zaterdag 7 januari 2012

Langzaam trainen

Alles aan een wielrenfiets is ontworpen op snelheid. Dit zit hem voornamelijk in de stijfheid van onderdelen. Een stijf frame zorgt ervoor dat elke trap op de pedalen raak is. Er gaat geen energie verloren in het laten buigen van een frame, wielen of pedalen. Wielrenschoenen hebben een carbon zool; een wielerzadel is keihard en bevat geen vering; er staat 8 bar atmosfeer in bandjes van 23 mm breed. Comfort op een koersfiets is bijzaak. Een stuurlint en een leren zadel is zo ongeveer het enige dat bijdraagt aan rijcomfort. Voor een doorgewinterde wielrenner maakt dat ook allemaal niet uit. Die voelt geen pijn meer. Na jarenlange marteling is het lichaam gewend geraakt. Een wielrenner heeft nooit zadelpijn of last van zijn onderrug. Alle zenuwen die daar zitten hebben al lang de moed opgegeven om nog signalen naar de hersenen door te sturen. Ze worden toch genegeerd.

En snelheid is nou datgene dat vandaag ontbreekt. Het waait buiten. Het waait hard buiten. Het is nog net geen storm opdat fietsen te gevaarlijk wordt maar onstuimig is het zeker. Ik ga weg voor een rondje van 80 km. De bedoeling is een duurtraining van 3 uur in D1. Gewoon de basisconditie onderhouden. Als ik buiten sta, blijkt het zachtjes te zijn gaan regenen. Dat had de buienradar niet voorspeld. De eerste meters gaan met felle tegenwind. Veel harder dan 22 kmh gaat het niet. Echt leuk is die snelheid ook niet. Wielrennen gaat over snelheid; dat gaat over de stenen uit de straat rijden. Langzaam fietsen is iets voor veldrijders die door dikke lagen blubber zich een weg banen in een zompig weiland. Na 11 km sta ben ik al weer thuis. En niet omdat ik er nu al geen zin meer in heb maar gewoon omdat ik mijn bidons vergeten was.

Als ik eenmaal de polder uit ben en op het stuk tussen Muiderberg en Muiden fiets, krijg ik de wind voluit op mijn snoet. Zat er in Almere tussen de huizen nog een beetje vaart in, die is nu helemaal weg. Op de 39*23 ploeter ik met een snelheid van 17-18 kmh door de wind heen. Het nadeel van een D1 training is dat de hartslag continue laag moet blijven. Deze moet blijven hangen tussen de 65 en 75 procent van de maximale hartslag. Als ik op een normale snelheid zou willen gaan fietsen, dan moet ik mijn hartslag de hoogte in jagen en daar zijn lange duurtrainingen nu net niet voor bedoeld. De 39*23 is trouwens een bergverzet. Bedoeld om makkelijk lopende hellingen van 4-5 % mee omhoog te rijden. Nu blijkt dat ding ook al in Nederland nodig te zijn.

Elk nadeel hep z’n voordeel. Dat is Cruijfiaans voor het feit dat ik op de terug weg wind mee heb. Eindelijk snelheid, denk ik. Ik zit me er al een dikke anderhalf uur op te verheugen. Met 45-50 aan het uur door de polder razen. Lange stukken met het grote mes erop en lekker doorraggen. Dat blijkt in de praktijk vies tegen te vallen. Geen idee waaraan dit precies ligt maar echt duidelijk is het me niet waarom ik blijf steken op 37-40 kmh. Of ik heb gewoon totaal geen vorm maar dat is natuurlijk wel het laatste wat ik als argument wil gebruiken. Of de stukken waarop ik nu rij, liggen wat verscholen tussen het riet. Of zorgt wind voornamelijk voor veel snelheidsverlies en wat minder voor snelheidswinst. Ik gok maar op het laatste. Met een beetje natuurkunde kun je bereken hoe snel je kan fietsen gegeven een bepaald vermogen. Op het vlakke is deze formule redelijk eenvoudig. Om je snelheid te verdubbelen, moet je 8 (2 tot de macht 3) keer zo veel vermogen leveren. Voor hogere snelheden heb je exponentieel steeds meer vermogen nodig. Deze formule geldt trouwens ook voor andere voertuigen. Een auto met een top snelheid van 200 kmh heeft bijvoorbeeld een vermogen van 120 pk. Als deze zelfde auto 100 kmh rijdt, dan gebruikt die slechts 15 pk (120 / 8) van zijn vermogen.

Als ik bijna thuis ben en alleen nog maar wind mee heb, doe ik toch nog even een extra ommetje. 3 uur trainen is namelijk 3 uur trainen. En ik had nog niet genoeg meters gemaakt. Ik fiets via de Markermeer dijk naar huis. En dat betekent nog een keer 6 km vol tegen de wind in harken.

Hoe sterk is de eenzame fietser
die krom gebogen over zijn stuur
tegen de wind
Zichzelf een weg baant?

Geen opmerkingen: