woensdag 1 augustus 2018

Gerbier de Jonc

Gisteren op de camping zag ik twee jongentjes van vijf jaar in huilen uitbarsten. Mama had hun waterpistool afgepakt. Hun wereld stortte even in. De moeder in kwestie vond het geen tof idee dat haar kroost pogingen deed om andermans tentjes nat te spuiten. De instructies die ze vooraf had meegeven waren niet besteed aan het brein van een vijfjarige.

Zo happy als de twee kinderen glunderden toen ze hun waterpistool vulden, zo voel ik me vanochtend bij de Gerbier de Jonc. De fase dat ik in extase raak van een waterpistool heb ik inmiddels achter me gelaten. Bij mij is er echter ook niet zoveel voor nodig. Een fiets, een berg en een zonnetje, that's it. Ik fiets deze ochtend op een rustige weg hoog in de bergen van de Ardeche. Het uitzicht is fenomenaal, de zon schijnt en de lucht is blauw. Het fietst heerlijk hier want ik zit boven op de col en weg glooit een beetje op en af. De lange klim luisterend naar de naam col d'Ardechoise heb ik al achter de rug. Ik ben op vakantie en ik fiets. Mooier dan dit gaat het niet worden. Ik heb ook de neiging om keihard 'happy' van Pharell Williams te gaan zingen, maar ik ontbeer de genen van een opera zanger.

Boven op de col is er de mogelijkheid om even de top van de Gerbier de Jonc te beklimmen. Ik heb deze vakantie speciaal geen wielrenschoenen aan maar gewone stevige wandelschoenen. Juist om ook even de berg op te kunnen wandelen. Er is hier een heen- en terug klauter route voor de top. Dat moet ook wel anders loop je elkaar gigantisch in de weg. Het is een klein stukje naar de top, honderd meter stijgen of zo. Op de top wemelt het van de steenmannetjes en van het vliegend ongedierte. Dat ook. Eigenlijk is het nu een Kodak moment voor foto's van de top plus een boel selfies. Echter de enclave van vliegend gespuis gooit roet in het eten. Ze kruipen in mijn nek, onder mijn pet, achter mijn bril en mijn t-shirt in. Het is onmogelijk het spul van me af te houden en ik weet niet hoe snel ik weer naar beneden moet. En het gekke dat ik al omhoog en omlaag klauterend er nul last van heb. Maar op de top is het vliegend ongedierte niet te verdragen. Dat was een beetje het minpuntje van deze berg.

Daarna daal ik af op zoek naar een fatsoenlijk restaurant en een camping. Ik heb er inmiddels meer dan duizend hoogtemeters op zitten. Tijd voor ontspanning.

Geen opmerkingen: