donderdag 26 januari 2017

Doi Suthep

Op het mooist uitzichtpunt van deze berg is bijna geen kip te bekennen. Het aller drukste is het bij Wat Phra That Doi Suthep en Phuping palace. Hele rijen taxibusjes en songtangs (een soort openbare taxi) staan geparkeerd op de openbare weg. Er is geen centraal parkeer terrein dus alles staat als een lange lint van enkelen honderden meters langs de kant van de weg. Dubbel parkeren is hier de mode. Ik ben hier niet vanwege de tempel ook niet vanwege het paleis. Ik ben hier omdat het een berg is en er een geasfalteerde weg tegen omhoog loopt. Wie mij een beetje kent, hoeft niet meer te weten, Rob moet die berg op. En het leuke is dat dit een echte wielren berg is. En het is natuurlijk nog veel meer een top toeristen attractie tempel op een berg ding. Maar er is ook wat informatie over de berg te vinden op het wereld wijde web. Hoe hoog, hoe lang, welk stijgingspercentage, of je de berg aan de andere kant weer af kan fietsen en dus een ronde kan maken. Dat soort werk. Een ronde fietsen zit er overigens niet in. Ik lees dat dat zelfs de meest doorgewinterde die-hard mountainbikers het pad naar beneden gevaarlijk vinden. 

De klim naar Wat Phra That Doi Suthep is een driebaans weg waarbij er twee banen omhoog zijn en een naar beneden. Je hebt hier als renner altijd de ruimte om rustig te klimmen. En het is echt een heerlijke klim. Gemiddeld 6,7% over 11 kilometer. En ja, de berg kent van die typische Thaise onregelmatigheden in de klim maar dat valt, gezien naar Thaise begrippen, alleszins mee. Onderweg is het even 9-10% maar dat is hooguit honderd meter, alleen de laatste paar honderd meter naar de tempel gaat wel met 11%. Na de tempel wordt de berg steiler en onregelmatiger. Twaalf procent wisselt zich af met vijf procent en het steilste stuk was veertien procent. Tot aan de tempel geef ik vol gas. Zolang als het kan, heb ik besloten om het middenblad te fietsen en dat gaat me goed af. Ik fiets voornamelijk op de 39/23 en de 39/25, alleen op het laatste steile stuk gooi ik 28 er op. Na. De tempel hou ik het gebeul voor gezien en schakel ik naar het trippel binnenblad. Rustig peddel ik verder op de 30/28. Tenminste, rustig op die acht procent stukken. Op dat veertien procent is rustig fietsen schier onmogelijk. 

Na het paleis fiets ik nog verder omhoog. De weg is nu eenbaans geworden en de paar pick-up trucks die hier nu rijden, zijn mega irritant. Ik krijg geen meter ruimte als ik ze moet passeren. De berm is aan beide kanten smal, zanderig en laag gelegen tov van de weg, maar stuk voor stuk denken die chauffeurs hier dat ik wel door de berm ga fietsen. Ze zoeken het maar uit, mooi niet. Desnoods blijf ik stilstaan als een pick-up truck me tegemoet komt. Zo dwing ik hem de berm in om langs me heen te kunnen. Iets voor de top van de berg waar helemaal niets staat, is een uitzichtpunt over de vallei. Je zit nu aan de andere kant van Chiang Mai en kijkt vooral over groen uit. Dat van die top vond ik overigens wel vreemd. Er was echt niks. Geen bordje, geen paal, geen tempel en geen kruis. Ook geen mensen. Ik dacht ik fiets even verder maar na een paar kilometer dalen en toen de weg over ging in onverhard, begreep ik dus dat dat eerdere topje dus echt de top was. Het hoogste punt van de weg dan, bedoel ik, de berg is nog iets hoger maar daar liep niks naar toe.

Op het mooie uitzichtpunt staat een handjevol toeristen. Als ik weer naar beneden fiets, eerst langs het paleis waar het nu serieus drukker is geworden en verder door langs de tempel waar het nu mega druk is, stop ik halverwege de klim nog een keer voor het tweede mooie uitzichtpunt. Hier heb je een prachtig uitzicht over de stad, de luchthaven kun je net zien liggen en je kijkt heel ver weg de horizon in. Dit uitzichtpunt is er dus wel een waar alle toeristen langs komen. Toch valt me ook hier op dat het niet absurd druk is. 

Nog iets verder in de afdaling, lach ik me een breuk als ik twee toeristen met de fiets omhoog zie wandelen. Ze hebben van die huurfietsen bij zich die een guesthouse vaak gratis aan hun klanten uitleent. Zo'n goedkoop ding Chinese rommel met een vast verzet. Mandje voorop om een boodschap in te doen. Heel handig om even ritje door de stad te maken maar iedereen met een greintje verstand snapt natuurlijk wel dat zo'n fiets totaal maar dan ook totaal ongeschikt is om een serieuze klim van 11 kilometer mee te voltooien. Ze lopen er ook mee en ze lopen al zo'n vijf kilometer, het is nog zes naar de tempel toe. Wat dachten die idioten en waarom namen ze niet al na een paar honderd meter de juiste beslissing? Keren, die fiets inleveren en een brommertje huren. Iedere reisgids is namelijk echt wel duidelijk in de omschrijving van doi Suthep. Het is een tempel boven op een berg waar je met een brommer of taxi omhoog moet. Alleen als je echt van klimmen en wielrennen houdt, ga je op een racefiets of mountain bike omhoog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten