Vandaag was de Classico Boretti vanuit Rhenen. Een classico
die geen classico is. Tenminste het is geen klassieker. Ze kunnen het dan wel
zo noemen maar dan ben je het nog niet. Ik kan me mezelf ook wel wereldkampioen
noemen; ik ben namelijk wereldkampioen mezelf wereldkampioen noemen. Maar
daarmee ben ik het nog niet. Een
klassieker is een klassieker omdat het historie heeft. En historie wordt in
jaren uitgedrukt niet in marketing taal. Dit is de zevende editie van de
Boretti. Mijn vierde deelname. Ondanks dat ik de naam niet mag, blijk ik wel
een redelijk trouwe deelnemer. De eerste variant was een wedstrijd versie die
hopeloos uit de hand liep. Een wielerkoers organiseren op de openbare weg
zonder de wegen af te zetten bleek toch niet zo’n goed idee. Met 40 kmh knalden
we de laatste kilometers weg door het Amsterdamse bos. Moeders met kinderen op
de fiets de berm in drukkend en alle overige verkeer aan de kant schreeuwend.
Het was gewoon schandalig. Het jaar daarop kregen ze daar geen vergunning meer
voor. Gek he? De jaren daarna was het een gewone toertocht met een Italiaans
tintje die meerdere startlocaties heeft gekend en verschillende routes. Dit
jaar is de Boretti verplaatst naar Rhenen met een route over de heuvelrug.
Hoezo klassiek? Zelfs het parkoers blijkt geen constante factor. De organisatie
klopt wel nog steeds. Die is gewoon goed en dat zal wel de reden zijn dat ik
terug blijf komen.
Vandaag fiets ik de Boretti met Lex, een van de collega’s
die wel meewilde. De rest was afgehaakt met een scala aan smoezen. De een zat
in de states en de ander had hockey kinderen. En Lex kan wel een beetje door
fietsen. Niet bergop maar de route pakt weinig klimmen mee van de heuvelrug en
dus halen we makkelijk met z’n tweeën een hoog gemiddelde. En dat gemiddelde
halen we voornamelijk omdat we tekens in het zog van aan paar snelle ruggen mee
worden gezogen. De eerste 100 km zijn een makkie over voornamelijk vlakke wegen.
Daarna komen er toch nog een paar klimmen. Eerst de Posbank en daarna nog wat
standaard spul zoals de Italiaanse weg, de Defensieweg en de Grebbeberg. Op de
klimmen merk ik dat er vorm in de benen zit. Gaaf! Ik ram de Posbank omhoog en
de Grebbeberg lijkt wel niet te bestaan. Met dik 25 kmh fiets ik het 7% stuk
omhoog en ook de vlakke stukken op het einde van de route besluit ik maar eens
gas te geven. Met de wind in de rug trek ik door tot 39 kmh en ik trek een
grote groep renners in mijn zog mee. Na 165 km zijn we weer terug in Rhenen.
Een beetje moe maar ook niet meer dan dat. Ook Lex kijkt nog fris uit zijn
ogen.
Ik had vandaag macht in mijn poten en dat voelt gaaf! Zo mogen mijn benen wel elke dag voelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten