Mijn route van Busan naar Seoul gaat bijna helemaal zoals gepland. Bijna, zeg maar, ik had niet echt een planning dus veel kan er ook niet misgaan. Ik had vooraf drie routes gedownload, twee daarvan claimden het vier rivieren pad te volgen. Dat is de officiële fietsroute, speciaal voor fietsers aangelegd en redelijk goed gemarkeerd. Die twee routes telden echter nogal een verschil in kilometers, 458 en 578. En in de praktijk wijken beide routes nogal eens af van de met bordjes gemarkeerde fietsroute. De derde route ging meer oostwaarts door Korea heen en telde 658 km. Dat was ook de route die ik in eerste instantie wilde volgen, maar na 40 kilometer was ik er al klaar mee. Geen idee wie de bedenker van dat geheel was, maar een fietser over autowegen sturen, welke mongool bedenkt dat nu weer? Ik moest over een zesbaans autoweg gaan fietsen, zonder vluchtstrook een ook echt verboden voor fietsers. Gevalletje laat maar en terug naar de vier rivieren routes.
Vaak is die officiële fietsroute een super mooi fietspad met schitterend uitzicht, maar soms ook een dramatisch hobbelpad vol lelijke stoeprandjes. De bordjes die de route aangeven zijn ongeveer even goed als de witte fietsbordjes met rode letters van de ANWB. Dat is de categorie, er staat tien keer een bordje en dan de elfde keer een zoek-het-maar-uit bordje, oftewel een T-splitsing zonder bordje. Die gpx routes komen dus nogal eens van pas. Maar deze hebben af en toe de neiging om dat vier rivieren pad links te laten liggen en een stukje snelweg te gaan doen.
Ik kom onderweg veel Koreanen tegen en ook redelijk wat westerse toeristen die deze langeafstandsroute fietsen. Het heeft daardoor niet echt een super avontuurlijke karakter met om de tien kilometer een rustpunt plus toiletten. Handig is het echter wel en het uitzicht is doorgaans schitterend. De Koreanen rijden op racefietsen, MTB's en hybrides, soms met maar meestal zonder bagage. En ze rijden relatief langzaam. Waar al die rappe strava tijden hier vandaan komen is me vooralsnog een raadsel. Wat nog meer opvalt, is hun kleding. Lange broeken en lange mouwen, ook al is het 25 graden. Een helm, een pet, een mega zonnebril en een gezichtsbedekkende dunne bandana. Alsof Darth Vader op je af komt gefietst, maar de meesten groeten wel vriendelijke ondanks hun wat verhullend outfit.
zondag 29 september 2019
vrijdag 27 september 2019
Zuid-Korea vs Japan
Mijn reis door Japan is afgesloten met een zeeziek makende boottocht tussen Fukuoka en Busan. Nu ben ik al een paar dagen onderweg in Zuid-Korea. Tijd om eens wat verschillen cq overeenkomsten op te sommen. Beide landen zijn en super druk en super rustig tegelijkertijd. Onwaarschijnlijker maar waar.
Zuid Korea telt 51 miljoen inwoners en met 511 inwoners per vierkante kilometer is dit het derde dichtstbevolkte land ter wereld. Bangladesh en Taiwan staan op een en twee. Ik tel de stadstaten in deze even niet mee. Singapore, Monaco en zelfs Vaticaanstad zijn nog dicht bevolkter. Maar dat zijn ook alleen maar steden, daar hoort geen achterland bij. Nederland staat overigens wereldwijd op P5 met 412 inwoners per vierkante kilometer. Toch voelt het merendeel van Korea super super rustig. Zelfs Drenthe of een lukrake lege weg in de Flevopolder zijn nog druk vergeleken met dit schiereiland. Hoe kan dat?
Ten eerste is de bevolking sterk geconcentreerd in steden. De metropool Seoul is goed 25 miljoen, Seoul zelf alleen al 10 miljoen. Busan 3,5 miljoen, Daegu 2,5 miljoen, Daejeon 1.5 miljoen ,Gwangu 1,5 miljoen, Suwon 1,2 miljoen, Ulsan 1,1 miljoen. En ten tweede, Koreanen wonen in torenflats van 20 verdiepingen of meer. Zelfs in relatief kleine nederzettingen komen deze hoge woontorens voor. Die twee dingen zorgen ervoor dat ik me soms afvraag of ik nog eens iemand tegen ga komen onderweg. Een uur fietsen en dan acht tegemoet komende medefietsers treffen. Dat soort werk. Ik vraag me ook af waarom er zoveel geld in het fietspad van Seoul naar Busan is gepompt. Vijf honderd kilometer lang en afgezien van het begin- en eindpunt, zie je er bijna geen kip
Ook Japan kent super grote metropolen. Tokio is de tweede grootste metropool ter wereld met 40 miljoen inwoners. Osaka staat op plek 15 met 17 miljoen inwoners. Door die laatste ben ik heb gefietst. Bizar gewoon hoe daar de verstedelijking niet leek op te houden. Ik heb honderdzeventig kilometer achter elkaar door stad gereden. Probeer je dat eens voor te stellen. Dat is van Utrecht tot aan Maastricht, een lang lint met bebouwing. Garages, winkelcentra, flatgebouwen, kantoren, restaurants, opslagloodsen, weer een garage, weer een Albert Heyn, nog een flatgebouw en nog een kantoor. En dat dus 170 kilometer lang. Die mega drukte hield op toen ik de boot nam naar Shodoshima eiland, of toen ik bij Hiroshima vanaf de kust het binnenland indraaide. Hemelsbreed vijf kilometers landinwaarts en alles was plots anders. Van super druk naar rustig. Alsof elke Japanners persé in een metropool wil wonen of toch op zijn minst aan de kust. Maar toch vooral niet ergens midden in de bergen.
Behalve deze geografische wetenswaardigheden zijn er nog meer opvallende zaken. Korea is een stukje goedkoper dan Japan en vooral de hotelkamers zijn groter dan de puzzelstukjes kamer die je in Japan krijgt. Het eten is ook goedkoper en vooral veel lekkerder. Nu ben ik op dit vlak enigzins bevooroordeeld omdat ik een Koreaanse vriendin heb gehad die me de liefde voor deze keuken heeft bijgebracht. De Koreaanse keuken kent vooral meer kruiden, meer sesamolie en vooral meer pepers. Vooral die pepers miste ik in Japan en een echte sushi fan ben ik toch al nooit geweest. Is de Japanse keuken dan niet de moeite? Nee, totaal niet. Ik heb echt super lekkere verse vis gegeten. Bizar lekker.
Nog een opvallend dingetje. Koreanen rijden in mooie auto, grote luxe sedans. Japanners rijden in dinky toys.
Zuid Korea telt 51 miljoen inwoners en met 511 inwoners per vierkante kilometer is dit het derde dichtstbevolkte land ter wereld. Bangladesh en Taiwan staan op een en twee. Ik tel de stadstaten in deze even niet mee. Singapore, Monaco en zelfs Vaticaanstad zijn nog dicht bevolkter. Maar dat zijn ook alleen maar steden, daar hoort geen achterland bij. Nederland staat overigens wereldwijd op P5 met 412 inwoners per vierkante kilometer. Toch voelt het merendeel van Korea super super rustig. Zelfs Drenthe of een lukrake lege weg in de Flevopolder zijn nog druk vergeleken met dit schiereiland. Hoe kan dat?
Ten eerste is de bevolking sterk geconcentreerd in steden. De metropool Seoul is goed 25 miljoen, Seoul zelf alleen al 10 miljoen. Busan 3,5 miljoen, Daegu 2,5 miljoen, Daejeon 1.5 miljoen ,Gwangu 1,5 miljoen, Suwon 1,2 miljoen, Ulsan 1,1 miljoen. En ten tweede, Koreanen wonen in torenflats van 20 verdiepingen of meer. Zelfs in relatief kleine nederzettingen komen deze hoge woontorens voor. Die twee dingen zorgen ervoor dat ik me soms afvraag of ik nog eens iemand tegen ga komen onderweg. Een uur fietsen en dan acht tegemoet komende medefietsers treffen. Dat soort werk. Ik vraag me ook af waarom er zoveel geld in het fietspad van Seoul naar Busan is gepompt. Vijf honderd kilometer lang en afgezien van het begin- en eindpunt, zie je er bijna geen kip
Ook Japan kent super grote metropolen. Tokio is de tweede grootste metropool ter wereld met 40 miljoen inwoners. Osaka staat op plek 15 met 17 miljoen inwoners. Door die laatste ben ik heb gefietst. Bizar gewoon hoe daar de verstedelijking niet leek op te houden. Ik heb honderdzeventig kilometer achter elkaar door stad gereden. Probeer je dat eens voor te stellen. Dat is van Utrecht tot aan Maastricht, een lang lint met bebouwing. Garages, winkelcentra, flatgebouwen, kantoren, restaurants, opslagloodsen, weer een garage, weer een Albert Heyn, nog een flatgebouw en nog een kantoor. En dat dus 170 kilometer lang. Die mega drukte hield op toen ik de boot nam naar Shodoshima eiland, of toen ik bij Hiroshima vanaf de kust het binnenland indraaide. Hemelsbreed vijf kilometers landinwaarts en alles was plots anders. Van super druk naar rustig. Alsof elke Japanners persé in een metropool wil wonen of toch op zijn minst aan de kust. Maar toch vooral niet ergens midden in de bergen.
Behalve deze geografische wetenswaardigheden zijn er nog meer opvallende zaken. Korea is een stukje goedkoper dan Japan en vooral de hotelkamers zijn groter dan de puzzelstukjes kamer die je in Japan krijgt. Het eten is ook goedkoper en vooral veel lekkerder. Nu ben ik op dit vlak enigzins bevooroordeeld omdat ik een Koreaanse vriendin heb gehad die me de liefde voor deze keuken heeft bijgebracht. De Koreaanse keuken kent vooral meer kruiden, meer sesamolie en vooral meer pepers. Vooral die pepers miste ik in Japan en een echte sushi fan ben ik toch al nooit geweest. Is de Japanse keuken dan niet de moeite? Nee, totaal niet. Ik heb echt super lekkere verse vis gegeten. Bizar lekker.
Nog een opvallend dingetje. Koreanen rijden in mooie auto, grote luxe sedans. Japanners rijden in dinky toys.
maandag 23 september 2019
Hakata treinstation
Welgeteld één westerse vreemdeling is aanwezig op het Hakata treinstation. Ik dus. De enige andere niet Aziaat die ik spot, is een donker meisje met kroeshaar. Plus honderden Japanners. En we wachten op een trein, of meer informatie wanneer er überhaupt een trein gaat rijden. Tyfoon Tapah verstoort ook hier de boel nogal. Het regent al de hele dag en ik heb nauwelijks iets uitgevoerd. Rondom mijn hotel zit niet zoveel dus ik had besloten om de trein te pakken maar Hakata treinstation. Dat is zo'n beetje Utrecht centraal, maar dan in het kwadraat. Beetje winkels kijken, lekker eten en koffie drinken. En daarna weer terug naar mijn hotel.
So far so good. Maar toen weer terug. Ik was compleet verdwaald geraakt en ik herkende niks van de heenweg. Alles is in het Japans aangegeven en niks in het Engels. Waarom zouden ze ook, er is tenslotte slechts een westerling tussen tienduizenden Japanners. En die ene westerling probeert nu met Google uit te zoeken op welk perron hij moet zijn. Leuk geprobeerd, maar dat werkt natuurlijk voor geen meter. Google gaat uiteraard uit van de standaard dienstregeling, niet van de tyfoon-er-rijden-nu-nauwelijks-treinen dienstregeling. Hmm,.... Dit vergt wat beter zoek werk. De site van JR lines ligt er inmiddels ook uit. Om me heen staan honderdduizend Japanners te appen op zoek naar info. Alle perrons zijn leeg en in de hal staat half Japan naar hun telefoon te staren.
Uiteindelijk na een paar woorden Engels op een info bord te hebben gezien plus een wiki site, denk ik dat ik op perron acht een trein kan pakken. Ik ren om op tijd te zijn en ik spring op goed geluk in de trein. Hopelijk klopte mijn redenering en anders moet ik me wagen aan een taxi en hopen dat de stad niet ook verstopt zit. Een half miljoen Japanners hebben pech en staan nog vast maar mijn trein vertrekt. Als ik bij het volgende station uitstap, kijk ik opnieuw op mijn telefoon en ik lach hardop. Het is gelukt, het was de goede trein. Nu nog een paar honderd meter teruglopen tegen de harde wind en regen in.
So far so good. Maar toen weer terug. Ik was compleet verdwaald geraakt en ik herkende niks van de heenweg. Alles is in het Japans aangegeven en niks in het Engels. Waarom zouden ze ook, er is tenslotte slechts een westerling tussen tienduizenden Japanners. En die ene westerling probeert nu met Google uit te zoeken op welk perron hij moet zijn. Leuk geprobeerd, maar dat werkt natuurlijk voor geen meter. Google gaat uiteraard uit van de standaard dienstregeling, niet van de tyfoon-er-rijden-nu-nauwelijks-treinen dienstregeling. Hmm,.... Dit vergt wat beter zoek werk. De site van JR lines ligt er inmiddels ook uit. Om me heen staan honderdduizend Japanners te appen op zoek naar info. Alle perrons zijn leeg en in de hal staat half Japan naar hun telefoon te staren.
Uiteindelijk na een paar woorden Engels op een info bord te hebben gezien plus een wiki site, denk ik dat ik op perron acht een trein kan pakken. Ik ren om op tijd te zijn en ik spring op goed geluk in de trein. Hopelijk klopte mijn redenering en anders moet ik me wagen aan een taxi en hopen dat de stad niet ook verstopt zit. Een half miljoen Japanners hebben pech en staan nog vast maar mijn trein vertrekt. Als ik bij het volgende station uitstap, kijk ik opnieuw op mijn telefoon en ik lach hardop. Het is gelukt, het was de goede trein. Nu nog een paar honderd meter teruglopen tegen de harde wind en regen in.
zondag 22 september 2019
Monsterrit naar Fukuoka
Tyfoon Tapah zorgt voor een monsterrit. Honderdvijfentachtig kilometer van Hagi naar Fukuoka, een rit die bedoeld was om in twee dagen te doen maar tyfoon Tapah gooit roet in het eten. Nou ja, de tyfoon gooit vooral heel veel water naar beneden. De weersvoorspellingen hebben het over 60 mm in een etmaal. Dat is ongeveer de hoeveelheid regen die in een maand in Nederland valt. Geen fietsweer dus. Ook niet met een beetje goede wil plus goede regenkleding, ik ga dan echt als een bezopen kat aankomen. Die tyfoon gaat een dagje niks doen veroorzaken, hoe dan ook. Dus als ik nu gewoon even 185 km in een dag afraffel, dan kan ik daarna op de tyfoon uitregen dag een rustdag doen. Een beetje de was doen, naar de kapper en een ticket kopen voor de boot naar Busan. Het klonk gisteren wel als een redelijk plan.
Ik twijfelde echter wel een beetje over de uitvoerbaarheid. Ik fiets niet op mijn racefiets, maar op mijn woon werk fiets en ik heb voor mijn doen best wat bepakking bij me. Gemiddeldes op het vlakke met deze fiets liggen op de 25-26, zonder bagage. Met bagage eerder 24, en geheel vlak is de route nu ook weer niet. Maar ik was gisteren wel lekker vroeg weg en ik had goed ontbeten bij de Family Mart. Koffie, zoete broodjes, een yoghurtje, banaan en een beetje sushi. Ik dacht eerst maar eens een lang stuk door kachelen en dan eens kijken wat het lichaam er van vindt. Of het al na vijftig kilometer niet zo'n zin meer heeft of het idee heeft nog niks geleden te hebben. Het laatste was het geval. Ook na 100 kilometer zit ik nog steeds frisjes op mijn fiets. Een blik op de klok en de teller leert me dat het goed haalbaar moet zijn. Ik ga voor het donker in Fukuoka arriveren en ik heb nog tijd over om onderweg te eten. Doorgaan dus. Ik verlies wel wat tijd in een lange tunnel plus wachten op een pont, maar tegen de klok van zes arriveer ik in Fukuoka. Nu nog een hotel zoeken en eten. Monsterrit voltooid en vandaag rust. Waar een tyfoon al niet goed voor is.
Gelukkig overigens zorgt de tyfoon voor niet al teveel ellende, tenminste van wat ik uit het nieuws begrijp. Hij waait een beetje boven Japan langs en gaat via de zeestraat van Japan en zuid Korea verder. Beide landen krijgen alleen een boel regen te verduren en de ferries zijn buiten dienst natuurlijk. So far, so good. Morgen op weg naar Zuid Korea.
Ik twijfelde echter wel een beetje over de uitvoerbaarheid. Ik fiets niet op mijn racefiets, maar op mijn woon werk fiets en ik heb voor mijn doen best wat bepakking bij me. Gemiddeldes op het vlakke met deze fiets liggen op de 25-26, zonder bagage. Met bagage eerder 24, en geheel vlak is de route nu ook weer niet. Maar ik was gisteren wel lekker vroeg weg en ik had goed ontbeten bij de Family Mart. Koffie, zoete broodjes, een yoghurtje, banaan en een beetje sushi. Ik dacht eerst maar eens een lang stuk door kachelen en dan eens kijken wat het lichaam er van vindt. Of het al na vijftig kilometer niet zo'n zin meer heeft of het idee heeft nog niks geleden te hebben. Het laatste was het geval. Ook na 100 kilometer zit ik nog steeds frisjes op mijn fiets. Een blik op de klok en de teller leert me dat het goed haalbaar moet zijn. Ik ga voor het donker in Fukuoka arriveren en ik heb nog tijd over om onderweg te eten. Doorgaan dus. Ik verlies wel wat tijd in een lange tunnel plus wachten op een pont, maar tegen de klok van zes arriveer ik in Fukuoka. Nu nog een hotel zoeken en eten. Monsterrit voltooid en vandaag rust. Waar een tyfoon al niet goed voor is.
Gelukkig overigens zorgt de tyfoon voor niet al teveel ellende, tenminste van wat ik uit het nieuws begrijp. Hij waait een beetje boven Japan langs en gaat via de zeestraat van Japan en zuid Korea verder. Beide landen krijgen alleen een boel regen te verduren en de ferries zijn buiten dienst natuurlijk. So far, so good. Morgen op weg naar Zuid Korea.
donderdag 19 september 2019
Op weg naar Fukuoka
Japan aan de kust verschilt als dag en nacht met het binnenland van Japan. Bizar gewoon hoeveel rustiger het wordt naarmate je je hemelsbreed 5 km landinwaarts hebt verplaatst. De weg is plots geen lange aaneenschakeling meer van Family Marts, bouwketens, garages, fabriekshallen, woontorens, fast food restaurants en ga zo maar door. Vijf kilometer landinwaarts en er is niets meer. Natuur, een weg, af en toe een auto en om de tien kilometer een kleine nederzetting waar geen winkels van betekenis zitten. Vandaag is de eerste keer dat ik me onderweg zit af te vragen of er straks nog een bevoorrading stop zit. Dat ik blij ben als ik na 40 kilometer een heus restaurant tegenkom.
Vandaag is ook de eerste dag dat ik aan wild kamperen doe. Het is sowieso de allereerste keer in mijn leven dat ik aan wild kamperen doe. En dan tel ik kamperen in Marokko met cycletours in de Sahara even niet mee. Dat was welliswaar ook kamperen, buiten een campingterrein. Maar de tent werd voor me opgezet en de kok kookte voor de hele groep. Ik stond na 118 km wel bij een echte camping, maar die bleek dicht. Alles zat op slot en er was geen kip te bekennen. Wel een blaffende hond, maar dat was bij de buren die ook niet thuis waren. Overige overnachtingsopties zaten er niet in het dorp van drie keer niks. Campings zijn sowieso al redelijk dun gezaaid, zeker als je het vergelijkt met Frankrijk, het kampeerland bij uitstek. De Volgende camping optie lag 30 kilometer verderop, waarvan de laatste 20 kilometer een doodlopende weg de bergen in. Hmm,.... 148 km op een dag vond ik iets te gortig worden. Dan dus maar eens op zoek naar een geschikte plek voor mijn tentje. Die vind ik bij een parkeerplaats langs de doorgaande route. Toilet aanwezig, stromend water, een mooie egale kampeerplek en een kinderspeelplaats. Helaas geen douche. Avondeten had ik al ingeslagen, dus ik waag de gok er maar eens op.
Vandaag is ook de eerste dag dat ik aan wild kamperen doe. Het is sowieso de allereerste keer in mijn leven dat ik aan wild kamperen doe. En dan tel ik kamperen in Marokko met cycletours in de Sahara even niet mee. Dat was welliswaar ook kamperen, buiten een campingterrein. Maar de tent werd voor me opgezet en de kok kookte voor de hele groep. Ik stond na 118 km wel bij een echte camping, maar die bleek dicht. Alles zat op slot en er was geen kip te bekennen. Wel een blaffende hond, maar dat was bij de buren die ook niet thuis waren. Overige overnachtingsopties zaten er niet in het dorp van drie keer niks. Campings zijn sowieso al redelijk dun gezaaid, zeker als je het vergelijkt met Frankrijk, het kampeerland bij uitstek. De Volgende camping optie lag 30 kilometer verderop, waarvan de laatste 20 kilometer een doodlopende weg de bergen in. Hmm,.... 148 km op een dag vond ik iets te gortig worden. Dan dus maar eens op zoek naar een geschikte plek voor mijn tentje. Die vind ik bij een parkeerplaats langs de doorgaande route. Toilet aanwezig, stromend water, een mooie egale kampeerplek en een kinderspeelplaats. Helaas geen douche. Avondeten had ik al ingeslagen, dus ik waag de gok er maar eens op.
dinsdag 17 september 2019
Twee keer pech op weg naar Hiroshima
De route naar Hiroshima verloopt niet helemaal zonder slag of stoot. Een boel gemopper is het voordat ik de stad arriveer die wereldwijd maar om een ding bekend staat. Allereerst gaf gisterenavond Garmin de geest. Het kinderspeelgoed startte niet meer op en bleef hangen bij loading maps. Een echt stopcontact ipv een externe oplader, een paar keer uit en aan zetten, het hielp niks. Een beetje Google werk leverde een oplossing in de vorm van een harde reset. Daarmee zouden de opstart problemen voorbij zijn en er zou geen data verloren gaan. Dat eerste bleek waar, dat tweede niet echt. Ik moest zo'n beetje alle knoppen tegelijkertijd ingedrukt houden en dat ook nog in de goede volgorde, en daarna kwam er weer leven in. Alle instellingen waren kwijt, alle opgeslagen ritten waren foetsie en de routes waren ook kwijt. Godzijdank stonden de kaarten van Japan en zuid Korea op de externe chip en die bleken ongemoeid gelaten. Anders was ik echt pissed geweest, want dat ga ik nooit zomaar even repareren. Het terughalen van de route door Japan heeft me al ruim een uur klooien gekost. Dat gaat namelijk niet via Bluetooth, maar via de Garmin connect app. En dat is dus software van Garmin en een beetje lezer van mijn blog snapt het al, da's bagger. En vooral heel erg gebruiksonvriendelijk en super contra-intuïtief.
Goed, vandaag kon ik weer gewoon op pad. Eerst mijn tentje afbreken en de boot pakken. Ik zat namelijk op rabbit island. Daar wonen konijnen, echt héél veel konijnen. Ze hebben nul natuurlijke rivalen en elke dag komen er bootladingen toeristen met wortels en sla blaadjes in de aanslag om die beesten te eten te geven. Het is ook een eiland waar Japan tijdens de tweede wereldoorlog een fabriek had staan voor de productie van gifgassen. In een poging die fabriek te verhullen voor de vijand, bestond op officiële kaarten het eiland niet. Tachtig jaar geleden werkte zo'n tactiek. Met de huidige informatie technologie en datastromen is het haast niet voor te stellen dat je zo knullig een heel eiland kan laten verdwijnen. De 'wilde' konijnen zijn zo tam dat als je op je hurken gaat zitten om een foto van ze te maken, ze op je af gespurt komen. Om vervolgens om hun achterpoten te gaan zitten en hun voorpoten omhoog, inclusief een blik van, kom nu maar op met die wortel.
Eenmaal op het vasteland, begint de linkerpedaal te wobbelen. Ik wist dat ik die er niet goed ingedraaid had en de schroefdraad had vernaggeld. Stomme fout maar ik had gehoopt ermee weg te komen tot aan Seoul. Niet dus. Ik krijg het ook niet meer vast gedraaid. Los overigens ook niet meer. Na een paar kilometer is het zo erg dat ik het pedaal in een ruk uit de crank kan trekken. Alle vorm van schroefdraad is naar de vergallemiezen en er zal een nieuwe crank op moeten. Het is nu nog 25 kilometer naar Hiroshima. Ik mep het pedaal terug een probeer met zo min mogelijk kracht op links verder te fietsen. Dat gaat even goed maar met nog 20 kilometer te gaan, dondert in een stukje afdaling halverwege het pedaal eruit. Ok,.. Dat was echt einde oefening. Lopen, uithuilen en een fietsenmaker zoeken. Dat blijkt nog tien kilometer te gaan. Half fietsend, stukken lopend en bergaf het geheel laten rollen.
De fietsenmaker heeft helaas geen 10 speed crank op vooraad liggen. Hij kan wel een Sora 9 speed crank van een show model halen en die monteren. Ik vind die oplossing goed. Voor een crank maakt dat 9 of 10 speed toch weinig uit. Dat, plus een paar nieuwe stevige platform pedalen en ik kan weer verder. Binnen een half uur ben ik geholpen en 15.000 yen armer (zo'n 130 euro). Dat geld is een beetje jammer, dat had ik kunnen voorkomen door beter op te letten op Kansai airport. Maar ik ben nu vooral blij dat ik weer gewoon verder kan. Het is nog een stukje voordat in Seoul ben.
Goed, vandaag kon ik weer gewoon op pad. Eerst mijn tentje afbreken en de boot pakken. Ik zat namelijk op rabbit island. Daar wonen konijnen, echt héél veel konijnen. Ze hebben nul natuurlijke rivalen en elke dag komen er bootladingen toeristen met wortels en sla blaadjes in de aanslag om die beesten te eten te geven. Het is ook een eiland waar Japan tijdens de tweede wereldoorlog een fabriek had staan voor de productie van gifgassen. In een poging die fabriek te verhullen voor de vijand, bestond op officiële kaarten het eiland niet. Tachtig jaar geleden werkte zo'n tactiek. Met de huidige informatie technologie en datastromen is het haast niet voor te stellen dat je zo knullig een heel eiland kan laten verdwijnen. De 'wilde' konijnen zijn zo tam dat als je op je hurken gaat zitten om een foto van ze te maken, ze op je af gespurt komen. Om vervolgens om hun achterpoten te gaan zitten en hun voorpoten omhoog, inclusief een blik van, kom nu maar op met die wortel.
Eenmaal op het vasteland, begint de linkerpedaal te wobbelen. Ik wist dat ik die er niet goed ingedraaid had en de schroefdraad had vernaggeld. Stomme fout maar ik had gehoopt ermee weg te komen tot aan Seoul. Niet dus. Ik krijg het ook niet meer vast gedraaid. Los overigens ook niet meer. Na een paar kilometer is het zo erg dat ik het pedaal in een ruk uit de crank kan trekken. Alle vorm van schroefdraad is naar de vergallemiezen en er zal een nieuwe crank op moeten. Het is nu nog 25 kilometer naar Hiroshima. Ik mep het pedaal terug een probeer met zo min mogelijk kracht op links verder te fietsen. Dat gaat even goed maar met nog 20 kilometer te gaan, dondert in een stukje afdaling halverwege het pedaal eruit. Ok,.. Dat was echt einde oefening. Lopen, uithuilen en een fietsenmaker zoeken. Dat blijkt nog tien kilometer te gaan. Half fietsend, stukken lopend en bergaf het geheel laten rollen.
De fietsenmaker heeft helaas geen 10 speed crank op vooraad liggen. Hij kan wel een Sora 9 speed crank van een show model halen en die monteren. Ik vind die oplossing goed. Voor een crank maakt dat 9 of 10 speed toch weinig uit. Dat, plus een paar nieuwe stevige platform pedalen en ik kan weer verder. Binnen een half uur ben ik geholpen en 15.000 yen armer (zo'n 130 euro). Dat geld is een beetje jammer, dat had ik kunnen voorkomen door beter op te letten op Kansai airport. Maar ik ben nu vooral blij dat ik weer gewoon verder kan. Het is nog een stukje voordat in Seoul ben.
zondag 15 september 2019
Shimanami, een wielren walhalla
Slechts een voetnoot in de lonely planet, maar in de praktijk is dit een wielren walhalla. Onbegrijpbaar dat mijn reisgids hier zo weinig woorden aan vuil maakt. Ik begin me oprecht af te vragen waarom ik eigenlijk zweer bij de lonely planet als reisgids. Wat boeit mij tempel numéro zoveel of waar die hippe bar zit om met de locals te chillen, en dan nauwelijks iets schrijven over een weergaloos mooie fiets route die ook goed te doen is voor een minder getrainde toerist. Onbestaanbaar. Ik fiets vandaag zo'n negentig kilometer waarvan de laatste 30 kilometer over de Shimanami eilanden, morgen doe ik de laatste 30. Tussen de grotere eilanden Shikoku en Honshu liggen een tiental eilanden die via grote bruggen aan elkaar verbonden zijn. Dat levert een zestig kilometer lange weg op met schitterende hoge bruggen. En daar kun je overheen fietsen, over al die bruggen. Denk hier even een vette smiley achter. Deze hele route is als een natte droom voor een wielrenner. Zag ik de eerste paar dagen nauwelijks wielrenners, nu wemelt het er van. Het was vandaag kennelijk ook zondag (vakantiegevoel zorgt ervoor dat ik de tel een beetje kwijt raak), maar de voornaamste reden voor zoveel fietsers is dat het domweg een super mooie route is. En behalve dat zijn er heel veel faciliteiten speciaal voor wielrenner aangelegd. Parken met fietsrekken, pijlen op de weg met de route en aparte fietspaden over de bruggen heen.
Er moeten nieuwe superlatieven worden bedacht voor deze route. Echt verre weg het mooiste stuk Japan tot nog toe.
Er moeten nieuwe superlatieven worden bedacht voor deze route. Echt verre weg het mooiste stuk Japan tot nog toe.
zaterdag 14 september 2019
Japan is ook een fietsland
Japan is een fietsland, bijna op dezelfde manier als dat in Nederland het geval is. Er zijn echt heel veel fietsen, voor mijn gevoel meer dan dat er daadwerkelijk fietsers zijn, maar toch. Ik heb stallingen gezien bij treinstations die kunnen tippen aan Nederlandse fiets stallingen. Bomvol. En er worden gefietst op vergelijkbare fietsen, tenminste qua prijsniveau. Chinees meuk is het waar ze op rijden, dat is ongeveer dezelfde rommel als de gemiddelde stadsfiets in de lage landen. Want je zou kunnen zeggen dat Nederland een fietsland is en Japan dus ook, maar als je bekijkt hoeveel geld we gemiddeld aan een fiets uitgeven, dan kun je rustig concluderen dat het nul prioriteit heeft in het budget. Alle fietsen van pak en beet onder de 800-1000 euro is gewoon bagger. Als fietsen echt je hobby is, dan geef je er meer geld aan uit. Het kwaliteitsverschil tussen een fiets van 500 euro en een van 1200 is echt gigantisch. En dan heb ik het nog niet eens over het feit hoe goed stadsfietsen onderhouden worden. Een Nederlandse stadsfiets, die hoor je vanuit de verte aankomen. Het rammelt, piept en schuurt. Ok, dat is enigzins gechargeerd, maar fietsen met roestige kettingen, slappe banden en een kapotte bagagedrager zijn niet echt uitzonderlijk.
In Japan is dat ongeveer hetzelfde. Goedkope, slecht onderhouden tweewielers en ik ben de indruk dat ze kortere afstanden fietsen. Elektrische fietsen zijn er uiteraard ook. Speciale mama fietsen met voor en achter een kinderzitje plus ruimte voor een tas met boodschappen en elektrieke power om het geheel in gang te houden. Er zijn ook nog wat verschillen. Veel Japanners zetten hun zadel niet op de goede hoogte, ze zitten structureel veel te laag. Dat zie je in Nederland zelden. Wat veel fietsen hier ook hebben is een houder op het stuur om je paraplu of parasol in vast te zetten. Een best komisch gezicht overigens. De fiets die hier nauwelijks te zien is, is de racefiets of een sportieve recreatieve fiets. Ik ben toch nu tot maar heel weinig Japanners tegengekomen die dezelfde afwijking hebben als ik.
In Japan is dat ongeveer hetzelfde. Goedkope, slecht onderhouden tweewielers en ik ben de indruk dat ze kortere afstanden fietsen. Elektrische fietsen zijn er uiteraard ook. Speciale mama fietsen met voor en achter een kinderzitje plus ruimte voor een tas met boodschappen en elektrieke power om het geheel in gang te houden. Er zijn ook nog wat verschillen. Veel Japanners zetten hun zadel niet op de goede hoogte, ze zitten structureel veel te laag. Dat zie je in Nederland zelden. Wat veel fietsen hier ook hebben is een houder op het stuur om je paraplu of parasol in vast te zetten. Een best komisch gezicht overigens. De fiets die hier nauwelijks te zien is, is de racefiets of een sportieve recreatieve fiets. Ik ben toch nu tot maar heel weinig Japanners tegengekomen die dezelfde afwijking hebben als ik.
vrijdag 13 september 2019
Shodoshima
Gisteren was geen reden om te bloggen. De eerste twee dagen heb ik zo'n 170 km gefietst, eerst van de luchthaven naar Osaka en daarna verder naar Himeij. In die honderdzeventig kilometer heb ik alleen maar verstedelijkt gebied gezien. Plus ergens een paar kilometer waar er daadwerkelijk landschap was te zien. Bergen, zee en een riviermonding. Maar het was vooral beton, flatgebouwen, kantoren, winkels, nog meer beton, nog meer flatgebouwen en nog meer kantoren. Ik vroeg me af wat ik eigenlijk in Japan aan het doen was. Een onafgebroken reeks aan lelijke gebouwen trok aan me voorbij. Plus heel veel geklooi over trottoirs die als mislukt fietspad door het leven gingen, afgewisseld met ontelbare stoplichten.
Nee, dan vandaag. Dat is echt andere koek. Ik ben van Himeij met de boot naar het eiland Shodoshima gevaren om aldaar door de bergen en langs de kust af te fietsen. Eindelijk bergen, eindelijk uitzicht, eindelijk leuk fietsen. Geen verkeer meer, gedaan met de stoplichten en lelijke gebouwen.
Ik ben weer op fiets vakantie
Nee, dan vandaag. Dat is echt andere koek. Ik ben van Himeij met de boot naar het eiland Shodoshima gevaren om aldaar door de bergen en langs de kust af te fietsen. Eindelijk bergen, eindelijk uitzicht, eindelijk leuk fietsen. Geen verkeer meer, gedaan met de stoplichten en lelijke gebouwen.
Ik ben weer op fiets vakantie
woensdag 11 september 2019
Japan duur!?
Nee. Japan is geen duur land. Om even alle poeha verhalen te ontkrachten. Japan is niet duur. Ook niet goedkoop trouwens, maar het heeft de reputatie om duur te zijn. Heb je ooit iemand horen zeggen over een weekje Berlijn, pas op dat is wel een dure stad. Of over een rondreis is de VS, die ga je in je portemonnee voelen, hoor. Een weekje wielrennen in de Alpen, kijk uit hoor, alles is daar duur. Nee. Niemand zal dat ooit tegen je zeggen. Omdat iedereen wel ongeveer weet wat het prijsniveau van die landen zijn. Japan houdt er een soort van mysterieus beeld op na dat iedere aankoop meteen krankjorum duur is.
En ja, sommigen dingen zijn echt prijzig hier. Dat verhaal van die karaoke bar waar je plots 100 euro moest afrekenen voor een paar drankjes en een liedje vals zingen zal echt wel kloppen. En de bananen hier kosten echt 80 cent per stuk. En er zullen nog wel wat meer dingen zijn die hoger liggen qua prijsniveau dan veel Europese landen.
Maar,..... benzine kost 1,17 euro. Mijn hotel kost 45 euro per nacht. En dat is een nette kleine kamer, midden in een wereldstad met eigen bad en toilet. Uiteten kost 15 euro voor een voor- en hoofdgerecht. Een blikje cola (de echte) uit de ontelbare hoeveelheden drank automaten die Japan telt, kost 1,20. Een metro rit van 6 haltes is goed voor 3 euro. Die is dan weer prijzig. Ook taxi's zijn duurder dan in Nederland. Maar ik heb een traditionele Japanse massage gehad van een uur voor 25 euro.
Laten zeggen dat Japan geen goedkoop land is. Mijn eerste indruk is ongeveer gelijk aan Zuid-Korea, ietsje duurder dan Taiwan en vaak goedkoper dan Nederland. Dat dure karakter van het land van de samoerai is waarschijnlijk te danken aan het feit dat veel landen in Azië goedkoper zijn. Maar als je echt met blote ogen wil beweren dat Japan duur is, bedenk dan eens wat een liter peut kost in Nederland, of een fles wijn bij je eten, of een hotelkamer, of een rijtjeshuis in Leidsche Rijn.
dinsdag 10 september 2019
Het is druk in Osaka
Hoeveel Japanners zouden er in Japan passen? En hoeveel haringen in een ton? Ik ben nu welgeteld een dag in Japan, de nacht even niet meegerekend en mijn eerste indruk van het land is dat het er absurd druk is. Bizar gewoon. Ik ben vanochtend geland op Kansai airport om daarna naar Osaka te fietsen. Eigenlijk mocht dat niet, maar recalcitrant zijn levert soms heel veel voordelen op en als ik zie hoe de gemiddelde Japanner zich op de fiets in het verkeer gedraagt, dan was mijn actie lang niet zo opstandig als ik in eerste instantie dacht. De brug van het kunstmatige eiland is alleen voor auto's, daar was echt geen vergissing in mogelijk. Maar alle andere optie om weg te komen vielen in de categorie erg duur of gruwelijk onhandig. Een fiets mag de trein niet in, de brug niet over en de ingepakte fiets in de mega doos is onhandig gesjouw.
Dus fiets uit de doos halen, de doos dumpen bij een bouwplaats en het stuur weer monteren. Banden oppompen hoeft niet, ik had ze tegen de regels in ook niet leeg gelaten. Echt waar, soms is obstinaat gedrag gewoon vet handig. En over die brug fietsen was nauwelijks gevaarlijk, 's avonds door de stad fietsen, dat is pas een crime. Heel veel fietsers en ze negeren nog veel verkeersregels, daar zijn Nederlandse scholieren echt watjes bij. Vooral dat rechts rijden van ze in land waar links rijden de regel is. Ik lig constant op ramkoers met tegenliggers. Oog contact werkt vooralsnog niet. Alsof twee werelden uit een uiteenlopende universa elkaar aankijken en het niet niet eens zin of we lang of kort gaan gebruiken voor de morse code.
maandag 9 september 2019
Op weg naar Osaka
Gisteren dobberde ik op een eeuw oude tjalk op het Markermeer. Vandaag ben ik naar Schiphol gefietst om een kist te halen nasr Osaka, Japan. Soms schijn ik ook te werken, maar ik doe mijn uiterste best om de schijn op te houden dat ik vaker op vakantie ben dan dat ik werk. Feitelijk is dat trouwens ook waar. Met een 4×9 werkweek en bijna negen weken vakantie per jaar ben ik van de 365 dagen die een jaar gemiddeld telt net iets meer dagen vrij dan dat ik werk. Toch is dit pas de eerste echte grote vakantie dit jaar. Van Berlijn naar huis fietsen, een weekje Schwarzwald, een weekje Alpen plus twee cyclo's in Duitsland en België was allemaal klein spul. Het grote werk begint nu.
Vandaag was de allertweede keer dat ik naar Schiphol ben gefietst om op vakantie te gaan. De allereerste keer liep dat hopeloos mis. Na 10 kilometer besefte ik dat mijn paspoort nog thuis lag. Oh,... wat was ik kwaad om mezelf. Om nog op tijd op Schiphol te komen moest ik eerst als de sodemieter terug naar huis en daarna alsnog een trein pakken. Dat was vooral een partij stressen. Vandaag haal ik Schiphol gewoon bijtijds, paspoort bij me. Niks aan het handje. No stress at all. Tenminste, zo zou het moeten zijn. Ik kan eigenlijk geen enkele reden om me zorgen te maken en toch doe ik dat wel de afgelopen paar dagen. Dit wordt intercontinentale vlucht nummer ik-ben-de-tel-kwijt en vliegen met fiets nummer ook-geen-idee. Ok, Japan is nieuw, Zuid-Korea waar vandaan ik ga terug vliegen, is bekend terrein. Het enige waarin de altijd al minimale voorbereiding nu nog verder in tekort schiet, is het klimaat. Ik weet niet zo heel goed hoe warm het precies gaat worden, hoe veel regen ik kan verwachten en of het tyfoon seizoen roet in het eten gaat gooien. En ik wil ook gaan kamperen. Dat hoeft natuurlijk niet persé elke dag, maar het schijnt te kunnen in Japan en ik wil dat wel eens proberen. Gewoon voor de lol, vrij kamperen in een park midden in de stad. Volgens de blogs die ik gelezen heb, moet dat kunnen.
Dat wat onzekere over het weer plus mijn onhandige aankomsttijd maken me wat zorgen. Ik land om 9 uur 's ochtends op Osaka airport, een kunstmatig eiland voor de kust en daarna moet ik mijn fiets uitpakken en over een soort snelweg naar het vaste land toe fietsen. En dat allemaal net nadat ze mijn nachtrust hebben afgepakt. Door het tijdverschil is het al weer ochtend tegen de tijd dat mijn lijf toe is aan slapen . Hmm,... eerst maar eens gaan vliegen. De kist naar Helsinki vertrekt over een uur.
Oh, het verhaal van de tjalk was een verjaardagsfeest van een collega die 60 werd. Ik heb meer dan 10 jaar in Almere gewoond. Toch was ik nog nooit op Pampus geweest en ik had ook nog nooit op het markermeer gevaren. Best mooi overigens en het gebrek aan wind stoorde me niet. Ik heb toch niet van die zeebenen, het zijn vaker fietsbenen.