Als een grote magneet trekt de mont Ventoux aan elke wielrenvezel in mijn lichaam. De kale berg heeft te veel aantrekkingskracht op me om links te laten liggen. Ja, er liggen hier in de omgeving nog tal van andere leuke klimmetjes en mooie binnendoor weggetjes. En die heb ik lang nog niet allemaal gezien. En de Ventoux heb ik een paar dagen geleden al vanaf Bedoin beklommen. Dat wat was mijn vijfde Ventoux. De andere vier was een losse beklimming vanuit Bedoin en de andere drie vormden een cinglee du Ventoux. Waarom zou ik toch een zesde keer omhoog fietsen? Het is totaal nutteloos. Ik kan net zo goed mijn tijd verdoen in het zwembad vandaag of meedoen aan het jeu de boules toernooi op de camping vanmiddag. Waarom toch deze zelfkwelling om die berg op fietsen?
Hier heb ik wel antwoord op. Het is de aloude vraag aan een bergbeklimmer. Waarom moest hij de berg beklimmen? En het antwoord luidt altijd, omdat die er is. Bergen worden beklommen omdat ze er zijn. Zo simpel is het leven. Als er een berg is moet die worden beklommen. En de Ventoux kan nooit vaak genoeg worden beklommen. De reus van de Provence wordt reus genoemd omdat in de weide omgeving geen andere hoge bergen liggen. Boven op de top is heb uitzicht fenomenaal. Dat uitzicht, plus de zware beklimmingen hebben mij zo veel aantrekkingskracht dat ik het gewoon niet kan nalaten. Ik moet die berg op. Ook al wordt het mijn zesde, het moet gewoon.
Ik doe vandaag de moeilijkste kant van de Ventoux. De klassieke en volgens velen de zwaarste kant is de klim vanuit Bedoin. Volgens het punten systeem dat Salite.ch aan beklimmingen toekent is dat echter niet waar. Bedoin is goed voor 1269 punten maar Malaucène is goed voor 1319 punten. Zwaarder dus. Toch ervaar ik ook de klim vanuit Bedoin als zwaarder. Ook de Malaucène zijde kent stroken van 10% en meer en deze stroken zijn ook een paar kilometer lang. Toch zitten er tussen de lange steile stukken telkens weer wat makkelijkere stukken zodat je weer op adem kunt komen. In de Bedoin zijde zit alle ellende samengepropt in een slopende klim van 10 kilometer door het bos. Vandaag dacht ik zelfs, hee het is nog maar 5 kilometer naar de top, ik ben er al bijna. Is daarmee gezegd dat de klim vanuit Malaucène een makkie is? Nee, absoluut niet. 22 kilometer klimmen en ruim 1600 meter hoogteverschil. Al klimmende en boven op de top besef ik goed waarom ik zo graag deze berg beklim. De klim is zwaar en langzaam maar zeker zie ik de top dichterbij komen. Het laatste stukje naar het Observatoire is machtig. De grote witte toren straalt als altijd boven op berg. En het uitzicht blijft schitterend. Ik kan niet genoeg van dit uitzicht en deze berg krijgen. Ik voel me hier net een kind van drie dat van de glijbaan is gegaan in de speeltuin en aan zijn mama blijft vragen. Nog een keer, nog een keer, nog een keer.
1 opmerking:
Goed bezig! Misschien moet je maar verhuizen naar die berg ;).
Een reactie posten