donderdag 30 december 2010
Mangrove bossen
Muggen, muggen, muggen, muggen, water, water, modder, modder en weer muggen. We doen een stukje Mangrove bos. Met uitleg van een lokale Warao indiaan uit welke tak zoet drinkwater te halen is en welke noten je kunt eten. Overleven hier is vooral heel veel gedoe. Je hebt er een dagtaak aan om genoeg te drinken te vinden. Een tweede dagtaak om je eten te vinden. En dan heb je nog geen overnachtingsplek gevonden. De Waroa indianen leven in paalwoningen (palafitos) langs de rivieren. Denk niet dat ze boven op een paal wonen maar het zijn geheel houten huisjes die net boven het niveau van de rivier liggen. Ze leven van visvangst en eten insecten. Ze wassen en baden zich in de rivier die ook dient als drinkwater. De huisjes die dicht bij de bewoonde wereld liggen hebben nog electriciteit en kunnen dus wat meer luxe hebben. Naarmate je verder de delta ingaat, hebben ze steeds minder. Ze leven van de natuur en verder niets.
Weer terug naar het Mangrove bos. Er zit een legioen aan muggen die nog nooit hebben gehoord wat Deet betekent. Het is de bedoeling dat je met Deet ingesmeerd niet gestoken word. Het zal deze muggen een zorg zijn. Het zijn lokale muggen en ze hebben schijt aan westerse moderne beschermingsmiddelen. Ik ben in het bos vooral bezig om door de modder te banjeren, muggen van me af te slaan en me staande te houden door te hangen aan de lianen. Ondertussen krijg ik water te drinken uit een liaan. Dolle pret! Ik lig in een deuk van het lachen. Ik ben een echte westerling die zich absoluut geen raad weet in het tropisch regenwoud. Volgens mij heeft de gids evenveel pret.
met een veerpont de rivier over
Tijdens de reisdag naar Ciudad Bolivar steken we de Orinoco over. Geen brug maar een veerboot. Het klinkt simpel. De boot oprijden; even varen en weer eraf. Zoiets zou niet meer dan een kwartier hoeven te kosten. Tenminste in Nederland. Ik heb wel eens de pont over het Amsterdam Rijn kanaal genomen. Daarmee is deze oversteek goed te vergelijken. Ongeveer even ver en er moeten ook grote vrachtwagens meekunnen. Daar varen de veerboten om het kwartier volgens een heus vaarschema. Maar dit is niet Nederland maar Venezuela. En dan gaat het natuurlijk anders. Er is hier een veerschuit zonder motor en een losse duw- en trekboot. De veerschuit word tegen de kade aangedrukt. Er zijn geen kabels die de boot precies naar de aanleg steiger sturen. De duw- en trekboot moet dit klusje klaren. Daarna mogen de autos eraf en mag de nieuwe lading autos en bussen erop. Een grote bus heeft de grootste moeite de veerschuit op te komen. Er worden grote planken onder de wielen gelegd die de verbinding moeten maken tussen de veerschuit en de kade. De bus komt de veerschuit op maar de planken schieten met een luide klap onder zijn wielen weg. Als alles op de boot staat, kunnen we weg. Nu mag de sleepbot weer aan de slag. Het lukt hem niet de veerschuit los te tekken van de kade. Iedereen op de veerschuit staat te kijken hoe de sleepboot zijn werk doet. Iedereen heeft er ook een mening over. De beste stuurlui staan aan wal; die gedachte ongeveer, alleen staan we nu letterlijk op de boot ipv op de wal. Na 5 minuten klooien heeft de sleepboot eindelijk de veerschuit los gekregen. Daarna duwt hij de boot weer naar de overkant. Daar begint het geklooi opnieuw. Armoe troef en geklooi is het. In Nederland is de veerschuit en de sleepboot een geheel; dat is 10 keer handiger. In Nederland is niemand geinteresseerd in de techniek van de boot; we weten wel dat het werkt. In Nederland ben je in een kwartier aan de overkant. Hier doe je er minstens een uur over. En dan alleen als je de eerste keer mee mag. Als het druk is, sta je een paar uur in de rij. Het lijkt de Venezolanen ook niets te kunnen schelen. Haast is geen begrip dat in hun belevingswereld voorkomt. Ze denken er niet bij na. Er lijkt alleen een begrip te bestaan voor reizen. Ze gaan naar familie toe om kerstmis te vieren. En of ze daar nou een dag over 2 dagen over doen, maakt niet uit. Als in Nederland dezelfde Venezolaanse boot zou varen op het Amsterdam Rijn kanaal, zou het om de zoveel tijd in het nieuws komen. Het zou een politieke kwestie zijn. We zouden het oplossen en een echte boot gaan laten varen. Dat hebben we trouwens al gedaan.
Llanos
Een dagje op de Venezolaanse laagvlakte dingen doen die de lokale llaneros ook doen. In een hangmat liggen, bootje varen en piranhas vangen. Plus nog wat toeristische dingen om het een beetje leuk te maken.
We gaan met drie motorbootje de Capanaparu rivier op (probeer dat maar een snel uit te spreken). Vogels spotten en een poging doen om zoetwater dolfijnen te zien. Vogels zien en horen we genoeg maar de dolfijnen lijken vrij te zijn vandaag. Daarna gaan we op piranhas vissen. Ik heb in mijn hele leven nog nooit gevist. Eens moet de eerste keer zijn en waarom dan niet op piranhas. Er wordt een groot stuk vlees in blokjes van 1 cm gesneden dat als aas moeten dienen. Vervolgens een stukje aas aan je haak doen en de lijn uitgooien. Ongeveer 2-3 meter het water in. En dan weer heel snel de lijn uit het water trekken. De piranhas vreten het aas eraf voordat je het in de gaten hebt. Ik vang 2 mini visjes en het merendeel van het aas voer ik aan de piranhas. We vangen met 12 man uiteindelijk ongeveer 25 visjes. Als je kijkt hoeveel aas we hiervoor hebben geinvesteerd is het eigenlijk een schlechte deal geweest. Het vlees leek mij meer waard. 's Avonds eten we de vis op.
Maar voor we dat doen gaan we nog eerst op bezoek bij een echt typisch llaneros familie. Dit is het betere aapjes-kijk-werk. Baobab heeft voor ons een familie weten te traceren waar bij we op het erf fotos mogen nemen. Zij krijgen er geld voor en wij hangen de zich-nergens-voor-schamende westerse toerist uit. Ik vind het eigenlijk onbeschoft en ik ben weer heel snel hun tuin uit. Als er bij mij thuis jappeners fotos komen maken, werk ik ze ook de deur uit. We gaan weer met de jeep terug en die krijgt onderweg panne. Het is inmiddels gaan regenen en onze grote landrover weigert dienst. Even bellen met de ANWB ofzo:
“waar staat u en kunt de pech omschrijven”
“eeeeehhh,...... in Venezuela”
“Mag ik uw pasnummer”
“Oh ja, dat wilde ik nog vragen. Kan ik nu nog lid worden?”
Onze chauffeur pakt een zaklamp en een hamer uit de pickup en doet de motorkap open. Even kijken en ergens een tik tegen geven. Starten maar en hij slaat aan. Kijk, dit is nou reclame voor Toyota. Gewoon nog een auto die je met een hamer en een hele grote schroevendraaier kan repareren.
Henry Pittier
Een wandeling door het nationale park Henry Pittier. Dat klinkt weinig Venezolaans en het was inderdaad een Zwitser naar wie het park vernoemd is. Wandelen hier betekent ook heel veel fotograferen. Er is van alles moois te zien. Vlindertjes, bloemetjes, prachtige vergezichten, watervallen en een riviertje. We passeren het riviertje een paar keer maar een oversteek is niet met droge voeten te maken. Dan maar de schoen uit en en over de glibberende stenen naar de overkant lopen. Schoenen weer aan en door naar de lunchplek. Op de terugweg passeren we weer aan de lastige oversteek van het riviertje. Onze gids merkt nu op dat we beter een andere passage kunnen nemen. Een passage waar we niet over stenen hoeven te lopen maar op zand kunnen lopen. Enig nadeel is dat het een stukje dieper is. Het is bijna een meter diep en zou ga ik mijn broek niet droog houden. Ik besluit om die dan maar uit te trekken en in mijn ondergoed de rivier te passeren. Het merendeel volgt mijn voorbeeld. 15 man/vrouw gaan even uit de kleren. Er is totaal geen gene. Zoiets zou je in het openbaar in Nederland nooit doen. maar nu trekt iedereen zonder mokken zijn broek uit. Aan de overkant gekomen alles weer afdrogen met wat wc-papier. Sokken en schoenen weer aan en vrolijk verder wandelen.
chocola
Vanuit Choroni doen we een toeristische excursie die in menig reclame folder niet zou misstaan. Het lijkt cultureel en idyllisch maar het is voornamelijk decadent. We gaan met een lokaal bootje eerst een stukje varen langs de kust naar een verderop gelegen baai. Daar stappen we netjes uit zonder natte voeten te krijgen terwijl onze bootsman tot zijn middel in het water staat om de boot de goede kant op je sjorren. Daarna staat er een erg lokale taxi klaar ons naar het dorp verderdoor te brengen. Het is vrachtwagentje met open achterkant. Een soort platte kar met een hekwerk op heuphoogte om te voorkomen dat je eruit dondert. We rijden over de enige verharde weg in de omgeving tussen de cacaoplantage door. Als een stel overvoede decadente suffe toeristen staan we onszelf heel erg toeristsch te gedragen. Voor elke poep en scheet die we tegenkomen trekken we onze cameras uit de broekzak en schieten we er driftig op los. Net een stelletje Japanners.
In het dorp krijgen we wat uitleg over de plantage en hoe cacao wordt gemaakt. Cacao bomen staan tussen andere grote bomen omdat ze goed in de schaduw groeien. Het zijn dus geen lange rijen van bomen achter elkaar zoals wij die kennen in de Betuwe. Het is eigenlijk gewoon een bos met extra veel cacao bonen. De vruchten van de cacao bonen zijn eerst groen, dan rood en later geel. Bij geel worden ze geplukt. een vrucht is ongeveer zo groot als 3 grote bananen. De vruchten worden open gesneden en onder bananenbladeren in de zon te drogen gelegd. Dit stinkt! Het vruchtvlees rot namelijk op deze manier weg. Wat je dan overhoudt, zijn de cacao bonen. De bonen worden verder gedroogd en geroosterd. Vervolgens wordt de cacaoboter eruit geperst. De boter wordt verkocht aan de farmaceutische industrie. Dat is commercieel het meest interessant. Wat resteert is 100% cacao. Dit smelt niet; zelfs niet in de hete Venezolaanse zon. Als er weer palmolie of andere olie/boter aan wordt toegevoegd, krijg je de chocola die wij in de supermarkt kunnen kopen.
We lopen terug naar het strand om aldaar een heerlijke lunch te nuttigen van vers gebakken vis en vruchtensap. Op de achtergrond het ruisende geluid van de Atlantische oceaan. Zonnetje erbij en het idylische plaatje is compleet. Ik voel met net een toerist. Dat ben ik trouwens ook.
In het dorp krijgen we wat uitleg over de plantage en hoe cacao wordt gemaakt. Cacao bomen staan tussen andere grote bomen omdat ze goed in de schaduw groeien. Het zijn dus geen lange rijen van bomen achter elkaar zoals wij die kennen in de Betuwe. Het is eigenlijk gewoon een bos met extra veel cacao bonen. De vruchten van de cacao bonen zijn eerst groen, dan rood en later geel. Bij geel worden ze geplukt. een vrucht is ongeveer zo groot als 3 grote bananen. De vruchten worden open gesneden en onder bananenbladeren in de zon te drogen gelegd. Dit stinkt! Het vruchtvlees rot namelijk op deze manier weg. Wat je dan overhoudt, zijn de cacao bonen. De bonen worden verder gedroogd en geroosterd. Vervolgens wordt de cacaoboter eruit geperst. De boter wordt verkocht aan de farmaceutische industrie. Dat is commercieel het meest interessant. Wat resteert is 100% cacao. Dit smelt niet; zelfs niet in de hete Venezolaanse zon. Als er weer palmolie of andere olie/boter aan wordt toegevoegd, krijg je de chocola die wij in de supermarkt kunnen kopen.
We lopen terug naar het strand om aldaar een heerlijke lunch te nuttigen van vers gebakken vis en vruchtensap. Op de achtergrond het ruisende geluid van de Atlantische oceaan. Zonnetje erbij en het idylische plaatje is compleet. Ik voel met net een toerist. Dat ben ik trouwens ook.
Venezuela deel3
Het was eens allemaal zo mooi. Venezuela was een tropisch land met grote olie bronnen, een min of meer stabiele regering en er was zelfs redelijk wat toerisme. Totdat Chávez aan de macht kwam in 2000. Hij pleegde al eerder een staatsgreep in 1992 maar die mislukte en hij kwam doordaar in de gevangenis. Chávez verworf daar populariteit onder het volk door artikelen in kranten te schrijven. Hij was tegen de corruptie van de huidige reagerende partijen en wilde meer olie geld naar het volk brengen. In 2000 komt hij dus alsnog aan de macht; deze keer legaal. Zijn populariteit duikelde in 2 jaar van een president voor het volk naar een corrupt leider met zelfverheerlijking trekjes. Als Chávez zijn 4 uur durende preken op de nationale TV loslaat, staan de huisvrouwen met potten en pannen kabaal te maken in de straat. 4 uur lang. Ze wilden even naar een soap kijken maar hebben geen zin in het gezeik van hun president. Particuliere bedrijven die door Chávez worden genationaliseerd, gaan binnen no-time failliet. Grote joekels van reclame borden langs de weg laten zien, dat de daar gelegen nationale plantage 600 ton bonen per jaar produceert. Dankzij het socialisme laat het reclame bord ook nog lezen. Nog een foto van Chávez erbij en een leus voor een sterk sociaal Venezuela. Voor de nationalisering van het bedrijf produceerde het trouwens gewoon 1200 ton bonen maar dat vertelt het bord natuurlijk niet.
Inmiddels is Chávez ruim 10 jaar aan de macht. Zijn regering is corrupter dan alle voorafgaande Venezolaanse regeringen. Er zijn nu meer minister posten dan ooit tevoren. Verkiezingen worden gefraudeerd en zijn niet anoniem. Als je tegen Chávez stemt, krijg je nooit meer een lening bij een bank van de staat. Er staat namelijk ergens een vinkje achter je naam. De inflatie staat op 20% per jaar. Caracas is de meest criminele stad van Zuid-Amerika. Heel veel buitenlanders zijn gevlucht. Het toerisme is enorm gekelderd. Het aantal buitenlandse reisjes van Chávez met zijn privejet is ontelbaar. En ga zo maar door.
Ik verblijf dus nu in een land waar nauwelijks toerisme is. Dit heeft voor- en nadelen. Er zijn geen ansichtkaarten te vinden en nauwelijks souvenirs. Alles en iedereen spreekt Spaans. Engels kennen ze niet. Winkels gaan vroeg dicht en zijn vaak ook zondags gesloten. Daar staat tegenover dat hotels nooit vol zijn. En je struikelt er niet over fotograferende Jappaners, dikke Amerrikanen of suf geklede Engelsen.
Inmiddels is Chávez ruim 10 jaar aan de macht. Zijn regering is corrupter dan alle voorafgaande Venezolaanse regeringen. Er zijn nu meer minister posten dan ooit tevoren. Verkiezingen worden gefraudeerd en zijn niet anoniem. Als je tegen Chávez stemt, krijg je nooit meer een lening bij een bank van de staat. Er staat namelijk ergens een vinkje achter je naam. De inflatie staat op 20% per jaar. Caracas is de meest criminele stad van Zuid-Amerika. Heel veel buitenlanders zijn gevlucht. Het toerisme is enorm gekelderd. Het aantal buitenlandse reisjes van Chávez met zijn privejet is ontelbaar. En ga zo maar door.
Ik verblijf dus nu in een land waar nauwelijks toerisme is. Dit heeft voor- en nadelen. Er zijn geen ansichtkaarten te vinden en nauwelijks souvenirs. Alles en iedereen spreekt Spaans. Engels kennen ze niet. Winkels gaan vroeg dicht en zijn vaak ook zondags gesloten. Daar staat tegenover dat hotels nooit vol zijn. En je struikelt er niet over fotograferende Jappaners, dikke Amerrikanen of suf geklede Engelsen.
Venezuela deel2
De reis naar het tropische Venezuale begint allemaal een beetje chaotisch. Ten eerste gaan er thuis allerlei dingen mis met leggen van nieuw laminaat en dat zorgt ervoor dat ik nog niet helemaal uitgerust zaterdag ochtend om 4 uur uit mijn bed rol. Even ontbijten, naar het NS station toe en de trein van 4h51 halen. Om half zes sta ik op Nationale luchthaven en om half zeven ben ik ingecheckt. Het overgrote deel van de lange rij had niet in de gaten dat de self service check-in palen wel gewoon werkten. Onze vlucht van 7h55 heeft veel vertraging. De luchthaven Madrid Barajas zit dicht vanwege de mist en we krijgen geen toestemming om te vertrekken. Op zich allemaal niet zo'n drama. We hebben toch 4 uur de tijd om in Madrid over te stappen. Uiteindelijk vertrekken we met 5 uur vertraging en dan wordt het toch weer spannend. Ik gok dat we de aansluitende kist nog makkelijk gaan halen. Als de luchthaven dicht zit vanwege de mist, zal het uitgaande verkeer er ook wel last van hebben. We halen het ook maar wel op het randje. De kist naar Madrid vliegt op maximale kracht om tijd in te halen maar moet weer wachten in het luchtruim om te landen. Als we op de grond staan moeten de mensen voor Bogota en Caracas zo snel mogelijk de kist uit en rennen naar de gate. De andere 130 overstappers naar Zuid-Amerika hebben pech. Dus, rennen naar gate R14 wat nog best een eind lopen is. We zijn net op tijd. Als ik instap, sluit de gate. Daarna staat de kist nog een half uur aan de grond voordat die wegtaxiet. Probeer dit vooral niet te begrijpen. Na 9 en een half uur vliegen landen we op de luchthaven van Caracas om de volgende surprise te vernemen. Onze bagage is er niet en we missen een deelnemer. Dat was een beetje te verwachten. Ik ben wel heel naief geweest met het pakken van mijn handbagage. Echt alle toilet artikelen zitten in mijn grote rugzak. Dan maar naar het hotel toe en nog even een borrel drinken. Even proosten op het begin van de vakantie. Om 12 lokale tijd lig ik pas in bed en om 7 uur mag ik er al weer uit. Dat is niet echt handig. Ik slaap graag veel en dit gaat me de komende dagen opbreken. Op zondag doen we inkopen in Caracas wat een lelijke vieze stinkstad is. Ik koop toilet artikelen, nieuwe T-shirts, een korte broek en schoon ondergoed. Dat laatste is best grappig. Ik probeer bij een Venezolaanse schone te vragen welke maat ik moet kopen. Ze schiet er alleen maar van in de lach. Dan maar op de gok iets kopen.
De volgende paar dagen maken we legio grappen over mr Kerstens; onze verloren deelnemer. Eigenlijk is dit gemeen want de man in kwestie kan zich niet verdedigen. Hij kan er ook weinig aan doen dat hij de kist naar Caracas heeft gemist. Ik denk dat leedvermaak gewoon opweegt tegen goed fatsoen. We gaan hem Paul noemen, we vinden wel dat die naam bij hem past. Achter blijkt hij Frans te heten. We hebben er de grootste lol om en als we uiteindelijk naar 4 dagen onze bagage terug krijgen en Frans zien, ontvangen we hem uiteraard met open armen. We zijn weer compleet en we kunnen verder. We pakken een nachtbus naar Mérida en ik begin behoorlijk moe te worden. Hoe kan dat nu? Ik ben een redelijk goed getrainde sporter maar ik kan heel slecht tegen slaap tekort. Ach, anderen hebben weer last van andere ongemakken. Ziek worden van garnalen of lek gebeten worden door de muggen.
De volgende paar dagen maken we legio grappen over mr Kerstens; onze verloren deelnemer. Eigenlijk is dit gemeen want de man in kwestie kan zich niet verdedigen. Hij kan er ook weinig aan doen dat hij de kist naar Caracas heeft gemist. Ik denk dat leedvermaak gewoon opweegt tegen goed fatsoen. We gaan hem Paul noemen, we vinden wel dat die naam bij hem past. Achter blijkt hij Frans te heten. We hebben er de grootste lol om en als we uiteindelijk naar 4 dagen onze bagage terug krijgen en Frans zien, ontvangen we hem uiteraard met open armen. We zijn weer compleet en we kunnen verder. We pakken een nachtbus naar Mérida en ik begin behoorlijk moe te worden. Hoe kan dat nu? Ik ben een redelijk goed getrainde sporter maar ik kan heel slecht tegen slaap tekort. Ach, anderen hebben weer last van andere ongemakken. Ziek worden van garnalen of lek gebeten worden door de muggen.
Venezuela in een notendop
Ja tuurlijk,... Venezuela in een notendop, dat is net alsof je de tachtig jarige oorlog in drie zinnen moet samenvatten. Dat is gewoon onmogelijk. Ik waarschuw alvast; dit wordt een lang verhaal.
Venezuela is een ontwikkelingsland. Ik heb niet gekeken op de schaal van Unesco waar ze ergens staan maar ze zullen zeker geen hoge ogen gooien. Het land is rijk! Ik bedoel echt rijk. Ze hebben goud als mineraal maar niet in grote hoeveelheden en ze hebben olie; vierkante kilometers tonnen aan olie. Daarnaast is het een tropisch land en dus zouden ze een florende landbouw cultuur kunnen hebben. De praktijk is natuurlijk heel anders. Om een of andere vage reden gaat het mis. Er is een baasje (momenteel Hugo Chávez) aan de macht en die klooit maar wat raak. Dat duurt gemiddeld een jaar of 15 en dan volgt er een staatsgreep of iest vergelijkbaars en het volgende baasje komt aan de macht. Venezuela is goed in het produceren van olie en politieke crisissen. Als je al Venezuela in een notendop zou willen omschrijven, dan wil ik het op de voorlaatste zin houden. Voor de gein, zomaar wat curiositeiten:
- Benzine in niet gratis maar wel bijna. Een tank diesel voor een middelgrote bus kost 6 bolivar; dat is ongeveer 0,70 euro.
- Een fles mineraal water kost 15 bolivar voor 1,5 liter.
- JA!!! de peut is dus gewoon idioot veel goedkoper van schoon drinkwater.
- Een pilsje kost je 7 bolivar.
- Als je pint, krijg je 5,3 bolivar voor een euro. Op de zwarte markt 9 bolivar. OK, het is een ontwikkelingsland en dan nemen we dat voor lief maar als je dit in Nederland zou meemaken gaan we toch raar opkijken. Stel je voor dat je illegaal aan Japanse yennen zou moeten geraken om meer euro voor de yen te krijgen dat uit de pin automaat.
- Verkeersregels? Ach ja, die zullen er vast wel zijn. En verder is het gewoon veel duwen, claxoneren en de kuilen ontwijken.
- 80% van het land is in het handen van 2 % van de bevolking
- Het land telt 26 miljoen inwoners en is 2 keer zo groot als Frankrijk.
- 80 % van het land is jonger dan 20. Dat noemen Venezolanen investeren in hun pensioen. Je hebt geen geld om je kinderen naar school te sturen noch voor de goede gezondsheidzorg. En toch maar weer een keer zwanger raken. 4 is tenslotte meer dan 3.
- Omdat de peut toch niets kost en het dus ook niet uitmaakt in wat voor diesel verslinde grote bak je rijdt, hebben veel mensen een grote auto. Type Jeep Cherokee of een oude Amerikaanse Chevy. Gevolg, een verkeersinfart in elke straat.
later meer!
Venezuela is een ontwikkelingsland. Ik heb niet gekeken op de schaal van Unesco waar ze ergens staan maar ze zullen zeker geen hoge ogen gooien. Het land is rijk! Ik bedoel echt rijk. Ze hebben goud als mineraal maar niet in grote hoeveelheden en ze hebben olie; vierkante kilometers tonnen aan olie. Daarnaast is het een tropisch land en dus zouden ze een florende landbouw cultuur kunnen hebben. De praktijk is natuurlijk heel anders. Om een of andere vage reden gaat het mis. Er is een baasje (momenteel Hugo Chávez) aan de macht en die klooit maar wat raak. Dat duurt gemiddeld een jaar of 15 en dan volgt er een staatsgreep of iest vergelijkbaars en het volgende baasje komt aan de macht. Venezuela is goed in het produceren van olie en politieke crisissen. Als je al Venezuela in een notendop zou willen omschrijven, dan wil ik het op de voorlaatste zin houden. Voor de gein, zomaar wat curiositeiten:
- Benzine in niet gratis maar wel bijna. Een tank diesel voor een middelgrote bus kost 6 bolivar; dat is ongeveer 0,70 euro.
- Een fles mineraal water kost 15 bolivar voor 1,5 liter.
- JA!!! de peut is dus gewoon idioot veel goedkoper van schoon drinkwater.
- Een pilsje kost je 7 bolivar.
- Als je pint, krijg je 5,3 bolivar voor een euro. Op de zwarte markt 9 bolivar. OK, het is een ontwikkelingsland en dan nemen we dat voor lief maar als je dit in Nederland zou meemaken gaan we toch raar opkijken. Stel je voor dat je illegaal aan Japanse yennen zou moeten geraken om meer euro voor de yen te krijgen dat uit de pin automaat.
- Verkeersregels? Ach ja, die zullen er vast wel zijn. En verder is het gewoon veel duwen, claxoneren en de kuilen ontwijken.
- 80% van het land is in het handen van 2 % van de bevolking
- Het land telt 26 miljoen inwoners en is 2 keer zo groot als Frankrijk.
- 80 % van het land is jonger dan 20. Dat noemen Venezolanen investeren in hun pensioen. Je hebt geen geld om je kinderen naar school te sturen noch voor de goede gezondsheidzorg. En toch maar weer een keer zwanger raken. 4 is tenslotte meer dan 3.
- Omdat de peut toch niets kost en het dus ook niet uitmaakt in wat voor diesel verslinde grote bak je rijdt, hebben veel mensen een grote auto. Type Jeep Cherokee of een oude Amerikaanse Chevy. Gevolg, een verkeersinfart in elke straat.
later meer!