zaterdag 25 november 2017

Ik hoor er niet meer bij

Ik hoor er niet meer bij.

Het zijn de kleine details die het hem doen. Een paar kleine afwijkingen en plots val je buiten de doelgroep wielrenner. Dan wordt je niet meer serieus genomen. Zo’n klein spiegeltje op het uiteinde van de stuurbocht is daar een mooi voorbeeld van, of zo’n plastic ring aan de meest linkerkant van de cassette. Dat is het gewoon net niet. Misschien niet genoeg om je buiten de boot te laten vallen maar het is een aanzet. Sommige renners zijn zeer strikt in de leer, de zogenaamde velomenati, daar is echt niks buitensporigs toegestaan. De benen dienen geschoren te zijn, een zadeltasje is taboe, de fiets is tiptop gepoetst en de zonnebril zal van een duur merk zijn. Ik ben niet zo strikt in de leer, zolang je maar op een racefiets zit en koerskleding aan hebt, dan ben je voor mij een wielrenner. Alhoewel ik de ene renner ook serieuzer acht dan de ander. Iemand die doodleuk met verkleumde rode knieën in een korte broek zie rondfietsen bij een temperatuur van 8 graden, die verklaar ik wel een beetje voor gek. Ook de renner die op een fiets met schijfremmen fietst, inclusief een hogere balhoofdbuis voor een extra comfortabele geometrie, dan denk toch al snel, die is gezwicht voor de marketing campagne van de fiets industrie.

Vandaag hoorde ik er ook niet meer bij, ik had geen helm op. Tsja,….. dan vraag je je er blijkbaar wel om. Ik geef toe, zonder helm rijden is niet echt slim, maar het was 3 graden buiten toen ik opstapte en ik had geen zin in koukleumen. Een helmmuts onder de helm leek me toch ook net iets te koud en een muts laat zich slecht combineren met een helm er boven op. Dat past gewoon rottig, dan maar alleen een muts en gewoon goed blijven opletten.  Dat ik er niet bij hoorde, werd me duidelijk gemaakt door een groep ven 14 renners die bezig waren met een groepstraining. Een van hen vond het maar niks dat ik even bij ze in de wielen meereed. Op het moment dat ze me inhaalden, ze reden een kilometertje per uur harder of zo, haakte ik even aan en ik fiets mee in het wiel van mijn voorligger. Mij werd gezegd dat ik niet tussenin mocht fietsen en dat zij met een groepstraining bezig waren. Huh,.. dacht ik. Zoiets gebeurt me zelden. Ik fiets wel eens vaker even met een paar toevallig passerende renners. Zelden hoor ik daar een onvertogen woord over. Maar nu plots wel, dus ik reageer enigszins gepikeerd. Het volgende wat me door dezelfde renner werd verteld is dat hij zich er niet comfortabel bij voelde omdat ik geen helm droeg. Goh,…. Nou wordt die nog mooier. Als er iemand zich oncomfortabel zou moeten voelen voor het niet dragen van een helm, dan ben ik het wel. Ik zit met de gebakken peren als ik val en op mijn hoofd lazer, niet hij. Na een poging tot een discussie heb ik de snel de moed op gegeven. Ik fiets voor mijn lol en niet om mijn gelijk te gaan moeten opeisen midden op de openbare weg. IK mag daar niet fietsen omdat ZIJ met een groepstraining bezig zijn. En HIJ voelt zich oncomfortabel omdat IK geen helm draag. Ja, ik geef toe dat ik de persoonlijk voornaamwoorden even in hoofdletters type, en dat was niet de intonatie van de toon waarop ik werd aangesproken (die was zelfs vriendelijk), maar het is om de aard van de boodschap over te brengen. Sinds wanneer mag ik niet ergens op de openbare weg fietsen omdat iemand daar met een groep wil fietsen? Rot op, dacht ik. Ik laat me  verder afzakken en fiets alleen verder. Even later zie ik dat ze nog steeds met 14 man twee aan twee naast elkaar op de smalle dijkweg fietsen en ze houden nu een auto op die graag had willen passeren. Maar ja, ZIJ zijn met een groepstraining bezig.

Dat van die groepstraining is trouwens ook nogal onzinnig. Ze trainden namelijk niet als groep, ze rijden gezamenlijk als groep een duurtraining. Als je echt als groep gezamenlijk traint, dan doe je als ploegentijdrit of om als groep een sprinter te lanceren. Maar om een af andere duisteren reden hoorde ik er vandaag niet bij. Ik vraag me af of hetzelfde me was overkomen als ik wél een helm had gedragen. Zou ik dan ook beleefd  worden gevraagd om op te zouten omdat zij als groep bij elkaar willen blijven? Ik vraag me dit af omdat dit echt niet de eerste keer is geweest dat ik even in de wielen van een fietsgroep heb meegereden. Doorgaans is namelijk de sfeer veel vriendelijke en na een paar kilometers scheiden de wegen toch wel weer. Ik vraag me dan ook oprecht af of ik er wel bij wil horen. En ook waarbij dan specifiek.



zaterdag 11 november 2017

De sportschool zonder spierpijn

Ooit word ik een verstandig mens. Misschien niet vandaag, misschien ook niet morgen, maar eens moet dat toch lukken. En zelfs heel misschien heb ik vandaag een klein stapje in de goede richting gedaan. Ik zit nu namelijk niet met extreem veel spierpijn op de bank en ik heb niet de grootste moeite om een trap op of af te lopen. Het is momenteel niet meer dan een beetje gezeur in de benen, zo’n gevoel van hard gewerkt of gesport te hebben en het idee dat je morgen nog een keer er tegenaan kan. Gewoon eerst even rustig aan doen totdat de doorbloeding weer wat op gang gekomen is en dan nog een anderhalf uur lang er tegenaan knallen in de sportschool. En ik kan me nog goed heugen dat dat vorig jaar heel anders verliep. Ook toen ging ik na een zomer lang buiten te hebben gefietst weer naar de sportschool toe. Ik heb er destijds nog dagenlang lol van gehad. Trap op, trap af, opstaan, gaan zitten, alles deed pijn en bij elke keer gaan staan en de eerste paar passen dacht ik, oh ja sportschool gedaan. Dat gevoel heb ik nu niet.

Dit weekend moest de sportschool er ook wel van komen. Veel buiten fietsen zit er de komende tijd niet meer in en dit weekend lijkt wel een prelude op alles wat herfst en winter uitstraalt. Een blik op de buienradar, weeronline, de tuin buiten, de grijze lucht daarachter en de kaler wordende bomen, het straalt een en al somberheid uit. Acht graden, stevige buien, hard westenwind en grijs. Als je daar nog niet depressief van word, dan weet ik het ook niet weer. Niets aan het weerbeeld is uitnodigend voor een rondje op welke fiets dan ook. Dit wordt verplicht binnen zitten. Binnen sporten dan dus ook maar, en tijd dus op mijn sportschool abonnement weer onder de mottenballen vandaan te halen. Dat liedje komt elk jaar zo rond deze tijd terug en elk jaar maak ik de domme fout om tijdens mijn eerste kracht training veel te fanatiek aan de gewichten te sleuren, maar ik lijk dus toch iets geleerd te hebben.

Mijn portie spierpijn heb ik trouwens een paar weken geleden al gehad. Een dagje laminaat leggen bleek ook een garantie voor een week lang als een oude man uit een stoel opstaan en heel voorzichtig de eerste paar passen zetten. Dat een paar plankjes leggen zo’n aanslag op je lichaam kan zijn was wel een surprise. Staan, op je hurken zitten, weer opstaan, weer op je hurken, weer staan, plank pakken, weer op je hurken, meten, omdraaien, twee meter naar links tijgeren, omdraaien, staan nog een plank, op je hurken, au mijn hoofd stoten, en dat dan de hele dag door. Pfff,….


Morgen maar weer even bikkelen in de sportschool. De kop is eraf, nu weer wat sterker worden want van fietsen en sporten is er in de laatste herfstmaand niet zoveel terecht gekomen.