zaterdag 29 december 2018

Regen rit

Ik vond dat het weleens tijd was voor een monsterrit. Een hele dag ellendig lang in het zadel, omdat ik domweg af en toe van afzien houdt. En ook omdat het lichaam goed fit aanvoelt. Het weer blijkt echter een boosdoener vandaag. Het is de eerste echte slechte dag met veel regen en veel warmer dan 20 graden blijkt het ook niet te worden. 

Hmm,.... geen goed begin. De rit zou van Chiang Rai naar Chiang Mai moeten gaan,  een slordige 185 km met waarschijnlijk een duizendtal hoogtemeters. Als me dat was gelukt, had ik het met recht een monsterrit kunnen noemen. Maar halverwege geef ik de pijp aan Maarten. Ik heb al een tijdje zitten rekenen en zoveel speling heb ik niet. Vanochtend vroeg was ik niet super vroeg weg omdat ik eerst een bui had laten passeren en het gevolg is dat ik eigenlijk non-stop moet doorfietsen om voor het donker binnen te zijn. Een half uurtje om te eten kan ik mezelf gunnen, maar meer dan dat en het wordt geheid het laatste stuk in het donker afleggen. En daar heb ik eigenlijk een broertje dood aan. Ik voel me redelijk veilig op de thaise wegen, maar dat houdt op zodra het zonnetje weg is. Ik heb al wandelend 's avonds genoeg brommertjes zonder licht zien rijden. Daarnaast durf ik ook niet op de fietslampjes van de fiets te vertrouwen. Misschien onterecht, maar ik gok er op dat de meeste automobilisten die lampjes niet goed kunnen inschatten. Ze zitten wel op de fiets, maar meer voor noodgevallen. 

Ik moet dus door fietsen en dat gaat lekker. De vorm is goed en ik voel me niet moe worden, maar ver is het wel allemaal. Na 86 km krijg ik de zoveelste bui op mijn dak en mijn sokken soppen al een tijd lang in mijn schoenen. De motivatie raakt er langzaamaan uit geregend. Op dit punt rij ik door een dorpje en ik weet dat de volgende mogelijkheid voor  accommodatie op zich zal laten wachten. Een snelle blik op mijn Garmin geeft aan dat ik op 117 meter van een hotel ben. Dat bleek met genoeg verleiding om met deze onzin te stoppen. 

Inchecken, douchen, klaar. 

Het dorpje, Wiang Pa Pao blijkt helemaal niks te zijn. Totaal het bezoek niet waard. Geen noemenswaardige bezienswaardigheid, geen massage hut en zoeken naar een restaurant. Na een kleine wandeling vind ik een thaise pizza tent. En die blijkt best leuk. Met de kokkin, de moeder des huizes, blijkt conversatie onmogelijk, maar met de dochter kom ik met veel glimlachen plus een beetje Thais en Engels tot een bestelling. Een pizza met Thaise worstjes en een fles Leo bier. Best komisch en lekker tegelijkertijd om pizza te eten met de typische Thaise spicy smaken plus gesmolten kaas. Erg lekker.  Toch nog een pluspuntje na hier min of meer gestrand te zijn. 

donderdag 27 december 2018

Thaise economie

Ik snap nog niet zo heel veel van de Thaise economie. Ik ben ook geen econoom, maar ik heb wel ooit leren rekenen. Sommigen dingen zijn namelijk spot goedkoop hier, andere liggen naar verhouding slechts een beetje onder het Nederlands prijsniveau. Benzine kost een euro, een blikje bier in de supermarkt ook. Arbeid is echt bizar goedkoop. Een thaise massage kost 5 tot 7 euro per uur. Een knipbeurt van 10 minuten bij de kapper kost ook zoiets. Belasting betalen Thai niet over hun inkomsten heb ik me door een Nederlander die hier woonde, laten vertellen. Alleen grote bedrijven betalen hier belasting. Dat is zo'n beetje het omgekeerde van Nederland waar Shell 0,005% belasting betaalt een Jan modaal 40%. Goed, die 6 euro mag die thaise masseuse dus helemaal voor haarzelf houden. Alleen ze is niet 8 uur per dag facturabel. Met een beetje geluk heeft ze voor 5 uur klanten. Dat is 30 euro per dag en met een zesdaagse werkweek en af en toe een weekje vakantie om familie te bezoeken, komt ze uit op zo'n 8500 euro. Dat is niet heel veel. Daarvan moet ze haar winkelpand huren, een huis of appartement van huren, haar dagelijkse boodschappen van betalen. Peut in haar brommer gooien en geld overhouden voor gezondheidszorg. Plus nieuwe kleren kopen en ga zo maar door. Ik snap niet echt hoe ze dat kan bolwerken.

Iets anders opvallends is hoeveel tempels hier staan. Veel, heel veel en allemaal mooi en groot. Daar is echt een boel geld tegenaan gegooid om die zo mooi te bouwen en te onderhouden. Dit dan in schril contrast met hun eigen huizen. Dat is echt super goedkoop gebouwd. Wie betaalt die tempels toch? En waarom is er daar nooit een kip te bekennen? Het is er vaak uitgestorven. Er loopt een kip rond, een hond slaapt in de zon en een oude vrouw loopt krom voorgebogen met een aftandse veger een beetje stof te vegen. Waarom geven ze hier toch zoveel aan tempels uit en waarom bezoeken ze die dingen dan niet? Het ontgaat me gewoon.

Waarom kost een kop koffie anderhalve euro, een hotel overnachting 20 euro en waarom rijden er zoveel grote dure pick-up trucks rond? Ik kan het gewoon niet rijmen met elkaar.

zaterdag 22 december 2018

Onderweg

Thailand staat op nummer twee. Dat is niet gek, lijkt het. Maar niks is minder waar. Ik heb het namelijk over het lijstje met meeste verkeersdoden per jaar. Dat is nu niet echt iets om trots op te zijn. Die plek twee is overigens discutabel. De sites spreken elkaar nogal tegen en Google kan geen goede statistieken ophoesten. Maar top 10 is het zeker, wellicht ook wel plek een. Wikipedia houdt het ook alleen maar bij Europese landen en een handjevol overige landen. Taiwan is helaas niet terug te vinden. China wel. Nu vinden die Chinezen wel dat Taiwan een vervelende afvallige provincie is en hoogt waarschijnlijk zijn er daarom geen statistieken over bekend. Maar ik ga ze hier niet op een hoop gooien. China is goed voor 170 doden per jaar per miljoen inwoners, Thailand 380 en Nederland 34.

Ik vond het gedrag van de gemiddelde Taiwanees ronduit opdringerig en lomp. Alles haalde elkaar op een paar decimeter in een iedereen leek dat normaal te vinden. Even van je lijn afwijken en er zit een brommer in je flank. Als fietser voelde ik me niet veilig. Ik Frankrijk had ik dat gevoel overigens ook. Ik ben daar een paar keer door een sleurhut op een provinciale weg met een bloedgang ingehaald. Het aantal decimeters was niet vast te stellen, ik was ronduit blij dat ik nog leefde. Eerst ademhalen en dan pas boos kunnen worden. In Taiwan was dat bij elke verkeersdeelnemer bijna prijs.

Gezien het schrikbarende aantal verkeersdoden per jaar zou ik me hier nog veel onveiliger moeten voelen. Toch valt dat gevoel mee. Ten eerste komt dat misschien het feit dat inwoners van Chiang Mai bekend staan als treuzelaars. Bangkok is veel hectischer. De lonely planet zal het waarschijnlijk omschrijven als laid-back, ik vind het ronduit truttig rijgedrag. Ten tweede zijn statistieken ook maar een vorm van gemanipuleerde leugens. Dat groot aanval doden in Thailand zijn voor zo'n driekwart allemaal brommerrijders. Allemaal zonder helm en straal bezopen. Een helm dragen lijken ze hier maar iets stoms te vinden. De bestuurder draagt nog vaak een helm, bijrijders en zeker kleine kinderen als bijrijder dragen nooit een helm. Een engeltje op je schouder is de remedie. En soms had het engeltje even een snipperdag.

Het verkeer vandaag op de 107 is best druk, drukker dan ik me kan herinneren. Toch maak ik me als fietser niet echt zorgen. Ze gunnen me gelukkig gewoon wat ruimte. 

donderdag 20 december 2018

Lang wachten

Ik ben inmiddels 22 uur onderweg en de bestemming is vooralsnog niet bereikt. Nog een uur of 3 en ik arriveer in mijn hotel. Een dikke 25 uur reizen van deur tot deur. Om 10 voor elf de deur uit, naar de bushalte toe, even wachten en dan de bus in met de grote zware fietstas. Op Schiphol zal blijken dat dat kreng 23 kg weegt. Dat is dus het gewicht van de fiets, de tas zelf plus ongeveer de helft van mijn bagage. De andere helft gaat als handbagage mee. Die tas heeft wieltjes, dus het zou goed moeten rollen. De praktijk is echter dat het ding zwabbert gelijk een dronken Engelsman. Na de bus, komt nog een beetje gezeul met de tas op Utrecht centraal. Eenmaal op Schiphol mik ik de tas wel op een karretje. Ik ben drie uur van te voren bij de incheckbalie van Qatar airlines en ik blijk vandaag die tijd nodig te hebben. De rij is lang, gaat heel traag en mijn bagage is net te breed voor het gangpad van de rij. Het gevolg is dat ik om de twee meter onhandig moet manoeuvreren om voor bij twee stalen paaltjes te komen.

Goed, een uur later mag ik dus inchecken bij een vriendelijke dame van Qatar die gewoon de tas meteen herkent als een fietstas. Dit in tegenstelling tot een groot deel van het schiphol publiek dat me vandaag weer heeft aan staan staren met in hun hoofd gedachte met wat voor bagage die maloot dan op vakantie gaat. Na de lange incheck rij volgt een paspoort controle rij, dan een security rij en dan nog een rij bij de gate. Tussen alle rijen en wachten door, vind ik nog ergens een kwartier tijd voor een kop koffie.

De kist naar Doha heeft vertraging, ze konden de tankdop niet los krijgen. En we vertrekken met een uur vertraging. Goed, 6 uur vliegen verder, een stukje met de bus file rijdeb op Doha airport en ik sta op de luxeste luchthaven die ik ken. Doha wordt alleen nog in luxe en grootte ge-evenaard door Dubai. In de kist naar Bangkok val ik bijna direct in slaap, het is inmiddels voor mijn tijdzone gevoel nu ook 1 uur 's nachts. Dat slapen duurt helaas maar twee uur en dan ben ik weer wakker. Buiten is het ook al weer licht geworden. Nog vier uur vliegen, boekje lezen en iets eten wat in vliegtuig jargon een brunch heet, warme kip met rijst.

Nu zit ik op BKK airport te wachten op mijn connecting flight naar Chiang Mai. Nog even mijn ogen open houden en straks mag ik even slapen in een echt bed. 

zaterdag 15 december 2018

Nummer zes


 Dit wordt Thailand vakantie numéro zes; ik lijk wel verslaafd aan dit Zuid-Oost Aziatische land. Het wordt ook de vierde keer Chiang Mai, vliegen met fiets nummer negen, voor de vierde keer overstappen op Doha en voor de negende keer een Azië reis. Misschien mag ik me nu wel een beetje ervaren reiziger gaan noemen. 

Het wordt ook een soort trip-down-memory-lane. Ik ga deze keer namelijk echt helemaal niks nieuws doen. Thailand is niet nieuw en fietsen aldaar al helemaal niet. En dat is tegenstrijdig aan het reizigersvirus in mij. Ik wil altijd iets nieuws, iets anders, geconfronteerd worden met een nieuwe cultuur. Of gewoon onderweg wat problemen tegenkomen. Als alles van een leien dakje gaat, gaat het teveel lijken op een verblijf in een vijf sterren gevangenis. Reizen moet jeuken, mooi zijn,  ontspannend en soms moeilijk tegelijkertijd. 

Ik heb ook serieus andere bestemmingen overwogen voor deze wintervakantie, maar het was toch allemaal net niks. Of ik vond de keuken toch niet alles, of ronduit te onveilig, of grote kans op prut weer. Zuid-Korea of Japan is te koud, Indonesië te nat, nieuw-Zeeland te ver en Honduras te gevaarlijk. Ik begin gewoon te lijken op een notoire oude zeur of op een verwende westerse yup die kieskeurig is geworden. 

Ik denk dat ik domweg zin had in Thailand en fietsen. Zin in noedelsoep, pad thai,  massage. Zin in vriendelijk mensen, voedselmarkten en ik vind Thaise vrouwen gewoon mooi. En Kerstmis is toch al niet aan mij besteed. Dus ga ik maar gewoon doen waar ik zelf zin heb. Fietsen in de bergen onder een brandend zonnetje van 30°C. Misschien een beetje saai en een aan de veilige kant, maar ik heb er nu wel heeeeeeeeeel erg veel zin. Maandag en dinsdag nog even werken en woensdag vliegen. 

Yes! Yes! Yes! Vakantie😎