Ik heb de hoogste berg van Nederland beklommen plus de hoogste berg van Langkawi plus de hoogste berg van Thailand. En nu mag ik ook aan dit lijstje de hoogste berg van Zuid-Korea toevoegen, mount Hallasan. Voor sommigen uit deze lijst heb ik echt serieus moeite moeten doen. Niet voor het drielanden punt in Nederland en ook niet echt voor dat ding in Langkawi, wel voor de 2500 hoge klim naar de Doi Suthep. En ook voor mount Hallasan heb ik flink lopen zweten.
Ok, mount Hallasan is geen super hoge berg, slechts 1950 meter hoog. Hij is te bereiken vanaf twee kanten maar een trail is niet handig omdat er geen bushalte is. Daarom ga ik via de Seongpanak trail omhoog. Dat is 9,7 kilometer heen en 1200 hoogtemeters stijgen. En via dezelfde weg terug. Bijna 20 kilometer wandelen dus en 1200 meter stijgen en dalen, dat is best fors. En het pad is soms heel mooi en vaak niet prettig. Al stijgende erger ik me nog niet aan het pad. Dat doe ik pas op de terugweg als ik moe geworden ben. De eerste paar kilometer lopen nauwelijks steil, daarna begint de pret pas echt en de laatste paar 100 hoogtemeter gaan bijna alleen maar via traptreden omhoog. Als ik deze beklim, ben ik ook nog nauwelijks moe. Het gaat lekker tot nog toe en ik klim makkelijk en snel verder. Dat geldt niet voor iedereen hier op de berg. Bovenop de berg waar de bomen zijn verdwenen en weinig schaduw is, zie ik mensen schuilen onder een struikje in een poging op adem te komen en te af te koelen van de brandende zon. Want warm is het, een strak blauw lucht, tientallen kilometers zicht en een graad of 27. Boven op de top is het dan ook schitterend. Het is er druk en iedereen rust even uit. En we maken foto's met z'n allen, voor het top bord staat een rij mensen om een foto van zichzelf met het bord te nemen.
De klim is verder erg toeristisch en prachtig aangelegd. Zelden zo'n mooie faciliteiten op een berg gezien. Er loopt vanaf de bushalte een pad omhoog. Beneden kun je naar de toilet, voeding en water voor onderweg kopen en op de terugweg kan je hier je afval weer kwijt. Wel gescheiden inleveren maar vriendelijk Koreanen helpen je hierbij. Het pad is duidelijk gemarkeerd en verdwalen is schier onmogelijk. Sterker nog, er lopen geen andere paden en een touw aan beide kanten van het pad maakt duidelijk dat het niet de bedoeling is om je eentje de struiken in de duiken. Na 4 kilometer zitten weer toiletten en na een km of 6 zit een hut waar je weer naar de wc kan, en waar je ook extra water kunt kopen. Plus noedelsoep, chocola en nog wat anders maar dat heb ik niet onthouden. Die noedelsoep trok mijn aandacht. Je vuilnis kun je hier niet kwijt, alle vuilnis zal je zelf de bergaf moeten dragen. Dat zie je wel vaker in berghutten, die hebben geen zin om vuilnisman voor je te spelen.
Het enige minpunt van deze klim is het plaveisel. Op sommige stukken van de route liggen houten planken en de laatste paar 100 meter stijging gaat over een houten trap wat makkelijk klimt en daalt. Maar een groot deel van het pad bestaat uit grote keien die lukraak in de grond liggen begraven. Bij elke stap moet je nadenken over je grip en dat valt bij het stijgen niet op maar na een lange dag op de berg begonnen die dingen mij op het einde van de dag te irriteren. Zeker na een paar schuivers en een paar bijna verzwikte enkel. Toen pas besefte ik dat ze hier ook de keuze hadden kunnen maken voor prettiger plaveisel. Want het pad is hier aangelegd en ze hadden net zo goed kunnen kiezen voor kleinere steentjes.
Maar goed , dat is gezeur achteraf. Ik heb wel lekker de hoogste berg van Zuid-Korea beklommen!
dinsdag 30 mei 2017
zondag 28 mei 2017
Sjezen naar Jeju
Geen drie uur van te voren inchecken, geen mega lange Schiphol rij om door de douane te komen en geen mega grote luchthaven waar je met loopbanden of light rails van terminal naar terminal moet worden gebracht. Busan international AirPort is niet zo groot, zeg maar gerust klein. En toch is het gestress voor mijn vlucht naar Jeju toe, wat een drie kwartier vliegen is. En dat ligt niet aan het feit dat het hier stervensdruk is. Tenminste niet op de luchthaven. Maar wel in de stad.
Busan is na Seoul Korea's tweede grootste stad en telt bijna 4 miljoen inwoners. Groot dus, vier keer zo groot als Amsterdam en ongeveer vergelijkbaar met Berlijn. Mijn fout zat hem in de inschatting dat het hooguit een uurtje of zo met de metro van mijn hotel tot aan de luchthaven zou zijn. Lekker dom. Mijn hotel zit aan de ene kant van deze mega stad en de luchthaven aan de andere kant. Welke idioot bedenkt dan dat het een uurtje in de metro zitten is? Hmmm,...ik dus. Terwijl ik in de metro zit af te te tellen en op mijn klok zit te kijken, besef ik mijn fout. Ik zit nu bij halte 209 en ik kom van halte 202 en dat duurde al een een tijd. Een blik op de metro kaart leert me dat ik moet overstappen bij halte 227. En dan via een andere lijn verder. Ok, daar slecht 3 haltes op maar die liggen wel weer verder uit elkaar. Nog een keer nadenken, nog een keer kijken op mijn mobiel. Barst, dit gaat niet goed zo.
Bij halte 211 stap ik over op een nieuw gewaagd plan. Ik heb nog een uur voordat mijn vlucht gaat en ik stap uit om met een taxi verder te gaan. Gevaarlijk plan want het verkeer is ook stroperig in de stad en ik heb geen idee waar ik precies zit. Maar in de metro blijven zitten lijkt sowieso een garantie om een vlucht te gaan missen. Dan maar een deze gok. Bij de uitgang blijft mijn vriendin net aan de verkeerde kant hangen bij het metro poortje. Haar koffer is door het poortje maar zij was net een fractie van een seconde te laat. Nog een keer uitchecken met de T-money card heeft geen zin. Het poortje blijft dicht. Niet handig en dus maar bellen met de lokale security die in vloeiend Koreaans ons iets probeert duidelijk te maken. Geen idee wat, maar gelukkig zijn er wat omstanders die de situatie begrijpen en hulp bieden. Het poortje gaat nog een keer open en we kunnen verder. Boven houden we een taxi aan, en nog een, en nog een. De eerste twee werden bestuurd door chagrijnige oude mannen die geen sjoege hadden voor een ritje naar de airport.
De derde is een chauffeuse die ons door de stad heen wurmt. Haar rijstijl blijkt typisch voor deze regio en is het best te typeren als drammerig en digitaal. Het drammerige karakter laat ze vooral in de stad zien, het digitale bijna de hele rit. Op de expres way laat ze grote gaten vallen met haar voorligger zodat we steeds rechts ingehaald worden. Maar ze blijft plots vol in de ankers gaan om daarna weer plankgas te geven. Ondertussen doe ik niet veel anders dan op de klok kijken en op de klok kijken. Plus een poging te doen om uit te vinden hoe ver het nog is. Als ik de luchthaven in beeld krijg, heb ik nog 40 minuten of zo. Maar we moeten nog eerst een stukje rijden, parkeren, uitstappen, betalen en op zoek naar de incheck balie van Jeju air. Het inchecken verloopt redelijk vlotjes. Nou ja bijna dan. Ik had een aansteker in mijn tas laten zitten en die mocht niet mee met de ruim bagage. Vijf minuten wachten, kamertje in, tas openmaken, aansteker eruit, verontschuldiging maken en snel naar de gate. Plassen, een broodje kopen voor onderweg en in de rij gaan staan voor het boarden. Net op tijd voor een relaxte vlucht naar een prachtig vulkanisch eiland.
Busan is na Seoul Korea's tweede grootste stad en telt bijna 4 miljoen inwoners. Groot dus, vier keer zo groot als Amsterdam en ongeveer vergelijkbaar met Berlijn. Mijn fout zat hem in de inschatting dat het hooguit een uurtje of zo met de metro van mijn hotel tot aan de luchthaven zou zijn. Lekker dom. Mijn hotel zit aan de ene kant van deze mega stad en de luchthaven aan de andere kant. Welke idioot bedenkt dan dat het een uurtje in de metro zitten is? Hmmm,...ik dus. Terwijl ik in de metro zit af te te tellen en op mijn klok zit te kijken, besef ik mijn fout. Ik zit nu bij halte 209 en ik kom van halte 202 en dat duurde al een een tijd. Een blik op de metro kaart leert me dat ik moet overstappen bij halte 227. En dan via een andere lijn verder. Ok, daar slecht 3 haltes op maar die liggen wel weer verder uit elkaar. Nog een keer nadenken, nog een keer kijken op mijn mobiel. Barst, dit gaat niet goed zo.
Bij halte 211 stap ik over op een nieuw gewaagd plan. Ik heb nog een uur voordat mijn vlucht gaat en ik stap uit om met een taxi verder te gaan. Gevaarlijk plan want het verkeer is ook stroperig in de stad en ik heb geen idee waar ik precies zit. Maar in de metro blijven zitten lijkt sowieso een garantie om een vlucht te gaan missen. Dan maar een deze gok. Bij de uitgang blijft mijn vriendin net aan de verkeerde kant hangen bij het metro poortje. Haar koffer is door het poortje maar zij was net een fractie van een seconde te laat. Nog een keer uitchecken met de T-money card heeft geen zin. Het poortje blijft dicht. Niet handig en dus maar bellen met de lokale security die in vloeiend Koreaans ons iets probeert duidelijk te maken. Geen idee wat, maar gelukkig zijn er wat omstanders die de situatie begrijpen en hulp bieden. Het poortje gaat nog een keer open en we kunnen verder. Boven houden we een taxi aan, en nog een, en nog een. De eerste twee werden bestuurd door chagrijnige oude mannen die geen sjoege hadden voor een ritje naar de airport.
De derde is een chauffeuse die ons door de stad heen wurmt. Haar rijstijl blijkt typisch voor deze regio en is het best te typeren als drammerig en digitaal. Het drammerige karakter laat ze vooral in de stad zien, het digitale bijna de hele rit. Op de expres way laat ze grote gaten vallen met haar voorligger zodat we steeds rechts ingehaald worden. Maar ze blijft plots vol in de ankers gaan om daarna weer plankgas te geven. Ondertussen doe ik niet veel anders dan op de klok kijken en op de klok kijken. Plus een poging te doen om uit te vinden hoe ver het nog is. Als ik de luchthaven in beeld krijg, heb ik nog 40 minuten of zo. Maar we moeten nog eerst een stukje rijden, parkeren, uitstappen, betalen en op zoek naar de incheck balie van Jeju air. Het inchecken verloopt redelijk vlotjes. Nou ja bijna dan. Ik had een aansteker in mijn tas laten zitten en die mocht niet mee met de ruim bagage. Vijf minuten wachten, kamertje in, tas openmaken, aansteker eruit, verontschuldiging maken en snel naar de gate. Plassen, een broodje kopen voor onderweg en in de rij gaan staan voor het boarden. Net op tijd voor een relaxte vlucht naar een prachtig vulkanisch eiland.
dinsdag 23 mei 2017
Mode in Seoul
Hoe hoger het hoogwater, hoe hipper de broek. Hoe harder de sokken bij de outfit vloeken, hoe mooier. Hoe ronder de bril, hoe pompeuzer de schoenen, hoe slonziger de blouse, hoe beter.
Waar gaat dit over? Ja dat denk ik ook als ik jonge Koreaanse meisjes en jongens door de metro zie stappen. Waar gaat dit over? Is nu mode of een verwoede poging om puberaal recalcitrant gedrag nog een paar jaar te rekken en te vertikken om normaal gekleed te gaan? Naarmate de Koreaan ouder wordt gaat die zich beter kleden. Tenminste totdat de leeftijd van ajuma is bereikt. Daarna gaan ze weer helemaal los. Ik zal beginnen met een leuk voorbeeld. Foto's heb ik niet maar dit is wel woordend in beeld te brengen. Stel jezelf een jongeman voor van net geen 20 in een licht crème kleurig pak en een wit t-shirt. Daaronder een paar leren witte gympen zonder sokken. De broek staat uiteraard op hoogwater zodat we een goede blik op zijn enkels krijgen. Naast hem staat zijn vriendin in een verwaterd blauw jurkje, daaronder een paar Nikes. Veel meisje gaan vaak gekleed in mini mini rokjes. Van dat net over de billen spul. Plus sportschoen uiteraard. Of goedkope damesschoenen waar geen sokken in horen, maar waar ze dan toch een vloekende kleur sokken in dragen.
Sportschoenen zijn er sowieso veel aanwezig in de metro. Op werkdagen tref ik mensen aan met echte leren schoenen, maar doorgaans en zeker in het weekend loopt bijna iedereen op sportschoenen. Zelfs onder nette kleding worden Nikes gedragen. Soms ook nog eens in combinatie met vloekende sokken. Dame in een zwarte rok en witte blouse, daaronder witte all stars gympen en blauwe sokken. Het lijkt wel alsof vloeken de mode is. Hoe hopelozer de combinatie, hoe beter. En toch zie je dus dat naarmate mensen ouder worden ze zich netter gaan kleden. De hoogwater broek verdwijnt en loopt weer tot de enkels en vrouwen gaan nette schoenen dragen die bij hun rok tot over de knieën past.
Tot de leeftijd van ajuma wordt bereikt. Ajuma is een Koreaans woord dat zoiets als vrouw van seniore leeftijd betekent. Zij dragen weer fel gekleurde sportschoenen en geen rok meer. Een lange broek waar weinig mode in zit met een blouse die soms er echt bij kleurt. En tegen de zon een giga zonneklep. Hoe groter de klep hoe meer ajuma. Een klep van zo'n 15 tot 20 centimeter is heel normaal. Als je zo'n ding gaat dragen dan is er geen weg meer terug. Dan val je definitief in de categorie ajuma.
Waar gaat dit over? Ja dat denk ik ook als ik jonge Koreaanse meisjes en jongens door de metro zie stappen. Waar gaat dit over? Is nu mode of een verwoede poging om puberaal recalcitrant gedrag nog een paar jaar te rekken en te vertikken om normaal gekleed te gaan? Naarmate de Koreaan ouder wordt gaat die zich beter kleden. Tenminste totdat de leeftijd van ajuma is bereikt. Daarna gaan ze weer helemaal los. Ik zal beginnen met een leuk voorbeeld. Foto's heb ik niet maar dit is wel woordend in beeld te brengen. Stel jezelf een jongeman voor van net geen 20 in een licht crème kleurig pak en een wit t-shirt. Daaronder een paar leren witte gympen zonder sokken. De broek staat uiteraard op hoogwater zodat we een goede blik op zijn enkels krijgen. Naast hem staat zijn vriendin in een verwaterd blauw jurkje, daaronder een paar Nikes. Veel meisje gaan vaak gekleed in mini mini rokjes. Van dat net over de billen spul. Plus sportschoen uiteraard. Of goedkope damesschoenen waar geen sokken in horen, maar waar ze dan toch een vloekende kleur sokken in dragen.
Sportschoenen zijn er sowieso veel aanwezig in de metro. Op werkdagen tref ik mensen aan met echte leren schoenen, maar doorgaans en zeker in het weekend loopt bijna iedereen op sportschoenen. Zelfs onder nette kleding worden Nikes gedragen. Soms ook nog eens in combinatie met vloekende sokken. Dame in een zwarte rok en witte blouse, daaronder witte all stars gympen en blauwe sokken. Het lijkt wel alsof vloeken de mode is. Hoe hopelozer de combinatie, hoe beter. En toch zie je dus dat naarmate mensen ouder worden ze zich netter gaan kleden. De hoogwater broek verdwijnt en loopt weer tot de enkels en vrouwen gaan nette schoenen dragen die bij hun rok tot over de knieën past.
Tot de leeftijd van ajuma wordt bereikt. Ajuma is een Koreaans woord dat zoiets als vrouw van seniore leeftijd betekent. Zij dragen weer fel gekleurde sportschoenen en geen rok meer. Een lange broek waar weinig mode in zit met een blouse die soms er echt bij kleurt. En tegen de zon een giga zonneklep. Hoe groter de klep hoe meer ajuma. Een klep van zo'n 15 tot 20 centimeter is heel normaal. Als je zo'n ding gaat dragen dan is er geen weg meer terug. Dan val je definitief in de categorie ajuma.
maandag 22 mei 2017
Fietsen langs de Han rivier
Fietsen langs de Han rivier in Seoel is een nieuwe beleving die ik kan toevoegen aan mijn lijstje van niet alledaagse fiets tochten. Klimmen naar Doi Suthep in Thailand was er ook zo een. Zoveel nieuwe ervaringen op zo weinig kilometers. Een van de eerste dingen die opvalt aan het fietspad langs de Han rivier is hoeveel geld hier is ingestoken. En ook hoe wonderbaarlijk populair. Er fietst veel volk over dit fietspad wat als het goed is helemaal tot aan Busan, de zuidelijke havenstad van Korea, doorloopt over zo'n slordige 500 kilometer. Zo ver ga ik vandaag niet. Ik doe een rondje heen langs de ene oever en terug langs de andere. Het volgende wat opvalt is de truttige maximum snelheid van 20 kilometer per uur. Twintig? Welke veiligheidsfantast heeft dit nu weer bedacht. Toch lijkt het erop dat iedereen zich er aan houdt, behalve ik dan. Ik haal alles in en iedereen fiets langzaam. Behalve de e-bikes, die gaan ongeveer met mijn snelheid van zo'n 28-30 kmh. Na enige tijd ontdek ik dat de spaarzame wielrenners hier ook harder fietsen. Het zijn voornamelijk grote groepen van mountainbikers die truttige langzaam fietsen.
Daarnaast is het pad dat ik vandaag heb gevolgd een lange strook van 50 kilometer geweest met om de paar kilometers bankjes, buiten sport school apparaten, water tappunten, wc's en af en toe een winkeltje en een terrasje buiten. En al die faciliteiten zijn gratis en voor niks. Je mag rustig stellen dat hier fors is geïnvesteerd en dat fietsers meer dan welkom zijn in de stad. Dat laatste is overigens verre van waar. Als ik me niet meer op de mooie fietspaden bevind die niet alleen langs de rivier maar ook door de stad heen lopen, sta ik weer onderaan de lijst van verkeersdeelnemers. Op hetzelfde niveau als de voetgangers. Ik heb nergens meer voorrang, ik moet deels over de stoep fietsen en oversteken bij een zebra. Dan is het helaas gedaan met de mooie infrastructuur.
De meeste opvallende fietser vandaag was naast een Nederlander met een voorliefde voor fietsen op exotische plekken op deze aarde, een e-biker. Hoe kan het ook anders? Zelfs hier kom ik er niet onderuit. Ze rijden rond de 30 per uur wat ik een prettige snelheid vind en ze laten het motortje het werk doen. Kracht zetten doen ze zelf niet, alleen de pedalen een beetje lagen bewegen. De opvallendste was een man van waarschijnlijk over de 70 die een hele serie witte led lampjes op de achtervorken had gemonteerd en rode op de voorvorken. Op het moment dat ik hem wil inhalen, vertoont hij wat vaag verkeersgedrag. Hij vertraagt, stuur half naar links en inhalen is zo geen optie. Tenminste nu even niet want vanuit de tegenovergestelde richting komt een groep renners aan van een man/vrouw of 10 die netjes op hun eigen weghelft blijven. Net als ze bij de e-biker zijn, claxonneert hij. Met een auto claxon! Die flapdrol heeft een auto claxon op zijn fiets gemonteerd. Ok,.... Het zal vast nog bizarder kunnen maar ik moest even moeite doen op mijn lach in te houden. Relax, denk ik, man relax. Denk aan je hart of zo, en dat van anderen.
Daarnaast is het pad dat ik vandaag heb gevolgd een lange strook van 50 kilometer geweest met om de paar kilometers bankjes, buiten sport school apparaten, water tappunten, wc's en af en toe een winkeltje en een terrasje buiten. En al die faciliteiten zijn gratis en voor niks. Je mag rustig stellen dat hier fors is geïnvesteerd en dat fietsers meer dan welkom zijn in de stad. Dat laatste is overigens verre van waar. Als ik me niet meer op de mooie fietspaden bevind die niet alleen langs de rivier maar ook door de stad heen lopen, sta ik weer onderaan de lijst van verkeersdeelnemers. Op hetzelfde niveau als de voetgangers. Ik heb nergens meer voorrang, ik moet deels over de stoep fietsen en oversteken bij een zebra. Dan is het helaas gedaan met de mooie infrastructuur.
De meeste opvallende fietser vandaag was naast een Nederlander met een voorliefde voor fietsen op exotische plekken op deze aarde, een e-biker. Hoe kan het ook anders? Zelfs hier kom ik er niet onderuit. Ze rijden rond de 30 per uur wat ik een prettige snelheid vind en ze laten het motortje het werk doen. Kracht zetten doen ze zelf niet, alleen de pedalen een beetje lagen bewegen. De opvallendste was een man van waarschijnlijk over de 70 die een hele serie witte led lampjes op de achtervorken had gemonteerd en rode op de voorvorken. Op het moment dat ik hem wil inhalen, vertoont hij wat vaag verkeersgedrag. Hij vertraagt, stuur half naar links en inhalen is zo geen optie. Tenminste nu even niet want vanuit de tegenovergestelde richting komt een groep renners aan van een man/vrouw of 10 die netjes op hun eigen weghelft blijven. Net als ze bij de e-biker zijn, claxonneert hij. Met een auto claxon! Die flapdrol heeft een auto claxon op zijn fiets gemonteerd. Ok,.... Het zal vast nog bizarder kunnen maar ik moest even moeite doen op mijn lach in te houden. Relax, denk ik, man relax. Denk aan je hart of zo, en dat van anderen.
vrijdag 19 mei 2017
Koreaanse geschiedenisles voor beginners
Korte geschiedenissen lessen bestaan niet, lange en saaie wel. Wil je het namelijk goed doen dan moet je als geschiedschrijver alle kanten van het verhaal voor alle betrokkenen beschrijven. En dat door de jaren heen, week na week, maand na maand, jaar na jaar. Een geschiedenisles wordt al rap een dik boek wat veel weg heeft van een samenvatting van alle kranten over de jaren heen. Ik zal hier geen dik geschiedenis blog gaan schrijven maar enig inzicht in de Koreaanse historie kan nooit kwaad.
Kortom, de verhoudingen onderling tussen de buurlanden variëren van nogal ingewikkeld tot ronduit problematisch.
- Sinds het begin van de twintigste eeuw is Korea bezet en overheerst door Japan. Als je wellicht denkt dat de Duitsers hier hebben huis gehouden dan heb je het mis. De Jappen hebben het land is leeg geroofd, de vrouwen misbruikt.
- Gek genoeg is Korea aan het eind van de tweede wereld oorlog opgedeeld in een Noord en zuid Korea. En dat terwijl ze juist een onderdrukte en weer bevrijde natie waren en geen agressor zoals Duitsland.
- Kort samengevat was de Korea oorlog van 1950 tot 1953 een poging van het Noorden om het Zuiden te veroveren wat jammerlijk mislukt is. Drie jaar oorlogsgeweld, miljoenen slachtoffers en twee landen volledig in puin was het resultaat. En de grens is geen meter opgeschoven.
- Geografisch gezien is Zuid Korea een schiereiland. In de praktijk een echt eiland. De grens bestaat uit een vier kilometer brede gedemilitariseerde zone aan niemands land. Beide zijdes worden zwaar verdedigd door de Koreaanse legers.
- Behalve dat de grens van de noorderburen volledig is dicht getimmerd, heeft Zuid Korea moeilijke buren. Ten eerste is er grootmacht China en grootmacht China is niet echt vriendjes met de verenigde staten.
- Grootmacht Rusland ligt net iets verder weg maar is net zo goed als China geen Amerikaanse bondgenoot
- De relatie met Japan is normaler. In 2002 werd zelfs het WK voetbal door beider landen georganiseerd. Maar Japan is wel een halve eeuw de bezetter geweest en dat zit diep. Bij de Koreanen, Japanners lijken beter in vergeten en verzwijgen. Het heeft iets weg van de Armeense kwestie. Zolang je er maar niet over praat, bestaat het niet.
- Zuid Korea's grootste bondgenoot is uiteraard de VS die nog altijd een gigantische leger basis in Seoul gestationeerd hebben.
Kortom, de verhoudingen onderling tussen de buurlanden variëren van nogal ingewikkeld tot ronduit problematisch.
Op vakantie naar Zuid Korea
Sommige landen zijn niet in hokjes in te delen. Andere hebben duidelijk het hokje vakantieland. Of moeilijk land, of gedoe-bij-de-douane land, of heel erg koud land. Waar valt Zuid Korea onder? Mijn vorige lang weg vakantie ging vaak naar Thailand, dat is gewoon duidelijk het hokje oosters vakantie bestemming land zonder veel lastig gedoe. Nu ga ik naar Zuid Korea. Dat is niet een land dat bij velen als eerste zal worden genoemd als een leuke ver weg bestemming. Indonesië, Thailand, Brazilië, Peru of Australië zullen eerder genoemd worden. Ik heb zelden iemand gehoord die vol trots vertelde dat Uruguay zijn volgende grote reis zou worden, of Mongolië, of Zimbabwe. Is er is iets mis met die laatste drie landen? Nee, niet echt. Gewoon landen waar je naar toe kan reizen en waar vast ook iets moois te zien is en iets lekkers te eten. Om een of andere duistere reden is er ook zoiets met Zuid Korea. Het heeft jarenlang gewoon niet op mijn vizier gestaan als een vakantieland. Het was gewoon een land, bij mij eigenlijk alleen bekend vanwege de Korea oorlog heel lang geleden. En de details daarvan kende ik ook niet goed. En blijkbaar geld dat voor nog veel meer mensen in deze wereld met reisgenen en wat vakantie budget. Want de toeristische trekpleister nummer een is het Koreaanse schiereiland ook niet in de lonely planet.
Bij mij nu wel want ik zit in een kist van Lufthansa die me naar München zal brengen om daarna naar Seoul te vliegen. Ik ga samen met mijn vriendin naar haar geboorteland. Kijken, fietsen, eten, proeven, reizen en een nieuwe wereld instappen. Want nieuw is het. Tenminste nieuw voor mij. Een ervaren wereldreiziger ben ik niet. Ok, een paar keer zuid oost Azië en twee keer Amerika en dat was het dan. Wat ik vooral kan herinneren waren de enorme verschillen tussen de landen in zuid oost Azië. Ik dacht in al mijn naïviteit dat Vietnam niet zoveel anders zou zijn dan Laos. Net zo'n verschil als dat je van Portugal naar Spanje reist of van Oostenrijk naar zuid Tirol in Italië. Dat was een soort van beginnersfout van de eerste orde. Alles lijkt wel anders bij een grens overgang in die regio. Laos was een wereld van verschil met Thailand. En over een paar uur ga ik de culture shock Seoul meemaken. Ik verwacht veel neon licht, veel drukte en uiteraard heel veel Koreanen. Na een reis van 15 uur en een verloren nacht kom ik 's ochtend aan in een miljoenen stad. Niet uitgerust, midden in de hectiek belanden bij een zonnetje van 25C. Ik verheug me er nu al op. Eerst nog maar eens een paar uur hangen en wachten op luchthavens en vliegtuigen.
Bij mij nu wel want ik zit in een kist van Lufthansa die me naar München zal brengen om daarna naar Seoul te vliegen. Ik ga samen met mijn vriendin naar haar geboorteland. Kijken, fietsen, eten, proeven, reizen en een nieuwe wereld instappen. Want nieuw is het. Tenminste nieuw voor mij. Een ervaren wereldreiziger ben ik niet. Ok, een paar keer zuid oost Azië en twee keer Amerika en dat was het dan. Wat ik vooral kan herinneren waren de enorme verschillen tussen de landen in zuid oost Azië. Ik dacht in al mijn naïviteit dat Vietnam niet zoveel anders zou zijn dan Laos. Net zo'n verschil als dat je van Portugal naar Spanje reist of van Oostenrijk naar zuid Tirol in Italië. Dat was een soort van beginnersfout van de eerste orde. Alles lijkt wel anders bij een grens overgang in die regio. Laos was een wereld van verschil met Thailand. En over een paar uur ga ik de culture shock Seoul meemaken. Ik verwacht veel neon licht, veel drukte en uiteraard heel veel Koreanen. Na een reis van 15 uur en een verloren nacht kom ik 's ochtend aan in een miljoenen stad. Niet uitgerust, midden in de hectiek belanden bij een zonnetje van 25C. Ik verheug me er nu al op. Eerst nog maar eens een paar uur hangen en wachten op luchthavens en vliegtuigen.
zaterdag 6 mei 2017
Achteraf Blog
Ga ik een keer een weekje golfen en dan kan ik er niet eens
over bloggen. Zo vaak doe ik dit soort dingen niet en ik wist op voorhand dat hier wel iets over
te schrijven zou zijn. Helaas werkt het wifi van de Roompot huisjes voor geen
meter. In de huisjes is betaald wifi dat niet werkt en bij de receptie is er
gratis wifi dat ook niet over houdt. Sterker, mijn moeder moet tot drie keer
een poging doen om de golf clinic met haar pinpas te betalen. Simpelweg omdat
het wifi netwerk er uit ligt. Zo laat Roompot zich wel van een heel onprofessionele
kant zien. Geen betalingen kunnen
ontvangen omdat er geen wifi netwerk is. Een vakantie park runnen met meer dan
600 huisjes en geen puber vriendelijk wifi kunnen aanbieden. Wel een beetje
sneu.
Goed dat gezegd hebbende dan nu net golf verhaal,……
Ehm,….. eigenlijk is er niet echt een golf verhaal. Er is
natuurlijk wel iets over te zeggen. Bijvoorbeeld over de reden waarom ik dit
doe. Die is heel simpel te beantwoorden. Mijn ouders zijn 50 jaar getrouwd en ze
bieden dit als midweek vakantie voor het hele gezin aan. Weigeren was niet echt
een optie. Daarnaast is golf ook best leuk. Heel lang geleden heb ik al een keer
een clinic gevolgd en ik kan me nog goed herinneren dat ik er toen ook weinig
van kon. En toch is het leuk. Hoe leg ik dat nu weer uit? Het zit hem in het feit
dat er soms wel iets lukt. Ik sla 10 keer hopeloos mis en de elfde keer een
prachtige bal. Die elfde bal is dan toch gaaf. Wouw!!! Een keihard mini mini
balletjes met een stuk staal een meter of 100 verderop weg gemept en even
kijken naar de mooi vluchtfase. Gaaf!! Elke rake klap is weer genieten en
tussendoor klooi ik maar wat aan. Vooral het slaan met de chipper club gaat me
heel slecht af. De bedoeling is dat je met deze club heel makkelijk een bal
omhoog slaat en vervolgens op de green te laten neerploffen. Ik kan er alleen
maar een bal mee over het gras laten rollen die geen millimeter van de grond
afkomt. En die bal is dan altijd óf veel te hard is en de hele green over rolt,
óf veel te zacht en nauwelijks een paar meter van zijn plek komt.
Het enige wat me wel goed afgaat is het putten. Af en toe
sla ik ook een mooie verre bal maar het putten gaat me toch veruit het beste af.
Dat is een van de weinige dingen van het golf waar nauwelijks techniek voor
nodig is. Het is meer goed nadenken wat je gaat doen, de richting bepalen,
snelheid bepalen van de bal en dan een kunstje doen. Dat kunstje is vanuit je
schouder met de putter die bal een tikkie geven. En ondanks dat het allemaal
best moeilijk is en lang niet alles goed gaat is het allemaal best dolle pret.
Lol hebben we zeken. Een beetje scheuren met een golfkarretje. Wat rommelen op
een heuse golfbaan. Ballen zoeken in de struiken en af een toe een hele mooie
bal meppen.
Best voor herhaling vatbaar maar dat heb ik vandaag niet
gedaan. Ik ben weer gewoon ouderwets gaan koersen op Sloten. Een beetje rondjes
rijden om de sportvelden zonder verder doel. Gewoon moe worden, dat soort werk.
En het koersen ging me vandaag goed af. Het was een niemand-mag-ontsnappen
koers, een het zal-en-moet-een-massaspurt-worden koers. En meestal presteer ik
dan hopeloos. Sprinten kan ik niet en wegrijden is onmogelijk omdat er een heel
arsenaal aan renners aanwezig is die aansturen op een massaspurt en elke
uitloop poging wordt in de kiem gesmoord. En toch rij ik top 10 vandaag en dat
met een peloton van meer dan 100 man. Ik heb geen idee hoe ik het voor elkaar
krijg maar ik zit op het eind gewoon goed vooraan en ik kan mee sprinten in de
voorste linies. Ik gok dat er hooguit een renner of acht voor me over de streep
rijden. Geld verdien ik er helaas niet mee omdat ik geen chip heb gehuurd voor
de tijdsregistratie maar wel heel gaaf om te ervaren wat een weekje golven voor
de vorm kan doen.