donderdag 11 september 2025

Trein op Java, en hopelijk ook nog een fiets

De volgende keer dat ik een treinkaartje koop in Indonesië, dan neem ik expliciet mijn fiets mee, gewoon om te laten zien dat mijn fiets een fiets is, en niet een of ander fantasie ding dat in de hoofden van de kaartverkopers bestaat.

Wat nu weer? Twee dagen geleden ging ik naar het trein station om een treinkaartje te kopen. Ik kocht een treinkaartje. Naar Ketapang, zo'n 600 km verder naar het oosten. Ik heb twee keer uitdrukkelijk gevraagd dat ik een fiets wilde meenemen. Bicycle. Bicycle. Ik sprak langzaam en duidelijk Engels en ik kreeg netjes antwoord. Yes, that's possible. Ze bedoelde daarmee eigenlijk, Nee meneer dat is totaal onmogelijk en overmorgen zul je de consequenties maar aanvaarden.

Ik was vandaag ruim op tijd op het station, bijna een uur van tevoren, en maar goed ook, want die tijd bleek hard nodig. Mijn verschijning, man met fiets, trok direct de aandacht van het personeel. Wat ik met die fiets van plan was? Meenemen op de trein, dat kon toch volgens jullie kaartverkopende fantasie dame. Nee dus. Ik weet dat een nee vaak nog wel kan worden omgedraaid naar een ja, op voorwaarde dat je maar beleefd en vriendelijk blijft. Maar nu had ik daar een beetje een hard hoofd in. Het eerste wat ze me aanboden was om mijn ticket te annuleren. Ze verontschuldigde zich voor het misverstand en hoopte dat daarmee de kous af was. Toen sloeg bij mij langzaam de paniek toe. Nee, niet nog een keer 600 km fietsen op Java. Ik heb er geen tijd voor, ik mis mijn vlucht naar huis en ik wou dit avontuur graag overleven. Als ik over staat wandel, dan wandel ik steevast aan de rechterkant. Ze rijden hier links en dan zie ik mijn moordenaars tenminste op me af komen. In de meeste andere landen gebruik ik het woord tegenligger, maar potentiële moordenaars is hier beter op zijn plaats. Die panische blik, plus het feit dat dit gesprek net naast het kantoortje plaatsvindt, waar ik twee dagen eerder een kaartje kocht, en dus kon het verhaal daar geverifieerd worden, zorgde toch voor een soort hap snap oplossing.

En die oplossing heet expeditie. Of ik mee wilde lopen, tegen meerkosten, kon het alsnog geregeld worden. Fiets mee achter een mannetje aanlopen. Langs alle winkeltjes, voorbij de sporen, het station uit, de straat oversteken. Waar gaan we naar toe dan? Naar een magazijn wat vol staat met in karton verpakte brommers, dozen, bouwmateriaal en een paar witte busjes. En veel mensen die overal omheen zwerven. Goed, kantoortje in en mijn mannetje geeft uitleg aan de dame achter de balie. Paspoort laten zien, al eerder gekocht treinkaartje tonen. Proberen vriendelijk te blijven lachen, maar echt happy ben ik niet. Ik begin nu ook wel te beseffen dat mijn fiets niet op dezelfde trein meegaat als ik. Nog een 294.000 roepie betalen en terug naar het station. En wanneer komt mijn fiets dan aan? Mijn mannetje zegt de volgende dag. Hoe laat? In the morning. Nine o'clock, ten o'clock, eleven o'clock? Next train is het antwoord. Het weet het zelf waarschijnlijk ook niet. GVD. Straks gaat dat nog dagen duren ook, voordat die fiets ergens opduikt. Ik baal nu als een stekker en hoop nu maar dat het goed komt. Ik kan er nu ook niks meer aan veranderen, terwijl ik in trein zit en de rijstvelden langzaam aan me voorbij trekken. Zucht.

1 opmerking:

Saskia zei

Op hoop van zegen dan maar. Deze vakantie loopt niet geheel vlekkeloos