Vier dagen weekend. Het zijn er geen acht zoals dat van het
paasweekend maar het is toch nog steeds een lang weekend. Tijd om eens aan de
wielervorm te werken. Vier dagen hard trainen en dan 4 dagen rust. Zoiets doet
wonderen voor de benen. Het weekend is inmiddels voorbij en hard getraind heb
ik maar de vorm is er niets beter op geworden. Het rondje fietsen van vanavond
leerde mij dat er nog niet veel soeps in de benen zit. Het liep niet echt. Niet
gemakkelijk aan 30 in het uur rijden zonder het gevoel te hebben dat het ook
maar enigszins moeite kost. En hoe komt dat? Klussen. Klussen is slecht voor de
mens.
Op Hemelvaartsdag was het een grote druilerige bende buiten.
Ik mocht dat wel vrij hebben maar 12 graden, veel miezerregen was niet echt
aanlokkelijk om de koerskleding aan te trekken en 5 uur buiten te gaan spelen.
Dan nog liever een klusje doen dat na de verhuizing nog lag te wachten. Nieuwe
plinten leggen. Dat klinkt als een klusje van een paar uur maar het kostte me
meer dan een dag. De oude plinten wilde namelijk niet van de muur af en de
nieuwe plinten zijn van echt eikenhout en die moesten verzaagd worden.
Daarnaast stonden er ook nog wat meubels in de weg. De volgende dag had ik
spierpijn in mijn benen en pijn in mijn rug. Leuk hoor, klussen. Maar de
plinten liggen er dan weer wel mooi bij. Dat dan weer wel. En behalve een verzameling
plinten heb ik op zondag samen met de buren ook nog een schutting afgebroken en
een nieuwe neergezet. Het gevolg was nog meer spierpijn en hele verzameling
splinters in mijn handen. Wederom de conclusie dat klussen niet echt mijn hobby
is. Maar ja, er staat nu wel een nette schutting.
En tussen al die klus inspanningen door heb ik in dat lange
weekend ook nog eens 240 km gefietst. Op zaterdag zelfs 150 km en dat niet van
die makkelijk kilometers. Nee gewoon, het oude vertrouwde beulswerk. Op de
fiets naar Sloten, daar 60 km koers rijden en dan weer de 45 km naar huis
fietsen. Dat soort dingen hakt er wel in. Ik sta in mijn roze trui bij de
koerstafel en ik schrijf me in.
“Naam?”
“Nairo Quintana”, ik heb tenslotte roze trui aan en Quintana
gaat vandaag de giro winnen. De man achter de inschrijftafel kijkt me aan alsof
ik Sinterklaas ben. Hij begreep de grap niet zo goed. Nadat ik mijn echte naam
noem, krijg ik mijn startnummer.
“nummer 70, daar tekenen”
De koers werd deze keer opgeleukt door de dames schaatsploeg
van Aktiva. Die zijn bezig met hun zomertraining en kennelijk hebben ze geen
licentie gekocht om bij de dameskoers mee te rijden en nu deden ze dus maar
hier mee. Ach, vier jongen meiden in strakke wielrenpakjes die een beetje hard
kunnen fietsen. Ik kan soort dingen wel waarderen. De vorige keer reed er op
Sloten een olympische handbiker mee. Dat zag er wel een beetje gek uit. Halverwege
koers werd ik plots ingehaald door een driewieler. Een handbike bestaat uit twee
achterwielen en een voorwiel dat met de armen wordt aangedreven. Vooral de lage
houding van de handbiker zorgt ervoor dat het nog best rap gaat.
Als ik nu de komende tijd eens ophoud met allerlei
vermoeiende klusprojecten dan bestaat er nog een kans dat ik in vorm raak voor
de Vaujany over 4 weken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten