zondag 17 februari 2013

eindelijk oorlog



 Eindelijk is het voorbij. De winter is afgelopen en het voorjaar is begonnen. Gedaan met de vermaledijde sneeuw en de Siberische oostenwind. Geen E-koorts meer; geen schaatsen meer. Gedaan met de ellende. Ik weet ook wel dat dit niet helemaal klopt en dat het deze week weer wat kouder wordt en dat er in Maart net zo goed nog een keer een sneeuwbui kan langskomen. Het punt is dat ik gewoon al anderhalve maand op voorjaar zit te wachten en vandaag was de eerste koers. Dat is tenminste een mooi ijkpunt op de kalender. Het tijdstip dat er weer renners op de weg zitten en dat er weer rondjes om de kerk of de voetbalvelden worden gefietst. Volwassen kerels op kleine fietsjes die strijden voor een paar euro door hun longen uit hun lijf te rijden.  En natuurlijk sta ik aan de start. Geen idee of ik genoeg conditie heb want ik heb nog maar heel weinig kilometers op de weg gemaakt. Ik moet het vooral hebben van spinning en krachttraining in de sportschool.

Op zaterdagmiddag ligt het wielerparkoers op Sloten er vies bij. Het is nog nat en er ligt een soort dunne grijsbruine prut op het asfalt. Dit stuk weg is 4 maanden niet in gebruik geweest en meerdere malen ondergesneeuwd en nat geregend. Maar is er rijdt  geen verkeer over een wielerparkoers dus de rommel is nog niet weggereden. Dat mag ik vandaag doen. Samen met nog een vijftigtal renners. We beginnen vandaag met een loze ronde. Dat is iets nieuws. Een ronde achter 2 voorrijders aan fietsen met 30 kmh en daarna wordt de koers pas vrij gegeven. Geen idee waarom eigenlijk. Dat wordt er ook niet bij verteld. In grote wedstrijden is dit heel gebruikelijk. Elke touretappe gaat langzaam van start achter de jurywagen. Dat is mooi voor het publiek in de stad. Die kunnen dan de renners rustig voorbij zien fietsen. Bij ons staat er geen publiek.Na de loze  ronde is het gewoon koers. Zoals het hoort, schiet het tempo direct de hoogte in en alle opgekropte koerswoede van de afgelopen drie maanden komt er nu uit.  Na 10 ronden ontstaat er uiteindelijk een kopgroep waar het peloton als een stel ongecontroleerde bende dolle honden achteraan jaagt. Ik zit in dat peloton en heb dus duidelijk de slag gemist. We bakken er als peloton helemaal niets van. We rijden ons een half uur lang het snot voor de ogen en we komen geen meter dichterbij. Dat komt vooral omdat er geen lijn zit in de achtervolging. We klooien maar wat aan. Een beetje ieder voor zich en dat werkt voor geen meter. Het is echter wel vermoeiend en na een half uur is bij de meeste renners wel de jus uit de benen verdwenen en we geloven het verder wel. Dan maar de kopgroep laten rijden, de koers uitrijden en volgende week doen we nog wel een poging.

Ik finish er ergens op P10 in het peloton. 53 kilometer en een gemiddelde van 38,0 kmh. En ik zie eruit als een grote bruine moddervlek. Mijn witte koerstrui zat na een ronde al onder de bruine modderspetters. Nu is alles smerig. Mijn fiets kraakt van het zand en ik zie eruit alsof ik een veldcross heb gereden. Gelukkig is de douche na afloop lekker warm.

Geen opmerkingen: