In het dorp krijgen we wat uitleg over de plantage en hoe cacao wordt gemaakt. Cacao bomen staan tussen andere grote bomen omdat ze goed in de schaduw groeien. Het zijn dus geen lange rijen van bomen achter elkaar zoals wij die kennen in de Betuwe. Het is eigenlijk gewoon een bos met extra veel cacao bonen. De vruchten van de cacao bonen zijn eerst groen, dan rood en later geel. Bij geel worden ze geplukt. een vrucht is ongeveer zo groot als 3 grote bananen. De vruchten worden open gesneden en onder bananenbladeren in de zon te drogen gelegd. Dit stinkt! Het vruchtvlees rot namelijk op deze manier weg. Wat je dan overhoudt, zijn de cacao bonen. De bonen worden verder gedroogd en geroosterd. Vervolgens wordt de cacaoboter eruit geperst. De boter wordt verkocht aan de farmaceutische industrie. Dat is commercieel het meest interessant. Wat resteert is 100% cacao. Dit smelt niet; zelfs niet in de hete Venezolaanse zon. Als er weer palmolie of andere olie/boter aan wordt toegevoegd, krijg je de chocola die wij in de supermarkt kunnen kopen.
We lopen terug naar het strand om aldaar een heerlijke lunch te nuttigen van vers gebakken vis en vruchtensap. Op de achtergrond het ruisende geluid van de Atlantische oceaan. Zonnetje erbij en het idylische plaatje is compleet. Ik voel met net een toerist. Dat ben ik trouwens ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten