze stoppen halverwege om te drinken en komen daarna niet meer in de pedalen geklikt omdat hun benen trillen van de kramp. Voor veel anderen is het een sportieve uitdaging die ze net aan kunnen volbrengen. Ze vallen hun geliefde boven in de armen, soms huilen ze erbij. En voor de e-bikers? Ja wat is het eigenlijk voor de e-bikers? Het is niet sportief, noch een uitdaging. De kern van een Ventoux beklimming is onderuit geschoffeld. Het is geen sportieve uitdaging, maar een bijvoegelijk naamwoordloze niksigheid. Zelfs ik haal ze in.

En er is nog meer. Een e-biker met een rokje, een rode bolletjes trui, gelijk aan de leider van het bergklassement in de tour en vleugeltjes op de zijn rug. Ook nog een stel langlauf rolschaatsers gezien. Hoe noem je zoiets eigenlijk? Zomer langlaufen op rolskis? Ook nog een paar hardlopers en een aantal Porsches dat nergens vaart kon maken, omdat er constant zwalkende fietsers in de weg reden. Dat is het verhaal van de flanken van de Ventoux.

Oh ja, het uitzicht boven op de top is schitterend, maar eerlijk gezegd vond ik uitzicht op de montagne de Lure mooier. Je staat daar weliswaar 150 meter lager, maar je zit wat dichter bij de Alpen, zodat de grote Alpen reuzen indrukwekkender in beeld zijn.

maandag 15 juli 2024

Idioterie op de Ventoux

Volgens een oud Provençaals gezegde ben je niet gek als je de Ventoux beklimt, maar je bent idioot als je het nog een keer doet. Dat is een bekend gezegde, althans bij mij. Het is ook een reden om Cinglé du Ventoux te worden. Dan ga je de berg niet een keer op, maar drie keer op een dag. Vanaf de drie dorpen die aan de voet liggen van de reus van de Provence. Wil je Galarien worden, dan moet je vier keer omhoog. Die vierde beklimming gaat over een onverhard pad. Ik ben al Cinglé, en ik heb geen ambitie om Galarien te worden. Tot zover de idioterie die ik al kende en waar ik me aan bezondigd heb. Vandaag doe ik slechts een klein beetje idioot, ik fiets de Ventoux twee keer. Vanuit Sault, de makkie kant en de zware klim vanuit Malaucene.

Maar er is meer! Je e-bike van vierentwintig kilo de berg op duwen. Welk oud Provençaals gezegde zou daar dan achter schuilen? Iets van, je bent niet gek als je de Ventoux beklimt, maar het is van den zotte om dat te doen met een e-bike met een lege batterij. Zoiets misschien? Dat wordt dan ook rapper een modern Provençaals gezegde, in plaats van een oud. Wat bezielt mensen om een killer van een klim, en dat is de Ventoux, te 'bedwingen' met een e-bike? Ik zou me ook kunnen afvragen waarom ik vandaag persé twee keer omhoog wilde fietsen. Maar daar weet ik het antwoord op. Wielrennen op de Ventoux is pijnlijden voor gevorderden en ik kan goed pijnlijden. Zo wordt het negatieve plots positief. Maar hoe zit dat dan met die e-bikers? Pijnlijden kunnen ze niet, leren willen ze ook niet, anders hadden ze het wel op een sportieve fiets geprobeerd. Als je niet van pijnlijden houdt, wat ik me kan voorstellen, en het ook niet wil leren, wat ik me ook kan voorstellen, maar je wilt toch van het mooie uitzicht genieten, wat ik me ook al kan voorstellen,.... Waarom ga je niet gewoon met de auto of de motor? Ik vraag me ook af wat een e-biker met een lege batterij denkt als ze de vierentwintig kilogram zware fiets omhoog sleuren. Misschien hadden ze op dat moment toch liever een racefiets gehad van 8 kg, of dumpen ze op dat moment het liefst die nep brommer in de greppel en ik loop wel verder of ik ga liften.

En nee, dit is geen grap. Ik heb ze echt zien lopen. Als je niet van in bergen fietsen houdt,  het hoeft niet als je er geen klap aan vind. Het is voor de lol.

donderdag 11 juli 2024

Gelukkig in Frankrijk

Geluk is geen onderwerp voor een blog. Het is saai, voorspelbaar en allesbehalve heroïsch. Geen lijden, geen regen, geen tegenslag. En ze blogden nog lang en gelukkig. De categorie: Blegh. Toch valt het grootste deel van deze vakantie en de meesten andere vakanties ook in de categorie Blegh. Ik fiets over bergen en eet onderweg een menu de jour. De zon schijnt, het is 30 graden en de wegen zijn rustig. Met mijn vorm is niks mis. Ik verbaas mezelf over het klimtempo van sommige andere medefietsers. Vrouw, bergop met karrenvrachten aan bagage stuif ik voorbij. Ok, die was te verwachten, maar ook mannen in mijn leeftijdscategorie haal ik in alsof ze bijna stilstaan. Ik ben pas een renner tegengekomen die ik onmogelijk kon volgen. Al twee keer zag ik hem. Een jonge gast met een outfit van Movistar. Ik begin te denken dat het een prof renner is, maar daarvoor was hij ook niet snel genoeg. Misschien een van de renners uit de opleidingsploegen van Movistar. Op een dag dat ik het rustig aan probeerde te doen, omdat de dag tevoren 's middags de kramp knalhard in mijn benen was geschoten, word ik ingehaald door een jonge meid. Dat kon ik ook niet hebben. Dus toch maar dat wiel gevolgd. Ze bleek triathlons te doen, geen hele maar een 1/8 of zo. 750 meter zwemmen, 20 km fietsen en 5 km rennen. En dat deed ze ongeveer binnen het uur. Ze woonde hier in de buurt, maar de weg naar Villard de Lans bleek nieuw voor haar. Ze reed dat stuk nog niet eerder.

Dat van die kramp was trouwens niet grappig. Ik had 130 km gefietst of zo plus ruim twee duizend hoogtemeters en ik lag 's middags in mijn hangmat te hangmat liggen. Of een boek te lezen, of half weg te doezelen. Totdat plots bij een verplaatsing van mijn rechterbeen, de kramp er knalhard in schoot. Au! Echt godsgruwelijk AU. Ik weet niet hoe ik me moet bewegen om het eruit te krijgen. In een poging tot rekken en strekken, schiet ook het linkerbeen in de kramp. En ook niet zo zunig ook niet. Ik moet gaan staan, maar hoe kom ik uit die hangmat? Dat moet normaal met gebogen knieën. Onmogelijk. Er is pijn en pijn, maar knieën buigen is nu een brug te ver. No way. Hoe dan wel? Uitendelijk rol ik gestrekt uit de hangmat en probeer daarna op handen en voeten langzaam te gaan staan. Pas als dat lukt, ebt de kramp langzaam weg. Daarna heb ik nog anderhalve liter water gedronken waar ik de rest van de dag van naar de toilet blijf hollen.

Het uitzicht vandaag boven op de col de Bataille is fenomenaal. Ook weer zo saai, maar wel waar. Wat me vandaag opvalt is hoeveel publieke voorzieningen Frankrijk heeft. Om ons als toerist nog meer van het uitzicht te laten genieten, zijn er grote metalen plateaus aangelegd bij de uitzichtspunten. Zo kunnen we nog verder op het randje het diepe dal inkijken. Dat is het enige doel van die publieke voorziening, toeristen genot. Maar verder zijn er onderweg picknick bankjes, prullenbakken, kinder speeltuinen en jeu de boule banen. Een paar dagen eerder fietste ik door de tunnel des Ecouges. Een prachtige weg plus een vijf honderd meter lange tunnel, uit de rotsen gehakt, en nog goed verlicht ook. En die tunnel verbindt twee dorpen van nauwelijks 100 inwoners en is meer door toeristen in gebruik dan door locale bewoners. Ik zit op een camping municipal in een dorp van nauwelijks honderd inwoners. En ik denk niet dat er ook maar iets rendabels aan deze camping is. Daar moet subsidie bij. Dat wordt dus allemaal mogelijk gemaakt door de Franse overheid en meer precies door de Franse belasting betaler. Dank jullie wel beste Fransen.

zondag 7 juli 2024

Leven als een god in de Vercors

Mijn leven als een god in Frankrijk bestond afgelopen nacht uit onrustig slapen en bidden en hopen dat de tent de vele regen goed kon verduren. Plus hopen dat de storm ergens anders ging stormen. Ze hadden voor dit gebied code geel voorspeld. En als je denkt dat ze bij het KNMI voor elke mogelijke poep en scheet een code geel of oranje uit de kast trekken, in Frankrijk zijn ze nog voorzichtiger. Bijna elke dag is er ergens in Frankrijk wel een departement dat op geel staat. Niks om je echt zorgen over te maken. Het kan er waaien, het kan er regenen, het kan er warm worden.

Gewaaid heeft het niet gisterennacht. Ik zag wel rode plukken op de buienradar mijn kant op komen. Dat hoefde van mij niet persé om mijn tent leeg te regenen. Hoeveel regen er is gevallen, weet ik ook niet echt, ik sliep ook deels. Maar niet heel vast. Het begon om tien uur en een pas tegen zessen werd het droog. Om vier uur werd ik wakker en ik moet heel hoognodig plassen. Grrr,....  De tent uit en nat regenen? En dan ook met het buiten en binnen stappen van de tent een boel water en vuil mee te nemen? Eigenlijk niet zo'n zin in. Ik had net constateerd dat alles in de tent nog schoon en droog was. Godzijdank. Maar ophouden gaat niet lukken. Hmmm,..... wat dan? De afwasteil, dan dat maar. Dat maak ik morgen wel schoon. Oef,.... Dat lucht op.

'S morgens lijkt het leven wat meer op een god in Frankrijk. Het is droog, het blijft droog, het gaat zonnig worden. Ik heb mijn wielrenfiets bij me en ik ben ondanks de wat matige nacht toch goed uitgerust. Kopje thee, pain au chocolat, stokbrood met brie en worst. En een bakje yoghurt. Water in de bidons en fietsen met die hap. Het is  mooi in de Vercors, zonnig in het dal, een beetje mistig op elf honderd meter. Veel wielrenners onderweg, een paar toeristen, rustig met auto's. Morgen nog mooier weer, dan ook boven op de berg zonnig. Morgen maar weer eens een menu du jour doen onderweg. Dan is het echte leven van een God in Frankrijk weer terug.

donderdag 20 juni 2024

Girona Sevilla a bicicleta

Girona Sevilla

- een fietsvakantie in 17 etappes
- achtienhonderd zevenentwintig kilometer
- drieëntwintig duizend driehonderd en een hoogtemeters
- honderd en zeven kilometer per dag
- in cijfers 1827 km en 23301 hoogtemeters
- acht hotel overnachtingen
- dertien keer kamperen
- Sierra de Montsant, Sierra de Albaracin, Sierra de Cazorla, Sierra Tejada, Sierra Nevada en nog wat bergen meer
- paella, tinto de verano, tostadas con mantequilla, napolitanos
- café con leche
- menu del dia
- 100 pluspunten voor Stevens. Fantastische fiets
- nul keer lek. Schwalbe
- nee, ik heb geen aandelen
- pijn in mijn poten, kramp, dorst en honger
- adembenemend landschap
- met geen mogelijkheid de grijns van mijn gezicht af te bikkelen
- drie haringen krom gemept
- elke dag kleding wassen
- hoe kleiner de camping, hoe meer aanspraak. Vooral Nederlanders die willen weten wat ik aan het doen ben.
- Girona, Teruel, Albacete, Granada, Malaga en Sevilla als steden onderweg. Verder veel kleine dorpjes
- asfalt, gravel en steenslag wegen. Merendeel toch asfalt
- een rivier moeten doorwaden
- licht bepakt en niet eens alle kleding aan gehad
- EHBO spullen ongebruikt gelaten

Nog twee dagen in Sevilla. Ik ga wijn drinken vanavond. En tapas eten.

zondag 16 juni 2024

De nieuwe Stevens

Stevens verdient lof. De nieuwe fiets is al meer dan een half jaar oud en nu pas bezig aan de eerste grote tocht. Nu vindt pas de echte test plaats. Voldoet die een beetje aan mijn verwachtingspatroon? Sri Lanka had de eerste tocht moeten worden, maar een blik op Google maps, en dan meer specifiek gericht op fietsenmakers, deed me anders besluiten. Ik zag alleen maar hele kleine reparatie hokken met ongelooflijk oude meuk fietsen. Mocht er iets misgaan met een van de hydraulische schijfremmen, dan had ik hulp van buiten moeten laten invliegen. Of bicycle repair man had zijn superman pak moeten uittrekken. Ik zag het niet zo zitten en heb toen maar een fiets meegenomen die je met een hamer en schroevendraaier kan repareren.

Inmiddels ben ik exact 1.396 kilometer en 18.674 hoogtemeters verder. Asfalt, ja heel veel. Meestal de dag tevoren aangelegd, zo mooi nieuw. Asfalt dat 40 jaar geleden is gedumpt, en nog steeds enigzins herkenbaar is als asfalt. Ja, dat was er ook. Gravel, verschrikkelijke steenslag wegen en onverlichte tunnels. Drempels, kuilen, stoepranden, hobbels en andere ongemakken. Ook ja. De fiets is heel, geen lekke banden, geen malheur. Het fietst heerlijk.

De techniek van de fiets is basic. 10 speed, wielen met industrie lagers, aluminium frame. En dat werkt.11 speed was niet beter geweest, 12 speed ook niet. Twaalf speed komt meestal met een kettingblad voor,  een 1x setup die doorgaans compleet waardeloos is. Elf speed gaat maar tot een 34 tandwiel achter, tien speed heeft een 36. Da's overigens maar een klein nadeel. Aluminium frame, tjokvol nokjes om bagage te monteren. Vergelijk dat maar eens met een carbon frame waar alleen met hele dure tassen en draagsystemen iets mee te vervoeren is. En cup conus lagers in wielen vind ik een prehistorische miskleun als er nu ook industrie lagers beschikbaar zijn.

Veel Nederlandse vakantie fietsers rijden op een Santos. Ik heb hier een goede tip voor. Doe dat niet! Zijn ze slecht? Nee, een Santos kost minimaal 6k en dan heb je dezelfde fiets als ik. Een Stevens van ruim onder de tweeduizend euro. En dat fietst geweldig. Nog zo'n 400 kilometers op weg naar Sevilla. Jippie.

vrijdag 14 juni 2024

Spaanse 'gravel' wegen

Ik had natuurlijk van mijn fouten kunnen leren. Dat had gekund. Dan had ik vandaag niet staan smeken om asfalt, of op zijn minst op een heuse gravel weg. Ik heb vandaag zo'n 40 km over een verschrikkelijke steenslag weg gefietst. Er kwam geen einde aan de ellende, ik zat bijna jankend op mijn fiets.

Eerst eens de fout uitleggen. Dat was eergisteren. Ik vertrok uit Albacete, een stad waarvan ik nu kan zeggen dat ik er ooit ben geweest en niet veel kunnen me dat navertellen. En dat heeft een reden, er is namelijk heel weinig wat Albacete de moeite waard maakt. Je kan er slapen, fatsoenlijk eten, er is een park, een kerk, een plaza de torres en er is een messenmuseum. En dat was het dan. Oh ja, ook nog een overdekte mooie galerij. En een Corte Ingles. De omgeving bestaat een grote vlakte met graan, druiven en olijfbomen. Er is ook een via verde, een kaarsrecht fietspad over een oude spoorlijn. Vier keer bijsturen op 25 km. Zo vertrok ik uit Albacete, so far so good. Op weg naar de bergen.

Het probleem zit hem in navigatie  speeltjes en bergwegen. Wahoo en Google sturen me over dezelfde wegen heen. Tenminste als ik Google vertel dat ik per fiets reis. Per auto krijg ik andere routes voorgeschoteld. De fietsroutes van Wahoo en Google zijn ruk. Geen ander woord dekt de lading beter. Ik volgde een route naar mijn camping toe. Eerst een smalle asfalt weg, daarna een gravel weg en toen plots linksaf een steenslag weg op. De gravel route blijven volgen was geen optie, die ging compleet de verkeerde kant op. De steenslag weg is eigenlijk onbefietsbaar zonder voor- en achtervering. Om de 10 centimeter een rotsteen die of muurvast zit en dan buts ik er overheen, of de steen ligt los en dan schiet of het voorwiel of het achterwiel er op weg. Elke tien centimeter. Bergop gaat het niet rap. Zes tot zeven kilometer per uur, maar bergaf gaat het nauwelijks harder. Tien procent omhoog is nog te doen, tien procent bergaf over losliggende stenen is echt een crime.

Na een klim en afdaling over de steenslag, ga ik even over op navigeren met Google auto. Maar in het laatste stukje naar de camping toe besluit ik toch weer de Wahoo fietsroute te nemen. Eerst een smalle asfaltweg, daarna gravel en dan uiteraard een steenslag weg. Tien procent bergaf, losliggende stenen en haarspeldbochten. Grrrrr,..... En toen als klap op de vuurpijl een rivier. Geen brug.

Wat nou? Geen brug? Nee, je ziet maar hoe je hier aan de overkant komt. Teruggaan zie ik niet als optie. Weer ophoog en daarna een aardige omweg. Schoenen uit, sandalen aan. Eerst maar eens de rivier doorwaden en de boel inspecteren. Een halve meter diep max, grip genoeg en de stroming is te houden. Eerst de bagage overzetten en daarna de fiets. Dan nog een steenslag pad van 10 procent omhoog klauteren en dan eindelijk nog vier kilometer asfalt naar de camping toe.

Goed, dat was eergisteren. Vandaag had ik de optie op een shortcut naar de volgende camping, of 40 km omfietsen. Die shortcut zou wel eens weer een k-weg kunnen zijn. Maar de shortcut leek toch aanlokkelijk. Heel zeker dat het steenslag zou zijn, was het niet. Je mocht er gewoon autorijden en de weg had een nummer. Motorrijden was overigens verboden. Wat wel mag en wat ook gebeurde, is dat ik weer ingehaald door een mountain e-bike die met 30 kmh omhoog stiefelde. Ik roep hem nog na. Hé, kijk je wel uit dat je niet moe wordt. De eikel. Uiteindelijk bleek het 40 km steenslag. 15 km stijgen, 25 dalen. Het dalen was verschrikkelijk. Ik zal de laatste tien kilometer alleen maar te smeken op normaal gravel. Ik was doodop en ik was er niks sneller mee dan de 40 km omrijdroute. Vijfentwintig kilometer dalen aan max 10 kmh. Ik hoop dat dit voldoende leerervaring was.