Verslag van een lang Pinksterweekend in de Provence:
Roland en ik hebben een weddenschap afgesloten over de Mont Ventoux. Hij zal hem pogen op te rijden en hij krijgt van mij een uur voorsprong. Het gaat over de Bedoin zijde en ik zal dus volle bak moeten rijden om het uur dicht te rijden. Als tegenprestatie zal ik pogen de berg drie keer op een dag op te rijden. Behalve deze weddenschap staan er ook nog twee weddenschappen open met Els, de vrouw van een Belgische collega van Roland. We hebben een hotel geboekt in Bedoin waar we op woensdag naar toe rijden.
Het hotel ligt in het oude Middeleeuwse centrum van de stad. Dat is al een beleving op zich. Eerst mag je door een alling smal steegje rijden, dan onder een eeuwen oude boog door. De auto pas er net tussendoor. 20 cm links en 20 cm rechts. Dan nog even een haakse bocht. Wat als we nu verkeerd zitten? Komen we dan ooit nog terug of moeten we dan de auto maar verkopen en te voet verder ofzo. Boven bij het hotel is een parkeer terrein. Het klopt dus toch. Het blijkt oud; echt oud maar wel mooi. Oude kasten, oude tegels, oude scheve muren, lage deuren, enz enz. Er ligt echt geen tegel recht op de vloer. Maar het is allesbehalve lelijk; het is echt authentiek Frans mooi. Ook het eten 's avonds in het restaurant is Frans. Eten is belangrijk in Frankrijk!! De kok verdient een pluim.
Hemelvaartsdag:
We staan om 7:45 op. De reden dat Roland wakker wordt, is een SMS van Els. Ze gaat vandaag de Ventoux doen. Leuk zo’n planning; zeker onderdeel van de psychologische oorlogsvoering. Wij mogen dus ook aan de bak! Door de geweldige planning gaat mijn plan om de Ventoux drie keer te doen in rook op. Iets plannen met Belgen is namelijk nogal tijdrovend. Pas tegen elven rijden we omhoog. Gisteren een lange reis en iets teveel wijn bij het eten doen geen goede dingen voor de vorm. Dan maar een keer maar dan wel vanuit Vaison naar de voet van de klim fietsen. De klim is eigenlijk niet eens zo heel moeilijk. Desondanks word ik er goed moe van. Vanaf het bos rij ik volle bak omhoog. Mijn pols schiet naar de 180 om daar lange tijd te blijven hangen. Mijn pols schommelt de hele klim tussen de 170 en de 183. De beoogde klimtijd van 1:30 haal ik niet. Ik blijf steken op 1:36. Maar een uur sneller dan Roland was toch niet gelukt. Hij heeft het gered in 2:15 en dat is een goede tijd voor een absolute beginner die te weinig heeft getraind. Over het uitzicht valt weinig te zeggen; witte mist en grijze mist. Op het kale stuk even wat zon en verder veel wolken. Boven is het fris. Een graad of 10 en nauwelijks wind voor Ventoux begrippen. Het is vandaag goed druk op de berg. De Fransen zijn vrij vanwege Hemelvaart en het lijkt alsof half België is uitgerukt voor de Ventoux. Ik schat van de honderden mensen die vandaag de Ventoux doen minimaal de helft Belg is. Het zijn veel wielertoeristen die omhoog fietsen. Van gewone hybride fietsen, mountain bikes tot aan in de puntjes verzorgde wielrenners toe. Ik word onderweg door twee fotograven op de gevoelige plaat vast gelegd. Blijkbaar twee lokale Franse fotograven die een commercieel steentje bijdragen aan de Ventoux beleving. Bij de twee fotograaf staat mijn gezicht inmiddels op oorlog. Morgen op de site eens teugkijken welke “Jan Ullrich kop” ik heb getrokken. De afdaling was leuk. Nauwelijks remmen en strak bochten insturen. Nu alleen nog even 24 km terugfietsen naar Vaison. Eenmaal in Vaison is het even zoeken naar de oude stad. Daar blijkt het stervensdruk met toeristen. Een hele buslading grijze golf figuren slentert omhoog. Ik wil er tussendoor fietsen maar zie geen kans. Een bel heb ik niet en vriendelijk vragen of ze aan de kant gaan werkt ook niet. Ze zijn geobsedeerd door de oude stenen en hebben geen oog meer voor andere dingen.
Cultureel gedoe op vrijdag.
We zijn moe, allebei. Roland heeft voor het eerst in zijn leven een echte berg beklommen en ik heb 100 km in de benen. En dat was gisteren. Toen we eigenlijk al moe waren voordat we aan die inspanningen begonnen. Een lange autoreis achter de boeg en een fles wijn bij het avondeten als voorbereiding. Vandaag daarom maar eens cultureel gedoe in het dorp en op ons gemak eten en drinken. Morgen volgen er nog meer suffe, lange en vermoeiende fietsplannen. We doen vandaag het culturele gedoe waarom Vaison bekend is. We gaan kijken naar oude stenen. We bekijken ze echter vanuit een heel ander gezichtspunt dan de gemiddelde toerist. Voor ons is het meer een beetje tijd doden en uitrusten. We kijken als twee ingenieurs van TU Eindhoven naar een verzameling oude meuk. En vooral grappen blijven maken, bijdehante opmerkingen bedenken en met wat nuchterheid de boel relativeren. Het 'maison du buste en argent' wordt het huis van de vrouw met de zilveren borsten. 'Quartier commerçant' wordt de koopjeshoek. We zien ook nog wat ongebruikte oude stenen ergens in een hoek liggen. Wij gokken erop dat er volgend jaar nieuwe “opgravingen” te zien zijn. Gewoon elk jaar een stukje bijbouwen. Je moet je toeristische attractie toch af en toe een impuls geven. Ik koop nog lokale wijn en een heus Provençaals geschilderde fruitschaal. Nu voel ik me echt een toerist. ´s Avonds eten we bij een overheerlijke restaurant. We eten een terrine van eendenlever, een lokaal hoofdgerecht van schaap, perentaart vergezeld met een flesje lokale bocht. Dit is DE reden om naar Frankrijk te gaan. Elke hap is een genot; elke slok is genieten.
Cinglé du Ventoux
Er is een oud Provençaals gezegde dat zegt: ¨Je bent niet gek als je de Ventoux beklimt, je bent idioot als je het nog een keer doet¨. En daarom is er dus de Cinglé du Ventoux voor wielrenners bedacht; dit betekent zoiets als idioten van de Ventoux en als je hier wil bij horen moet je drie keer op een dag de Ventoux beklimmen vanaf de drie verschillende kanten. Mijn doel is om erbij te horen en vandaag is de dag. De weervoorspellingen zijn redelijk en kloppen ook redelijk. Bovenop de Ventoux is het echter gewoon koud, nevelig en mistig. Bij elke keer dat ik bovenkom is het weer verslechterd. Het wordt er steeds kouder en het gaat steeds harder waaien. Ik begin in Malaucene en heb vandaag de luxe een heuse ploegleider bij me te hebben. Roland rijdt in de volgauto en voorziet me van vanalles. Nieuwe bidons, extra kleding en energierepen wordt me allemaal al rijdend aangereikt. Ik hoef alleen maar te fietsen en door te rijden. Ik begin met de Malaucene kant; een van twee zware zijdes. Bovenop de top is het min 1 graden en is een doorkomst van een of andere marathon wedstrijd. Alle rennende deelnemers die ik tegenkwam in de klim moedigden me aan. Ik hun niet; daar heb ik even de puf niet voor. Boven op de top even snel opwarmen in de ploegleiderwagen en daarna snel dalen. Dan de tweede zware klim van de dag; de Bedoin zijde ofwel de klassieke zware zijde. Tot aan het einde van het bos gaat het nog goed. Op het kale stuk na Chatelet Renard gaat het minder goed. Het is harder gaan waaien en nog steeds -1 op de top. De wind wordt vervelend. Daarna volgt de lange saaie afdaling naar Sault voor de derde en laatste klim. De klim vanaf Sault is niet moeilijk maar ik heb bijna alleen maar harde tegenwind en de jus is inmiddels ook uit de benen. De laatste paar km rijd ik even mee met een Oostenrijker die nog wat kopwerk voor me wil doen. Daarna volgt weer het kale stuk tussen Renard en de top. Het is nu opgehouden met hard waaien en het is ronduit gaan stormen. Op de stukken met wind tegen rij ik amper 8 kmh. 2 km voor de top krijg ik plots een ram wind van voren en de snelheid zakt in een klap van 10 kmh naar zeven. Ik vervloek de wind met een harde oerkreet en ploeter voort. Met nog 500 meter te gaan komt de wind van rechts en ik wordt de van de weg afgeblazen. Ik moet uitwijken naar links wegens de wind en kan nog net een Landrover ontwijken. 50 meter verder rij ik bijna het ravijn in. Ik kan mijn fiets niet naar rechts gestuurd krijgen en moet afstappen. Ik besluit even te gaan lopen net als de Oostenrijker die ik eerder tegen kwam. Als ik de Oostenrijker weer zie fietsen, stap ik ook weer op. De laatse 400 meter fiets ik weer. Ik steek drie vingers in de lucht en roep: “TROIS FOIS!!! TROIS FOIS!!! TROIS FOIS!!!”. Roland maakt fotos en ik word ook nog gefeliciteerd door en Fransman die heroïek van mijn prestaties wel inziet. Ik heb het gehaald; drie keer de Ventoux op een dag. Ik daal af met de auto; ik vond fietsen te gevaarlijk worden.
1 opmerking:
1 jaar na de feiten toch één reactie: FLINK !
Een reactie posten