Mijn dag begint met de mededeling van de hotel eigenaar dat mijn fiets een lekke band heeft. Jottem. Dat blijkt het begin van een pech dag. De vervang plakker van gisteren van een eerder lek heeft het dus niet gehouden. Ik heb geen fiducie dat een derde plakker hier gaat helpen en ik besluit om de reserve binnenband er op te leggen. Maar dat kreng blijkt nieuw uit de verpakking al lek. Grrrr,.... met dank dus aan de firma 12GO Biking uit Moordrecht die me deze shit heeft verkocht. Dan toch tegen beter weten in een nieuwe plakker erop. En die lijkt het godzijdank toch te houden. Maar als ik vijf minuten later uitcheck en de bagage wil monteren, is die dus weer lek. Geen binnenbanden meer, plakken is geen optie. Gevalletje, een boel gemopper.
Mijn hotel eigenaar schiet me te hulp en belt een tuktuk die me naar de dichtstbijzijnde bicycle repair man stuurt. Deze begint ijverig een poging te doen om het ding alsnog te plakken. Opschuren, nog meer opschuren, nog meer schuren, totdat ik me begin af te vragen hoe dun dat rubber nog is. Een mega grote plakker erop. En dan is het nog lek. Nog meer schuren, nog meer schuren en dan een super grote mega plakker over de vorige heen. Gast, wat dacht je van een gewoon een nieuwe band of zo? De tweede mega plakker blijkt ook geen oplossing. Nog steeds lek. Het is hier blijkbaar no cure, no pay. En zonder te betalen terug in de tuktuk en op weg naar een fietsenmaker die wel banden op voorraad heeft. Nieuwe erin, oppompen en klaar. Terug naar het hotel en met wat oponthoud gaan fietsen.
Veertig kilometer verder. Pop,.... pfffffft,.... compleet lek. In minder dan een seconde is de band leeg. Dit is geen lek, deze band is ontploft. Chinese makelij of diezelfde troep van 12GO Biking. Als er ergens geen gebrek is in Sri Lanka dan zijn het wel behulpvaardige Sri Lankanen. Binnen no time word ik naar een fietsenmaker gebracht, die uiteraard geen reserve materiaal heeft. Dan op weg met de tuktuk. Een fietsenmaker, twee fietsenmakers een derde grote fietsenwinkel en allemaal hebben ze niks. Niet de goede maat en bovenal geen presta ventiel. Dan 15 km verder naar een ander dorp en dan eindelijk een fietsenmaker familie met de goede band. Mevrouw des huizes blijkt zelfs wedstrijden te rijden en ze laat me jaar medailles zien. Weer een nieuwe band in het wiel en nu weer terug waar ik de fiets halverwege had achter gelaten. Met nu nog een kilometer te gaan begeeft de tuktuk het. Verstopt brandstof filter. Benzine die lekt. Oplossing is een reserve tuktuk. En dan,....
Nou voorlopig werkt alles weer. Maar na deze akkefietjes ben ik gaan eten, en een hotel gaan zoeken. En morgen gaat hopelijk alles beter. Fingers crossed.
donderdag 28 december 2023
maandag 25 december 2023
Kerstmis in Sri Lanka
Óf je gaat met Kerstmis bij je (schoon)ouders eten, óf je gaat naar de mis, óf je viert Kerstmis op mijn manier. En dat laatste lijkt in geen velden of wegen op iets gelovigs of iets met-z'n-allen rondom de dennenboom. Geen oud Germaanse tradities, geen kerstboom, geen cadeautjes, geen vier gangen diner. Ik had rice and curry als lunch en zoete broodjes als ontbijt. Mijn hoofdmaaltijd is nog niet bekend, maar als er Sri Lankaanse kothu op het menu staat, dan ga ik daarvoor.
Mijn dag begon frisjes op 1500 meter. Het uitzicht vanaf mijn hotelkamer was fabuleus. Ik keek makkelijk tientallen kilometers weg. Ik zit echt op de rand van het hooggebergte in Sri Lanka en kijkt nu richting Indische Oceaan. Mijn Thaise bovenburen zijn vroeg op en draaien al om zeven uur luide muziek vanaf hun balkon. Ze trekken zich totaal niks aan van anderen. Ik wilde toch vroeg weg en nu helemaal. Ik betaal mijn guesthouse en ga ontbijten bij de lokale bakker. Een plan om er vandaag een lange tocht van te maken, was nog niet bij me opgekomen. Toch zal ik de 160 km halen vandaag. Ik begin met afdalen op de weg met dezelfde fabuleuze uitzichten als vanaf mijn balkon. En daarna is het gedaan met de pret. De doorgaande route op een goed geasfalteerde tweebaansweg verandert een hotsebotseknotse builenpad van nauwelijks meer dan een baan breed. Het wegdek lijkt nog het meest op een soort mini bückel piste, cq wasboord. Ik daal veelal niet rapper dan vijftien kilometer per uur. Harder en het stuurt zal uit mijn handen trillen. Klap na klap moet ik met ellebogen en rug opvangen. Na ruim 20 kilometer, twintig!, zitten al mijn organen op een nieuwe plek. Daarna komt er eindelijk weer asfalt terug. En wind mee, veel wind mee. Nu komt er toch een idee om vandaag maar eens meters te gaan maken.
Dat idee wordt weer ruw verstoord als ik ontdek wat voor pad Wahoo voor me heeft gevonden. De shortcut begon als een asfaltweg, veranderde in een gravel pad en later weer een single track. Om daarna te veranderen in een met planten overwoekerd pad. Lopend tussen de netelige struiken. Jottem. Als het pad weer een weg wordt, wordt het daarna zelfs een snelweg. Ik fiets kilometers lang over een compleet verlaten snelweg. Nul verkeer. Wind mee. Officieel is het geen snelweg, er loopt soms een zebra overheen, maar ik ben ook bij een heus klavervierblad kruising van richting verandert. Inclusief invoeg stroken. Gezien de almaar waaiende wind mee tik ik een hotel verderop op de route aan. De laatste 20 kilometer ben ik uiteindelijk wel moe. Mijn kont doet zeer en ik weet niet meer hoe ik mijn stuurt moet vasthouden. Alle houdingen irriteren me. En dan mag ik inchecken in een luxe hotel.
Ik zei toch al, dit is niet de standaard manier om kerst te vieren. Maar ik heb er volle bak van genoten.
Mijn dag begon frisjes op 1500 meter. Het uitzicht vanaf mijn hotelkamer was fabuleus. Ik keek makkelijk tientallen kilometers weg. Ik zit echt op de rand van het hooggebergte in Sri Lanka en kijkt nu richting Indische Oceaan. Mijn Thaise bovenburen zijn vroeg op en draaien al om zeven uur luide muziek vanaf hun balkon. Ze trekken zich totaal niks aan van anderen. Ik wilde toch vroeg weg en nu helemaal. Ik betaal mijn guesthouse en ga ontbijten bij de lokale bakker. Een plan om er vandaag een lange tocht van te maken, was nog niet bij me opgekomen. Toch zal ik de 160 km halen vandaag. Ik begin met afdalen op de weg met dezelfde fabuleuze uitzichten als vanaf mijn balkon. En daarna is het gedaan met de pret. De doorgaande route op een goed geasfalteerde tweebaansweg verandert een hotsebotseknotse builenpad van nauwelijks meer dan een baan breed. Het wegdek lijkt nog het meest op een soort mini bückel piste, cq wasboord. Ik daal veelal niet rapper dan vijftien kilometer per uur. Harder en het stuurt zal uit mijn handen trillen. Klap na klap moet ik met ellebogen en rug opvangen. Na ruim 20 kilometer, twintig!, zitten al mijn organen op een nieuwe plek. Daarna komt er eindelijk weer asfalt terug. En wind mee, veel wind mee. Nu komt er toch een idee om vandaag maar eens meters te gaan maken.
Dat idee wordt weer ruw verstoord als ik ontdek wat voor pad Wahoo voor me heeft gevonden. De shortcut begon als een asfaltweg, veranderde in een gravel pad en later weer een single track. Om daarna te veranderen in een met planten overwoekerd pad. Lopend tussen de netelige struiken. Jottem. Als het pad weer een weg wordt, wordt het daarna zelfs een snelweg. Ik fiets kilometers lang over een compleet verlaten snelweg. Nul verkeer. Wind mee. Officieel is het geen snelweg, er loopt soms een zebra overheen, maar ik ben ook bij een heus klavervierblad kruising van richting verandert. Inclusief invoeg stroken. Gezien de almaar waaiende wind mee tik ik een hotel verderop op de route aan. De laatste 20 kilometer ben ik uiteindelijk wel moe. Mijn kont doet zeer en ik weet niet meer hoe ik mijn stuurt moet vasthouden. Alle houdingen irriteren me. En dan mag ik inchecken in een luxe hotel.
Ik zei toch al, dit is niet de standaard manier om kerst te vieren. Maar ik heb er volle bak van genoten.
zaterdag 23 december 2023
Dingen die opvallen in Sri Lanka
Twee verschillende stopcontacten. Een met drie ronde pinnen en een ander met drie rechthoekige pinnen. Dat verzin je toch niet?
Hoe groter je voertuig, hoe roekelozer en hoe harder ermee wordt gereden.
Schooluniformen. Witten jurken voor meisjes, witte broeken en overhemden voor jongens. Beiden met stropdas. Ze lopen of gaan met de bus naar huis of school. Soms door de stromende regen. Ik zie ze zelden met een paraplu.
Buitenlandse toeristen betalen boeven entreegeld. Het is in een woord schandalig. In Sigiriya betaal je 30 dollar (USD) om boven op een berg naar oude stenen te mogen kijken. Zodra er in dollars wordt gerekend, weet je dat je zwaar belazerd wordt. Sri Lankanen betalen minder. Hoeveel is me nog niet duidelijk. Er is een aparte boeven kassa voor buitenlanders. Tot nog toe heb ik slechts eenmaal de verhouding tussen de prijzen gezien bij een een park aan het water in Nuwara Eliya. 120 roepies voor Sri Lankanen, 600 voor buitenlanders. Een factor vijf. Een fatsoenlijke hotelkamer is ongeveer even duur als je die oude stenen op de berg. Kun je het jezelf voorstellen? Een Japanner betaalt 200 euro voor een hotelkamer in Amsterdam en speciaal voor de Japanners kost het Rijksmuseum ook 200 euro, terwijl wij Nederlanders voor 22,50 naar binnen mogen. Ik zou me er kapot voor schamen om buitenlandse gasten zo een poot uit te draaien. Als je geen toeristische hotspot dingen doet, dan is veel hier spot goedkoop. Een warme maaltijd kost 5 - 8 euro. En de zoete broodjes bij de bakker zijn helmaal spot goedkoop. Drie zoete broodjes een kop thee voor minder dan een euro.
De tuktuk is het nationale vervoermiddel. Je ziet ze overal. Meer dan brommers, ook meer dan auto's. Bussen en tuktuks zijn de manieren om ergens te komen.
Plaatsnamen met 7 lettergrepen. Ik moet drie keer een aanloop nemen om dat uitgesproken te krijgen. Galenbindunhuwewa, Puwarasankaluma, Marandankadawala.
Iedereen vraagt waar ik vandaan kom. Ze hebben een vraag paraat en dan houdt het op. Where are you from? The Netherlands. Een vraagteken op het gezicht en ze rijden weer door.
Bij welke aankoop, maakt niet als is het niet meer dan een tube tandpasta, je krijgt het mee in een plastic zakje.
Lang haar. Heel lang haar. Sommige vrouwen lijken hun haar nog nooit echt te hebben laten knippen. Tot op het achterwerk, zelfs een dame gezien met lang haar tot in haar knieholtes. En dan had ze niet eens haar nek naar achteren gebogen.
Ik zie een man een grote boomtak verwijderen. Zittend vanuit een andere boom hakt hij met een groot hakmes op de boomtak in die over de weg hangt. Zijn vrouw kijkt toe en maant hem te stoppen als er verkeer aankomt. Zijn zoon probeert de tak van zo'n 4 meter hoog tegen te houden met het touw dat eraan zit vastgebonden. Net na het passeren van een bestelbusje flikkert de tak op het wegdek. Een elektriciteitskabel boven de weg wordt geraakt. En tien meter verder staat een betonnen elektriciteitspaal te trillen in de grond. Iedereen komt met de schrik vrij.
Bijna iedereen spreekt Engels. En vaak vaak best goed ook.
Ze eten met hun rechterhand. Bij elk restaurant kun je je handen wassen. Ik eet gewoon met bestek, ik vind dat 'handiger'.
Volgens de boekjes is het hier wel/geen regenseizoen. Er is erg veel tegenstrijdigheid daarover. Volgens de weergoden is het de ene dag stralend zonnig weer. En de volgende niet. Het wisselt vooralsnog nogal.
Hoe groter je voertuig, hoe roekelozer en hoe harder ermee wordt gereden.
Schooluniformen. Witten jurken voor meisjes, witte broeken en overhemden voor jongens. Beiden met stropdas. Ze lopen of gaan met de bus naar huis of school. Soms door de stromende regen. Ik zie ze zelden met een paraplu.
Buitenlandse toeristen betalen boeven entreegeld. Het is in een woord schandalig. In Sigiriya betaal je 30 dollar (USD) om boven op een berg naar oude stenen te mogen kijken. Zodra er in dollars wordt gerekend, weet je dat je zwaar belazerd wordt. Sri Lankanen betalen minder. Hoeveel is me nog niet duidelijk. Er is een aparte boeven kassa voor buitenlanders. Tot nog toe heb ik slechts eenmaal de verhouding tussen de prijzen gezien bij een een park aan het water in Nuwara Eliya. 120 roepies voor Sri Lankanen, 600 voor buitenlanders. Een factor vijf. Een fatsoenlijke hotelkamer is ongeveer even duur als je die oude stenen op de berg. Kun je het jezelf voorstellen? Een Japanner betaalt 200 euro voor een hotelkamer in Amsterdam en speciaal voor de Japanners kost het Rijksmuseum ook 200 euro, terwijl wij Nederlanders voor 22,50 naar binnen mogen. Ik zou me er kapot voor schamen om buitenlandse gasten zo een poot uit te draaien. Als je geen toeristische hotspot dingen doet, dan is veel hier spot goedkoop. Een warme maaltijd kost 5 - 8 euro. En de zoete broodjes bij de bakker zijn helmaal spot goedkoop. Drie zoete broodjes een kop thee voor minder dan een euro.
De tuktuk is het nationale vervoermiddel. Je ziet ze overal. Meer dan brommers, ook meer dan auto's. Bussen en tuktuks zijn de manieren om ergens te komen.
Plaatsnamen met 7 lettergrepen. Ik moet drie keer een aanloop nemen om dat uitgesproken te krijgen. Galenbindunhuwewa, Puwarasankaluma, Marandankadawala.
Iedereen vraagt waar ik vandaan kom. Ze hebben een vraag paraat en dan houdt het op. Where are you from? The Netherlands. Een vraagteken op het gezicht en ze rijden weer door.
Bij welke aankoop, maakt niet als is het niet meer dan een tube tandpasta, je krijgt het mee in een plastic zakje.
Lang haar. Heel lang haar. Sommige vrouwen lijken hun haar nog nooit echt te hebben laten knippen. Tot op het achterwerk, zelfs een dame gezien met lang haar tot in haar knieholtes. En dan had ze niet eens haar nek naar achteren gebogen.
Ik zie een man een grote boomtak verwijderen. Zittend vanuit een andere boom hakt hij met een groot hakmes op de boomtak in die over de weg hangt. Zijn vrouw kijkt toe en maant hem te stoppen als er verkeer aankomt. Zijn zoon probeert de tak van zo'n 4 meter hoog tegen te houden met het touw dat eraan zit vastgebonden. Net na het passeren van een bestelbusje flikkert de tak op het wegdek. Een elektriciteitskabel boven de weg wordt geraakt. En tien meter verder staat een betonnen elektriciteitspaal te trillen in de grond. Iedereen komt met de schrik vrij.
Bijna iedereen spreekt Engels. En vaak vaak best goed ook.
Ze eten met hun rechterhand. Bij elk restaurant kun je je handen wassen. Ik eet gewoon met bestek, ik vind dat 'handiger'.
Volgens de boekjes is het hier wel/geen regenseizoen. Er is erg veel tegenstrijdigheid daarover. Volgens de weergoden is het de ene dag stralend zonnig weer. En de volgende niet. Het wisselt vooralsnog nogal.
maandag 18 december 2023
Onderweg in Sri Lanka
Ik wil ook een claxon op mijn fiets. Zo'n grote zware dreunende TOET. Dat iedereen zich te pleuris schrikt als ik dat ding gebruik, om me vervolgens mega veel ruimte te gunnen. En als dat niet werkt, dan wil ik een bazooka. Verkeersregels in Sri Lanka werken op gewicht. Meer massa, meer snelheid, grotere toeter, meer voorrang. Als fietser sta ik op de aller onderste sport van de verkeersladder. Ik fiets vandaag van Dambulla naar Kandy en dat blijkt een behoorlijk drukke route. Om de drukte enigzins te ontlopen kies ik voor een geel weggetje op de kaart. Vooralsnog bleken dat kleinere rustige wegen, maar vandaag manifesteert het zich als een gravel pad langs een kanaal. En met de vele regen hier, is het nogal modderig met soms grote plassen water. Ach,... het is een mooie ochtend met veel zon en haast heb ik thuis gelaten. Eenmaal weer op de drukke weg laat het verkeer zich het best typeren als Franse horkerigheid, aangevuld met Cambodjaans toeter niveau. Alle horror verhalen van mijn Indische collega's over de chaos en hectiek van het verkeer. Het valt best mee. Vietnam en Taiwan waren 10 keer verschrikkelijker. Ja het is druk, ja ze claxonneren veel, en ja meestal krijg ik ook genoeg ruimte. Op enkele horken na, maar dat gebeurt me in Frankrijk ook regelmatig. Op een klein weggetje in Kandy dat zich met met veel bochten de berg opwurmt, blijkt hoe dom hun gedrag is. Er staan auto's geparkeerd op punten waar totaal geen ruimte is en het verkeer wurmt zich in twee richtingen langs elkaar af. Als iedereen elkaar een meter ruimte zou gunnen, dan zou alles redelijk soepel verlopen. Helaas duwt ieder voertuig zich elk onmogelijk gaatje in, in de hoop voordeel te halen. Het gevolg is een groot verkeersinfarct en alles staat stil. Ik zou me nu kunnen gaan gedragen als voorbeeldige weggebruiker en ruimte gaan gunnen aan het verkeer. Maar ja, dan had ik nu geen blog zitten schrijven en stond ik daar nog. Waar in het gewone verkeer de grootste en de zwaarste het voor het zeggen heeft, in dit infarct heeft de kleinste en smalste het voor het zeggen. Ik laveer overal tussendoor. Zelfs brommers zijn niet rapper.
Behalve het verkeer, de bergen en het klimmen heb ik ook nog een tempel gedaan vandaag. Kennelijk staat deze niet in de boekjes en vragen ze hier geen 30 dollar boeven entreegeld aan buitenlandse toeristen wat elders wel gebruikelijk is. Dit is wel een tempel met een verhaal. Boeddha beeld, lange trap, stupa. Het gebruikelijke werk. En veel super kleurrijke beelden. Maar ook, en dat was echt luguber om te zien, beelden van hoe vroeger werd gemarteld. Afgesneden genitaliën, opengerukte hersenpan, afgehakte knieën. En allemaal met heel veel bloed. Bizar en luguber. En alhoewel het maar goedkope gipsen beelden zijn van matige kwaliteit, het is gruwelijk om aan te zien. In een tempel verderop krijg ik uitleg van een man met drie voortanden over de aanwezige tentoongestelde attributen. Oude geschriften. Hoe palm bladeren worden behandeld om als perkament te dienen. En wanneer ze zijn beschreven en door wie. Ik krijg ook mijn naam mee, opgeschreven op een permanent palmblad, met koolstof en kokosolie als inkt. Het zou makkelijk 100 jaar of langer goed blijven. Controle wordt lastig op dit punt. Terwijl ik deze uitleg krijg, is er ook een Sri Lankaanse familie die in mijn kielzog mee luistert. Ze kijken aandachtig toe als de oude man bezig is met een prehistorische pen mijn naam te schrijven. Bij de Sri Lankaanse familie zit een knap meisje, puber leeftijd, die enorm met me loopt te flirten. Als ik haar toevallig aankijk, blijkt haar blik al op mij gericht en begint ze te glimlachen. Vreemd, hoe kan ik als negenenveertig jarige fietser een woest aantrekkelijke uitstraling maken op een puber? Dat gebeurt me normaal gesproken nooit. En ze blijft maar flirten. Maar na een hello van mijn kant, komt er bij haar ook niet meer uit dan hello terug zeggen. Misschien oefende ze gewoon haar flirt gedrag en was ik gewillig slachtoffer.
Behalve het verkeer, de bergen en het klimmen heb ik ook nog een tempel gedaan vandaag. Kennelijk staat deze niet in de boekjes en vragen ze hier geen 30 dollar boeven entreegeld aan buitenlandse toeristen wat elders wel gebruikelijk is. Dit is wel een tempel met een verhaal. Boeddha beeld, lange trap, stupa. Het gebruikelijke werk. En veel super kleurrijke beelden. Maar ook, en dat was echt luguber om te zien, beelden van hoe vroeger werd gemarteld. Afgesneden genitaliën, opengerukte hersenpan, afgehakte knieën. En allemaal met heel veel bloed. Bizar en luguber. En alhoewel het maar goedkope gipsen beelden zijn van matige kwaliteit, het is gruwelijk om aan te zien. In een tempel verderop krijg ik uitleg van een man met drie voortanden over de aanwezige tentoongestelde attributen. Oude geschriften. Hoe palm bladeren worden behandeld om als perkament te dienen. En wanneer ze zijn beschreven en door wie. Ik krijg ook mijn naam mee, opgeschreven op een permanent palmblad, met koolstof en kokosolie als inkt. Het zou makkelijk 100 jaar of langer goed blijven. Controle wordt lastig op dit punt. Terwijl ik deze uitleg krijg, is er ook een Sri Lankaanse familie die in mijn kielzog mee luistert. Ze kijken aandachtig toe als de oude man bezig is met een prehistorische pen mijn naam te schrijven. Bij de Sri Lankaanse familie zit een knap meisje, puber leeftijd, die enorm met me loopt te flirten. Als ik haar toevallig aankijk, blijkt haar blik al op mij gericht en begint ze te glimlachen. Vreemd, hoe kan ik als negenenveertig jarige fietser een woest aantrekkelijke uitstraling maken op een puber? Dat gebeurt me normaal gesproken nooit. En ze blijft maar flirten. Maar na een hello van mijn kant, komt er bij haar ook niet meer uit dan hello terug zeggen. Misschien oefende ze gewoon haar flirt gedrag en was ik gewillig slachtoffer.
donderdag 14 december 2023
Het fort in Kalpitiya, vervolg
Volgens mijn reisgids en ook volgens Google is het Nederlandse fort in Kalpitiya een toeristische attractie. De waarheid is ligt ingewikkelder. Is het een bezoek waard? Nee, tenzij je Nederlands bent én in Kalpitiya bent. Toevallig voldoe ik aan beide voorwaarden. Het fort heeft geen vaste openingstijden, geen entreegeld en geen souvenir shop. Er is feitelijk ook niks te zien. Op een dingetje na dan, maar daarmee maak je er nog geen bezienswaardigheid van. Het enige wat voor een minuut de moeite is om te bekijken, is een oude steen met het logo van de V.O.C. ingeklemd tussen twee olifanten sculpturen. Het fort is 350 jaar oud en nog redelijk in tact, maar meer dan hele oude muren is het niet. Op het binnenterrein staat een volleybal net en er is een cricket veldje.
In plaats van entreegeld is er wel wat anders. Binnen geraken hier is de attractie op zich. Het fort begeeft zich binnen de muren van de Sri Lankaanse marine en je mag alleen onder begeleiding van een marinier een kleine rondleiding doen. Omdat ik me dus op een marine basis ga begeven, moet ik mij eerst onderwerpen aan een security check. Mijn paspoort wordt bekeken en overgeschreven, een foto maken was zeker te makkelijk, en ik krijg een boel vragen. Hoe oud ik ben, wat mijn beroep is, wat ik in Sri Lanka doe, welke landen ik nog meer bezocht heb. 49, engineer, holidays, en dan begin ik aan de lange lijst met landen waar ik ooit gefietst heb. Halverwege word ik afgekapt, ik heb de check doorstaan. En dan neemt het gesprek een rare wending. Of ik weet hoe hij in Nederland een baan kan vinden. Huh,... die zag ik niet helemaal aankomen. Een baan in Nederland,.....eh ja waarom eigenlijk? Hij vertelt dat het niet goed gaat met de Sri Lankaanse economie en dat veel mensen hun heil elders zoeken. Hij heeft een bachelor in security en is bezig met een master. Physical security, geen IT security, legt hij uit. Of ik weet hoe hij aan werk kan geraken. Dat is de eerste keer dat iemand mij deze vraag stelt en ik sta met mond vol tanden. Ik begin uit te leggen dat er wel werk voor arbeidsmigranten is in Nederland. Maar dat daar ook voorwaarden aan vast zitten. Vooral slimme hoger opgeleiden zijn welkom. En medische personeel. Maar wat moeten wij precies met bewakers? Na een tijdje nadenken, besef ik dat de Rotterdamse haven wel een aardige plek voor hem is. Of ik dan weet hoe de procedure loopt? Waar kan hij solliciteren? Ja gast, ik was hier even om naar een kleine beetje Nederlands historie te kijken, niet om moeilijke vragen van potentiële arbeidsmigranten te beantwoorden.
Na 10 minuten heb ik het fort wel gezien. Ik stap op de fiets en ga op weg naar Anuradhapura. Plaatsnamen met 4,5 of 6 lettergrepen zijn hier heel gewoon.
In plaats van entreegeld is er wel wat anders. Binnen geraken hier is de attractie op zich. Het fort begeeft zich binnen de muren van de Sri Lankaanse marine en je mag alleen onder begeleiding van een marinier een kleine rondleiding doen. Omdat ik me dus op een marine basis ga begeven, moet ik mij eerst onderwerpen aan een security check. Mijn paspoort wordt bekeken en overgeschreven, een foto maken was zeker te makkelijk, en ik krijg een boel vragen. Hoe oud ik ben, wat mijn beroep is, wat ik in Sri Lanka doe, welke landen ik nog meer bezocht heb. 49, engineer, holidays, en dan begin ik aan de lange lijst met landen waar ik ooit gefietst heb. Halverwege word ik afgekapt, ik heb de check doorstaan. En dan neemt het gesprek een rare wending. Of ik weet hoe hij in Nederland een baan kan vinden. Huh,... die zag ik niet helemaal aankomen. Een baan in Nederland,.....eh ja waarom eigenlijk? Hij vertelt dat het niet goed gaat met de Sri Lankaanse economie en dat veel mensen hun heil elders zoeken. Hij heeft een bachelor in security en is bezig met een master. Physical security, geen IT security, legt hij uit. Of ik weet hoe hij aan werk kan geraken. Dat is de eerste keer dat iemand mij deze vraag stelt en ik sta met mond vol tanden. Ik begin uit te leggen dat er wel werk voor arbeidsmigranten is in Nederland. Maar dat daar ook voorwaarden aan vast zitten. Vooral slimme hoger opgeleiden zijn welkom. En medische personeel. Maar wat moeten wij precies met bewakers? Na een tijdje nadenken, besef ik dat de Rotterdamse haven wel een aardige plek voor hem is. Of ik dan weet hoe de procedure loopt? Waar kan hij solliciteren? Ja gast, ik was hier even om naar een kleine beetje Nederlands historie te kijken, niet om moeilijke vragen van potentiële arbeidsmigranten te beantwoorden.
Na 10 minuten heb ik het fort wel gezien. Ik stap op de fiets en ga op weg naar Anuradhapura. Plaatsnamen met 4,5 of 6 lettergrepen zijn hier heel gewoon.
woensdag 13 december 2023
Nederlandse fort dicht, kerk open, de moskee niet echt
Kalpitiya heette ooit, heel vroeger, Calpetyn. Toen waren de Nederlanders hier de baas, nu beperkt de Nederlandse inbreng zich slechts tot een verdwaalde fiets toerist uit Utrecht. De kans is niet uitgesloten dat ik hier de enige Nederlander ben vandaag, maar ik acht de kans niet groot. Na drie dagen Sri Lanka ben ik voornamelijk Sri Lankanen tegengekomen, wellicht zaten er ook Indiërs tussen, maar met mijn beperkte gezichtsherkenning skills kan ik dat verschil niet zien. Op de luchthaven zag ik er een paar maar daarna nauwelijks meer.
De enige reden waarom hier wellicht een tweede Nederlander is, zit hem in het feit dat hier een oud Nederlandse fort staat. Plus een kerk. Nederlandse hervormd, protestants, of weet ik welke splinter afsplitsing van een splinter afsplitsing van de katholieke kerk. Als die protestanten ergens goed in zijn gebleken, dan is het wel onderling ruzie maken en nieuwe kerken oprichten. Geen wonder dat ze nooit een wereldgodsdienst zijn geworden. Eensgezind brengt je verder. Goed, bijna vier eeuwen geleden joegen onze voorouders de Portugezen hier weg op verzoek van de koning van Kandy, om vervolgens het gebied niet terug te geven aan de koning. Ze begonnen een eigen handelspost en uiteraard bouwden ze een fort en een kerk. Wat anders?
De kerk is vrij toegankelijk. Er staan stoelen in en een altaar met doeken waar kruizen op staan afgebeeld. Een doopvont, en oude grafstenen met oud Nederlandse en Engelse (die namen later de boel over) inscripties. Er staan ook plastic stoelen. In vergelijking met Boedistische tempels is het in dit gebouwtje armoe troef qua kleur gebruik. Ik zag een andere moderne katholieke kerk die geheel lichtblauw was geverfd. Ok, deze kerk is ook ruim 350 jaar oud en voor die leeftijd ziet de kerk er goed uit. Ik bedoel, er zat gewoon een dak op. Van hout, dus origineel zal dat niet zijn. Maar toch, het was geen bouwval.
Het fort trok eigenlijk meer mijn aandacht, maar dat bleek gesloten. Niet volgens Google en mijn reisgids, wel voor de dienstdoende marinier die bij de ingang zat. Nader onderzoek wees uit dat het fort geen echte toeristische attractie is. Geen vaste openingstijden, geen souvenir shop, zelfs geen entreegeld. Het fort is onderdeel van een marinebasis en als je je paspoort inlevert, dan krijg je een rondleiding in het Engels van een marinier. Tenminste,...volgens sommige reviewers sprak de marinier Engels, anderen schreven dat de marinier dacht dat hij Engels sprak. Goed, morgen nog maar eens vragen. De marinier bij de ingang meldde me dat ze dan weer open waren.
Nu ik toch in dit gehucht ronddwaal, besluit ik ook maar even een moskee binnen te wandelen. Weer een nieuwe ervaring. Ik ben hier al een kerk binnen gewandeld en paar tempels. Geen haan die naar me kraait. In de moskee had ik binnen een halve minuut drie mannen om me heen staan die iets van me wilde weten. Wat ik hier deed? Nou gewoon even rondkijken. Niet dat er iets te zien was. Ik heb nog nooit zo'n leeg gebedshuis van binnen gezien. Het was een lege schuur. En waar ik vandaag kwam? Nederland. Of ik vragen had? Nee. De man die het woord voort blijft me indringend aankijken. Hij vertaalt ook mijn antwoorden aan een van de andere mannen. Ik denk de opperpriester hier of zo. De indringende ogen mannen vertelt me nogmaals of ik nog vragen heb. Nee, zei ik toch. Als ik vragen ben, dan ze willen me helpen. Ik krijg de kriebels van die gasten en loop direct de moskee weer uit. Misschien moet ik dingen alleen van de buitenkant bekijken. Dat is, denk ik, beter. Weet je wat het probleem met gelovigen is? Als ze in hun eigen geloof gaan geloven, dan worden het hele nare mensen.
De enige reden waarom hier wellicht een tweede Nederlander is, zit hem in het feit dat hier een oud Nederlandse fort staat. Plus een kerk. Nederlandse hervormd, protestants, of weet ik welke splinter afsplitsing van een splinter afsplitsing van de katholieke kerk. Als die protestanten ergens goed in zijn gebleken, dan is het wel onderling ruzie maken en nieuwe kerken oprichten. Geen wonder dat ze nooit een wereldgodsdienst zijn geworden. Eensgezind brengt je verder. Goed, bijna vier eeuwen geleden joegen onze voorouders de Portugezen hier weg op verzoek van de koning van Kandy, om vervolgens het gebied niet terug te geven aan de koning. Ze begonnen een eigen handelspost en uiteraard bouwden ze een fort en een kerk. Wat anders?
De kerk is vrij toegankelijk. Er staan stoelen in en een altaar met doeken waar kruizen op staan afgebeeld. Een doopvont, en oude grafstenen met oud Nederlandse en Engelse (die namen later de boel over) inscripties. Er staan ook plastic stoelen. In vergelijking met Boedistische tempels is het in dit gebouwtje armoe troef qua kleur gebruik. Ik zag een andere moderne katholieke kerk die geheel lichtblauw was geverfd. Ok, deze kerk is ook ruim 350 jaar oud en voor die leeftijd ziet de kerk er goed uit. Ik bedoel, er zat gewoon een dak op. Van hout, dus origineel zal dat niet zijn. Maar toch, het was geen bouwval.
Het fort trok eigenlijk meer mijn aandacht, maar dat bleek gesloten. Niet volgens Google en mijn reisgids, wel voor de dienstdoende marinier die bij de ingang zat. Nader onderzoek wees uit dat het fort geen echte toeristische attractie is. Geen vaste openingstijden, geen souvenir shop, zelfs geen entreegeld. Het fort is onderdeel van een marinebasis en als je je paspoort inlevert, dan krijg je een rondleiding in het Engels van een marinier. Tenminste,...volgens sommige reviewers sprak de marinier Engels, anderen schreven dat de marinier dacht dat hij Engels sprak. Goed, morgen nog maar eens vragen. De marinier bij de ingang meldde me dat ze dan weer open waren.
Nu ik toch in dit gehucht ronddwaal, besluit ik ook maar even een moskee binnen te wandelen. Weer een nieuwe ervaring. Ik ben hier al een kerk binnen gewandeld en paar tempels. Geen haan die naar me kraait. In de moskee had ik binnen een halve minuut drie mannen om me heen staan die iets van me wilde weten. Wat ik hier deed? Nou gewoon even rondkijken. Niet dat er iets te zien was. Ik heb nog nooit zo'n leeg gebedshuis van binnen gezien. Het was een lege schuur. En waar ik vandaag kwam? Nederland. Of ik vragen had? Nee. De man die het woord voort blijft me indringend aankijken. Hij vertaalt ook mijn antwoorden aan een van de andere mannen. Ik denk de opperpriester hier of zo. De indringende ogen mannen vertelt me nogmaals of ik nog vragen heb. Nee, zei ik toch. Als ik vragen ben, dan ze willen me helpen. Ik krijg de kriebels van die gasten en loop direct de moskee weer uit. Misschien moet ik dingen alleen van de buitenkant bekijken. Dat is, denk ik, beter. Weet je wat het probleem met gelovigen is? Als ze in hun eigen geloof gaan geloven, dan worden het hele nare mensen.
maandag 11 december 2023
Sri Lanka, een eerste indruk
Hello sir, how are you?
Good.
Where are you from?
The Netherlands.
Ah,...Nederland. Very good. First time in Sri Lanka?
Yes.
How long do you stay?
3 weeks.
And how long in Colombo?
2 days.
Meestal houdt op dit punt in het 'gesprek' op. Er komt geen verkooppraatje bij of iets over hunzelf. Ze zijn vooral nieuwsgierig. Ook vandaag op de fiets zijn er velen die me even toe zwaaien. Maar echt heel veel interesse van mijn kant is er ook niet in het gesprek gaande te houden.
De eerste indruk van Sri Lanka is dat schrijnende armoede kan bestaan naast relatieve welvaart. Oma vooruit geduwd in een krakkemikkige rolstoel langs een winkel voor moderne Italiaanse keuken. Bedelaars naast een luxe koffietent met hele lekkere taartjes. Wat ook opvalt is de vriendelijkheid. Een oude tandeloze man die me water aanbiedt bij een tempel. Die fietser zal wel dorst hebben met dit tropische klamme weer en 30 plus Celcius. Behulpzaamheid is talrijk. Het verkeer in Colombo ook. Het eerste wat ze hier leren bij hun eerste rijles, is hoe om te gaan met de claxon. Er lijkt een soort claxon taal te bestaan. De ene toetoet is de andere niet. En iedereen doet toetoet, soms bel ik terug. Maar dat is meer voor de vorm. Over de prijzen ben ik er nog niet uit. Niet alles is goedkoop, veel wel. Een zoet deegwaar broodje kost 23 euro cent, een hartige versie 45 cent, een luxe taartje €2,30. Import mandarijnen gaan voor €1,30, blauwe druiven doen het voor 6 euro de kilo. Een paraplu kostte me 8 euro en een verloop stekker, Lonely Planet en Amazon hadden me aangeraden om de verkeerde te kopen, was slechts 2 euro. Een massage, en niet eens een goede, van 40 minuten was 14 euro. Ook de vorm van het geld en de hoge bedragen doen vaak vermoeden dat iets best duur is, maar rekenwerk leert anders. Het grootste briefje hier is 5000 roepie. VIJF DUIZEND!!! Omgerekend 14 euro een beetje. Er zijn ook nog briefjes van 1000, 500, 100, 50 en 20. Die laatste is nauwelijks 6 cent. Plus muntjes van 5 en 10 roepie. Die bewaar ik niet eens. Als ik mijn hele hebben en houden aan eigen vermogen inwissel voor Sri Lankaanse roepies, dan ben ik multimiljonair. Maar dat ben je dus al vrij rap.
Good.
Where are you from?
The Netherlands.
Ah,...Nederland. Very good. First time in Sri Lanka?
Yes.
How long do you stay?
3 weeks.
And how long in Colombo?
2 days.
Meestal houdt op dit punt in het 'gesprek' op. Er komt geen verkooppraatje bij of iets over hunzelf. Ze zijn vooral nieuwsgierig. Ook vandaag op de fiets zijn er velen die me even toe zwaaien. Maar echt heel veel interesse van mijn kant is er ook niet in het gesprek gaande te houden.
De eerste indruk van Sri Lanka is dat schrijnende armoede kan bestaan naast relatieve welvaart. Oma vooruit geduwd in een krakkemikkige rolstoel langs een winkel voor moderne Italiaanse keuken. Bedelaars naast een luxe koffietent met hele lekkere taartjes. Wat ook opvalt is de vriendelijkheid. Een oude tandeloze man die me water aanbiedt bij een tempel. Die fietser zal wel dorst hebben met dit tropische klamme weer en 30 plus Celcius. Behulpzaamheid is talrijk. Het verkeer in Colombo ook. Het eerste wat ze hier leren bij hun eerste rijles, is hoe om te gaan met de claxon. Er lijkt een soort claxon taal te bestaan. De ene toetoet is de andere niet. En iedereen doet toetoet, soms bel ik terug. Maar dat is meer voor de vorm. Over de prijzen ben ik er nog niet uit. Niet alles is goedkoop, veel wel. Een zoet deegwaar broodje kost 23 euro cent, een hartige versie 45 cent, een luxe taartje €2,30. Import mandarijnen gaan voor €1,30, blauwe druiven doen het voor 6 euro de kilo. Een paraplu kostte me 8 euro en een verloop stekker, Lonely Planet en Amazon hadden me aangeraden om de verkeerde te kopen, was slechts 2 euro. Een massage, en niet eens een goede, van 40 minuten was 14 euro. Ook de vorm van het geld en de hoge bedragen doen vaak vermoeden dat iets best duur is, maar rekenwerk leert anders. Het grootste briefje hier is 5000 roepie. VIJF DUIZEND!!! Omgerekend 14 euro een beetje. Er zijn ook nog briefjes van 1000, 500, 100, 50 en 20. Die laatste is nauwelijks 6 cent. Plus muntjes van 5 en 10 roepie. Die bewaar ik niet eens. Als ik mijn hele hebben en houden aan eigen vermogen inwissel voor Sri Lankaanse roepies, dan ben ik multimiljonair. Maar dat ben je dus al vrij rap.
zaterdag 9 december 2023
Op weg naar Sri Lanka
Vorig jaar was het nog levensgevaarlijk om een binnenbandje in je handbagage mee te sneaken op Schiphol. Mijn bagage boog af naar de onderzoeksband en ik vroeg me af, wat nu weer? Een binnenband dus, hoe durfde ik. Ongelukkigerwijs zat dat ding helemaal onderin in mijn rugzak verstopt en ik bood nog aan om het eruit te halen, maar mijn hulp werd niet gewaardeerd. De hele tas werd vakkundig overhoop gehaald zodat de bagage controleur met eigen ogen de band kon bekijken. Het multitool met imbussleutels, een kettingpons en een schroevendraaier bleek totaal niet interessant. Wat hadden ze toch met die band, niet meer dan een stuk rubber. Doen ze marktonderzoek op Schiphol naar de keuze van fietsrubber onder wereldfietsers? Op wat voor gevaarlijk projectiel kan een stuk rubber met een ventiel lijken? Op Kloten is me ook al een keer een pot honing ontnomen. En op Incheon airport ben bestolen van een powerbank en een busje WD40. Wat is dat toch met luchthavens? Ik heb er om onduidelijke reden altijd ruzie mee.
Behalve de binnenband in de handbagage had ik ook gezeur met de fiets zelf. Ik had de banden niet lagen leeglopen. Nee natuurlijk niet, dat fietst zo rottig. Of ik dat alsnog even wilde doen. Nou eigenlijk niet. Het is nogal een stupide regel en luchtvaartmaatschappijen lijken een voorliefde te hebben voor domme regels. Ze probeerde me uit te leggen waarom, waarin ze uiteraard hopeloos faalde. Er heerst namelijk een lagere druk in een vliegtuig en dan ontploft natuurlijk alles. Ja, in een kist heb je ongeveer een luchtdruk van 800 mbar terwijl op zeeniveau 1000 gewoon is. Boven op de Tourmalet heerst ook een druk van 800 mbar. Ooit een tour de France renner gezien die boven op elke berg zijn banden laat leeglopen en op platte tubes aan de afdaling begint? De grond stewardess keek me daarna geïrriteerd aan. Zij was van de regeltjes en zij mocht een stempeltje zetten. Leuk voor je meid.
Goed, dat was vorig jaar. Dit jaar is het anders. Ik fiets en vlieg nog steeds, maar Schiphol blijkt vandaag anders. Bij de incheckbalie worden me snel twee vragen gesteld en ik geef even rap antwoord. Of de banden leeg zijn. Nee. Of er alleen maar een fiets in de tas zit. Ja. En toen was alles OK. Misschien keek ik er deze keer gewoon vriendelijker bij. Bij de handbagage controle hebben binnenband hun aantrekkelijke status verloren en zijn niet meer interessant. Ook het wasmiddel in een verpakking van meer dan 100 ml is niet het bekijken waard. Zelfs de paspoort controle verliep vlotjes.
Nu ben ik benieuwd wat er straks op de luchthaven van Colombo gaat gebeuren. Vooralsnog heb ik nu zeeën van tijd over Schiphol om te lunchen en te wachten op mijn vlucht naar Doha.
Behalve de binnenband in de handbagage had ik ook gezeur met de fiets zelf. Ik had de banden niet lagen leeglopen. Nee natuurlijk niet, dat fietst zo rottig. Of ik dat alsnog even wilde doen. Nou eigenlijk niet. Het is nogal een stupide regel en luchtvaartmaatschappijen lijken een voorliefde te hebben voor domme regels. Ze probeerde me uit te leggen waarom, waarin ze uiteraard hopeloos faalde. Er heerst namelijk een lagere druk in een vliegtuig en dan ontploft natuurlijk alles. Ja, in een kist heb je ongeveer een luchtdruk van 800 mbar terwijl op zeeniveau 1000 gewoon is. Boven op de Tourmalet heerst ook een druk van 800 mbar. Ooit een tour de France renner gezien die boven op elke berg zijn banden laat leeglopen en op platte tubes aan de afdaling begint? De grond stewardess keek me daarna geïrriteerd aan. Zij was van de regeltjes en zij mocht een stempeltje zetten. Leuk voor je meid.
Goed, dat was vorig jaar. Dit jaar is het anders. Ik fiets en vlieg nog steeds, maar Schiphol blijkt vandaag anders. Bij de incheckbalie worden me snel twee vragen gesteld en ik geef even rap antwoord. Of de banden leeg zijn. Nee. Of er alleen maar een fiets in de tas zit. Ja. En toen was alles OK. Misschien keek ik er deze keer gewoon vriendelijker bij. Bij de handbagage controle hebben binnenband hun aantrekkelijke status verloren en zijn niet meer interessant. Ook het wasmiddel in een verpakking van meer dan 100 ml is niet het bekijken waard. Zelfs de paspoort controle verliep vlotjes.
Nu ben ik benieuwd wat er straks op de luchthaven van Colombo gaat gebeuren. Vooralsnog heb ik nu zeeën van tijd over Schiphol om te lunchen en te wachten op mijn vlucht naar Doha.