Verwacht geen drietal onafhankelijke fotografen die wielrenners op de gevoelige plaat zetten en daar een boterham mee proberen te verdienen. Verwacht ook geen collonne wielrenners op de berg, of een rits aan campers met ondeskundige bestuurders. Verwacht ook geen restaurant boven op de top, of een col bordje. Verwacht ook vooral niet dat het hier niet fors omhoog loopt.
De col des Champs is een van de velen cols in Frankrijk waar niet elk jaar de tour overheen komt. Daar wemelt het er in dit land van. Gisteren fietste ik over de de col d'Allos, vandaag de col des Champs. Is daar de tour ooit overheen getrokken? De Allos misschien nog wel, de des Champs vermoedelijk niet. Deze regio is niet zo populair bij le grand boucle. Het is hier geen Alpe d'Huez of les deux Alpes. Dat heeft voordelen. Nou ja, er zijn niet zoveel restaurants, maar honger lijden ga je hier ook niet. En als je indruk wil maken met indrukwekkende col namen op collega's of vrienden die de ballen verstand hebben van wielrennen, dan ben je ook aan het verkeerde adres.
Frankrijk heeft meer te bieden dan de Tourmalet en de Mont Ventoux. Ook meer dan de Gorges du Verdon of de Gorges de l'Ardêche. Waarom noem ik hier ook die twee gorges? Om de simpele reden dat ik vandaag door de Gorge val Daluis ben gefietst. Die lag op de route naar de col des Champs. De Daluis is een van de meeste spectaculaire kloven waar ik ooit doorheen ben gefietst. Een hele smalle enge kloof met rood gesteente waar op bizarre wijze een weg doorheen is gehakt. FENOMENAAL!! Maar kennelijk staat het in weinig boekjes en ze sturen Pojacar en Vinegaard er niet doorheen. Dus samen met een paar motorrijders, die redelijk netjes rijden, heb ik deze wegen voor mezelf. Ik zeg houden zo.
1 opmerking:
Lekker bezig. Een beetje door de kloven heenbeuken zonder veel ander verkeer! En het ziet er ook zonnig uit. Beter dan hier met al die wolken.
Een reactie posten