Het laatste echte fietsdoel voor dit jaar is de Velomediane-Claude-de-Criquelion. Een cyclo in de Belgische Ardennen over 170 km en 3300 hoogtemeters. Doel is goud rijden natuurlijk en deze keer is dat moeilijker dan ooit tevoren. Goud rijden in een Franse cyclo is niet zo heel moeilijk. De Fransen leggen de maatstaven niet zo hoog. De Belgen echter wel. Vorige week reed ik goud in de Magnifique des Ardennes. De Velomediane is echter 20 km langer, telt 800 hoogtemeters meer en telt ook eens meer hoogtemeters per gereden kilometer. Het gemiddelde dat hier nodig is voor goud is echter hoger dan de cyclo van vorig weekend. Dat wordt dus fors pijnlijden. Ik schrijf me begin Juli in en stuur ook nog een mail aan al mijn fietsende collega’s. Wie mee wil, gaat mee en wie niet mee wil niet. Een beetje die gedachte. De respons is overweldigend. Geen zin, bezig met verhuizing, vakantie, mag niet van de vrouw tot en met smoes 34 uit het grote smoezenboek. Het zal toch niet aan mij liggen dat ze niet mee willen? Beetje onder het mom van: “Ja, ik wil eigenlijk wel, maar als Rob meegaat, dan hoeft het niet zo.” Het zag er dus naar uit dat ik samen met al mijn vrienden aan de start zou staan. Moederziel alleen dus.
Gelukkig is er ook nog zoiets als internet. Op het Fiets forum zie ik een oproep staan van een renner die net als ik op zoek is naar wat medestanders voor deelname aan de Velomediane. Ik reageer hierop en samen met nog een forum renner staan we dus met drie man aan de start. Alexander is de initiatief nemer en speelt chauffeur. Norbert en ik zijn de passagiers. We rijden in een knots van een gezinsauto met drie fietsen in de kofferbak op vrijdag naar Champlon, een gehucht ten zuiden van La Roche. Alle hotels in La Roche zaten vol en Norbert had nog een plek kunnen regelen in een jeugdherberg. Dat is duidelijk wat anders dan een hotel. Hier komt wat meer zelfwerk bij kijken. We mogen onze eigen bedden opmaken en ook onze eigen afwas doen na afloop van het avondeten. We vragen speciaal om pasta aan de kok ipv de aardappelkroketten. We krijgen een pan pasta voorgeschoteld waar je U tegen mag zeggen. Aan koolhydraten geen gebrek.
De start is zaterdag om 9h00 in La Roche en Ardennes. Een pittoresk en zeer toeristisch dorpje waar een rivier doorheen stroomt en ergens een kasteel op een bult staat. We sluiten niet extreem vroeg in ons startvak aan en zo sta ik eigenlijk te ver van achteren. Het eerste startvak telt 500 renners en daar sta ik niet in en daarna is nog maar een grote startvak. Dit is niet handig want nu moet ik maar hopen dat ik een handige groep terecht kom. In het begin gewoon furieus hard doorfietsen en hopen dat ik wat verder vooraan in een handige groep terecht kom. Liefst wat renners met ongeveer hetzelfde klim tempo en die mee willen rijden op kop. Dat lukt dus de hele dag niet! Om gek van te worden. In elke klim trekt het uit elkaar. Op elk semivlak stuk zitten er pannenkoeken mee die niet willen rijden. Daarnaast gaat het ook niet goed met mezelf. Ik voel me de hele dag klote. Mijn sportdrank smaakt me niet; mijn maag speelt op; de benen hebben af en toe de neiging om in de kramp te schieten. Het stuk tussen km en 60 en 110 is het enige stuk waar ik me sterk voel. In het begin had ik last van mijn maag en de laatste 20 km wilde er helemaal niets meer uit de benen komen. Mijn rug deed pijn en mijn lichaam staat op de stand van algehele malaise. Op de laatste lange côte zit ik te mopperen op van alles en nog wat. “Kom nou maar op met die top, ik geloof het onderhand wel.”
Ergens rond de 100 km zit ik eindelijk een redelijk groepje. Met drie man rijden we goed rond en onderweg pikken we nog 2 renners op. Een van de opgepikte renners weigert kopwerk; ook lekker sociaal. Daarna zie ik hem een energie reep in zijn mond steken en hij gooit de verpakking de berm in. Mateloos irritant volk is dit. Ik tik hem op zijn trui en spreek hem aan.
“Zeg, zou je niet eens terug rijden om het op te gaan rapen? Ik bedoel, dit kan toch gewoon niet. Je kunt niet zomaar rommel in de berm gooien.”
“Gaat gij nou door met blijven zagen?”.
Ik moet hem drie keer vragen het te herhalen om hem uiteindelijk te kunnen verstaan. Behalve dat hij niet kan fietsen, komt hij ook niet verder dan plat Vlaams praten.
“Ja, werp ik terug. Zolang jij rommel in de berm mikt, ga ik er wat van zeggen.”
“Maar iedereen gooit dat spul toch gewoon weg?”
“Nee niet iedereen. En jij wel! Ik vind het niet kunnen wat jij doet. Je behoort de natuur gewoon niet te vervuilen. Punt uit!”
De sfeer in het groepje is direct tot het nulpunt gedaald. Een renner in een TNO tenue komt nu naast me rijden en hij vindt dat het ook niet kan. Hij kijkt ook even naar mijn Garmin voor op mijn stuur en wijst daarna op zijn lege houder. Hij vertelt dat hij vandaag zijn Garmin is kwijtgeraakt doordat deze uit de houder is gestuiterd. Hij heeft nog gezocht in de berm maar heeft met speeltje niet terug vinden. Hetzelfde euvel is mijn vorige week ook overkomen. Zelfde model, zelfde houder. Ik kon het ding gelukkig wel terugvinden en had hem vandaag met een extra tie-wrap vast gezet. Het wordt tijd voor een boze brief aan Garmin. Ze leveren gewoon troep en dat kan niet voor het geld dat ze ervoor vragen.
De laatste 10 km gaan vals plat omlaag. Ik word nog ingehaald door een groep renners die de afdaling vol naar beneden knallen. Ik sluit aan en met snelheden van 55 tot 60 kmh rijden we naar La Roche toe. Ik finish in 5h51. Goed voor P408 in het algemeen klassement en ook goed genoeg voor Goud. Ik heb er deze keer wel mijn leeftijdsbonus voor moeten gebruiken. Goud voor mijn leeftijdscategorie was 6h05. Als je jonger bent dat 30 moet je 5h50 halen. Ik vind die ouderdomsbonus eigenlijk maar onzin maar vandaag gooi ik dat principe maar even overboord.
Leuk geschreven Rob. Ondanks klachten met maag heb je toch nog goud gehaald. Alexander en ik zaten bijna een uur achter je en hebben zilver gehaald. Ondanks het afzien heb ik genoten van de Velomediane en de gezamenlijke beleving met heen- en terugreis en overnachting in jeugdherberg. Wat mij betreft voor herhaling vatbaar!
BeantwoordenVerwijderen