Ik heb de hoogste berg van Nederland beklommen plus de hoogste berg van Langkawi plus de hoogste berg van Thailand. En nu mag ik ook aan dit lijstje de hoogste berg van Zuid-Korea toevoegen, mount Hallasan. Voor sommigen uit deze lijst heb ik echt serieus moeite moeten doen. Niet voor het drielanden punt in Nederland en ook niet echt voor dat ding in Langkawi, wel voor de 2500 hoge klim naar de Doi Suthep. En ook voor mount Hallasan heb ik flink lopen zweten.
Ok, mount Hallasan is geen super hoge berg, slechts 1950 meter hoog. Hij is te bereiken vanaf twee kanten maar een trail is niet handig omdat er geen bushalte is. Daarom ga ik via de Seongpanak trail omhoog. Dat is 9,7 kilometer heen en 1200 hoogtemeters stijgen. En via dezelfde weg terug. Bijna 20 kilometer wandelen dus en 1200 meter stijgen en dalen, dat is best fors. En het pad is soms heel mooi en vaak niet prettig. Al stijgende erger ik me nog niet aan het pad. Dat doe ik pas op de terugweg als ik moe geworden ben. De eerste paar kilometer lopen nauwelijks steil, daarna begint de pret pas echt en de laatste paar 100 hoogtemeter gaan bijna alleen maar via traptreden omhoog. Als ik deze beklim, ben ik ook nog nauwelijks moe. Het gaat lekker tot nog toe en ik klim makkelijk en snel verder. Dat geldt niet voor iedereen hier op de berg. Bovenop de berg waar de bomen zijn verdwenen en weinig schaduw is, zie ik mensen schuilen onder een struikje in een poging op adem te komen en te af te koelen van de brandende zon. Want warm is het, een strak blauw lucht, tientallen kilometers zicht en een graad of 27. Boven op de top is het dan ook schitterend. Het is er druk en iedereen rust even uit. En we maken foto's met z'n allen, voor het top bord staat een rij mensen om een foto van zichzelf met het bord te nemen.
De klim is verder erg toeristisch en prachtig aangelegd. Zelden zo'n mooie faciliteiten op een berg gezien. Er loopt vanaf de bushalte een pad omhoog. Beneden kun je naar de toilet, voeding en water voor onderweg kopen en op de terugweg kan je hier je afval weer kwijt. Wel gescheiden inleveren maar vriendelijk Koreanen helpen je hierbij. Het pad is duidelijk gemarkeerd en verdwalen is schier onmogelijk. Sterker nog, er lopen geen andere paden en een touw aan beide kanten van het pad maakt duidelijk dat het niet de bedoeling is om je eentje de struiken in de duiken. Na 4 kilometer zitten weer toiletten en na een km of 6 zit een hut waar je weer naar de wc kan, en waar je ook extra water kunt kopen. Plus noedelsoep, chocola en nog wat anders maar dat heb ik niet onthouden. Die noedelsoep trok mijn aandacht. Je vuilnis kun je hier niet kwijt, alle vuilnis zal je zelf de bergaf moeten dragen. Dat zie je wel vaker in berghutten, die hebben geen zin om vuilnisman voor je te spelen.
Het enige minpunt van deze klim is het plaveisel. Op sommige stukken van de route liggen houten planken en de laatste paar 100 meter stijging gaat over een houten trap wat makkelijk klimt en daalt. Maar een groot deel van het pad bestaat uit grote keien die lukraak in de grond liggen begraven. Bij elke stap moet je nadenken over je grip en dat valt bij het stijgen niet op maar na een lange dag op de berg begonnen die dingen mij op het einde van de dag te irriteren. Zeker na een paar schuivers en een paar bijna verzwikte enkel. Toen pas besefte ik dat ze hier ook de keuze hadden kunnen maken voor prettiger plaveisel. Want het pad is hier aangelegd en ze hadden net zo goed kunnen kiezen voor kleinere steentjes.
Maar goed , dat is gezeur achteraf. Ik heb wel lekker de hoogste berg van Zuid-Korea beklommen!
1 opmerking:
Een mooie prestatie! En dat in de vakantie. In het kader van 'pijn is fijn', zeker?!
Een reactie posten