zaterdag 28 mei 2011

Trainingskamp in de Cevennen

Verslag van een weekje trainen in de Cevennen

zaterdag 21 mei
Heel lang autorijden. 's Morgens om 7h19 vertrokken; 's avonds om half 8 gearriveerd. Ik wil een gemiddelde van 100 kmh halen, inclusiefs pauzes. Een soort suffe top Gear achtige weddenschap. Ik moet vandaag 1180 km dwars door Frankrijk rijden en daar past dit soort onzin wel bij. Ik zit me suf te rekenen onderweg. Op de snelweg win ik tijd; met rusten en files in Parijs verlies ik tijd. Als ik de A75 afdraai heb ik nog 29 min tijd over die ik kan opsouperen op de 100 km op B-wegen die ik nog moet afleggen. Het regent dat het giet en ik moet goed opletten. Doorrijden gaat makkelijk, er is weinig verkeer, maar veel grip heb ik niet. Met nog 5 minuten aan tijd over arriveer ik in saint Frezal de Vantalon. Ik kan alleen de chambre d'Hôte niet vinden. Die tijd die ik daarmee verknal, tel ik maar even niet mee. Een bordje zou geholpen hebben. Om het gemiddelde te halen moet ik dus veel laten. Overal 130 rijden, 2 keer een pauze van 20 minuten en op de 100 km aan B-wegen niet trutten maar stevig doorgassen.



zondag 22 mei
Ik doe vandaag een makkelijk rondje volgens Erwin. Hij is de eigenaar van de chambre d’Hôte en tevens fietsgek. Hij blijkt een klimgeit die zijn ambitie als prof heeft misgelopen. Mijn Polar staat de hele dag in het rood en dat terwijl Erwin rustig naast me rijd en de oren van mijn kop lult. De lange autorit van gisteren zit me dan ook overduidelijk dwars. Dat is mijn excuus voor vandaag. De cijfers van dit rondje geven geen reden om trots te zijn op de vorm. 107 km met 24,9 kmh gemiddeld, 1700 hoogtemeters en een gemiddeld pols van 155.

maandag 23 mei
We gaan vooruit. Lang geslapen en goed wakker geworden. De pols geeft 52 aan wat absoluut niet laag is. Schrikbarend hoog echter ook niet. Ik voel mijn benen maar ze kunnen nog wel een dagje bikkelen aan. Ik kan Erwin nog wel volgen vandaag, gok ik zo. Ik volg zelfs makkelijker dan gisteren, blijkt halverwege het rondje. Mijn pols hoeft niet meer naar de 180 om een rustige peddelende en kletsende Erwin bij te houden. Erwin zit op de 160 en ik schommel tussen de 165 en de 168. Morgen rij ik hem eraf! Nou ja, dat is makkelijk praten. Hij moet morgen gewoon werken en ik ga verder met trainen.

Hoe leg ik dit uit aan een buitenstaander? Welke halve gek neemt een week vrij, gaat naar Zuid-Frankrijk om een weekje te trainen? Dan moet je toch half prof zijn op zijn minst. Zoiets verwacht je niet van een middelmatige cyclo rijder die gewoon een baan heeft en zelden prijs rijdt. Een week fietsen; elke dag minstens 100 km en een slordige 2000 hoogtemeters per dag. En dat dan vakantie willen noemen. En dat allemaal ook nog eens voor weddenschap voor een fles single malt. Niet eens de moeite eigenlijk. Ik denk dat ik het gewoon leuk vind om een doel te hebben. Moeilijk genoeg en wellicht ook haalbaar. 6 uur als eindtijd voor de Maratona. Wie verzint die onzin? Roland, dus. Wie trapt erin? Ik dus.



Dinsdag 24 mei 2011
Rondje mont Aigoual. In totaal 126 km en 1800 hoogtemeters. Heel erg warm vandaag. Bovenop de berg was het goed te doen. Maar het laatste stukje door de gorges de Tarn was pufheet. Ik drink me suf en een deel van de bidons gaat over mijn hoofd heen. Als ik niet oppas, houd ik er vandaag een zonnesteek aan over. De vorm groeit een beetje; het gaat makkelijker en zelfs de pols was laag deze ochtend. Het klimmen gaat redelijk, zelfs op de steile stukken gaat de pols nog makkelijk naar D3 en dat voelt niet idioot vervelend. Ik kom op het laatste stukje klim van de Aigoal twee Amerikanen tegen. Ze komen uit California en daar zijn natuurlijk geen bergen. Ze rijden op de Aigoual omdat ze het boek “de renner” van Tim Krabbé gelezen en daarom rijden ze nu hier. Ik blijf het wonderlijk vinden. Wanneer gaat mij zoiets lukken? Welke Amerikaan gaat mijn blog lezen en daarom in Europa cols bedwingen? Die status heb ik nog lang niet en ik vraag me af of dat ooit gaat komen.

Ik heb gisteren nog de details van saint Frezal de Ventalon te horen gekregen. Het mini mini dorpje telt 160 inwoners. Er is een burgemeester, twee raadsleden en een 8 man sterke gemeenteraad. Zoiets kan alleen in Frankrijk. Daar zou je in Nederland mee moeten komen aanzetten. We zouden schande spreken van zoveel management overhead. En direct de boel herindelen. Wij houden van orde. Fransen van sociaal contact.

Woensdag, 25 mei 2011
De rit van vandaag staat in het teken van de col d'Uglas. Deze col is bekend bij wielrenners als de trainingscol van Tim Krabbé. Geen tour etappe deed de col ooit aan. Geen enkele belangrijke wedstrijd eindigt op deze klim. Volgers van Sporza kennen de col niet. De Alpe d'Huez kent iedereen. Wielrenner of niet. De Alpe zit vaak in de tour en er winnen Nederlanders. Wie kent de col d'Uglas? Alleen renners, tenminste al ze de wielerverhalen van Tim Krabbé hebben gelezen. In de tijd dat Krabbé wedstrijden reed in Frankrijk gebruikte hij de col als trainingscol. Hoe harder hij omhoog reed, hoe beter was zijn vorm. Daar is de col ook ideaal voor voor. 5,5 kilometer klimmen met 6%. De col loopt gelijkmatig omhoog en is nergens echt steil. Het is een omhoog ram col; de hartslag naar de 180 en volhouden maar.

En nu ik hier toch ben, is er geen ontkomen aan. Ik moet mezelf testen op deze col. Hoe snel ben ik en stelt die tijd iets voor? De voorbereiding is knudde. Drie dagen hard trainen en geen rustdag nemen is verre van ideaal. Daarnaast is het weer pufheet vandaag. Typisch wielrenners gedrag is dit. Eerst de excuses opschrijven en dan pas een tijd gaan noemen. Mijn teller blijft staan na 17 min en 10 seconden. Ik kan me niets van de col herinneren. Het gebied hier is prachtig en de col d'Uglas vast ook. Ik heb er echter niets van gezien. Ik heb niet om me heen gekeken en alleen maar naar de weg gekeken. Ik had alleen oog voor mijn hartslag meter en de kilometer teller. Rammen, rammen, rammen en kilometers aftellen. De pols op de 180 houden en door bikkelen. Op de top heb ik een kwartier staan uithijgen.



Donderdag, 26 mei 2011
De ronde van de Graniet. De Graniet is een kleine franse cyclo die de renners over de mont Lozère voert en over de col du Pré de la Dame. De lange route van de Graniet doet zelfs 2 keer de Pré de la Dame aan. Ik heb vandaag weer gezelschap van Erwin. Hij is aan het trainen voor Alpe d'huZes; iedereen zo zijn afwijking cq fietsdoel. Hij heeft vandaag weer vrij gekregen van zijn vriendin en mag fietsen. We doen de Graniet in tegengestelde richting. Uit en thuis is het rondje 139 km en telt 2900 hoogtemeters. Geen kinderachtig tochtje dus. Het laatste stuk van de col de Finiels is prut wegdek. Er is teer gestrooid en steentjes maar het is nog niet vast gereden. Onze banden worden een grote troep. Het teer plakt overal aan en de steentjes kletteren als hagel steentje tegen de fiets. Mijn mooie witte fiets zit onder de troep en we vrezen allebei de aanstaande afdaling. Plakkende steentje op een stel dunne wielerbandje zijn vaak een garantie voor lek rijden. In de afdaling die we gewoon op volle snelheid rijden, gebeurt echter niets. Pas als ik beneden sta, herinner ik me weer dat de kans op lek rijden groter was dan normaal. Al dalende ben ik daar geen seconde bij blijven stilstaan. Als ik afdaal, denk ik nooit meer na over alle mogelijke gevaren. Misschien is dat maar goed ook. Angst is een slechte raadgever.



vrijdag, 27 mei 2011
Een rustpols van 47 deze ochtend! Waar gaat dit over? Normaal gesproken stijgt een rustpols gedurende een week intensief trainen. Nu gebeurt het tegenovergestelde. Aan mijn beenspieren voel ik echter erg goed dat ik de afgelopen dagen fors getraind heb. Ik hoef ze maar even aan te spannen om te voelen dat die nog lang niet uitgerust zijn.


Het regent deze ochtend en het is flink afgekoeld. Ik maak er maar een rustdag van. Niet dat ik ergens voor hoef te rusten; morgen ga ik toch naar huis. Maar ik heb gewoon geen zin om de benen weer pijn te doen. En dat met de kans om onderweg ook nog een nat pak te halen is genoeg reden om in de tuin een boek te gaan lezen. Als het 's middags opklaart, ga ik nog wel een stuk wandelen. Daar is deze omgeving namelijk ook voor gemaakt.

De zon laat zich 's middags ook weer van zijn aangenaam warme kant zien ik pluk een beschreven wandeling uit het boek van de chambre d'hôte. 3 en half uur wandelen lijkt me wel genoeg. Sommige stukken route beschrijvingen zijn mij niet in een oogopslag duidelijk maar ik loop nergens echt lang verkeerd. Met een kleine eetpauze ben ik na 4 uur weer terug bij de chambre d'hôte. Vanavond nog een lekker eten en dat zit de weekje trainen er weer op. Ik ben wel tevreden over de groeiende vorm.

2 opmerkingen:

Jan zei

Leuk dat je bij Erwin en Simone bent geweest.
Je was 3 min sneller dan mij op de Uglas!

Groetjes Jan

Francien zei

Hai Rob,

Leuk verslag, je schrijfstijl bevalt me. Ga je blog vaker lezen.

Groet, Francien
www.fietsavontuur.net