vrijdag 8 juli 2011

Op weg naar Oostenrijk

Ik word 's morgens om 3h37 minuten wakker in het am Hockenheim ring hotel langs autosnelweg nr 6. Als ik wakker word, ben ik er zeker van een een hele nacht lang te hebben doorgeslapen en dat ik uitgerust verder kan. Een blik op mijn mobiel haalt me uit mijn dromen. Pas 5 uur geslapen en waarschijnlijk nauwelijks uitgerust. Waarschijnlijk nogal vaag gedroomd, vermoed ik zo maar ik kan me er niets van herinneren. Ik kijk nog een keer op mijn wekker en probeer verder te slapen. Om 4h45 kijk ik voor de tweede keer; om 6h07 voor de derde keer. Pas daarna val ik in een diepere slaap en om 8h30 kruip ik uit mijn bed. Het bed past precies bij de naam van het hotel. Zo hard als de formule1 op het nabij gelegen circuit raast, zo hard is het matras. Een lattenbodem van dikke planken plus een stevig matras. Meneer Auping zou zich omdraaien in zijn graf als hij wist dat zulke bedden nog steeds bestonden.

Ik drink een kop koffie en eet een stuk taart in het wegrestaurant. Veel meer zin in eten heb ik niet. Ook de rest van de dag eet ik nauwelijks. Ik heb me gisteren volgepropt met krentenbollen, appels, witte bolletjes met salami, Belgische wafels en zoute crackers. Ik heb even geen honger meer. Ik tuf verder over de Duitse autobaan. Wonderlijk verkeersnetwerk is dit. Wereldwijd bekend om het feit dat er geen snelheidsbeperking is maar de praktijk is gewoon heel anders. Je mag er zelden onbeperkt hard, meestal maar 120 en soms maar 100. Ik snap de snelheid beperkingen ook niet. Dan is het weer onbeperkt, dan weer een lang stuk van 120, dan even 5 km niet harder dan 100, dan weer 130 en dan weer 100. En de snelweg verandert niet. Het blijft een 3-baans immer-gerade-aus-snelweg met vluchtstrook. Schiet mij maar lek maar snappen doe ik het niet.

Als ik Oosternrijk in rijd, gaat de weg over in een 2 baans weg door de Alpen. De vaart is er nu compleet uit. Er is veel file op deze weg. De file lost ook spontaan op. Je mag raden waardoor het werd veroorzaakt. Was het een stoplicht? Een tunnel? Of toch dat dorpje met die ene zebra waar iedereen voor moest remmen. Het tweede stuk over een 2 baans weg in het Inn dal, schiet gelukkig beter op. Ik houd niet van langzaam rijden.

Om half vier arriveer ik in het Astoria abonteuer Hotel in Nauders. Voor degene die het dorpje niet kennen. Jullie kennen het waarschijnlijk wel zonder er ooit geweest te zijn. Het dorp ligt op 1400 meter hoogte in de Oostenrijkse Alpen. 50% procent van alle gebouwen is hotel en elke parkeerplek is gereserveerd voor gasten van een of ander hotel. Er zijn een paar winkels die ski spullen en/of wandel spullen verkopen en er is een supermarkt. Verder is er een tankstattion en een kerk. En hotels, veel hotels. Als je ooit een lelijk skidorp in de Alpen hebt gezien, dan ken je ze allemaal. En toch verblijf ik hier graag. En zeker in Oostenrijk. Het land waar ze Gastvrijheid nog met een hoofdletter H schrijven. Daarnaast, ik zit midden in de hoge bergen. Hier ben ik thuis, hier voel ik me op mijn gemak. Ik kijk om me heen en ik zie Alpenreuzen. Zo is het goed; de omgeving is mooi.

's Middags fiets ik nog een klein rondje over de Norberthöhe. 27 km in totaal en 460 hoogtemeters en dat allemaal net binnen het uur. In het hotel drink ik Oostenrijkse witte wijn. Alles wat lokaal is, is lekker. Zelfs Oostenrijkse wijn. Dit land zit vol verassingen. Morgen ga ik echt serieus trainen. Daarvoor rij ik wel naar Italië toe. Maar dat is ook bijna niet te vermijden. Vanuit Nauders zit je binnen 7 km in Zwitserland en binnen steenworp afstand van Italië. Geen wonder dat vanuit dit dorpje jaarlijks de DreiLänder radgiro wordt georganiseerd.

Geen opmerkingen: