Weekendje weg deels op kosten van de baas. Vaste loondienst heeft ook zo z'n voordelen.
In het drukke vakantie programma van dit voorjaar kan er ook nog wel een weekendje Barcelona bij. Niet goed voor de fietsvorm want ik lig laat in bed, drink teveel wijn, eet te vet en rook teveel sigaren. Het zal me even een zorg zijn. Leven doe je maar een keer. En laat het dan in ieder geval een beetje genieten zijn.
Vrijdag 28 mei
Hoe ga je naar Schiphol als je maar drie dagen weg gaat? Antwoord: met de trein natuurlijk; toch ga ik met de auto. Waarom dan? De laatste trein van Schiphol naar Almere gaat zondag nacht om 0:30 en onze kist landt volgens schema om 23:55. Met de trein gaan is een beetje de goden verzoeken. Dat is garantie om vertraging te hebben met je vlucht. Dus toch maar de auto. Maar waar parkeer je dan weer? Kort parkeren kost een godsvermogen en lang parkeren is ook goed voor 40 euro. Dan maar een truck. Parkeren in Hoofddorp en met de trein naar Schiphol. Er rijden ten slotte nachttreinen op dit traject. We vliegen met Transavia en ook bij deze maatschappij heb je geen beenruimte. Binnen 2 uur staan we op Barcelona airport. Licht bewolkt en 21 graden met het vooruitzicht dat het alleen maar zonnig wordt met zo'n 23 graden. Eindelijk eens lekker weer. In de Eifel was het koud en op de Ventoux was steenkoud maar nu gewoon lekker zomerweer. We krijgen een rondrit door de stad, over de Mont Juich, langs de Sagrada Familia en door de haven. Hebben we dat gelijk gehad en kan ik me de rest van dit weekend op de belangrijke zaken richten. Wijn en tapas in de kroeg en sigaren roken in het park. Na een dutje in het hotel ga ik eens lekker eten in de stad. Iets na tienen zit ik op het terras met wijn en tapas. Daarna verdwaal ik een tijdje in de stad. Barcelona gaat uit en er is genoeg te zien. Spuuglelijke hoeren die allemaal iets van me willen omdat ik als man alleen rondloop. Als je met dit soort gevallen seks moet hebben, vind ik dat er geld bij moet. Dat doe je echt niet voor de lol. Daarnaast lopen de welbekende negers rond met hun prullaria. De mannen met balletje balletje zijn er ook weer en men is druk doende om hasjiesj te verkopen. Snappen ze dan niet dat ik Nederland kom en dat ik de suffe troep gewoon legaal kan kopen en roken? Hasjiesj en marihuana zijn trouwens voor de softies. Echte mannen roken dikke sigaren. Behalve dit goed-bedoeld en relatief onschuldig tuig is het ook druk met veel toeristen. Allemaal wel leuk kijkvoer. Ik lig om 2uur in bed. Gelukkig kan ik morgen nog tot 11 uur ontbijten.
zaterdag 29 mei
Uitslapen tot 10 en uur en op mijn gemak ontbijten. Daarna naar het Palau de la Musica Catalana. Niet van Gaudi maar wel van een van zijn tijdgenoten. Volgens mij waren ze in die tijd allemaal geniaal gek. Het Palau is in een woord MOOI!!!!! Het is gebouwd tussen 1905 en 1908. Kijk, daar kunnen ze bij de Sagrada nog iets van leren. Die zijn begonnen in 1880 en het is nu nog steeds niet eens voor de helft af. Het Palau is gebouwd in Jugendstil en nog bijna alles is bij het oude gebleven. Het is door de korte bouwtijd geen mengelmoes van stijlen maar is echt een geheel. Geen enkele muur is gewoon een muur, geen enkele pilaar een pilaar. Echt alles is versierd en overal zit een verhaal aan vast. Ook technisch gezien is dit pand een hoogstandje. Er zit zelfs airco in en dat voor 1908. De architect was zijn tijd ver vooruit. Het is een echt Catalaans pand met heel veel Catalaanse symbolen. Het is wonder boven wonder gespaard gebleven gedurende de Spaanse burgeroorlog. Veel gebouwen in de stad zijn in die tijd verwoest maar het Palau werd niet geraakt. In de Franco tijd waren alle Catalaanse symbolen afgedekt en mocht er geen Catalaans worden gezongen. Een avond gebeurde dit toch en de hele zaal zong mee. Iedereen werd gearresteerd. Leuk baasje hoor, die Franco. Ooit ergens een tik van de molen meegekregen in zijn opvoeding. De rest van de dag besteed ik met mensen kijken, van het zonnetje genieten, wijn drinken en tapas eten.
Zondag 30 mei:
Nog meer cultureel gedoe. Ik doe het Picasso museum en het Casa Mila. Twee culturele dingen op een dag; het moet niet gekker worden. Volgens mij heb ik mijn portie cultuur voor het komende jaar wel weer gehad. Over het Picasso valt eigenlijk weinig te schijven. Er hangen veel werken van Picasso en ze doen uitgebreid hun best om het verhaal van de schilder in zijn jonge dagen te vertellen. Dat lukt ze aardig. Er is één zaal die mijn aandacht trekt en dat is de zaal waar de abstracte interpretatie van Picasso hangt geïnspireerd door het schilderij ”Las Meninas” van Velasquez. Alle figuren van het uit 1656 stammende schilderij zijn abstract en karikaturaal weergegeven. De rest van de zalen kan mij niet zo boeien. Er hangen schilderijen en de meeste zijn eigenlijk het aanzien niet waard. Maar ze zijn echte Picassos en dus hanger ze er. Een beetje museum opvulling.
In het Casa Milo krijg ik ruzie met de lokale security. Ze hebben iets nieuws bedacht om toeristen te pesten. Toeristen komen toch wel want wij hebben een mooi Gaudi huis en dus kunnen we ons wel wat permitteren, lijkt het motto alhier. Het is verboden om een rugzak op je rug te dragen. Lees dit aub nog een keer. Het is verboden om een rugzak op je rug te dragen. Ik negeer deze stompzinnige regel en loop gewoon met mini rugzak op mijn rug. Ik word hierop aangesproken door een dame, nog een dame en nog een dame. Maar ik negeer hun gezeur. Dan staat plots een dame voor mijn neus in pak, stropdas en walkie-talkie en zij gaat mij proberen uit te leggen wat ik fout doe. Ik krijg enorm veel zin om hier ruzie over te gaan maken. Niet dat je deze discussie kan winnen maar ik heb er een hekel aan als mensen mij stompzinnige regels gaan opleggen. Ik ben geen klein kind; ik weet zelfs heus wel hoe ik een tas moet dragen.
“U mag uw rugzak niet op uw rug dragen. U mag uw rugzak alleen op uw buik dragen of afgeven bij garderobe”
Ik zeg: “Het is een RUGzak! Die is bedoeld om op je rug te dragen. Als het de bedoeling was dat je die op je buik droeg, hadden ze het wel BUIKzak genoemd”.
Deze opmerking maakt geen indruk. Ik krijg nu te horen dat het voor veiligheidsredenen is dat ik mijn rugzak op mijn buik moet dragen. Ik vraag om uitleg hierover want hier snap ik echt niets van. De Spaanse dame probeert dit uit te leggen maar slaagt daar niet in. Het is ook niet uit te leggen. Waarom is een rugzak op je rug dragen onveilig? Halverwege haar verhaal komt ze er in het Engels niet meer uit; ze gaat over in het Spaans. Ik praat mee in het Spaans. Ik kan in meerdere talen mezelf recalcitrant gedragen. Het zijn de regels van het huis zegt ze en als die mij niet aanstaan, mag ik weer vertrekken. Ik vraag of er nog meer vage regels zijn. Moet ik ook mijn T-shirt binnenste buiten dragen of mijn schoen aan mijn verkeerde voet doen? Ze gaan nu dreigen om het opperhoofd security erbij te halen. Ik vraag of ik de rugzak wel aan mijn hand mag dragen. Nee, dat mag ook niet. Maar ik zie mensen met een gewone tas lopen en die dragen ze gewoon aan hun hand. Ook dat blijk ik verkeerd te zien. Een gewone tas mag je in hand dragen maar een rugzak moet je op je buik dragen. Let wel! Ik heb het over een mini mini zugzakje van 10 L waar een flesje water, een boek en een souvenir inzit. Ik krijg enorm de kriebels van dit soort betuttelend gedrag.
Het Gaudi huis is overigens best mooi.
De rest van de dag besteed ik met tapas eten, wijn drinken en terug naar huis vliegen. We vliegen laat terug en om 5 over twaalf landen we op de luchthaven van Schiphol. Nu nog even mijn tas van de bagageband plukken, naar Hoofddorp met de trein en vandaar naar huis rijden. Om half twee lig ik pas in bed. Gelukkig ben ik morgen vrij om uit te slapen.
maandag 31 mei 2010
maandag 24 mei 2010
weekendje trainen
22 mei koers op wielerparkoers in Sloten:
In plaats van naar de koers te fietsen (45 km), ga ik gewoon met de auto met het idee om net als vorige keer prijs te rijden. Helaas blijken er vandaag geen premies te verdienen. De gulle gever doet ook even aan krediet crisis. En daar was ik nu net voor gekomen. Gewoon in het peloton meerijden, de eindsprint aan me voorbij laten gaan en onderweg proberen aan van de premies op te rapen. Nu is er alleen bij de eindsprint wat te verdienen maar ik heb eigenlijk niet zo’n zin in het gedrum en gewring in de laatste paar kilometer. Dan maar proberen weg te rijden met een kopgroep. Maar dan moet wel alles een beetje mee zitten. Op ongeveer 20-25 km voor de meet ontsnappen met 8 man en dan hopen dat we de ruimte krijgen.
Het eerste half uur gebeurt er niets. Geen premiespurts dus maar ook geen ontsnappingen. Een beetje lam gedoe aan 42 per uur. Daarna komt het peloton warempel tot leven. Er zijn ontsnappingspogingen maar veel stelt het allemaal niet voor. Meer dan een km duurt het niet voordat ze gegrepen zijn en het komt niet verder dan een paar seconden voorsprong. Het tempo in het peloton stijgt er wel wat door. Ik rij naar voren om me met het ontsnappingen spel te gaan bemoeien en bij de eerste demarrage zit ik direct mee. We zijn weg met 4 man. Vier man is leuk om mee te klaverjassen maar het einde van de koers gaan we er niet mee halen; dat is te weinig volk. Ik ga het niet volhouden om 25 km te rijden aan 45 in het uur. Gelukkig sluiten er na een ronde 5 andere renners aan. Kijk, nu begint het ergens op te lijken. Als die negen man ook nog eens willen rijden is het helemaal mooi. Niet dus! Het is hommeles van het begin af aan. Renners nemen niet over en het tempo is niet strak. Na een ronde worden we weer gegrepen door het peloton dat niemand laat rijden vandaag. De ontsnapping had het 9 rondes moeten volhouden maar we stranden al na 2. Niet echt imposant dus.
Dan maar gaan wringen bij de massaspurt. Dit blijk ik dus niet te kunnen. Met nog 500 meter te gaan rijdt iedereen plotsklaps 5 km harder. Behalve ik. De 15 man die nu voor me rijden laat ik lekker begaan. Ik ben niet gemaakt voor dit werk. Mijn topsnelheid blijft steken op 54,5 kmh en als ik mee wil rijden voor de prijzen moet ik toch echt 60 of harder kunnen rijden.
23 mei: Rondje Markermeer
Het mooie van deze ronde is dat er ergens halverwege een punt is waar terugrijden geen zin meer heeft. Je kunt onmogelijk het rondje ergens halverwege inkorten of een shortcut naar huis pakken. Als je bij Hoorn zit, staat er 75 km op de teller en dan moet je gewoon door. Eerst naar Enkhuizen en dan over de dijk naar Lelystad en door naar huis. Goed voor 151 km.
Wat je onderweg zoal allemaal tegenkomt:
• In paniek geraakte ganzen. Jonge ganzen, heftig met vleugels klappen en rare geluiden uitstotend. De groep ganzen die ik voorbij reed werd in twee-en gesplitst. De ouders en drie jongen zochten hun heil links van het fietspad; een jong zocht zijn heil rechts van het fietspad. En dus was er paniek.
• Mensen die hun papegaai uilaten. Ja, echt waar; niet hun hond maar twee papegaaien op je stuur zetten en een beetje rondfietsen.
• Libelle-zomer-week-bezoekers. Die letten echt nergens op. Gewoon het fietspad oversteken zonder te kijken. Zo’n wielrenner die met 35 kmh komt aansuizen, daar kan je net zo goed tegenaan lopen. Wat zouden ze hun kinderen eigenlijk aanleren?
• Hordes toeristen in Volendam. Als je dit ziet, wil je spontaan immigreren.
• Heel veel water; Markermeer, Ijsselmeer en nog veel meer ander water.
• Plaatsnaambordjes die op dam eindigen. Monnikendam, Durgerdam, Volendam, Schardam, Edam, Amsterdam, enzovoort enzovoort. Vooral Edam vind ik mooi gekozen. Hier is echt over nagedacht (Niet dus). Het moest natuurlijk op dam eindigen en ze hebben nog net niet de eerste klinker uit het alfabet ervoor gezet. Dat klonk zeker te christelijk.
In plaats van naar de koers te fietsen (45 km), ga ik gewoon met de auto met het idee om net als vorige keer prijs te rijden. Helaas blijken er vandaag geen premies te verdienen. De gulle gever doet ook even aan krediet crisis. En daar was ik nu net voor gekomen. Gewoon in het peloton meerijden, de eindsprint aan me voorbij laten gaan en onderweg proberen aan van de premies op te rapen. Nu is er alleen bij de eindsprint wat te verdienen maar ik heb eigenlijk niet zo’n zin in het gedrum en gewring in de laatste paar kilometer. Dan maar proberen weg te rijden met een kopgroep. Maar dan moet wel alles een beetje mee zitten. Op ongeveer 20-25 km voor de meet ontsnappen met 8 man en dan hopen dat we de ruimte krijgen.
Het eerste half uur gebeurt er niets. Geen premiespurts dus maar ook geen ontsnappingen. Een beetje lam gedoe aan 42 per uur. Daarna komt het peloton warempel tot leven. Er zijn ontsnappingspogingen maar veel stelt het allemaal niet voor. Meer dan een km duurt het niet voordat ze gegrepen zijn en het komt niet verder dan een paar seconden voorsprong. Het tempo in het peloton stijgt er wel wat door. Ik rij naar voren om me met het ontsnappingen spel te gaan bemoeien en bij de eerste demarrage zit ik direct mee. We zijn weg met 4 man. Vier man is leuk om mee te klaverjassen maar het einde van de koers gaan we er niet mee halen; dat is te weinig volk. Ik ga het niet volhouden om 25 km te rijden aan 45 in het uur. Gelukkig sluiten er na een ronde 5 andere renners aan. Kijk, nu begint het ergens op te lijken. Als die negen man ook nog eens willen rijden is het helemaal mooi. Niet dus! Het is hommeles van het begin af aan. Renners nemen niet over en het tempo is niet strak. Na een ronde worden we weer gegrepen door het peloton dat niemand laat rijden vandaag. De ontsnapping had het 9 rondes moeten volhouden maar we stranden al na 2. Niet echt imposant dus.
Dan maar gaan wringen bij de massaspurt. Dit blijk ik dus niet te kunnen. Met nog 500 meter te gaan rijdt iedereen plotsklaps 5 km harder. Behalve ik. De 15 man die nu voor me rijden laat ik lekker begaan. Ik ben niet gemaakt voor dit werk. Mijn topsnelheid blijft steken op 54,5 kmh en als ik mee wil rijden voor de prijzen moet ik toch echt 60 of harder kunnen rijden.
23 mei: Rondje Markermeer
Het mooie van deze ronde is dat er ergens halverwege een punt is waar terugrijden geen zin meer heeft. Je kunt onmogelijk het rondje ergens halverwege inkorten of een shortcut naar huis pakken. Als je bij Hoorn zit, staat er 75 km op de teller en dan moet je gewoon door. Eerst naar Enkhuizen en dan over de dijk naar Lelystad en door naar huis. Goed voor 151 km.
Wat je onderweg zoal allemaal tegenkomt:
• In paniek geraakte ganzen. Jonge ganzen, heftig met vleugels klappen en rare geluiden uitstotend. De groep ganzen die ik voorbij reed werd in twee-en gesplitst. De ouders en drie jongen zochten hun heil links van het fietspad; een jong zocht zijn heil rechts van het fietspad. En dus was er paniek.
• Mensen die hun papegaai uilaten. Ja, echt waar; niet hun hond maar twee papegaaien op je stuur zetten en een beetje rondfietsen.
• Libelle-zomer-week-bezoekers. Die letten echt nergens op. Gewoon het fietspad oversteken zonder te kijken. Zo’n wielrenner die met 35 kmh komt aansuizen, daar kan je net zo goed tegenaan lopen. Wat zouden ze hun kinderen eigenlijk aanleren?
• Hordes toeristen in Volendam. Als je dit ziet, wil je spontaan immigreren.
• Heel veel water; Markermeer, Ijsselmeer en nog veel meer ander water.
• Plaatsnaambordjes die op dam eindigen. Monnikendam, Durgerdam, Volendam, Schardam, Edam, Amsterdam, enzovoort enzovoort. Vooral Edam vind ik mooi gekozen. Hier is echt over nagedacht (Niet dus). Het moest natuurlijk op dam eindigen en ze hebben nog net niet de eerste klinker uit het alfabet ervoor gezet. Dat klonk zeker te christelijk.
maandag 17 mei 2010
Cingle de Ventoux!
Verslag van een lang Pinksterweekend in de Provence:
Roland en ik hebben een weddenschap afgesloten over de Mont Ventoux. Hij zal hem pogen op te rijden en hij krijgt van mij een uur voorsprong. Het gaat over de Bedoin zijde en ik zal dus volle bak moeten rijden om het uur dicht te rijden. Als tegenprestatie zal ik pogen de berg drie keer op een dag op te rijden. Behalve deze weddenschap staan er ook nog twee weddenschappen open met Els, de vrouw van een Belgische collega van Roland. We hebben een hotel geboekt in Bedoin waar we op woensdag naar toe rijden.
Het hotel ligt in het oude Middeleeuwse centrum van de stad. Dat is al een beleving op zich. Eerst mag je door een alling smal steegje rijden, dan onder een eeuwen oude boog door. De auto pas er net tussendoor. 20 cm links en 20 cm rechts. Dan nog even een haakse bocht. Wat als we nu verkeerd zitten? Komen we dan ooit nog terug of moeten we dan de auto maar verkopen en te voet verder ofzo. Boven bij het hotel is een parkeer terrein. Het klopt dus toch. Het blijkt oud; echt oud maar wel mooi. Oude kasten, oude tegels, oude scheve muren, lage deuren, enz enz. Er ligt echt geen tegel recht op de vloer. Maar het is allesbehalve lelijk; het is echt authentiek Frans mooi. Ook het eten 's avonds in het restaurant is Frans. Eten is belangrijk in Frankrijk!! De kok verdient een pluim.
Hemelvaartsdag:
We staan om 7:45 op. De reden dat Roland wakker wordt, is een SMS van Els. Ze gaat vandaag de Ventoux doen. Leuk zo’n planning; zeker onderdeel van de psychologische oorlogsvoering. Wij mogen dus ook aan de bak! Door de geweldige planning gaat mijn plan om de Ventoux drie keer te doen in rook op. Iets plannen met Belgen is namelijk nogal tijdrovend. Pas tegen elven rijden we omhoog. Gisteren een lange reis en iets teveel wijn bij het eten doen geen goede dingen voor de vorm. Dan maar een keer maar dan wel vanuit Vaison naar de voet van de klim fietsen. De klim is eigenlijk niet eens zo heel moeilijk. Desondanks word ik er goed moe van. Vanaf het bos rij ik volle bak omhoog. Mijn pols schiet naar de 180 om daar lange tijd te blijven hangen. Mijn pols schommelt de hele klim tussen de 170 en de 183. De beoogde klimtijd van 1:30 haal ik niet. Ik blijf steken op 1:36. Maar een uur sneller dan Roland was toch niet gelukt. Hij heeft het gered in 2:15 en dat is een goede tijd voor een absolute beginner die te weinig heeft getraind. Over het uitzicht valt weinig te zeggen; witte mist en grijze mist. Op het kale stuk even wat zon en verder veel wolken. Boven is het fris. Een graad of 10 en nauwelijks wind voor Ventoux begrippen. Het is vandaag goed druk op de berg. De Fransen zijn vrij vanwege Hemelvaart en het lijkt alsof half België is uitgerukt voor de Ventoux. Ik schat van de honderden mensen die vandaag de Ventoux doen minimaal de helft Belg is. Het zijn veel wielertoeristen die omhoog fietsen. Van gewone hybride fietsen, mountain bikes tot aan in de puntjes verzorgde wielrenners toe. Ik word onderweg door twee fotograven op de gevoelige plaat vast gelegd. Blijkbaar twee lokale Franse fotograven die een commercieel steentje bijdragen aan de Ventoux beleving. Bij de twee fotograaf staat mijn gezicht inmiddels op oorlog. Morgen op de site eens teugkijken welke “Jan Ullrich kop” ik heb getrokken. De afdaling was leuk. Nauwelijks remmen en strak bochten insturen. Nu alleen nog even 24 km terugfietsen naar Vaison. Eenmaal in Vaison is het even zoeken naar de oude stad. Daar blijkt het stervensdruk met toeristen. Een hele buslading grijze golf figuren slentert omhoog. Ik wil er tussendoor fietsen maar zie geen kans. Een bel heb ik niet en vriendelijk vragen of ze aan de kant gaan werkt ook niet. Ze zijn geobsedeerd door de oude stenen en hebben geen oog meer voor andere dingen.
Cultureel gedoe op vrijdag.
We zijn moe, allebei. Roland heeft voor het eerst in zijn leven een echte berg beklommen en ik heb 100 km in de benen. En dat was gisteren. Toen we eigenlijk al moe waren voordat we aan die inspanningen begonnen. Een lange autoreis achter de boeg en een fles wijn bij het avondeten als voorbereiding. Vandaag daarom maar eens cultureel gedoe in het dorp en op ons gemak eten en drinken. Morgen volgen er nog meer suffe, lange en vermoeiende fietsplannen. We doen vandaag het culturele gedoe waarom Vaison bekend is. We gaan kijken naar oude stenen. We bekijken ze echter vanuit een heel ander gezichtspunt dan de gemiddelde toerist. Voor ons is het meer een beetje tijd doden en uitrusten. We kijken als twee ingenieurs van TU Eindhoven naar een verzameling oude meuk. En vooral grappen blijven maken, bijdehante opmerkingen bedenken en met wat nuchterheid de boel relativeren. Het 'maison du buste en argent' wordt het huis van de vrouw met de zilveren borsten. 'Quartier commerçant' wordt de koopjeshoek. We zien ook nog wat ongebruikte oude stenen ergens in een hoek liggen. Wij gokken erop dat er volgend jaar nieuwe “opgravingen” te zien zijn. Gewoon elk jaar een stukje bijbouwen. Je moet je toeristische attractie toch af en toe een impuls geven. Ik koop nog lokale wijn en een heus Provençaals geschilderde fruitschaal. Nu voel ik me echt een toerist. ´s Avonds eten we bij een overheerlijke restaurant. We eten een terrine van eendenlever, een lokaal hoofdgerecht van schaap, perentaart vergezeld met een flesje lokale bocht. Dit is DE reden om naar Frankrijk te gaan. Elke hap is een genot; elke slok is genieten.
Cinglé du Ventoux
Er is een oud Provençaals gezegde dat zegt: ¨Je bent niet gek als je de Ventoux beklimt, je bent idioot als je het nog een keer doet¨. En daarom is er dus de Cinglé du Ventoux voor wielrenners bedacht; dit betekent zoiets als idioten van de Ventoux en als je hier wil bij horen moet je drie keer op een dag de Ventoux beklimmen vanaf de drie verschillende kanten. Mijn doel is om erbij te horen en vandaag is de dag. De weervoorspellingen zijn redelijk en kloppen ook redelijk. Bovenop de Ventoux is het echter gewoon koud, nevelig en mistig. Bij elke keer dat ik bovenkom is het weer verslechterd. Het wordt er steeds kouder en het gaat steeds harder waaien. Ik begin in Malaucene en heb vandaag de luxe een heuse ploegleider bij me te hebben. Roland rijdt in de volgauto en voorziet me van vanalles. Nieuwe bidons, extra kleding en energierepen wordt me allemaal al rijdend aangereikt. Ik hoef alleen maar te fietsen en door te rijden. Ik begin met de Malaucene kant; een van twee zware zijdes. Bovenop de top is het min 1 graden en is een doorkomst van een of andere marathon wedstrijd. Alle rennende deelnemers die ik tegenkwam in de klim moedigden me aan. Ik hun niet; daar heb ik even de puf niet voor. Boven op de top even snel opwarmen in de ploegleiderwagen en daarna snel dalen. Dan de tweede zware klim van de dag; de Bedoin zijde ofwel de klassieke zware zijde. Tot aan het einde van het bos gaat het nog goed. Op het kale stuk na Chatelet Renard gaat het minder goed. Het is harder gaan waaien en nog steeds -1 op de top. De wind wordt vervelend. Daarna volgt de lange saaie afdaling naar Sault voor de derde en laatste klim. De klim vanaf Sault is niet moeilijk maar ik heb bijna alleen maar harde tegenwind en de jus is inmiddels ook uit de benen. De laatste paar km rijd ik even mee met een Oostenrijker die nog wat kopwerk voor me wil doen. Daarna volgt weer het kale stuk tussen Renard en de top. Het is nu opgehouden met hard waaien en het is ronduit gaan stormen. Op de stukken met wind tegen rij ik amper 8 kmh. 2 km voor de top krijg ik plots een ram wind van voren en de snelheid zakt in een klap van 10 kmh naar zeven. Ik vervloek de wind met een harde oerkreet en ploeter voort. Met nog 500 meter te gaan komt de wind van rechts en ik wordt de van de weg afgeblazen. Ik moet uitwijken naar links wegens de wind en kan nog net een Landrover ontwijken. 50 meter verder rij ik bijna het ravijn in. Ik kan mijn fiets niet naar rechts gestuurd krijgen en moet afstappen. Ik besluit even te gaan lopen net als de Oostenrijker die ik eerder tegen kwam. Als ik de Oostenrijker weer zie fietsen, stap ik ook weer op. De laatse 400 meter fiets ik weer. Ik steek drie vingers in de lucht en roep: “TROIS FOIS!!! TROIS FOIS!!! TROIS FOIS!!!”. Roland maakt fotos en ik word ook nog gefeliciteerd door en Fransman die heroïek van mijn prestaties wel inziet. Ik heb het gehaald; drie keer de Ventoux op een dag. Ik daal af met de auto; ik vond fietsen te gevaarlijk worden.
Roland en ik hebben een weddenschap afgesloten over de Mont Ventoux. Hij zal hem pogen op te rijden en hij krijgt van mij een uur voorsprong. Het gaat over de Bedoin zijde en ik zal dus volle bak moeten rijden om het uur dicht te rijden. Als tegenprestatie zal ik pogen de berg drie keer op een dag op te rijden. Behalve deze weddenschap staan er ook nog twee weddenschappen open met Els, de vrouw van een Belgische collega van Roland. We hebben een hotel geboekt in Bedoin waar we op woensdag naar toe rijden.
Het hotel ligt in het oude Middeleeuwse centrum van de stad. Dat is al een beleving op zich. Eerst mag je door een alling smal steegje rijden, dan onder een eeuwen oude boog door. De auto pas er net tussendoor. 20 cm links en 20 cm rechts. Dan nog even een haakse bocht. Wat als we nu verkeerd zitten? Komen we dan ooit nog terug of moeten we dan de auto maar verkopen en te voet verder ofzo. Boven bij het hotel is een parkeer terrein. Het klopt dus toch. Het blijkt oud; echt oud maar wel mooi. Oude kasten, oude tegels, oude scheve muren, lage deuren, enz enz. Er ligt echt geen tegel recht op de vloer. Maar het is allesbehalve lelijk; het is echt authentiek Frans mooi. Ook het eten 's avonds in het restaurant is Frans. Eten is belangrijk in Frankrijk!! De kok verdient een pluim.
Hemelvaartsdag:
We staan om 7:45 op. De reden dat Roland wakker wordt, is een SMS van Els. Ze gaat vandaag de Ventoux doen. Leuk zo’n planning; zeker onderdeel van de psychologische oorlogsvoering. Wij mogen dus ook aan de bak! Door de geweldige planning gaat mijn plan om de Ventoux drie keer te doen in rook op. Iets plannen met Belgen is namelijk nogal tijdrovend. Pas tegen elven rijden we omhoog. Gisteren een lange reis en iets teveel wijn bij het eten doen geen goede dingen voor de vorm. Dan maar een keer maar dan wel vanuit Vaison naar de voet van de klim fietsen. De klim is eigenlijk niet eens zo heel moeilijk. Desondanks word ik er goed moe van. Vanaf het bos rij ik volle bak omhoog. Mijn pols schiet naar de 180 om daar lange tijd te blijven hangen. Mijn pols schommelt de hele klim tussen de 170 en de 183. De beoogde klimtijd van 1:30 haal ik niet. Ik blijf steken op 1:36. Maar een uur sneller dan Roland was toch niet gelukt. Hij heeft het gered in 2:15 en dat is een goede tijd voor een absolute beginner die te weinig heeft getraind. Over het uitzicht valt weinig te zeggen; witte mist en grijze mist. Op het kale stuk even wat zon en verder veel wolken. Boven is het fris. Een graad of 10 en nauwelijks wind voor Ventoux begrippen. Het is vandaag goed druk op de berg. De Fransen zijn vrij vanwege Hemelvaart en het lijkt alsof half België is uitgerukt voor de Ventoux. Ik schat van de honderden mensen die vandaag de Ventoux doen minimaal de helft Belg is. Het zijn veel wielertoeristen die omhoog fietsen. Van gewone hybride fietsen, mountain bikes tot aan in de puntjes verzorgde wielrenners toe. Ik word onderweg door twee fotograven op de gevoelige plaat vast gelegd. Blijkbaar twee lokale Franse fotograven die een commercieel steentje bijdragen aan de Ventoux beleving. Bij de twee fotograaf staat mijn gezicht inmiddels op oorlog. Morgen op de site eens teugkijken welke “Jan Ullrich kop” ik heb getrokken. De afdaling was leuk. Nauwelijks remmen en strak bochten insturen. Nu alleen nog even 24 km terugfietsen naar Vaison. Eenmaal in Vaison is het even zoeken naar de oude stad. Daar blijkt het stervensdruk met toeristen. Een hele buslading grijze golf figuren slentert omhoog. Ik wil er tussendoor fietsen maar zie geen kans. Een bel heb ik niet en vriendelijk vragen of ze aan de kant gaan werkt ook niet. Ze zijn geobsedeerd door de oude stenen en hebben geen oog meer voor andere dingen.
Cultureel gedoe op vrijdag.
We zijn moe, allebei. Roland heeft voor het eerst in zijn leven een echte berg beklommen en ik heb 100 km in de benen. En dat was gisteren. Toen we eigenlijk al moe waren voordat we aan die inspanningen begonnen. Een lange autoreis achter de boeg en een fles wijn bij het avondeten als voorbereiding. Vandaag daarom maar eens cultureel gedoe in het dorp en op ons gemak eten en drinken. Morgen volgen er nog meer suffe, lange en vermoeiende fietsplannen. We doen vandaag het culturele gedoe waarom Vaison bekend is. We gaan kijken naar oude stenen. We bekijken ze echter vanuit een heel ander gezichtspunt dan de gemiddelde toerist. Voor ons is het meer een beetje tijd doden en uitrusten. We kijken als twee ingenieurs van TU Eindhoven naar een verzameling oude meuk. En vooral grappen blijven maken, bijdehante opmerkingen bedenken en met wat nuchterheid de boel relativeren. Het 'maison du buste en argent' wordt het huis van de vrouw met de zilveren borsten. 'Quartier commerçant' wordt de koopjeshoek. We zien ook nog wat ongebruikte oude stenen ergens in een hoek liggen. Wij gokken erop dat er volgend jaar nieuwe “opgravingen” te zien zijn. Gewoon elk jaar een stukje bijbouwen. Je moet je toeristische attractie toch af en toe een impuls geven. Ik koop nog lokale wijn en een heus Provençaals geschilderde fruitschaal. Nu voel ik me echt een toerist. ´s Avonds eten we bij een overheerlijke restaurant. We eten een terrine van eendenlever, een lokaal hoofdgerecht van schaap, perentaart vergezeld met een flesje lokale bocht. Dit is DE reden om naar Frankrijk te gaan. Elke hap is een genot; elke slok is genieten.
Cinglé du Ventoux
Er is een oud Provençaals gezegde dat zegt: ¨Je bent niet gek als je de Ventoux beklimt, je bent idioot als je het nog een keer doet¨. En daarom is er dus de Cinglé du Ventoux voor wielrenners bedacht; dit betekent zoiets als idioten van de Ventoux en als je hier wil bij horen moet je drie keer op een dag de Ventoux beklimmen vanaf de drie verschillende kanten. Mijn doel is om erbij te horen en vandaag is de dag. De weervoorspellingen zijn redelijk en kloppen ook redelijk. Bovenop de Ventoux is het echter gewoon koud, nevelig en mistig. Bij elke keer dat ik bovenkom is het weer verslechterd. Het wordt er steeds kouder en het gaat steeds harder waaien. Ik begin in Malaucene en heb vandaag de luxe een heuse ploegleider bij me te hebben. Roland rijdt in de volgauto en voorziet me van vanalles. Nieuwe bidons, extra kleding en energierepen wordt me allemaal al rijdend aangereikt. Ik hoef alleen maar te fietsen en door te rijden. Ik begin met de Malaucene kant; een van twee zware zijdes. Bovenop de top is het min 1 graden en is een doorkomst van een of andere marathon wedstrijd. Alle rennende deelnemers die ik tegenkwam in de klim moedigden me aan. Ik hun niet; daar heb ik even de puf niet voor. Boven op de top even snel opwarmen in de ploegleiderwagen en daarna snel dalen. Dan de tweede zware klim van de dag; de Bedoin zijde ofwel de klassieke zware zijde. Tot aan het einde van het bos gaat het nog goed. Op het kale stuk na Chatelet Renard gaat het minder goed. Het is harder gaan waaien en nog steeds -1 op de top. De wind wordt vervelend. Daarna volgt de lange saaie afdaling naar Sault voor de derde en laatste klim. De klim vanaf Sault is niet moeilijk maar ik heb bijna alleen maar harde tegenwind en de jus is inmiddels ook uit de benen. De laatste paar km rijd ik even mee met een Oostenrijker die nog wat kopwerk voor me wil doen. Daarna volgt weer het kale stuk tussen Renard en de top. Het is nu opgehouden met hard waaien en het is ronduit gaan stormen. Op de stukken met wind tegen rij ik amper 8 kmh. 2 km voor de top krijg ik plots een ram wind van voren en de snelheid zakt in een klap van 10 kmh naar zeven. Ik vervloek de wind met een harde oerkreet en ploeter voort. Met nog 500 meter te gaan komt de wind van rechts en ik wordt de van de weg afgeblazen. Ik moet uitwijken naar links wegens de wind en kan nog net een Landrover ontwijken. 50 meter verder rij ik bijna het ravijn in. Ik kan mijn fiets niet naar rechts gestuurd krijgen en moet afstappen. Ik besluit even te gaan lopen net als de Oostenrijker die ik eerder tegen kwam. Als ik de Oostenrijker weer zie fietsen, stap ik ook weer op. De laatse 400 meter fiets ik weer. Ik steek drie vingers in de lucht en roep: “TROIS FOIS!!! TROIS FOIS!!! TROIS FOIS!!!”. Roland maakt fotos en ik word ook nog gefeliciteerd door en Fransman die heroïek van mijn prestaties wel inziet. Ik heb het gehaald; drie keer de Ventoux op een dag. Ik daal af met de auto; ik vond fietsen te gevaarlijk worden.
zondag 9 mei 2010
Classico Boretti en andere dingen waar je moe van wordt
Dit weekend is het weekend van de giro start in Amsterdam. De giro komt naar Nederland en dat zullen we weten ook. Zaterdag is in Amsterdam de proloog en zondag en maandag zijn er twee etappes. Een keer van Amsterdam naar Utrecht en een keer van Amsterdam naar Middelburg. Ook weer zoiets typisch Italiaans; in de tour komt het zelden voor dat twee dagen achtereen uit dezelfde startplaats wordt gestart. Het ten slotte een ronde. De giro doet er kennelijk niet moeilijk over. Amsterdam zal wel dik betaald hebben en dan ben je gewoon drie dagen de roze hoofdstad van de giro.
Rondom zo’n evenement zijn er altijd nevenactiviteiten. Uiteraard is er ook een toertocht voor goed bedoelde wieleramateurs. En ook hier blijkt alles Italiaans te zijn. Er is niet een officiele toertocht; nee, er zijn er 4! Enige vorm van onderlinge afstemming heeft blijkbaar niet plaatsgevonden. Ik doe mee aan de Classico Boretti. Een toertocht van 135 km in Amsterdam. Een beetje een vreemde eend in de bijt wat betreft de overige toertochten omdat deze niet over giro parkoers gaat. In de andere tochten had ik echter geen zin. Ze waren óf in Middelburg, of werden als groep gereden of waren ronduit duur. De Boretti gaat over een mooi parkoers door de duinen, is goed georganiseerd en je krijgt een kookboek en een roze wielrentrui cadeau. En dat allemaal voor 15 euro. Als echte zunige Hollander kies ik natuurlijk voor deze tocht.
Het weer speelt dit weekend niet mee. Op Zaterdag tijdens de proloog is het regenachtig en fris. Op de Boretti blijken ongeveer 6000 man te zijn afgekomen. Het is druk bij de start. Ik sta een tijdje in de file om geparkeerd te raken maar verder is het nergens echt druk met wachten. Startspullen en koerstrui ophalen en rijden maar. ………………
………
………
Goed,……… 4 uur en een kwartier later heb ik 138 km gereden met een gemiddelde van 32,8 kmh. Niet slecht dus! Er stond nauwelijks wind en er was altijd wel een groep om bij aan te haken die de teller op 35 kmh hield. Na de finish pak ik de bus naar het Olympisch stadion. Nou ja, bijna dan. De bus brengt ons op een klein stukje lopen van het stadion. Als je de organisatie wil geloven is het 2 min; in de praktijk een kwartier. Ik loop niet naar het stadion toe, maar loop naar het Museumplein waar de start van de proloog is. Dat blijkt veel verder dan ik in mijn hoofd had zitten. Over een proloog valt eigenlijk niet veel te zeggen. Ze starten een voor een en ze proberen allemaal hard te fietsen. Er rijdt een motor voorop, dan de renner en dan een ploegauto. Soms 2 auto’s, een extra camera motor en een extra motor met een fotograaf. Er hangen helikopters in de lucht om de live uitzending mogelijk te maken. Vanaf het museum plein loop ik langs het parkoers terug naar het Olympisch stadion. En bij elke renner die voorbij rijdt even aanmoedigen of een foto maken. Wiggins wint vandaag door het parkoers van 8,4 km in 10:25 af te raffelen. Goed voor een gemiddelde van 48,4 kmh. Hij mag morgen in de roze trui starten.
Zondag nog een ritje van 108 km door de polder gereden. Voor zover er nog puf in de benen zat, is die en nu uit. Vanmiddag nog even TV kijken naar de aankomst in Utecht. En voor de rest van dit weekend geen dingen meer waar je moe van kan worden.
Rondom zo’n evenement zijn er altijd nevenactiviteiten. Uiteraard is er ook een toertocht voor goed bedoelde wieleramateurs. En ook hier blijkt alles Italiaans te zijn. Er is niet een officiele toertocht; nee, er zijn er 4! Enige vorm van onderlinge afstemming heeft blijkbaar niet plaatsgevonden. Ik doe mee aan de Classico Boretti. Een toertocht van 135 km in Amsterdam. Een beetje een vreemde eend in de bijt wat betreft de overige toertochten omdat deze niet over giro parkoers gaat. In de andere tochten had ik echter geen zin. Ze waren óf in Middelburg, of werden als groep gereden of waren ronduit duur. De Boretti gaat over een mooi parkoers door de duinen, is goed georganiseerd en je krijgt een kookboek en een roze wielrentrui cadeau. En dat allemaal voor 15 euro. Als echte zunige Hollander kies ik natuurlijk voor deze tocht.
Het weer speelt dit weekend niet mee. Op Zaterdag tijdens de proloog is het regenachtig en fris. Op de Boretti blijken ongeveer 6000 man te zijn afgekomen. Het is druk bij de start. Ik sta een tijdje in de file om geparkeerd te raken maar verder is het nergens echt druk met wachten. Startspullen en koerstrui ophalen en rijden maar. ………………
………
………
Goed,……… 4 uur en een kwartier later heb ik 138 km gereden met een gemiddelde van 32,8 kmh. Niet slecht dus! Er stond nauwelijks wind en er was altijd wel een groep om bij aan te haken die de teller op 35 kmh hield. Na de finish pak ik de bus naar het Olympisch stadion. Nou ja, bijna dan. De bus brengt ons op een klein stukje lopen van het stadion. Als je de organisatie wil geloven is het 2 min; in de praktijk een kwartier. Ik loop niet naar het stadion toe, maar loop naar het Museumplein waar de start van de proloog is. Dat blijkt veel verder dan ik in mijn hoofd had zitten. Over een proloog valt eigenlijk niet veel te zeggen. Ze starten een voor een en ze proberen allemaal hard te fietsen. Er rijdt een motor voorop, dan de renner en dan een ploegauto. Soms 2 auto’s, een extra camera motor en een extra motor met een fotograaf. Er hangen helikopters in de lucht om de live uitzending mogelijk te maken. Vanaf het museum plein loop ik langs het parkoers terug naar het Olympisch stadion. En bij elke renner die voorbij rijdt even aanmoedigen of een foto maken. Wiggins wint vandaag door het parkoers van 8,4 km in 10:25 af te raffelen. Goed voor een gemiddelde van 48,4 kmh. Hij mag morgen in de roze trui starten.
Zondag nog een ritje van 108 km door de polder gereden. Voor zover er nog puf in de benen zat, is die en nu uit. Vanmiddag nog even TV kijken naar de aankomst in Utecht. En voor de rest van dit weekend geen dingen meer waar je moe van kan worden.
zondag 2 mei 2010
Trainen in de Eifel 28 april - 2 mei
Almere-Gerolstein.
Eindelijk weer eens goed geslapen. Al een paar nachten schiet het niet op met de slaap. Vandaag met de nieuwe auto naar Duitsland gereden. Een verademing tov de Renault; nou ja verademing is wat overdreven maar prettig is het zeker. Het is allemaal wat luxer in de Golf. Cruise control, climat control en andere totaal overbodige ongein, maar wel leuk voor de heb. De Golf rijdt 190 kmh! Misschien nog harder maar er ging een vrachtwagen voor me inhalen. Ik stel trouwens een anti-trut wet voor. Er zijn wetten tegen te hard rijden en over doorgetrokken strepen rijden en zo. Maar ik vind dat er wetten komen tegen langzaam rijden en oeverloos getrut om de snelweg. OK, ik heb altijd haast en ik kan niet tegen wachten, maar 60 rijden op een 80 kmh weg. Of met 90 kmh op de linkerbaan van de snelweg blijven hangen. Daar zouden wetten voor moeten komen. Het gaspedaal zit rechts, neig ik altijd te roepen.
Ik kom om kwart over een aan bij het Seehotel am Stausee in Gerolstein. Geen idee waar die Stausee ligt trouwens. Ik heb het nog niet gezien. Ik ga naar mijn kamer, trek mijn wielrenspullen aan en ga op pad. Ik doe een poging om rustig te rijden maar dat wil weer eens niet vlotten. Bij elke bult doe ik toch mijn best en ook op de semi vlakke stukken zit ik te duwen. Ik drink me een ongeluk en voel me een beetje licht in de bol. Het loopt toch niet helemaal lekker. Ik stop halverwege voor koffie en appeltaart. Even een tijd blijven zitten en daarna pas verder gefietst. het gaat nu beter maar ik voel al wel gezeur in de benen. Vanavond maar weer vroeg naar bed. Nog wat in te halen dus.
Mijn fiets schakelt niet helemaal goed. Tijdens het klimmen verspringt de ketting af en toe. Ik kan me hier rot aan ergenen. 34;21 klimmen,34;21 klimmen,34;21 klimmen en dan ineens 34*19 en dan meer 34;21 klimmen. ARGHHHH! Stoppen, prutsen aan het versnellingsapparaat en weer door. Op het lange licht dalende stuk naar Gerolstein kom ik in mijn element. De Transalp muziek zit weer in mijn hoofd en ik zit lekker te stoempen.
25,9 kmh; 86 km; 1500 hm
Gerolstein dag 2.
Hele vage dromen en vaak wakker geworden maar toch ook lang geslapen. Geen enkel droom verhaal klopte; alles en iedereen liep dwars door elkaar heen.. Ik lag met verwondering naar eigen dromen te kijken. Hoe verzin je die dingen? Het weer valt mee vandaag. Het blijft droog en dat is tegen de verwachting in. Maar echt lekker weer is duidelijk anders, 15C een straffe frisse wind en nauwelijks zon. De vorm zit redelijk lekker vandaag. Ik kan goed tempo houden en ik ben na 100 km nog nauwelijks moe. De laatste 10 km is wat minder; de suffe wind staat tegen te waaien en we komen een paar pestklimmen tegen. Van die klimmen waarbij je geen idee hebt wat er aan de hand is. De weg loopt recht omhoog, geen bochten ofzo. En je rijdt door een weiland heen, rechts is gras en links van je is gras. Er is geen bebouwing aanwezig en je kan aan niets zien hoe steil de weg omhoog loopt. Als je dan ook nog eens wind tegen hebben, dan gaat bij mij de lol er een beetje af. Een beetje vechten tegen de bierkaai.
24,9 kmh 122 km; 2050 hm
Gerolstein dag 3.
Weer beter geslapen dan gisteren. geen idioot vage dromen meer en ook niet halverwege de nacht een paar keer wakker geworden. Het weer is weer tegen de verwachting in redelijk. Op een paar spatten na is het droog, relatief weinig wind maar wel gewoon koud. Meer dan 13 of 14 graden zat er vandaag niet in. Ik rij de hele dag alleen op kop. Ik heb geen zin om te wachten vandaag en ik wil hard trainen. Er is niemand die mijn wiel kan houden. Dan maar dus de gehele dag door knallen. Ik hou nergens in; zowel vlak als bergop hou ik er een straf tempo op na. Alleen tijdens het dalen heb ik even rust. Maar het daalt vandaag nergens echt goed. Het is veel vals plat naar beneden rijden. De max blijft steken op 61,5 kmh en dat is laag voor Rob begrippen. Ik vind normaal gesproken altijd wel ergens een stuk waar ik veel snelheid kan maken. De vorm zit wel goed. Na 127 km kon ik nog makkelijk even een sprintje bergop eruit trekken.
25,9 kmh 127,3 km; 2200 hm
Gerolstein - Almere
Pestweer. 's Ochtend regen, dan even droog en daarna weer regen. We krijgen het koud en dan bedoel ik ook echt koud. Mijn voeten zijn ijsklompen, mijn handen hebben nauwelijks gevoel en we zitten pas op 30 km. We komen Ed tegen met het busje en hij stuurt ons door naar het volgende dorpje. Daar kunnen we opwarmen met taart en warme thee. Tijdens deze 9 km naar het volgende dorp wordt het alleen maar kouder. Mijn armen gaan nu ook echt koud aanvoelen. De koude wind plus de nimmer aflatend regen kan ik nu wel schieten. Zolang we klimmen is het nog uit te houden. Dalen is echt niet leuk. Binnen in het restaurant doe ik mijn schoenen uit en wring mijn sokken uit. Na 2 koppen thee en andehalf stuk taart gaat het weer enigzins. Ik trek mijn natte sokken en schoenen weer aan. Buiten regent het nog steeds maar het is wel iets warmer. het is nu 11C ipv 8 C. We rijden zo snel mogelijk terug naar Gerolstein. De route kan me even gestolen worden. Na een km of 10 wordt het weer droog en dat zal ook zo blijven (oef). Later wordt het zelfs weer aangenaam maar dan zijn we al bijna terug in Gerolstein. Ik rij vandaag niet de hele dag alleen op kop. In die ellende had ik geen zin. Gewoon samen met de groep mee gereden en af en toe inhouden op de klimmetjes. Pestweer schept een band; ook leuk. 's Middags rij ik met Veerle terug naar Utrecht. Zo hoeft ze niet te klooien met treinen, overstappen, wachttijden en komt ze ook nog eens tijd in Groningen aan.
22,9 kmh 88 km; 1200 hm
Eindelijk weer eens goed geslapen. Al een paar nachten schiet het niet op met de slaap. Vandaag met de nieuwe auto naar Duitsland gereden. Een verademing tov de Renault; nou ja verademing is wat overdreven maar prettig is het zeker. Het is allemaal wat luxer in de Golf. Cruise control, climat control en andere totaal overbodige ongein, maar wel leuk voor de heb. De Golf rijdt 190 kmh! Misschien nog harder maar er ging een vrachtwagen voor me inhalen. Ik stel trouwens een anti-trut wet voor. Er zijn wetten tegen te hard rijden en over doorgetrokken strepen rijden en zo. Maar ik vind dat er wetten komen tegen langzaam rijden en oeverloos getrut om de snelweg. OK, ik heb altijd haast en ik kan niet tegen wachten, maar 60 rijden op een 80 kmh weg. Of met 90 kmh op de linkerbaan van de snelweg blijven hangen. Daar zouden wetten voor moeten komen. Het gaspedaal zit rechts, neig ik altijd te roepen.
Ik kom om kwart over een aan bij het Seehotel am Stausee in Gerolstein. Geen idee waar die Stausee ligt trouwens. Ik heb het nog niet gezien. Ik ga naar mijn kamer, trek mijn wielrenspullen aan en ga op pad. Ik doe een poging om rustig te rijden maar dat wil weer eens niet vlotten. Bij elke bult doe ik toch mijn best en ook op de semi vlakke stukken zit ik te duwen. Ik drink me een ongeluk en voel me een beetje licht in de bol. Het loopt toch niet helemaal lekker. Ik stop halverwege voor koffie en appeltaart. Even een tijd blijven zitten en daarna pas verder gefietst. het gaat nu beter maar ik voel al wel gezeur in de benen. Vanavond maar weer vroeg naar bed. Nog wat in te halen dus.
Mijn fiets schakelt niet helemaal goed. Tijdens het klimmen verspringt de ketting af en toe. Ik kan me hier rot aan ergenen. 34;21 klimmen,34;21 klimmen,34;21 klimmen en dan ineens 34*19 en dan meer 34;21 klimmen. ARGHHHH! Stoppen, prutsen aan het versnellingsapparaat en weer door. Op het lange licht dalende stuk naar Gerolstein kom ik in mijn element. De Transalp muziek zit weer in mijn hoofd en ik zit lekker te stoempen.
25,9 kmh; 86 km; 1500 hm
Gerolstein dag 2.
Hele vage dromen en vaak wakker geworden maar toch ook lang geslapen. Geen enkel droom verhaal klopte; alles en iedereen liep dwars door elkaar heen.. Ik lag met verwondering naar eigen dromen te kijken. Hoe verzin je die dingen? Het weer valt mee vandaag. Het blijft droog en dat is tegen de verwachting in. Maar echt lekker weer is duidelijk anders, 15C een straffe frisse wind en nauwelijks zon. De vorm zit redelijk lekker vandaag. Ik kan goed tempo houden en ik ben na 100 km nog nauwelijks moe. De laatste 10 km is wat minder; de suffe wind staat tegen te waaien en we komen een paar pestklimmen tegen. Van die klimmen waarbij je geen idee hebt wat er aan de hand is. De weg loopt recht omhoog, geen bochten ofzo. En je rijdt door een weiland heen, rechts is gras en links van je is gras. Er is geen bebouwing aanwezig en je kan aan niets zien hoe steil de weg omhoog loopt. Als je dan ook nog eens wind tegen hebben, dan gaat bij mij de lol er een beetje af. Een beetje vechten tegen de bierkaai.
24,9 kmh 122 km; 2050 hm
Gerolstein dag 3.
Weer beter geslapen dan gisteren. geen idioot vage dromen meer en ook niet halverwege de nacht een paar keer wakker geworden. Het weer is weer tegen de verwachting in redelijk. Op een paar spatten na is het droog, relatief weinig wind maar wel gewoon koud. Meer dan 13 of 14 graden zat er vandaag niet in. Ik rij de hele dag alleen op kop. Ik heb geen zin om te wachten vandaag en ik wil hard trainen. Er is niemand die mijn wiel kan houden. Dan maar dus de gehele dag door knallen. Ik hou nergens in; zowel vlak als bergop hou ik er een straf tempo op na. Alleen tijdens het dalen heb ik even rust. Maar het daalt vandaag nergens echt goed. Het is veel vals plat naar beneden rijden. De max blijft steken op 61,5 kmh en dat is laag voor Rob begrippen. Ik vind normaal gesproken altijd wel ergens een stuk waar ik veel snelheid kan maken. De vorm zit wel goed. Na 127 km kon ik nog makkelijk even een sprintje bergop eruit trekken.
25,9 kmh 127,3 km; 2200 hm
Gerolstein - Almere
Pestweer. 's Ochtend regen, dan even droog en daarna weer regen. We krijgen het koud en dan bedoel ik ook echt koud. Mijn voeten zijn ijsklompen, mijn handen hebben nauwelijks gevoel en we zitten pas op 30 km. We komen Ed tegen met het busje en hij stuurt ons door naar het volgende dorpje. Daar kunnen we opwarmen met taart en warme thee. Tijdens deze 9 km naar het volgende dorp wordt het alleen maar kouder. Mijn armen gaan nu ook echt koud aanvoelen. De koude wind plus de nimmer aflatend regen kan ik nu wel schieten. Zolang we klimmen is het nog uit te houden. Dalen is echt niet leuk. Binnen in het restaurant doe ik mijn schoenen uit en wring mijn sokken uit. Na 2 koppen thee en andehalf stuk taart gaat het weer enigzins. Ik trek mijn natte sokken en schoenen weer aan. Buiten regent het nog steeds maar het is wel iets warmer. het is nu 11C ipv 8 C. We rijden zo snel mogelijk terug naar Gerolstein. De route kan me even gestolen worden. Na een km of 10 wordt het weer droog en dat zal ook zo blijven (oef). Later wordt het zelfs weer aangenaam maar dan zijn we al bijna terug in Gerolstein. Ik rij vandaag niet de hele dag alleen op kop. In die ellende had ik geen zin. Gewoon samen met de groep mee gereden en af en toe inhouden op de klimmetjes. Pestweer schept een band; ook leuk. 's Middags rij ik met Veerle terug naar Utrecht. Zo hoeft ze niet te klooien met treinen, overstappen, wachttijden en komt ze ook nog eens tijd in Groningen aan.
22,9 kmh 88 km; 1200 hm