Het Beginbos
Door het Kromsloterpark
Over de Diemerzeedijk
Ijburg weer uit
Durgerdam
Markermeer
linksaf
Dijk en lucht
Klassiek boerderij
Over de Enkhuizerdijk weer terug
zaterdag 25 september 2010
zaterdag 18 september 2010
1 euro
Geen cyclo, niet klooien met een Garmin maar gewoon koers op Sloten
Er zitten maar liefst 4 premiespurts in de koers vandaag. Ik vind premies leuk. Sprinten voor de eindoverwinning, daar ben ik niet echt sterk in maar een paar premies meepikken lukt me vaak wel. In de eerste sprint zit ik veel te vroeg op kop en word ik makkelijk eruit gereden door 6 andere renners. Jammer, straks nog eens proberen. Ten minste als ik dan nog leef want na deze sprint is het bal. Net als ik zit uit te puffen van het sprintje gaat de snelheid fors de hoogte in. Er wordt nu gewoon tussen de 45 en 50m kmh gereden en het hele peloton valt in stukken uiteen. Groepjes van 3 tot 6 renners doen allemaal hun uiterste best om bij te blijven. Er wordt volle bak gekoerst en ik heb de grootste moeite om bij te blijven. Het is ieder voor zich en god voor ons allen en maar hopen dat ze vooraan ook een keer moe worden. Tot die tijd is het gewoon pijnlijden. Groepen renners smelten niet samen maar vallen eerder uiteen. Een groep van 10 renners rijdt voluit om bij de groep voor hen te komen. Op een bepaald punt ken renner 5 het tempo niet volgen en laat een gaatje vallen. Renners 6 tot en met 10 hopen allemaal dat de renner in kwestie het gaatje dicht rijdt. Maar dat lukt hem niet en gaatje wordt alleen maar groter. Gevolg weer een breuk en nog kleinere groepjes. Na ongeveer 10 km is het peloton weer compleet. Pfffffff,…………. hehe eindelijk even rust. Er zijn in deze hectiek de nodige renners afgewaaid maar dat besef ik pas 5 rondes later als ik geloste renners met een ronde achterstand weer zie aansluiten. De tweede premiesprint brengt een einde aan het harde koersen. De rest van de koers wordt niet meer zo idioot hard gereden. Er zijn ook geen serieuze uitloop pogingen meer. In de derde premiespurt zie ik eindelijk bij de prijzen. Ik word derde omdat ik op de meet in extremis door 2 renners word geklopt. De vierde premiespurt laat ik lopen en tijdens de eindsprint zit ik weer niet goed van voren. Sprinten is een ding. Zorgen dat je in de laatste kilometer goed vooraan zit is een andere kunst. Ik beheers dat voor geen meter.
De prijs vandaag is één euro; echt waar, een luizige euro. Het kan gewoon niet kleiner. Ik heb ook wel eens 3 euro gewonnen door derde te worden. Het is dat ik kan zeggen dat ik prijs heb gereden. Maar eigenlijk zou ik me schamen als ik dat zou zeggen. Over de vorm van vandaag was ik niet helemaal tevreden. Ik rij makkelijk uit, kan meesprinten in premiesprints en ik kan gaten dicht rijden. Dat klinkt allemaal goed. Toch had ik er de grootste moeite mee. Het is al weer een tijdje terug dat ik mijn pols zo hoog moest opjagen. Ik was, denk ik, even vergeten hoe onprettig dat voelt.
Er zitten maar liefst 4 premiespurts in de koers vandaag. Ik vind premies leuk. Sprinten voor de eindoverwinning, daar ben ik niet echt sterk in maar een paar premies meepikken lukt me vaak wel. In de eerste sprint zit ik veel te vroeg op kop en word ik makkelijk eruit gereden door 6 andere renners. Jammer, straks nog eens proberen. Ten minste als ik dan nog leef want na deze sprint is het bal. Net als ik zit uit te puffen van het sprintje gaat de snelheid fors de hoogte in. Er wordt nu gewoon tussen de 45 en 50m kmh gereden en het hele peloton valt in stukken uiteen. Groepjes van 3 tot 6 renners doen allemaal hun uiterste best om bij te blijven. Er wordt volle bak gekoerst en ik heb de grootste moeite om bij te blijven. Het is ieder voor zich en god voor ons allen en maar hopen dat ze vooraan ook een keer moe worden. Tot die tijd is het gewoon pijnlijden. Groepen renners smelten niet samen maar vallen eerder uiteen. Een groep van 10 renners rijdt voluit om bij de groep voor hen te komen. Op een bepaald punt ken renner 5 het tempo niet volgen en laat een gaatje vallen. Renners 6 tot en met 10 hopen allemaal dat de renner in kwestie het gaatje dicht rijdt. Maar dat lukt hem niet en gaatje wordt alleen maar groter. Gevolg weer een breuk en nog kleinere groepjes. Na ongeveer 10 km is het peloton weer compleet. Pfffffff,…………. hehe eindelijk even rust. Er zijn in deze hectiek de nodige renners afgewaaid maar dat besef ik pas 5 rondes later als ik geloste renners met een ronde achterstand weer zie aansluiten. De tweede premiesprint brengt een einde aan het harde koersen. De rest van de koers wordt niet meer zo idioot hard gereden. Er zijn ook geen serieuze uitloop pogingen meer. In de derde premiespurt zie ik eindelijk bij de prijzen. Ik word derde omdat ik op de meet in extremis door 2 renners word geklopt. De vierde premiespurt laat ik lopen en tijdens de eindsprint zit ik weer niet goed van voren. Sprinten is een ding. Zorgen dat je in de laatste kilometer goed vooraan zit is een andere kunst. Ik beheers dat voor geen meter.
De prijs vandaag is één euro; echt waar, een luizige euro. Het kan gewoon niet kleiner. Ik heb ook wel eens 3 euro gewonnen door derde te worden. Het is dat ik kan zeggen dat ik prijs heb gereden. Maar eigenlijk zou ik me schamen als ik dat zou zeggen. Over de vorm van vandaag was ik niet helemaal tevreden. Ik rij makkelijk uit, kan meesprinten in premiesprints en ik kan gaten dicht rijden. Dat klinkt allemaal goed. Toch had ik er de grootste moeite mee. Het is al weer een tijdje terug dat ik mijn pols zo hoog moest opjagen. Ik was, denk ik, even vergeten hoe onprettig dat voelt.
zaterdag 11 september 2010
De Garmin, het vervolg.
Ik rij 45 aan het uur om de hond van me af te schudden en tussendoor moet ik ook nog op het display kijken om de route te bepalen. Ik pleit voor een nekschot voor deze hond.
De Garmin, het vervolg.
Dit weekend wederom een poging om de Garmin iets nuttigs te laten doen. Ik heb de fietskaart van Garmin aan de kant geschoven en heb nu een topografische kaart geladen. Die eerste kaart, speciaal voor fietsers, bleek gewoon een draak van een ding. Maar een kwart van de fietspaden in Nederland stonden er op en dan ook nog een de verkeerde. Vooral veel klinkerwegen en onverharde wegen. Precies waar je als racefietser niet wil komen. Ik heb inmiddels ontdekt dat Garmin een specifiek ding, namelijk navigeren, heel erg slecht kan. Beetje jammer. Net als een bakker die zijn financiele administratie goed op orde heeft, aardig is tegen zijn personeel en een mooie ingerichte winkel heeft. Alleen jammer dat zijn brood zo rottig smaakt. Garmin kan wel navigeren maar niet naar meer dan 2 plaatsen tegelijk. Dat klinkt logisch maar dat is niet. Garmin is een van de weinige speeltjes waarmee je niet alleen van A naar B kan navigeren maar ook van A naar B, C, D, E en weer terug naar A kan navigeren. Tenminste, dat is wat de verkopers zeggen. De praktijk is natuurlijk heel anders.
Les 1: Geloof nooit verkoop praatjes, ook al klinken ze aanlokkelijk.
Ik plan vooraf een route via Eemnes, Soest, Utrecht en via de Vecht en Abcoude weer naar huis. Ik laad de route als route en als track in de Garmin. Hier zit namelijk een verschil in. Een route bestaat uit de punten A, B, C, D en E. Tijdens het rijden navigeert het speeltje je langs deze punten. Een track is een berekende route op kaart die onveranderd blijft. Als je van een route afwijkt, word je terug gestuurd naar de route en wordt als het ware de route opnieuw berekend. Een track is een vast lijn van punten die je moet volgen. Als je er van afwijkt, word je niet er naar toe terug geleid. Tot zover de theorie. De aandachtige lezer zal intussen hebben begrepen dat het allemaal anders werkt in de praktijk.
Les 2: gebruik altijd een track en nooit een route.
Als je ergens op een route verkeerd rijdt, gaat Garmin opnieuw voor je rekenen. En dat is nou net hetgene wat dat ding niet kan. Weer die bakker en zijn brood verhaal. Ik schakel halverwege het rondje over van route naar track. Nadat ik alle wegen in Soest had gezien, was mijn vertouwen in de rekenkunsten van het speeltje verdwenen. Iets buiten Utrecht passeer ik een vrouw die 4 honden uitlaat. Allemaal niet aangelijnd en allemaal grote jongens. Een sint Bernard, 2 Lassie honden en een Herder. Twee honden blijven netjes rechts lopen op het smalle fietspad. Een Lassie hond besluit om over te steken. Dan maar even remmen. De Herder is de meest irritant hond. Hij begint als een gek te grommen en te blaffen. Ik scheld terug. Als ik de vrouw passeer, werp ik haar nog toe ¨Hou die beesten eens bij je ofzo¨. Ik fiets door en hoor nu op de achtergrond ¨Niet doen!¨. Ik kijk achterom en ik zie dat de Herder een spint heeft ingezet om bij te halen. Ik zet aan ga harder rijden; mij houdt die toch niet bij. Ik rij 45 aan het uur om de hond van me af te schudden en tussendoor moet ik ook nog op het display kijken om de route te bepalen. Ik pleit voor een nekschot voor deze hond. Bij een T splitsing moet ik inhouden om de bocht te nemen. Fikkie loopt hierdoor weer op me in. Hij kan door het gras. Na de bocht geeft die zich echter gewonnen.
De Garmin, het vervolg.
Dit weekend wederom een poging om de Garmin iets nuttigs te laten doen. Ik heb de fietskaart van Garmin aan de kant geschoven en heb nu een topografische kaart geladen. Die eerste kaart, speciaal voor fietsers, bleek gewoon een draak van een ding. Maar een kwart van de fietspaden in Nederland stonden er op en dan ook nog een de verkeerde. Vooral veel klinkerwegen en onverharde wegen. Precies waar je als racefietser niet wil komen. Ik heb inmiddels ontdekt dat Garmin een specifiek ding, namelijk navigeren, heel erg slecht kan. Beetje jammer. Net als een bakker die zijn financiele administratie goed op orde heeft, aardig is tegen zijn personeel en een mooie ingerichte winkel heeft. Alleen jammer dat zijn brood zo rottig smaakt. Garmin kan wel navigeren maar niet naar meer dan 2 plaatsen tegelijk. Dat klinkt logisch maar dat is niet. Garmin is een van de weinige speeltjes waarmee je niet alleen van A naar B kan navigeren maar ook van A naar B, C, D, E en weer terug naar A kan navigeren. Tenminste, dat is wat de verkopers zeggen. De praktijk is natuurlijk heel anders.
Les 1: Geloof nooit verkoop praatjes, ook al klinken ze aanlokkelijk.
Ik plan vooraf een route via Eemnes, Soest, Utrecht en via de Vecht en Abcoude weer naar huis. Ik laad de route als route en als track in de Garmin. Hier zit namelijk een verschil in. Een route bestaat uit de punten A, B, C, D en E. Tijdens het rijden navigeert het speeltje je langs deze punten. Een track is een berekende route op kaart die onveranderd blijft. Als je van een route afwijkt, word je terug gestuurd naar de route en wordt als het ware de route opnieuw berekend. Een track is een vast lijn van punten die je moet volgen. Als je er van afwijkt, word je niet er naar toe terug geleid. Tot zover de theorie. De aandachtige lezer zal intussen hebben begrepen dat het allemaal anders werkt in de praktijk.
Les 2: gebruik altijd een track en nooit een route.
Als je ergens op een route verkeerd rijdt, gaat Garmin opnieuw voor je rekenen. En dat is nou net hetgene wat dat ding niet kan. Weer die bakker en zijn brood verhaal. Ik schakel halverwege het rondje over van route naar track. Nadat ik alle wegen in Soest had gezien, was mijn vertouwen in de rekenkunsten van het speeltje verdwenen. Iets buiten Utrecht passeer ik een vrouw die 4 honden uitlaat. Allemaal niet aangelijnd en allemaal grote jongens. Een sint Bernard, 2 Lassie honden en een Herder. Twee honden blijven netjes rechts lopen op het smalle fietspad. Een Lassie hond besluit om over te steken. Dan maar even remmen. De Herder is de meest irritant hond. Hij begint als een gek te grommen en te blaffen. Ik scheld terug. Als ik de vrouw passeer, werp ik haar nog toe ¨Hou die beesten eens bij je ofzo¨. Ik fiets door en hoor nu op de achtergrond ¨Niet doen!¨. Ik kijk achterom en ik zie dat de Herder een spint heeft ingezet om bij te halen. Ik zet aan ga harder rijden; mij houdt die toch niet bij. Ik rij 45 aan het uur om de hond van me af te schudden en tussendoor moet ik ook nog op het display kijken om de route te bepalen. Ik pleit voor een nekschot voor deze hond. Bij een T splitsing moet ik inhouden om de bocht te nemen. Fikkie loopt hierdoor weer op me in. Hij kan door het gras. Na de bocht geeft die zich echter gewonnen.
zondag 5 september 2010
Lang leve Luxemburg!
Planning en maandenlange training vooraf is er dit weekend niet bij. Het wordt mooi weer dit weekend en ik heb niet zo’n zin om weer te gaan fietsen. Er is genoeg te doen te doen, echter. Er is de Lubberding Classic, de Charly Gaul cyclo en de Würth classic. Of gewoon koersen op Sloten en trainen in de polder. Dit weekend doe ik wat anders. Ik heb zin in motorrijden en dit zin-in-hebben borrelt donderdagavond op. Ik besluit om een tas met spullen in te pakken en vrijdags na mijn werk naar zusje te rijden. Dan zaterdag door naar België en zondag weer naar huis. Ik heb toiletspullen, schone kleding en een paspoort ingepakt. Meer voorbereiding lijkt me niet nodig. Motor voltanken en richting Zuiden scheuren. Het is allemaal zo simpel. Ergens na Luik de snelweg af draaien en leuke weggetjes uitzoeken. Ik heb opnieuw de Garmin meegenomen. Hij heeft zijn geld nog steeds niet waargemaakt. Maar ik ben de beroerdste niet en hij mag het nu eens als motor navigator gaan proberen. Ik heb er tenslotte 240 euro voor betaald en dan blijf ik natuurlijk net zolang zoeken totdat ik er nut voor gevonden heb.
België bleek een hele slechte keuze. Alles is er mis. Fietsend had ik al ontdekt dat de wegen niet geweldig zijn maar als motorrijder wil je hier gewoon NIET zijn. Echt alles aan het Belgische wegennet deugt niet. Ten eerste staan er gewoon teveel huizen en rijden er teveel andere mensen rond. Er steken om de haverklap voetgangers over of je struikelt er over de fietsers. Geen enkele weg is netjes geasfalteerd. Er zitten heel veel kuilen en bulten in de weg. Grote gaten in het asfalt; veel grind op de weg; mislukte halve reparaties. En nog veel meer dat niet deugt. Om nog maar te zwijgen over de kasseien.
Ik stuur al heel snel richting Luxemburg. Alles wat België niet heeft, heeft Luxemburg wel. Overal en bedoel ik ook echt overal ligt NIEUW ZWART STRAK EGAAL ASFALT!!!! Er zijn geen huizen, geen mensen op de weg, geen voetgangers en geen fietsers. Het is een achtbaan van bochten waar je nagenoeg helemaal alleen doorheen rijdt. In de nabij gelegen Duitse Eifel geldt eenzelfde verhaal. Ik ga nooit meer naar België om te koersen of te motorrijden. Dit is een soort openbaring van geluk. De Charly Gaul cyclo wordt dit weekend in Luxemburg georganiseerd. Als ik volgend jaar een najaarscyclo ga rijden, dan is het deze. De Velomediane kan me even gestolen worden.
Ik slaap in Hotel International in Klier. De kamer is klein en het sanitair schoon. Niets spannend om over te melden. Het ontbijt echter wel. Dit zijn de ontbijt buffetten waarvoor je nog een keer terug gaat naar een hotel. Overdaad is het enige goede woord dat de lading dekt. Er zijn gebakken eieren op bestelling te krijgen, evenals pannenkoeken. Er zijn ook nog gekookte eieren en roerbak eieren. Een zeer grote hoeveelheid brood. Zoete broodjes, croissantjes, taart. Alles soorten vlees en kaas. Zelfgemaakte jam; vers fruit; yoghurt, kwark en cruesli. En dan vergeet ik vast nog iets. Als klap op de vuurpijl is er ook nog champagne voor de liefhebber. Want zeg nou zelf, “een ontbijtje zonder champagne, dat kan toch gewoon niet!”. Ik heb de rest van de dag nauwelijks nog iets gegeten. Ik ging met een beetje een vol gevoel uit de ontbijtzaal weg.
Volgend week weer gewoon fietsen.
België bleek een hele slechte keuze. Alles is er mis. Fietsend had ik al ontdekt dat de wegen niet geweldig zijn maar als motorrijder wil je hier gewoon NIET zijn. Echt alles aan het Belgische wegennet deugt niet. Ten eerste staan er gewoon teveel huizen en rijden er teveel andere mensen rond. Er steken om de haverklap voetgangers over of je struikelt er over de fietsers. Geen enkele weg is netjes geasfalteerd. Er zitten heel veel kuilen en bulten in de weg. Grote gaten in het asfalt; veel grind op de weg; mislukte halve reparaties. En nog veel meer dat niet deugt. Om nog maar te zwijgen over de kasseien.
Ik stuur al heel snel richting Luxemburg. Alles wat België niet heeft, heeft Luxemburg wel. Overal en bedoel ik ook echt overal ligt NIEUW ZWART STRAK EGAAL ASFALT!!!! Er zijn geen huizen, geen mensen op de weg, geen voetgangers en geen fietsers. Het is een achtbaan van bochten waar je nagenoeg helemaal alleen doorheen rijdt. In de nabij gelegen Duitse Eifel geldt eenzelfde verhaal. Ik ga nooit meer naar België om te koersen of te motorrijden. Dit is een soort openbaring van geluk. De Charly Gaul cyclo wordt dit weekend in Luxemburg georganiseerd. Als ik volgend jaar een najaarscyclo ga rijden, dan is het deze. De Velomediane kan me even gestolen worden.
Ik slaap in Hotel International in Klier. De kamer is klein en het sanitair schoon. Niets spannend om over te melden. Het ontbijt echter wel. Dit zijn de ontbijt buffetten waarvoor je nog een keer terug gaat naar een hotel. Overdaad is het enige goede woord dat de lading dekt. Er zijn gebakken eieren op bestelling te krijgen, evenals pannenkoeken. Er zijn ook nog gekookte eieren en roerbak eieren. Een zeer grote hoeveelheid brood. Zoete broodjes, croissantjes, taart. Alles soorten vlees en kaas. Zelfgemaakte jam; vers fruit; yoghurt, kwark en cruesli. En dan vergeet ik vast nog iets. Als klap op de vuurpijl is er ook nog champagne voor de liefhebber. Want zeg nou zelf, “een ontbijtje zonder champagne, dat kan toch gewoon niet!”. Ik heb de rest van de dag nauwelijks nog iets gegeten. Ik ging met een beetje een vol gevoel uit de ontbijtzaal weg.
Volgend week weer gewoon fietsen.