maandag 24 mei 2010

weekendje trainen

22 mei koers op wielerparkoers in Sloten:

In plaats van naar de koers te fietsen (45 km), ga ik gewoon met de auto met het idee om net als vorige keer prijs te rijden. Helaas blijken er vandaag geen premies te verdienen. De gulle gever doet ook even aan krediet crisis. En daar was ik nu net voor gekomen. Gewoon in het peloton meerijden, de eindsprint aan me voorbij laten gaan en onderweg proberen aan van de premies op te rapen. Nu is er alleen bij de eindsprint wat te verdienen maar ik heb eigenlijk niet zo’n zin in het gedrum en gewring in de laatste paar kilometer. Dan maar proberen weg te rijden met een kopgroep. Maar dan moet wel alles een beetje mee zitten. Op ongeveer 20-25 km voor de meet ontsnappen met 8 man en dan hopen dat we de ruimte krijgen.

Het eerste half uur gebeurt er niets. Geen premiespurts dus maar ook geen ontsnappingen. Een beetje lam gedoe aan 42 per uur. Daarna komt het peloton warempel tot leven. Er zijn ontsnappingspogingen maar veel stelt het allemaal niet voor. Meer dan een km duurt het niet voordat ze gegrepen zijn en het komt niet verder dan een paar seconden voorsprong. Het tempo in het peloton stijgt er wel wat door. Ik rij naar voren om me met het ontsnappingen spel te gaan bemoeien en bij de eerste demarrage zit ik direct mee. We zijn weg met 4 man. Vier man is leuk om mee te klaverjassen maar het einde van de koers gaan we er niet mee halen; dat is te weinig volk. Ik ga het niet volhouden om 25 km te rijden aan 45 in het uur. Gelukkig sluiten er na een ronde 5 andere renners aan. Kijk, nu begint het ergens op te lijken. Als die negen man ook nog eens willen rijden is het helemaal mooi. Niet dus! Het is hommeles van het begin af aan. Renners nemen niet over en het tempo is niet strak. Na een ronde worden we weer gegrepen door het peloton dat niemand laat rijden vandaag. De ontsnapping had het 9 rondes moeten volhouden maar we stranden al na 2. Niet echt imposant dus.

Dan maar gaan wringen bij de massaspurt. Dit blijk ik dus niet te kunnen. Met nog 500 meter te gaan rijdt iedereen plotsklaps 5 km harder. Behalve ik. De 15 man die nu voor me rijden laat ik lekker begaan. Ik ben niet gemaakt voor dit werk. Mijn topsnelheid blijft steken op 54,5 kmh en als ik mee wil rijden voor de prijzen moet ik toch echt 60 of harder kunnen rijden.


23 mei: Rondje Markermeer

Het mooie van deze ronde is dat er ergens halverwege een punt is waar terugrijden geen zin meer heeft. Je kunt onmogelijk het rondje ergens halverwege inkorten of een shortcut naar huis pakken. Als je bij Hoorn zit, staat er 75 km op de teller en dan moet je gewoon door. Eerst naar Enkhuizen en dan over de dijk naar Lelystad en door naar huis. Goed voor 151 km.

Wat je onderweg zoal allemaal tegenkomt:
• In paniek geraakte ganzen. Jonge ganzen, heftig met vleugels klappen en rare geluiden uitstotend. De groep ganzen die ik voorbij reed werd in twee-en gesplitst. De ouders en drie jongen zochten hun heil links van het fietspad; een jong zocht zijn heil rechts van het fietspad. En dus was er paniek.
• Mensen die hun papegaai uilaten. Ja, echt waar; niet hun hond maar twee papegaaien op je stuur zetten en een beetje rondfietsen.
• Libelle-zomer-week-bezoekers. Die letten echt nergens op. Gewoon het fietspad oversteken zonder te kijken. Zo’n wielrenner die met 35 kmh komt aansuizen, daar kan je net zo goed tegenaan lopen. Wat zouden ze hun kinderen eigenlijk aanleren?
• Hordes toeristen in Volendam. Als je dit ziet, wil je spontaan immigreren.
• Heel veel water; Markermeer, Ijsselmeer en nog veel meer ander water.
• Plaatsnaambordjes die op dam eindigen. Monnikendam, Durgerdam, Volendam, Schardam, Edam, Amsterdam, enzovoort enzovoort. Vooral Edam vind ik mooi gekozen. Hier is echt over nagedacht (Niet dus). Het moest natuurlijk op dam eindigen en ze hebben nog net niet de eerste klinker uit het alfabet ervoor gezet. Dat klonk zeker te christelijk.

Geen opmerkingen: