“Tjezus,.. wat een griebus weer was het vanochtend”
“Hoezo?”
“Nou, precies wat ik zeg. Griebus weer”
“Het valt toch wel mee. Droog, weinig wind, rustig winterweer”
“Het is buiten koud”
“koud? Het is winter, hoor. Zo koud het is het toch niet. Gewoon frisjes”
“frisjes, noem jij dit frisjes? Het vroor, godbetert”
“Nou ja, het is ook winter, he”
“Ja, en? Vorige week was het ook winter en toen vroor het niet. En vorig jaar heeft het de gehele winter niet gevroren. Waar moet dat nu dan wel ineens? Dat ze ermee ophouden.”
“Nou nou, zo kan die wel weer. Het is hartstikke mooi rustig winter weer”
“Ik heb koude handen”
“Je had toch wel handschoenen aan”
“Ja, de warmste die ik thuis kon vinden. Plus mijn warmste muts, en een dikke shawl. En een dikke winterjas. Ik begin nu pas weer gevoel in mijn vingers te krijgen. Ik zei het toch al,.. griebus weer”
“Het is winter, Rob. En het vriest 3 graden ’s nachts. Wat sta je nu te zeuren? Het is niet zo dat er een Elfstedentocht op komst is of zo.”
“Nee, als dat gaat gebeuren, dan kom ik mijn huis niet meer uit. Dan overweeg ik zelfs om mijn bed niet meer uit te komen.”
“hmmm”
“Wat hmmm?”
“Wij gaan volgende week skiën”
“Wat heb je dan misdaan dat je die straf krijgt?”
“Straf?”
“Ja, straf. Zoiets doe je toch niet vrijwillig.”
“Jawel hoor, gewoon vrijwillig. We worden ook niet gesponsord of zo; gewoon alles zelf betalen.”
“Maar dat is steenkoud. Nog erger dan die griebus kou hier”
“Nee hoor. Dat is hele andere kou”
“Andere kou? Is -3 daar iets anders dan -3 hier? Heb ik iets gemist vroeger bij de natuurkunde les of zo? Er ligt daar sneeuw en die blijft liggen. Dan moet het er wel heel koud zijn.”
“Nee hoor. Dat is anders. De zon is juist lekker warm en de sneeuw reflecteert dat zonlicht weer”.
“Jaja. En er hangen nooit wolken of zo?”
“Nee, meestal niet”
“Oh,.. Die sneeuw is daar zeker met vrachtwagens gebracht. Of hoe zit dat dan als je ’s avonds naar je hotel loopt, als het al donker is. Geen zon meer, 8 graden onder de nul en een koude rot wind. Ga je dan ook nog beweren dat wintersport niet koud is?”
”Jij bent niet te overtuigen he?”
“Nee. Ik ben doorgaans wel vatbaar voor argumenten, rede en discussie maar wat wintersport betreft ben ik zo star als een Jehova getuige. Als jij het voor elkaar krijgt een Jehova getuige van zijn geloof te laten vallen, dan heb je wel bewezen dat je genoeg overtuigingskracht in huis hebt. Daarna mag je eens proberen mij op wintersport te krijgen.”
“hmmm,… maar aan het werk dan maar?
“OK”
vrijdag 23 januari 2015
woensdag 21 januari 2015
de nieuwe sportschool
“Hoe vond u de spinning les?”
“Typisch”
“Typisch?”
“Ja typisch een spinning les. Het had alles in zich van wat ik van spinning lessen gewend ben.”
“Is dat dan positief of negatief? Want dat haal ik er niet zo uit.”
“hmmm,… sorry maar met is niet positief”
“Oh. Wat is er dan niet goed?”
“Tsja,.. waar zal ik eens beginnen?”
Dit was wellicht niet het meeste handige eerste gesprek bij mijn nieuwe sportschool. Ik denk niet dat ik een heel enthousiaste positieve indruk heb gemaakt. Ik denk eerder dat de dienstdoende receptie dame mij heeft bestempeld als een vervelende arrogante oude zeur. Misschien lag het aan de vraag die ze stelde of misschien ben ik ook wel een arrogante vervelende zeur. Maar ik heb niet zo’n hoge pet op van sportscholen. Het is goed dat ze er zijn en ik maak er in de winter dankbaar gebruik van om mijn conditie op peil te houden zodat ik niet in de kou buiten hoef te fietsen. Maar echt heel professioneel in het begeleiden van hun leerlingen zijn sportscholen doorgaans niet. Dat hoeft voor mij ook niet. Ik weet ongeveer wel wat ik wel en niet moet doen. Een van die dingen is bijvoorbeeld om niet in te gaan op alles wat de spinning instructrice mij opdraagt te doen. Spinning lessen zijn doorgaans zeer intensief en dat is nodig ook als je conditie wil kweken. Maar elke week een paar uur knallen op zo’n nepfiets is nauwelijks een goede voorbereiding van een wielerseizoen te noemen. Maar ook als je nergens specifiek voor traint of gewoon conditie op wil bouwen dan strekt het tot de aanbeveling er ook wat minder intensieve trainingen tegenaan te gooien. En dat laatste zat ik dus te doen gisterenavond. Een beetje moe worden maar niet extreem, een beetje het spinning publiek bekijken en de les van de instructrice beoordelen.
Die instructrice was in één woord fanatiek te noemen. Ze bedoelde het waarschijnlijk allemaal heel goed maar ik vond het toch vooral een brok enthousiasme en helaas wat minder inzicht. Zo moeten we bijvoorbeeld op 85, 90 of 95% fietsen. Percentages van wat? Maximum hartslag, omslagpunt? Dat wordt er niet bij verteld. En hoe bepalen we dat dan? Slechts enkelen hebben een hartslagmeter om en ik vraag me af of ze wel weten wat hun trainingszones zijn. De spinning fietsen zelf hebben standaard geen hartslagmeter of wattage meter ingebouwd. En als het 95% van je maximale hartslag zou zijn dan is dat best intensief. Ik zou dan een hartslag moeten halen van 180 en dat gebeurt eigenlijk alleen tijdens wedstrijden of als ik bloed fanatiek zit te spinnen. Maar als het 95% van het omslagpunt is dan zit ik met mijn inspanning nog wel redelijk goed. Maar kennelijk zint de instructrice het niet dat ik me niet volledig inspan. Ze probeert me dit duidelijk te maken maar nut heeft het niet. Ik ben daar toch te recalcitrant voor. Ze heeft zich ook niet aan mij voorgesteld dus bij naam noemen kan ze me niet. Ze probeert het nu met een beetje wijzen zonder mij direct als zondebok van de klas neer te zetten. Tijdens mijn eerste spinning les word ik dus direct afgestraft omdat ik er niet 100% voor ga. Tsja,.. dat was er dus allemaal ‘mis’ met de les.
Maar ik ga vanavond gewoon vrolijk weer, hoor. Dat het allemaal niet zo gestructureerd en professioneel is dat maakt het alleen maar prettiger. Ik kom er om mijn conditie op peil te houden. Soms ben ik bloed fanatiek en de andere keer zit ik wat te lanterfanten. De instructrice zal misschien nog wat aan mij moeten wennen, en ik aan haar. Dat is alles.
“Typisch”
“Typisch?”
“Ja typisch een spinning les. Het had alles in zich van wat ik van spinning lessen gewend ben.”
“Is dat dan positief of negatief? Want dat haal ik er niet zo uit.”
“hmmm,… sorry maar met is niet positief”
“Oh. Wat is er dan niet goed?”
“Tsja,.. waar zal ik eens beginnen?”
Dit was wellicht niet het meeste handige eerste gesprek bij mijn nieuwe sportschool. Ik denk niet dat ik een heel enthousiaste positieve indruk heb gemaakt. Ik denk eerder dat de dienstdoende receptie dame mij heeft bestempeld als een vervelende arrogante oude zeur. Misschien lag het aan de vraag die ze stelde of misschien ben ik ook wel een arrogante vervelende zeur. Maar ik heb niet zo’n hoge pet op van sportscholen. Het is goed dat ze er zijn en ik maak er in de winter dankbaar gebruik van om mijn conditie op peil te houden zodat ik niet in de kou buiten hoef te fietsen. Maar echt heel professioneel in het begeleiden van hun leerlingen zijn sportscholen doorgaans niet. Dat hoeft voor mij ook niet. Ik weet ongeveer wel wat ik wel en niet moet doen. Een van die dingen is bijvoorbeeld om niet in te gaan op alles wat de spinning instructrice mij opdraagt te doen. Spinning lessen zijn doorgaans zeer intensief en dat is nodig ook als je conditie wil kweken. Maar elke week een paar uur knallen op zo’n nepfiets is nauwelijks een goede voorbereiding van een wielerseizoen te noemen. Maar ook als je nergens specifiek voor traint of gewoon conditie op wil bouwen dan strekt het tot de aanbeveling er ook wat minder intensieve trainingen tegenaan te gooien. En dat laatste zat ik dus te doen gisterenavond. Een beetje moe worden maar niet extreem, een beetje het spinning publiek bekijken en de les van de instructrice beoordelen.
Die instructrice was in één woord fanatiek te noemen. Ze bedoelde het waarschijnlijk allemaal heel goed maar ik vond het toch vooral een brok enthousiasme en helaas wat minder inzicht. Zo moeten we bijvoorbeeld op 85, 90 of 95% fietsen. Percentages van wat? Maximum hartslag, omslagpunt? Dat wordt er niet bij verteld. En hoe bepalen we dat dan? Slechts enkelen hebben een hartslagmeter om en ik vraag me af of ze wel weten wat hun trainingszones zijn. De spinning fietsen zelf hebben standaard geen hartslagmeter of wattage meter ingebouwd. En als het 95% van je maximale hartslag zou zijn dan is dat best intensief. Ik zou dan een hartslag moeten halen van 180 en dat gebeurt eigenlijk alleen tijdens wedstrijden of als ik bloed fanatiek zit te spinnen. Maar als het 95% van het omslagpunt is dan zit ik met mijn inspanning nog wel redelijk goed. Maar kennelijk zint de instructrice het niet dat ik me niet volledig inspan. Ze probeert me dit duidelijk te maken maar nut heeft het niet. Ik ben daar toch te recalcitrant voor. Ze heeft zich ook niet aan mij voorgesteld dus bij naam noemen kan ze me niet. Ze probeert het nu met een beetje wijzen zonder mij direct als zondebok van de klas neer te zetten. Tijdens mijn eerste spinning les word ik dus direct afgestraft omdat ik er niet 100% voor ga. Tsja,.. dat was er dus allemaal ‘mis’ met de les.
Maar ik ga vanavond gewoon vrolijk weer, hoor. Dat het allemaal niet zo gestructureerd en professioneel is dat maakt het alleen maar prettiger. Ik kom er om mijn conditie op peil te houden. Soms ben ik bloed fanatiek en de andere keer zit ik wat te lanterfanten. De instructrice zal misschien nog wat aan mij moeten wennen, en ik aan haar. Dat is alles.
woensdag 7 januari 2015
Het regent in Kuala Lumpur
Het regent in Kuala Lumpur. Het regent nu al een paar uur lang. Het begon met zo'n tropische hoosbui die overging in gewone gestage doorregen regen. En nu plenst het weer. Voorlopig is KL geen stad voor mij. En dat is niet alleen vanwege de regen. Het is gewoon te groot. Te groot in alles. Bangkok is een grote stad, Chang Mai ook. Parijs en Barcelona ook. En in die laatste paar steden vind ik het niet erg om een paar dagen te moeten vertoeven. Kuala Lumpur lijkt net zoveel wolkenkrabbers te hebben als dat er vandaag wolken zijn. En rondom die wolkenkrabbers staan alleen maar andere wolkenkrabber. Er zitten geen kleine gebouwtjes tussen, geen onooglijke Chinese restaurants, geen voedselstalletjes. Het is alleen maar hoogbouw. Een eindje wandelen is hier is al snel een eind. En onderweg zie ik niets anders dan verkeer dat muurvast staat, grote luxueuze entrees waar mannen in pak de deur voor je opendoen en er voor zorgen dat er niet geparkeerd wordt bij de entree. Dat mag alleen als je een auto van meer dan twee ton hebt, een soort gedoogbeleid. Eigenlijk mag het niet maar een beetje Lamborghini voor de deur is misschien toch niet zo erg.
Ik mis de kleinschaligheid hier die ik ken uit Thailand. Daar staat op elke hoek van de straat een voedselstalletje. Ongeacht of je nu in een achterafbuurt zit of naast een wolkenkrabber. Er is altijd wat wat levendigheid. Het kleurt de stad. Vandaag zag ik de chaos waar ik van houd in China town. Daar stonden ook geen wolkenkrabbers. Het was een klein doolhofje van winkeltjes, souvenirshop en restaurants. En over prijzen mag je onderhandelen. Veel leuker dan het mega winkelcentrum dat in de Petronas torens zit. De torens waren ooit het hoogste gebouw ter wereld en op de eerste paar verdieping zit het Suria KLCC. Een luxe winkelcentrum met een hele riedel aan dure merken. En bijbehorende prijzen. Dat een Gucci tas hier nog steeds de hoofdprijs kost, verbaast me niets. Waar ik wel over verbaas is dat in de goedkopere winkels die op verdieping 2 en hoger zitten, de prijzen op Europees niveau liggen. Zo niet hoger. Een paar schoenen van Ecco of Adidas kost meer dan in Nederland. Of ik heb de laatste tijd te weinig schoenen gekocht, dat kan ook. Maar 120 euro voor een paar Ecco sandalen? Het leek mij geen koopje en mijn huidige sandalen zijn echt aan vervanging toe. De solutie truck om de zool weer vast te lijmen, werkte wel maar de lijm bleek na een paar dagen toch niet krachtig genoeg en het was ook maar een lullig mini mini tubetje lijm dat ik bij me had.
Inmiddels is het plenzen weer overgegaan in stortregenen. Ik zit nu op het terras van een van de cafés aan de rand van dat mega winkel centrum. Inmiddels bezig aan mijn tweede mango smoothie. En ik denk dat ik straks nog wat te eten ga bestellen hier. Mijn hotel ligt hier een paar honderd meter vandaan maar ik zal doorweekt aankomen als ik er nu naar toe liep. Ik heb verder niet veel meer te zoeken in deze stad. Het is vooralsnog niet mijn stad gebleken. Ik heb geen mooie parken gevonden, geen gezellige chaos op straat en alleen maar mega gebouwen en mega winkels. Ik ga verder met een boek lezen, bloggen en vanavond nog ergens eten. Morgen vlieg ik terug naar de Hollandse kou. Want ondanks de regen is het hier wel gewoon 30 graden. Alles onder 20 vind ik nu al koud.
maandag 5 januari 2015
Kuala Lumpur
Eigenlijk was ik van plan om de laatste kilometers naar Kuala Lumpur in twee dagen te doen. Maar dat liep anders. Ik had macht in mijn benen vandaag, dus waarom niet gewoon doorrijden? Een dagafstand van 166 km waar verder weinig over te schrijven valt. Het was ver maar het ging me makkelijk af en de wegen waren soms rustig en soms druk. Vooral de laatste 15 kilometer door KL waren hectisch. Ik had ook niet veel anders verwacht.
Maar ik wil nog iets kwijt over de auto's waarin ze hier rijden. Ze rijden in dozen. Ik kan er weinig anders van maken. Als een Maleisiër naar de showroom gaat, dan zoekt die naar de aller lelijkste en aller saaiste auto. En hij blijft net zolang zoeken tot hij een geschikte doos heeft gevonden. Veel modellen die hier rondrijden, zie je in Europa niet. Dit soort rijdende koelkasten zou je nooit verkocht krijgen in Europa. Ze stralen alleen maar saaiheid uit. De Suzuki doos, de Nissan koelkast en de Honda wasmachine. Het is gewoon niet om aan te zien. De Daihatsu Sirion zie je hier veel rijden. Een collega van mij rijdt in zo'n boodschappen karretje en ik houd hem er wekelijks mee voor de gek. En hier is zelfs dat lullige autootje hip, voornamelijk omdat de rest van de auto's nog veel suffer en meer treurenswaardig zijn. Ik heb hier twee keer iemand met een Golf zien rijden. Dan ben je hier ongeveer de coolste en hipste gast van de hele stad. Waarom kiezen ze toch voor deze dozen? Het is niet zo dat er vreemde merken rondrijden. Honda, Kia, Suzuki, Skoda. Allemaal merken die wel een paar aardig ogende auto's in hun assortiment hebben. Het lijkt er op dat speciaal voor de Maleisisch markt deze fabrikanten een koelkast hebben ontworpen. Behalve de nieuwe saaie dozen, rijden er ook nog oude saaie dozen rond. Kan iemand zich nog de Hyundai Pony herinneren? Ik zie ze nu dagelijks.
De laatste 15 kilometers zijn vooral goed opletten. Echt gevaarlijk is het allemaal niet. Ik zit op zesbaanswegen zonder vluchtstrook en al het verkeer is sneller dan mij. Ik zit heel vaak achterom te kijken om zien of er verkeer achter me zit. En het eerste wat ik dan doe, is mezelf flink breed maken door midden op mijn rijstrook te gaan rijden. Dan moeten ze wel om me heen. Pas als ze me bijna inhalen ga ik weer naar links. Het is een beetje lomp weggedrag maar ik ben nu vooral heel erg bezig met mijn eigen veiligheid. Andermans veiligheid komt pas ook plaats twee. Een andere truck is om gewoon 40 kmh te gaan fietsen, dan komt mijn snelheid wat meer in de buurt van de rest van het verkeer. Bergop lukt dit niet maar op het vlakke is dat wel vol te houden. Ik heb overigens geen flauw benul wat de rest van het verkeer van mij dacht. Zo vaak zullen ze geen Europeaan op wielrenfiets door het verkeer heen razen.
zondag 4 januari 2015
Wateroverlast
Na al twee weken onheilsberichten in het nieuws te hebben gelezen over overstromingen in Maleisië zie ik ze nu zelf voor het eerst. Ik dacht dat alle overlast aan de oostkant van Maleisië zat maar hier hebben ze ook hun deel gekregen. Ik fiets vandaag over lekker rustige wegen langs een rivier af. De weg glooit een beetje op en af langs de rivierbedding en zoals zo vaak staat vandaag de wind alweer mee. Best handig zo'n moesson wind. Deze weg is feitelijk een kleine omweg naar Kuala Lumpur toe maar ik ben blij deze weg te hebben gekozen. Gisteren zat ik op een drukke doorgaande weg waar de bebouwing, stoplichten en het verkeer eindeloos leek. En de kortste route naar KL ging over die weg verder. Ik had geen zin meer om constant het razende verkeer om me heen te hebben. Dan maar wat extra kilometers en een rustige weg.
Halverwege de route kom ik de getroffen noodweer gebieden tegen. Mijn weg loopt langs de rivier af die nu rechts van me ligt. Rechts zie ik veel huizen die met hun voetjes onder water staan. De oprit, de tuin en een stukje huis staan blank. De weg die iets hoger ligt, is droog. Maar links van me zie ik dezelfde huizen met dezelfde hoeveelheid water in de tuinen. Dat water kan maar op een manier daar zijn gekomen. Het heeft hier nog minstens een halve meter hoger gestaan zodat het water over de weg naar de andere kant kon stromen. De enige last die ik nu nog heb, is dat op iets lagere gelegen delen van de weg, de straat nog blank staat. Allemaal niets onoverkomelijks, het staat hier hooguit 10 cm hoog. Totdat,.... Totdat ik bij een punt kom waar het duidelijk hoger staat. Hoe hoog weet ik niet exact maar ik zie vanaf de andere kant een pick-up truck door het water komen aanrijden. Het water komt nog niet eens tot aan zijn kentekenplaat, dus misschien heb ik geluk. Maar als de truck uit het water komt, zie ik pas hoe hoog zijn banden zijn. Het is hier een centimeter op 60-70 diep. En dat ga ik niet redden op de fiets.
Er staan een paar auto's achter me die nu wijselijk rechtsomkeer maken. Als ik nog eens achterom kijk, zie ik een pick-up truck die mijn kant op moet. Yes! Ik hoef niet eens iets te vragen. Fiets opladen en in de bak gaan zitten. Voorzichtig stuurt de man zijn truck nu door het water en als we er uit zijn, geeft hij gas en gaat hard rijden. Ooooohhhh,..... nu wordt het verre van leuk. Mijn fiets staat recht overheid in de laadbak boven op twee kruiwagens. Een local houdt fiets vast en ik zit in een ongelukkige houding op de rand van de bak. Christus, als dit maar goed gaat. Na nog twee diepe doorwadingen over de ondergelopen weg, zijn we uit de ellende en de man blijft nu hard doorrijden. 98 km per uur, zie ik later op mijn gps. Na een stuiter stuk vraag ik aan de local of die de bestuurde alstublieft wil laten stoppen. Dat doet hij gelukkig ook. Ik bedank hem en hij wil me nog een meloen meegeven. Ik pas voor de meloen van 3 kg en ben heel blij dat ik weer zelf mijn snelheid mag bepalen.
zaterdag 3 januari 2015
1532 km nog 248 km te gaan
Ik zit inmiddels op 1532 gefietste kilometers en het is nog 248 kilometer naar Kuala Lumpur. Ik heb nog 3 dagen om in Kuala Lumpur te geraken. Daar mag ik nog twee dagen uitrusten in een duur hotel, en een beetje shoppen. En ik moet daar ook nog een fietsdoos zien te scoren om mijn fiets in te verpakken voor de terugreis. Vandaag en gisteren heb ik weer twee lange dagen genaakt. Gisteren 102 km en vandaag 117. En op beide dagen was het warm. Erg warm. Van al die onheilsberichten over wateroverlast en hevige regenval merk ik bijzonder weinig. Het is hier al een paar dagen op rij zonnig met wat sluierbewolking en elke dag 30 graden.
De drukkende warmte en de drukke wegen hier zorgen voor de nodige vermoeienissen. Ik zit veel op doorgaande wegen. Mijn plan om zoveel mogelijk, rustige weggetjes uit te zoeken op de kaart pakte goed uit in Thailand maar hier lijk ik voor de verkeerde wegen te hebben gekozen. Het is druk met verkeer, druk met bebouwing en veel stoplichten. Het fietst niet allemaal even prettig. Het gebrek aan een brommer strook en soms een smalle weg zorgt ervoor dat ik niet echt met een veilig gevoel op de fiets zit. Het is constant opletten op overige verkeer en op de hobbels in het wegdek. En dat allemaal bij een tropische zonnetje van 30 graden. Na 100 km ben ik moe en vies van het zweet, stof en uitlaatgassen.
Nog 248 km naar Kuala Lumpur. Morgen weer een schone koersbroek en koerstrui aan. Mijn witte regenboogtrui ga ik vanavond in de prullenmand mikken. Het ding is al oud en al lang niet echt wit meer en de vlekken die het nu heeft, krijg ik er nooit meer netjes uit. De trui is ook al zes jaar oud en heeft inmiddels zijn diensten wel bewezen. Fietsen in de regenboogtrui, de trui van de wereldkampioen geeft toch altijd wat extra aandacht, wat ik dan wel weer geinig vind. Het was een van mijn lievelingskoerstruien maar nu is die toch op, vies en versleten verklaard. De laatste kilometers gaan in de roze trui, de leiderstrui uit de giro d'Italia. Nog 248.
Hoofddoeken en jurken
Maleisië is een moslim land. Niet mijn favoriete geloof. Nu ben ik sowieso geen fan van geloven en zeker niet de streng gelovigen maar als ik een godsdienst op nummer een zou mogen zetten in het kader van, schaf maar af, dan komt de islam met stip op een. En voor nummer twee twijfel ik tussen hindoeïsme en het jodendom. Boeddhisten staan ergens helemaal onder aan deze lijst. Mijn probleem met moslims zit hem in het feit dat ze zo duidelijk hun geloof laten zien. Dat je in een god gelooft, of in meerdere goden, dag mag je allemaal zelf weten. Maar waarom kun je zoiets niet gewoon voor jezelf houden? Ik vind geloof een privé zaak waar je niet de hele wereld mee hoeft lastig te vallen.
Vandaag fietste ik langs een moskee waar net een dienst begon. Zoiets is niet te missen. Een Arabische zangerige stem kondigt het gebed aan en mannen in jurken of andere gekke carnavalskleding komen op brommertje aanrijden. Ze dragen allemaal een wit mutsje. Vrouwen zie ik niet. Vrouwen dragen overdag een hoofddoek en mannen een jurk als ze naar de moskee gaan. Eigenlijk zijn het net travestieten; een beetje make-up erbij en klaar. Dat dragen van jurken en hoofddoeken is aan de hele wereld laten zien dat je moslim of moslima bent. Hoezo godsdienst een privé zaak. Hier niet. Door een hoofddoek te dragen schreeuw je in mijn optiek de hele tijd KIJK, IK BEN EEN MOSLIM!! KIJK DAN TOCH, IK DRAAG EEN HOOFDDOEK OF EEN RAAR WIT HOEDJE!! Ik zie het als verstoppertje spelen. Je echte ik verbergen. Ik beschouw ze ook niet als mensen waar ik een praatje mee wil maken. Ze gedragen zich niet open naar de buitenwereld toe. Ze verstoppen zich achter een geloof met een hoop rare regeltjes. Geen varken mogen eten, geen bier mogen drinken, geen seks voor het huwelijk, halal eten en nog meer van die regels waar ik me allemaal niet aan houd. Ik noem ze ook gewoon jurk of hoofddoek. Voor mij ben je moslim nummer 4726. Even gemakkelijk inwisselbaar voor moslim nummer 68427. Ook een hoofddoek, ook rare regeltjes. Het is net zoiets al jehova getuigen. Of wielermongolen. Lycra nicht 2783 die het fietspad terroriseert is even makkelijk inwisselbaar voor nummer 78229 die een rood stoplicht negeert.
Ik ben niet gelovig. Ik ben wel fan van wielrennen. Ik draag ook wielerkleding als ik mijn racefiets zit. Maar ik ga niet met een fietsketting om mijn nek rondlopen in het dagelijkse leven om aan mijn passie uiting te geven, of een tandwiel op mijn kuit tatoeëren. Kom nou. En waar ik totaal geen moeite mee heb is dat anderen mijn sport ridiculiseren. Ze doen maar. Het zal me een zorg zijn, ik ga er echt geen heilige of sportieve oorlog om voeren. Ik drijf de spot met alles. Met gelovigen, met toeristen, met vrouwen, met homo's. En ook met mezelf. Dat is de pest met de meeste gelovigen, ze kennen geen zelfspot. En Maleisië is dus een moslim land. Echt veel last heb ik er niet van. Niet iedereen is hier een jurk of een hoofddoek. Streng gelovig is het allemaal niet echt en ze verstoppen hier geen vrouwen wat ik Marokko wel zag gebeuren. Daar zag je alleen maar mannen en kinderen op straat. Hier hebben vrouwen gewoon een functie in het openbare leven. Ik heb er niet echt last van, ze vallen mij niet lastig met hun hobby en de samenleving ziet er verder beschaafd en vriendelijk uit. Maar ik blijf bij mijn oorspronkelijke lijstje. Islam? Schaf maar gewoon af.
donderdag 1 januari 2015
De route naar KL
De route gaat van Bangkok naar Kuala Lumpur, dat had ik al eerder geschreven. En ik heb vooraf met behulp van de open streets maps en een routeplanner de volledig route uitgetekend. De eerste 800 km heb ik me hier ook netjes aan gehouden maar daarna ben ik wat af gaan wijken. Waarom? Ach, het kwam handiger uit met slaapplaatsen, regen en andere onvoorziene omstandigheden. Met dat laatste bedoel ik gewoon dat ik toch altijd doe waar ik ter plekke zelf zin in heb. Een ander plan dat niet in de oorspronkelijk route zat, was omrijden over twee bergketens heen om wat meer van binnenland van Maleisië te zien. Daar moest wel wat extra tijd voor zijn maar ik heb flink wat kilometers per dag kunnen maken in Thailand. Mijn geplande route gaat voornamelijk via de westkust. En de alarmerende berichten over wateroverlast, overstromingen en duizenden evacuees komen allemaal uit het oosten van Maleisië. De provincie Kelantan maakt deel uit van mijn omfiets route over de bergen en deze provincie is dus de laatste paar dagen veelvuldig in het nieuws omtrent de hevige wateroverlast. Dat was een van de redenen om naar Langkawi te gaan. Beter weer, een tropisch, idyllisch eiland en een mooie plek om oudjaar te vieren.
Dat deden ze gisterenavond op het strand met lampionnen en een knallende vuurwerk show. De lampionnen kon je kopen voor een paar ringit. Het is een soort mini heteluchtballon. Er worden teksten op de lampion geschreven en vervolgens is het een kunst om de fakkel onder aan de lampion aan te steken zonder dat het fragiele stof van de lampion in de hens gaat. Als de fakkel eenmaal brandt en de lampion op wil gaan stijgen worden er eerst tientallen foto's gemaakt. De hele familie of vriendenkring wil samen met de lampion op de foto en pas daarna wordt deze losgelaten. Een zachte landwind zorgt ervoor dat de lampionnen langzaam naar zee toe drijven en steeds hoger en hoger komen. De licht was vol met kleine rode fakkels.
En vandaag zou ik de boot pakken naar Penang. Een tocht van 100 km over zee waardoor ik ook een stukje route inkort. Ik weet niet zeker of dat echt nodig is om Kuala Lumpur op tijd te halen maar het komt wel handig uit. Alleen vanmiddag bleek dat de boot naar Penang geen ruimte bood om mijn fiets mee te nemen. Ik kon wel naar Kuala Kedah, een stuk noordelijker van Penang. OK, dan maar een ticket voor Kuala Kedah, aub. Ik ga vanavond wel eens uitzoeken hoeveel kilometer het vanuit daar naar KL is. Hopelijk past het allemaal nog.