Kramp in mijn poten, een pijn grimas op mijn gezicht, ingewanden die protesteren tegen de kwelling die ik mijn lichaam aandoe. Echt alles is gelukt deze cyclo. Mijn laatste twee cyclos waren de Rad am Ring en de Velomediane eind 2019. Toen kwam corona en daarna raakte bij mij de klad erin. Ik ging andere fiets avonturen aan, van Barcelona naar huis fietsen of 2000 km dwars door Spanje heen. Dat soort werk. Dit jaar na vier jaar eindelijk weer eens een cyclo. Omdat het kan, omdat ik het ooit leuk vond en ik wilde bezien of dat laatste nog steeds waar is.
De cyclo is 100% geslaagd. Kramp? Ja. Steendood? Ja. Heb ik iets te zoeken in de uitslag? Nee,... p102 op ruim 400 deelnemers. De cyclo begint met een stukje vals plat dalen over een afgezette weg en dan de col d'Oderen, gevolgd door de col de Page. Ik kijk naar mijn hartslag, de cadans en naar de mensen om me heen. Ik haal er een aantal in, sommigen stuiven aan me voorbij. Denk ook een beetje aan mijn ego, wil ik ze meegeven, maar daar fietsen ze te rap voor. Wat ik echter slecht snap, is dat 100 km verderop op het parkoers dat me nog steeds gebeurd. Ingehaald worden alsof de koplopers je voorbij komen stuiven. Hoezo dan? Waar komen die gasten vandaan dan? De Oderen gaat lekker, de Page ook. Dan dalen over hobbel asfalt, een tussendoor colletje en dan over een brede route national een super afdaling rijden. Na de makkelijke Oderen volgt nu de klim naar le Markstein over een klein pesterig steil binnendoor weggetje. Ik verteer dit nog goed, beulen op 13% en wat rustiger aan op 8%. Wat nu volgt is veel afdalen en twee tussendoor colletjes. De Banstein en de firtsplan, waarbij opgemerkt dat die laatste gewoon 7 km klimmen is. Ik plas een keer onderweg en ik kijk naar de hf meter en de cadans meter. Het voelt nog steeds goed, maar dat gevoel is compleet weg op de petit Ballon, die we bereiken na weer een stuiter afdaling. Van dat oud asfalt dat zo hard trilt, dat ik maar met moeite de remmen kan bedienen. De naam van de petit Ballon mag lieflijk en klein lijken, de praktijk is anders. Het is een kreng. En vul nog nog maar wat meer scheldwoorden in. Nu beginnen een voor een mijn lichaamsonderdelen te protesteren. Maag, nieren, zelfs mijn biceps beginnen te zeuren. De pols wil niet echt meer de hoogte in en het is inmiddels 28 graden en ik fiets in de volle zon. En waarom toch steeds 7 % afwisselen met 13% . Welke wegenlegger is hier op afgestudeerd? Ik trek dit nu niet goed meer. Na wederom een stuiter afdaling waar mijn rug een paar rot klappen te verduren krijgt, volgt de laatste klim, de col de Platzerwazel. Het klinkt ook allemaal zo Frans hier. Ik heb ooit eerder de Platzerwazel gedaald en ik kan me goed herinneren dat het een schitterende daalweg was. Constant 8-9% naar beneden en immer gerade aus. Nu mag ik omhoog. Ik tel kilometers af. En ik voel me miserabel. Nog 7,5 km, nog 7 km, nog 6,5 km, nog 6 km. Het is een pokke eind naar de top. Van groepjes is nu helemaal geen sprake meer. Ik krijg als eenling nog wel steeds voorrang op het overige verkeer als ik de Route des crêtes opdraai. Nog een beetje klimwerk en daarna een bijtrap afdaling. Onderaan de afdaling slaat plots de kramp toe. Ik kan die er net onder krijgen. Het laatste klimmetje bij de finish kan ik niet meer voluit gaan. Het lichaam is leeg en verkrampte poten finish ik na 6 uur en 17 minuten. Dat was ook de tijd die ik vooraf realistisch had geschat.
En stiekem vond ik het nog best leuk, maar op het eind ook allejezus zwaar
2 opmerkingen:
Lekker bezig, man. Keihard bikkelen en dat lichaam afstraffen, zeg ik. In het kader van 'pijn is fijn, bloed is goed' toch weer lekker de bergen opgeknald! Vooral zo doorgaan. Tijd voor een gebakje ofzo.
Heerlijk om te lezen. Wordt het dan toch tijd voor endurance geometrie fiets met schijfremmen?😜
Een reactie posten