donderdag 30 december 2010

chocola

Vanuit Choroni doen we een toeristische excursie die in menig reclame folder niet zou misstaan. Het lijkt cultureel en idyllisch maar het is voornamelijk decadent. We gaan met een lokaal bootje eerst een stukje varen langs de kust naar een verderop gelegen baai. Daar stappen we netjes uit zonder natte voeten te krijgen terwijl onze bootsman tot zijn middel in het water staat om de boot de goede kant op je sjorren. Daarna staat er een erg lokale taxi klaar ons naar het dorp verderdoor te brengen. Het is vrachtwagentje met open achterkant. Een soort platte kar met een hekwerk op heuphoogte om te voorkomen dat je eruit dondert. We rijden over de enige verharde weg in de omgeving tussen de cacaoplantage door. Als een stel overvoede decadente suffe toeristen staan we onszelf heel erg toeristsch te gedragen. Voor elke poep en scheet die we tegenkomen trekken we onze cameras uit de broekzak en schieten we er driftig op los. Net een stelletje Japanners.

In het dorp krijgen we wat uitleg over de plantage en hoe cacao wordt gemaakt. Cacao bomen staan tussen andere grote bomen omdat ze goed in de schaduw groeien. Het zijn dus geen lange rijen van bomen achter elkaar zoals wij die kennen in de Betuwe. Het is eigenlijk gewoon een bos met extra veel cacao bonen. De vruchten van de cacao bonen zijn eerst groen, dan rood en later geel. Bij geel worden ze geplukt. een vrucht is ongeveer zo groot als 3 grote bananen. De vruchten worden open gesneden en onder bananenbladeren in de zon te drogen gelegd. Dit stinkt! Het vruchtvlees rot namelijk op deze manier weg. Wat je dan overhoudt, zijn de cacao bonen. De bonen worden verder gedroogd en geroosterd. Vervolgens wordt de cacaoboter eruit geperst. De boter wordt verkocht aan de farmaceutische industrie. Dat is commercieel het meest interessant. Wat resteert is 100% cacao. Dit smelt niet; zelfs niet in de hete Venezolaanse zon. Als er weer palmolie of andere olie/boter aan wordt toegevoegd, krijg je de chocola die wij in de supermarkt kunnen kopen.



We lopen terug naar het strand om aldaar een heerlijke lunch te nuttigen van vers gebakken vis en vruchtensap. Op de achtergrond het ruisende geluid van de Atlantische oceaan. Zonnetje erbij en het idylische plaatje is compleet. Ik voel met net een toerist. Dat ben ik trouwens ook.

Geen opmerkingen: