maandag 23 januari 2017

Bergen zijn goed

Bergen zijn eerlijke tegenstanders. Ze zijn duidelijk voorspelbaar, consequent en vooral toegeeflijk. Je weet wanneer je wint en de beloning is volgens afspraak. Bergen zijn niet zo genieperig als wind of zo gemeen als kasseien. Over een berg heen fietsen heeft iets rustgevend, een oase van genot, opstapelende vermoeidheid, een wijds uitzicht plus een mooie afdaling. Kasseien doen je alleen maar pijn en ze geven niks terug. Wind geeft je uit onverwacht hoek een klap op je bek. Nee, doe mij dan maar een berg. En nog een, en nog een.

In de laatste twee dagen van mij lange fietstocht door Cambodja en Thailand trek ik langzamerhand bergachtiger terrein in. De echte scherprechter klimmen liggen verder noordelijk maar ik kom onderweg eindelijk weer wat klimmen tegen. Ik hou van klimmen, snaar strak nieuw asfalt en een brandend zonnetje. Zo is het leven ooit bedoeld. En het zijn geen steile wand klimmen die ik tref. Nee, van die heerlijk lopende klimmen van 5-6%. Er passen nu alleen nog maar smiley's in het verhaal. Van die grote lachebek smiley's met pretogen en een glimlach die bijna groter is dan de smiley zelf.

Waarom zijn bergen zo leuk en kasseien of wind zo vervelend? Ze kosten allebei energie, het vreet aan je conditie en als het te lang duurt, ben je op sterven na dood en zit je zielloos en ontredderd aan de kant van de weg naar de berm te turen. Je kan alleen nog maar met scheldwoorden denken. Kut fiets en kanker kasseien of komt er nu nooit een einde aan die kolere klim. Dat soort werk. En toch zijn bergen leuk en  kasseien een crime. Waarom? Kasseien doen altijd pijn, het maakt niet uit in welke richting je de kasseien strook pakt. De heenweg doet pijn, de terugweg doet pijn. Wind is ook zo'n rottige tegenstander. Wind kan draaien, gaan liggen of uit onverwachte hoek een klap in je gezicht geven. Wind is onvoorspelbaar, bergen nooit. Ik kan op mijn navigatie gadget zien hoe steil een klim is de komende kilometers, tot welke hoogte er geklommen moet worden en hoe de afdaling loopt. Daarom zijn bergen zo leuk, ze zijn gewoon eerlijke tegenstanders.

Mijn route kent een paar klimmen. In twee etappes rij ik van Thoen via Lampang naar Chiang Mai. En bij elke klim zit ik met een hele grote smiley op mijn fiets. En dat ondanks dat er inmiddels al aardig wat vermoeidheid in mijn benen zit na een route van 1500 kilometer. Op een klim wordt ik achterna gerend door drie agressief blaffende honden. Dat was niet grappig. Gelukkig gebeurde dit net voor de top en al klimmende lopen ze op me in maar met 50 per uur in de afdaling haken ze af. 

Geen opmerkingen: