Ubud is verzameling kleine straatjes, gerangschikt als een schaakbord met een schier oneindig aantal mini winkeltjes. Teak houten bordjes met I love Bali, koelkast magneten, love Bali slippers en T-shirts met surfing in Bali is the ultimate experience. Ubud ligt niet aan zee. Dat is dertig kilometer verderop. En dat is slechts een kleine mini mini opsomming van alle prullaria die hier te koop is. Koffie, pollepels, waaiers, batik hemden, sarongs, Budha beeldjes, Hindoe beeldjes, wierrook, kunst, armbandjes, paraplus, schaaltjes, onderzetters, mokken, jurken, en en en en nog veel meer. Het houdt niet op met I love Bali souvenirs. En als je geen souvenirs wilt kopen, dan kun je een tattoo laten zetten, of naar de kapper, of naar de masseur, of een smoothie drinken, of koffie, of thee, of bier, of Indonesisch eten, of Chinees, of Indiaas, of Italiaans, of Koreaans, of croissants. Het kan echt allemaal.
Wat echter totaal onmogelijk is, of op zijn minst erg lastig, is voortbewegen. Het hele stratenplan is een groot mega verkeersinfarct. Autos sukkelen meter voor meter voorwaarts, tenminste Ɣls ze rijden. Ze staan vaker stil. Brommers proberen er tussen te laveren, maar dat gaat ook super langzaam. Voetgangers hebben iets meer bewegingsvrijheid. Alleen is er nauwelijks een trottoir. Ten eerste is die smal, vaak in gebruik genomen door winkeltjes, en de stoeprand is minimaal drie decimeter hoog. Veel voetgangers lopen tergend traag achter hun voorligger aan. Ze kunnen niet rapper en de meesten willen ook niet harder omdat elk stalletje aandacht trekt en het blijft ook nog eens tropisch warm. Toch zijn ze nog altijd sneller van A naar B dan de autos. Haast bestaat niet en spoed is overleden.
Waarom is het hier zo druk? Verwacht van mij geen uitgebreide historie van internationaal toerisme op Bali van de afgelopen drie decennia. Wat ik weet, komt ook uit de boekjes. Iets met kunst, een relaxte sfeer die backpackers aantrekt, en het wemelt van de oude tempels. Plus rijstvelden in de weide omtrek. Wat er daarna gebeurt, is een zichzelf versterkend effect. Aandacht trekt aandacht. Ubud groeit omdat Ubud groeit. Iedereen wil naar Ubud omdat iedereen naar Ubud wil. Ubud is overigens geen op sex belust Sodom en Gomera, daarvoor moet je aan de kust zijn. Het trekt brave toeristen. Heel heel veel brave toeristen. Zelfs ik ben er. En ik doe een beetje de toeristen onzin dingen mee. Tempeltje, bekijken, masseur, taartje eten en de was laten doen. Ik heb eigenlijk ook min of meer fietsen in Indonesiƫ opgegeven. Fietsen is hier domweg niet leuk. Te druk, te gevaarlijk, te slechte wegen, veelal idoot steile klimmen. Ik ga vanavond zelfs naar een Balinese dansvoorstelling. Het moet niet gekker worden.
1 opmerking:
Lekker onthaasten! En wat cultuur naar binnen hengsten. Dat is toch beter dan die bergen opraggen.
Een reactie posten