woensdag 27 mei 2009
Trainingskamp in de Vogezen
Als voorbereiding op de Transalp (28 juni t/m 4 juli) reis ik samen met mijn fietsmaat af naar de Vogezen voor een trainingskamp van 4 dagen. Het weer bij aankomst is onheilspellend. Het regent als we aankomen; ’s avonds vallen er enkelen forse hoosbuien en de lucht is asgrauw. De volgende morgen gaan we met een regenjack in de rugzak op weg voor de eerste rit. Op de eerste col van de dag gaat Peter er direct vandoor. De Suunto loopt op naar 180 en ik laat een gaatje vallen. Als we boven staan, vraag ik of het op de volgende cols iets minder mag. “Even uitproberen” grapt Peter terug. Op de grand Ballon doen we het wat rustiger aan. Het is boven op de route du crête erg bewolkt; er hangen dreigende onweerswolken en af en toe fietsen we door flarden mist. We fietsen zonder pauze te houden de route van 94 km uit. Het zal zo wel gaan regenen en we zijn liever nog voor de buien weer terug in het hotel. Onze vrees blijkt echter ongegrond. ’s Middags klaart het op; de zon gaat schijnen en het wordt lekker warm. De komende drie dagen hebben we prachtig weer. Zonnig, warm tot zeer warm, geen spat regen en af en toe een briesje. ’s Middags loop ik even naar het dorp. Er blijkt een suf sculpturen festival aan de gang te zijn en er finisht een kleine profkoers. De renners van Diquigiovanni blijken in ons hotel te zitten. De renners krijgen flink veel pasta met kaas voorgeschoteld en dat terwijl de begeleiders aan de andere tafel aan de wijn en frieten zitten. Verschil moet er zijn.
Rit twee gaat over de ballon de Servance en de ballon d’Alsace. Peter heeft er weer zin in vandaag en ik heb moeite om zijn wiel te houden. Pas op de laatste de col van de dag is hij degene die moet lossen. Het is nu ook als behoorlijk warm en met 120 km op de teller tellen de laatste meters van de col du Bramont zwaar. De volgende twee ritten (nr 3 en vier) gaan over heel veel cols. In dag 3 zitten 8 cols en in dag 4 maar liefst 10! Dat klinkt als veel maar in de Vogezen is het makkelijk colletjes scoren. Sommige collen krijgen je gewoon gratis mee. Vanaf de col de la Vierge is het 2 km afdalen naar de col du Bramont. Maar ja, voordat je op de Vierge staat moet je wel eerst 10 km klimmen. De temperaturen liegen er niet om de laatste 2 dagen. ’s Middags is het boven de dertig graden en dan heeft het lichaam het moeilijk. Ongeveer 80 tot 85 procent van geleverde energie wordt omgezet in warmte; de rest wordt gebruikt om snelheid te maken of te klimmen. Als je met 30+ graden een berg beklimt in de volle zon, moet het lichaam alle zeilen bijzetten om het koel te houden. Ik lijk wat beter tegen de hitte bestendig dan Peter. Vandaag ben ik degene die het tempo bergop bepaalt.
Na 4 dagen fietsen ben ik wel tevreden over de vorm. Het is nog niet goed genoeg voor de Transalp, maar 4 dagen zwaar fietsen hou ik makkelijk vol. Nog een maandje trainen en dan gaar het feest in de Alpen beginnen. Ik verheug me nu al de pijn!
zaterdag 9 mei 2009
Zuid Veluwe tour van Ede
Ik rij vandaag een toertocht vanuit Ede. De tocht luistert naar de naam Zuid Veluwe tour, is 130 km lang en telt niet minder dan 1250 hoogtemeters. Het idee is heel simpel; in het gebied Ede-Renkum-Wageningen-Oosterbeek-Arnhem worden allen wegen geïnventariseerd die omhoog lopen. Zet een tocht uit die al deze wegen aan doet en je hebt een klimtoertocht. 50 procent van alle wegen die bergop lopen in deze omgeving heb ik vandaag beklommen; de andere 50 procent heb ik naar beneden gereden. Ik wilde eigenlijk vandaag rustig klimmen maar dat liep faliekant mis. Er is veel volk op deze toch afgekomen en ik rij de hele dag mee in groepen die het woord HAAST met hoofdletters schrijven. Met een gemiddelde van 29,5 kmh sta ik na 4 uur en 20 minuten weer in Ede. Onderweg gebeurt eigenlijk niets dat de moeite van het vermelden waard is. Door in een groep van 20 wielrenners mee te rijden, krijg je overal voorrang waar je dat vaak niet hebt. Het is bijna op het asociale af. Op een van de vele hellinkjes wordt een renner van achteren aangereden door een Volvo die kennelijk niet zo goed zat op te letten. De renner maakt een buiteling en landt in de berm. De Volvo rijden stopt 100 meter verderop. De renner staat weer op en discussieert even met de Volvo rijder. Het blijkt een oudere man te zijn. Echt typische voorval dit. Vorig jaar werd ik aangereden door een oudere man in een Volvo op een rotonde. Andere oude man; andere Volvo. Maar toch. Wielrenners, weest gewaarschuwd voor oude mannen in Volvo's!
maandag 4 mei 2009
trainen in de Eifel
Koningendag valt gunstig dit jaar. 30 april valt om een donderdag; vrijdag erbij vrij pakken en ik heb 4 dagen vrij. Ik besluit om naar de Duitse Eifel te rijden om wat klimtraining te doen. Ik verblijf in hotel zum Goldenen Stern in Prüm. Het hotel ligt midden in het dorp aan het centrale plein. Het weer is prachtig dit weekend en de lokale ijssalon doet goede zaken. Ze maken dan ook lekker ijs. Ik probeer aan mijn conditie te werken maar mijn hartslag heeft kuren. ’s Morgens is deze gewoon veel te hoog, maar overdag voel ik me wel sterk tijdens het fietsen. Ik heb macht in de klimmetjes, maar voel me weer niet fit als ik in D3 probeer te rijden. Na afloop van het weekend staat de ochtendpols weer op 45. Ik snap er langzamerhand niets meer van.
Het is rustig rijden op de Duitse wegen. Ik zie nauwelijks andere fietsers en de wegen zijn vrij goed. De plaatselijke bevolking lijkt nog nooit eerder een wielrenner te hebben gezien. Ik wordt aangegaapt door de plaatselijke bevolking. Alsof ik een grote bloedvlek om mijn trui heb, met een gebroken frame rij of een dood kind aan mijn fiets heb hangen. Ik begrijp er niets van. Ik stap een paar keer af om te kijken of er niets mis. Maar behalve een goed functionerende wielren fiets, een fietshelm en schone kledij valt er toch niets bijzonders te zien. België en Luxemburg liggen vlakbij en een route gaat door beide landen heen. De wegen in België zijn zoals vanouds Belgisch. Er liggen wegen en je kan erover heen rijden, maar veel worden moet je er niet aan vuil maken. Op Duitse grondgebied zie ik een kerstboompje op een 30 meter hoge kale rechte boomstam staan. Waarschijnlijk een plaatselijk gebruik ter ere van 1 mei of zo, maar vreemd ziet het er wel uit. Het lijkt net alsof de lokale boer reclame maakt voor zijn kerstbomen verkoop. Van heinde en verre kan men zien waar ze te koop zijn. Als je zo’n boom koopt, stellen ook nog de vraag: ”met of zonder stam?”
Het is rustig rijden op de Duitse wegen. Ik zie nauwelijks andere fietsers en de wegen zijn vrij goed. De plaatselijke bevolking lijkt nog nooit eerder een wielrenner te hebben gezien. Ik wordt aangegaapt door de plaatselijke bevolking. Alsof ik een grote bloedvlek om mijn trui heb, met een gebroken frame rij of een dood kind aan mijn fiets heb hangen. Ik begrijp er niets van. Ik stap een paar keer af om te kijken of er niets mis. Maar behalve een goed functionerende wielren fiets, een fietshelm en schone kledij valt er toch niets bijzonders te zien. België en Luxemburg liggen vlakbij en een route gaat door beide landen heen. De wegen in België zijn zoals vanouds Belgisch. Er liggen wegen en je kan erover heen rijden, maar veel worden moet je er niet aan vuil maken. Op Duitse grondgebied zie ik een kerstboompje op een 30 meter hoge kale rechte boomstam staan. Waarschijnlijk een plaatselijk gebruik ter ere van 1 mei of zo, maar vreemd ziet het er wel uit. Het lijkt net alsof de lokale boer reclame maakt voor zijn kerstbomen verkoop. Van heinde en verre kan men zien waar ze te koop zijn. Als je zo’n boom koopt, stellen ook nog de vraag: ”met of zonder stam?”