zondag 27 december 2015

De balans na 4 weken fietsen

1822 km
19 fietsdagen
96 km per dag
3 landen, 3 visa stempels in mijn paspoort
Nul corrupte ambtenaren bij de douane
Ho Chi Minh, Phnom Penh en Bangkok
32 uur massage in benen
Noedelsoep, rijst en pad Thai als brandstof
Plus heel veel ijsjes, fruit, nootjes, water, cola, milkshakes, yoghurt drankjes en wat al niet meer
Warm, heel warm
5-6 liter water per dag op de warmste dagen
Stuiter asfalt, gravel, snaar strak asfalt en butswegen
Drie pontjes en heel veel bruggen
Bergen? Nauwelijks
Brommers, ontelbaar veel brommers in Vietnam
Cambodja was in veel opzichten een aangename verassing
Vietnam was in veel opzichten een domper
Thailand was zoals verwacht, een heerlijk vakantieland
Nul mankementen aan de fiets
Nul lekke banden (YES! Schwalbes)
1001 kinderen die vriendelijk hello riepen in Cambodja
1 bidon kwijt geraakt
2 zonnebrillen versleten
6 keer kleding laten wassen
Nul valpartijen
Top snelheid 72,9 kmh
Agressieve honden? 2 stuks
Hoogtepunt van mijn vakantie? 144 kilometer kunnen fietsen, wetende dat ik mijn conditie weer terug heb
Last van mijn heup! Noppes


Hoezo bekkenbreuk?
Hoezo een vooruitzicht van een jaar aan revalidatie? Niks ervan!

From Ho Chi Minh City to Bangkok on a bicycle. YES!!! Ik kan net nog.

vrijdag 25 december 2015

Kerstmis op Ko Si Chang

Gisteren heb ik me een ongeluk gezocht naar mijn hotel in Sri Racha en vandaag op eerste kerstdag zit ik op Ko Si Chang, een klein eilandje op een dik half uur varen van de kust. Kerstmis in Thailand is zo gek nog niet. Het heeft tal van voordelen. Geen Christmas van Wham hoeven aanhoren en geen kerstversiering te hoeven zien die de elektriciteitsrekening doet ontploffen. Ook geen kerstfilms, diners of van die andere gezellige dingen waar ik doorgaans niet zo goed in ben.

Dat van dat hotel gisteren was trouwens niet grappig en weinig bevorderend voor het vertrouwen in mijn eigen oriëntatievermogen. Ik had een hotel geboekt in Sri Racha met de zeer cliché naam Seaview hotel. Het ligt dan ook echt aan de kust aan de drukke lange straat langs de kust. Hoe moeilijk kan het dan toch zijn dit te vinden? Toch ben ik er bijna een half uur zoet mee geweest. Hetgene wat me behoorlijk op het verkeerde spoor zette was de straatnaam die ik in de mail van booking.com vond. Die straatnaam was op de open streetmaps en maps.me totaal onbekend. Die hoofdstraat langs de kust is namelijk nogal lang en als ze de goede zijstraat erbij vermelden, zou dat al een stuk hebben gescheeld. Gelukkig staat er ook een plattegrond van het stadje in de lonely planet waar ook mijn hotel op staat vernoemd. Nu moet ik het toch kunnen vinden. Maar helaas leek dat plattegrondje toch niet echt op de open street maps in mijn Garmin dus ik kon het hotel niet goed aanwijzen. Dan maar een paar keer die hoofdstraat op en neer fietsen en dan zie ik het vanzelf wel. Geen idee waarom maar ik presteer het om in totaal drie keer er langs te fietsen zonder het hotel op te merken.  Dan toch maar eens vragen. Niet mijn favoriete oplossing want aanwijzingen van Thai zijn niet altijd even helder. Als ze het weten, sturen ze je de goede kant op en als ze het niet weten, dan sturen ze je ook een kant op. Gelukkig vind ik daarna het hotel vrij snel. En het lag dus echt in die hoofdstraat en de gevel laat niets te wensen over omtrent het feit dat dit het Seaview hotel is. Ik was er met mijn hoofd niet even bij, denk ik.

Over Ko Si Chang kan ik beter het beste niets schrijven. Niet dat dit blog duizenden lezers per dag trekt maar ik zou het heel heel erg prettig vinden als alle Thailand mongool toeristen dit nooit zullen ontdekken. Het is hier heerlijk rustig, weliswaar zonder idyllisch langgerekte witte standen maar wel met hele mooie baaien en schitterende vergezichten. Een dagje naar een eilandje, brommertje rijden, seafood eten en ergens een plons nemen. Kerstmis vieren in Thailand? Ja, dat kan dus. Of eigenlijk juist niet. Het is dan weliswaar eerste kerstdag vandaag maar ik word er aan niets door herinnerd. Ik zie alleen maar zon, zee, een hobbelweg langs de kust en een lunch met inktvis en garnalen.

woensdag 23 december 2015

Rondje Thailand vanuit Benidorm

Vandaag fiets ik een rondje van 93 km zonder bagage. Ik ben al dicht bij mijn eindbestemming van Bangkok en ik hoef niet veel kilometers meer te maken maar ik heb nog wel wat dagen aan tijd over. Ik doe daarom een rondje Thailand vanuit Benidorm (zie vorige blog) om weer terug te komen dus in Benidorm.

Zodra ik de badplaats en het massa toerisme verlaten heb, kom ik weer in het Thailand dat ik ken. Beetje rommelig, veel pick-up trucks, brommertjes, her en der voedselstalletjes en een warm zonnetje dat door het wolkendek heen brand. En vooral heel erg rustig. Geen massa's volk meer, geen gekke zwembanden en geen heisa meer. Lekker fietsen en er zit weer eens wat klimmen in de route. Niet dat het echt steil is of dat de klim lang duurt en het trippel binnenblad hoef ik niet te gebruiken. Maar het landschap glooit wel een beetje zodat ik toch wat hoogtemeters maak en in een afdaling even 55 in het uur fiets. Na een kilometer of 60 moet ik volgens mijn berekende route door een hek heen fietsen waar een soldaat wacht staat te houden. Even denk ik dat ik een stuk terug moet fietsen en dat ik er niet door mag. Maar als ik passeer, schiet de soldaat in de houding en salueert me alsof ik zijn meerdere in rang ben. Even daarna fiets ik langs het strand met een pittoresk uitzicht over de baai, een paar eilandjes en een dorpje in de verte. Het zijn van die momenten dat ik denk, wat heb ik toch een K-leven. Yeah,..... Niet dus.

In het dorp eet ik een bord pad Thai weg en een grote kan water. De laatste 20 km van de route gaan over een drukke weg. De zee ligt links van me en ik zie het ene resort na het andere. Luxe, luxer en über luxe. Mega wolkenkrabbers en luxe entreepoorten bepalen hier het zicht op zee. Na 93 kilometer ben ik weer in Benidorm waar ik onder de douche het vuil van benen afspoel. Zo, straks nog een een voet massage en wat eten en mijn dag was weer goed.

dinsdag 22 december 2015

Fout, fouter, überfout, Pattaya fout

Fouter dan Pattaya fout kan niet. Alles aan deze badplaats ademt een onsmakelijke geur van goedkope aftershave en glijmiddel. Het is een walhalla voor op-sex-beluste mannen op leeftijd. Het is gewoon ranzig. Hebben sommige wijken in Bangkok een foute naam; Pattaya wint het dik op punten. Walking street vormt het hart van de foute beurt in Pattaya waar het wemelt van bars met dames van lichte zeden, gogo-bars, tatoe shops, foute 'massage' tenten en stripclubs. Ik wist dat het fout was maar in werkelijkheid aanschouwd, bleek mijn reisgids deze keer geen millimeter naast de waarheid te hebben gezeten.

En kleine vertaling van wat mijn lonely planet te melden had over deze badplaats:
"Pattaya is een snel ademende, testosteron opgefokte badplaats voor vakantie hedonisme. En het laat geen tekenen van zwakte zien. Waar er vroeger nog veel Thaise resorts waren, bezocht door lokale Thai is er nu een instroom van Oost-Europese en Russische toeristen. Tijd voor Pattayagrad. Het zijn de verenigde staten geweest die bijna een halve eeuw geleden de vissersplaats hebben omgevormd tot een bruisend toeristen mekka voor iedereen die op zoek is naar zon, zee en sex. Pattaya is dus een soort erfenis van de Vietnam oorlog waar uitgebluste Amerikaanse soldaten op zoek kwamen naar goedkoop vertier".

Een gevalletje snel doorheen fietsen, even op in me laten werken en dan snel door naar Jomtien waar ik een hotel had geboekt. Volgens diezelfde reisgids zou Jomtien namelijk een stukje rustiger zijn. Laten we het inderdaad houden op een 'stukje'. Gogo-bars heb ik er nog niet gezien, foute massage tenten vooralsnog ook niet. Maar echt een paradijs voor ouders met kinderen? Nee, dat allesbehalve. Daarvoor lopen er hier toch teveel foute oude dikke mannen rond met hele jonge Thaise meiden. Mannen die eigenlijk naar Benidorm zouden gaan maar inmiddels gescheiden zijn. En veel Russen, die lopen hier ook rond. Menu's zijn er nu in drie talen. Onbegrijpbaar Thais, onbegrijpbaar Russische en beter begrijpbaar Engels. De Russen pik je er overigens direct tussenuit. Het lijkt wel alsof ze volgens een bepaald stereotype zijn gebouwd. Russische mannen hebben kort haar, een bloemkolen kop en kijken doorgaans vrij bozig. Ze lopen alsof ze op weg zijn iemand in elkaar te slaan. Vuisten als handen en een tred met een missie. Russische vrouwen lijken rechtstreeks uit de jaren 80 te zijn ontsnapt. Geblondeerd, permanentje en een bloemetjesjurk uit een tweedehands kleding winkel.

Is Pattaya dus de moeite? Nee, absoluut niet. Jomtien dan? Eigenlijk ook niet. Alles is hier gebouwd voor toeristen en er zijn alleen maar buitenlandse toeristen en geen Thaise toeristen. Het is net Benidorm maar dan ergens anders. En net zoals Benidorm geen Spanje is, zijn Pattaya en Jomtien geen Thailand.




zondag 20 december 2015

Thais Engels

Kennis van het Engels van de lokale bevolking verbetert naarmate mijn reis voortduurt. In Vietnam was het vaak niet veel soeps en in Thailand spreken veel mensen een mondje Engels. Daarnaast spreek ik zelf ook een paar woorden Thais zodat er niet constant een spraakverwarring is. Maar er zijn bepaalde hele eenvoudige woorden waar ik maar niet aan kan wennen. Door heel Thailand spreken ze Engelse woorden menu en vegetables bijzonder curieus uit. En ze doen het echt fout; de goede uitspraak kennen ze niet en als ik die twee woorden op zijn Engels uitspreek, kijken ze me totaal verwonderd aan.

Wat kan nu er toch zo moeilijk zijn aan het woord menu? Twee lettergrepen en een klemtoon en ze snappen niets van de Engels uitgesproken versie. In het Nederlands ligt de klemtoon van menu op de u. In het Engels is dat net even anders en ligt de klemtoon op de e en dat is een harde e zoals in de eerste e van 'hetze' en de u spreek je uit als een soort oe. Vraag om 'the menu' en ze kijken je aan alsof ze water zien branden. Pas als ik het woord menu op zijn Nederlands uitspreek, begrijpen ze me. Maar het woord vegetables is veel koddiger. In het Engels ligt de klemtoon op de eerste e wat weer een harde e is net zoals in de e in het Engelse menu. Maar ze weten hier heel wonderlijk de klemtoon verkeerd te leggen. Deze leggen ze namelijk op de tweede e van vegetables. Het vergt redelijk wat oefening om dat zo uitgesproken te krijgen, vegétables. Maar inmiddels begrijp ik ze als ze proberen uit te leggen of er vegétables in mijn noedelsoep moeten. Yeah, antwoord ik dan. Please, some végetables.

vrijdag 18 december 2015

Thailand versus Cambodja versus Vietnam.

Ik heb inmiddels Cambodja verlaten en fiets nu weer in Thailand rond. En weer zijn er grote verschillen bij het passeren van de grens. Nieuw land en veel is er anders. Zodra je Thailand binnen fietst, valt er een soort van relaxed sfeertje over je heen. Van die kleine dingen die een land direct een georganiseerd en vertrouwd gevoel geven. Er staan direct pin automaten aan de grens om Thaise baht te kunnen opnemen, taxi chauffeurs die je een lift willen geven naar Bangkok. En het visum was ook eens gratis. Direct zijn er winkeltjes en restaurants. Bij de Vietnam Cambodja grens was dat er allemaal niet. Welkom in Cambodja en zoek het verder maar uit. De Thai rijden links en op het stukje niemandsland tussen de twee landen in is het even chaotische als het verkeer van baant kruist. Maar eenmaal in Thailand begrijp ik direct weer waarom dit prettiger fietsen is. Ik heb mijn eigen vluchtstrookje weer terug waar autoverkeer niet opkomt. Mijn eigen stukje weg, samen met de brommers. Niet meer van de weg af gedenderd worden door een grote bus die geen zin had om te remmen en geen plek had om uit te wijken. En ook eindelijk weer wegen waar niet elke 5 meter een hobbel in de weg zit maar gewoon egaal strak asfalt. Een genot voor een wielrenner.

En dan viel het verkeer in Cambodja nog alleszins mee vergeleken met de chaos in Vietnam. Om een beetje een idee te krijgen van het verkeer in Vietnam, bij deze nog een korte fictieve routebeschrijving:
"Op het verloren kinderen plein ga je de rotonde driekwart rond. Claxonneer in totaal 7 keer en rem pas als het echt niet anders kan. Bij de volgende stoplichten ga je rechtdoor. Zorg dat je daar vooraan staat als het licht op groen springt. Is er al teveel verkeer voor je en kom je niet meer tussen de auto's naar voren gedrongen, probeer het dan via de stoep. Negeer daarbij de opmerkingen van eventuele voetgangers. Na het monument voor overleden voetgangers ga je linksaf. Geef geen richting aan en wurm je tussen het tegemoet komende verkeer heen. Claxonneer veel. Daarna kom je op een rustigere weg. Er zijn geen stoplichten meer en je kunt gas geven. Rij zo hard als je kan en geef niemand voorrang. Als iemand toch dreigt voorrang te nemen, troef hem dan af door veel en luidruchtig geclaxonneer. Na de vrachtwagen waarvan het rechter achterwiel er af is gevallen (gisteren gebeurd dus die moet er nog staan) ga je rechtsaf (verboden rijrichting maar wel een stuk korter) en claxonneer het andere verkeer van de weg af. Steek de brug over en blijf nog even links rijden. Passeer langs de 19 ongelukken weg en ga linksaf bij de 16 doden weg. Parkeer op de invalide plek voor de deur van het bureau voor gratis rijbewijzen."

Behalve het verkeer valt er nog meer te melden. Ook de opdringerigheid is een stukje minder. Ik kan me makkelijk op straat bewegen en dingen bekijken zonder direct een hijgende verkoper in mijn nek te hebben. De Thaise keuken kan ik weer proeven en heel eerlijk gezegd prefereerde ik de Cambodjaanse keuken. Op de noedelsoep van van de Thai na dan, die blijft hemels. Maar ze hebben hier helaas ook veel gerechten die zo extreem gepeperd zijn dat het bijna niet te eten is. Gelukkig zijn er ook veel heerlijke Thaise gerechten. Ik kan bijvoorbeeld weer pad Thai eten. In alles valt ook op dat Thailand weer een stuk rijker is. Duurdere auto's, een veel beter wegennetwerk en ook meer dikke obese mensen. Rijkdom komt ook zo met gebreken.

maandag 14 december 2015

Cambodja als aangename verrassing

Cambodja is een soort van aangename verassing. Ik heb me wel ingelezen over het land maar heel gerust was ik er op voorhand niet op. De verhalen gingen van best goed tot krakkemikkig en armoedig. Daarnaast zijn er wat zaken die mij niet de indruk gaven dat alles goed onder controle is in dit land. Ten eerste kennen ze er bijvoorbeeld nog malaria. En dat is geen tropenziekte maar een derde wereldland ziekte. Ook in Nederland is malaria gewoon voorgekomen en ook nog in nog noordelijkere landen. Malaria kan ook gewoon op IJsland voorkomen maar wij hebben die ziekte inmiddels bestreden en in Cambodja zijn ze nog niet zo ver. De ziekte bestrijden kost namelijk gewoon geld. Thailand en grote delen van Vietnam zijn al wel malaria vrij. Hier dus niet. En ze kennen in Cambodja de dollar als geldige munteenheid. Je kan er overal mee betalen, tot in de kleinste gehuchten aan toe. Er is ook een Cambodjaanse Riel en ook daar kan mee worden betaald. 1 US dollar is gelijk aan 4000 Riel en als je $6,25 mag afrekenen en je geeft een. Brief je van 10 USD dan krijg je drie dollar en 3000 Riel terug. En anderhalve dollar kun je ook met 6000 Riel betalen. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat er een harde koppeling bestaat tussen de Riel en de USD en dat deze verhouding van 1:4000 een harde afspraak is tussen de twee landen. Het lijk me toch op een soort van handig meeliften van Cambodja op een munt met een stabiele koers ipv op je eigen munteenheid en economie vertrouwen.

De malaria en het betalen met dollars waren voor mij voortekenen van een niet zo'n stabiele economie en dus een arm land. Dat beeld wordt ook bevestigd door het feit dat ik niet altijd mobiel bereik heb en dat soms de stroom hier uitvalt en er standaard oplossing klaarliggen in de vorm van opgeladen led verlichting. Maar dan houdt het ook op. Vietnam had ik hoger ingeschat op de economische ladder maar dat land oogt toch in veel opzichten armer dan Cambodja. In Cambodja rijden meer en duurdere auto's rond. De wegen zijn er ietsie beter en ze hebben hier zelfs tankstations met een klein winkeltje waar je water en koekjes kunt kopen. Een soort mini supermarkt waarvan ik er in Vietnam geen een heb gezien. Cambodjanen spreken beter Engels. Zelf in mini gehuchten tref ik jongeren die goed Engels spreken en ook opa spreekt een paar woorden. Ik heb in Vietnam meerdere malen een niet begrijpende Vietnamees voor me gehad die met zijn hand bij zijn oor zat te zwaaien om aan te geven dat hij geen enkel Engels woord machtig was.

En Cambodja is boeddhistisch! Officieel is het geloof ik geen geloof maar een levensvisie en misschien is het ook daarom wel zo prettig. Gelovigen zijn ook nooit mijn beste vrienden geworden. In Vietnam werd ik nog bij een kerkdienst resoluut weggestuurd zondere verder uitleg waarom. En gelovigen vinden nog wel eens dat anderen het verkeerde geloof aanhangen en dat moet dan met oorlogen worden beslecht. Dat zul je een boeddhist niet zien doen. Ooit gehoord van een splinter beweging van zelfmoord boeddhisten die terroristische aanslagen plegen in Europese steden? Nee,.. Die bestaan niet. De boeddhist duwt zijn handpalmen tegen elkaar aan, maakt een kleine buiging en zegt je heel vriendelijk goedendag. Dat is de filosofie. Begroet iedereen zoals jezelf begroet zou willen worden. Een hele slimme wijsheid die heel veel vriendelijkheid in een cultuur legt.

vrijdag 11 december 2015

Op weg naar Phnom Penh

Een poging om in twee dagen 230 km te fietsen en te belanden in Phnom Penh is helaas mislukt. De route naar de hoofdstad van Cambodja kende een paar haken en ogen. Na 4 dagen en een boel kilometers meer dan gepland ben ik er nu wel. Het ging al mis op dag dat ik vertrok uit Can Tho. Ondanks dat ik in een prachtig luxe hotel verbleef had ik zeer slecht geslapen. En dat kwam allemaal door een anti-malaria pil. Malarone heb ik al eerder geprobeerd maar daar reageert mijn maag darm stelsel slecht op en deze vakantie slik ik Lariam maar dat heeft ook allerlei vervelende bijwerkingen. Ten eerste slaap ik er slecht op en ten tweede verdraag ik de hitte veel slechter. Ik hoef de Lariam pillen maar een keer per week te slikken, 8 stuks in totaal. Eerst drie weken voordat ik het malaria gebied (Cambodja) in ga om een spiegel op te bouwen, dan een pil in Cambodja zelf omdat ik daar ongeveer een week zal verblijven en daarna nog 4 weken naslikken om een eventueel groeiende bacterie de kop in te drukken. De pil die ik slikte was nummer drie en ik heb ook besloten dat die de laatste was. Het middel lijkt me erger dan de kwaal. Want mijn eerste fietsdag maar Chau Doc loopt volledig in de soep.

Ik had al weinig eetlust bij het ontbijt en dat is doorgaans een slecht teken. En onderweg ga ik me steeds slapper en slapper voelen. De route is 117 km en ik probeer direct om zo rustig aan mogelijk te fietsen in de hoop dat het nare gevoel langzaam kan wegtrekken. Maar helaas naarmate de kilometers optellen ga ik me alleen maar slapper voelen. Na 54 km zie ik een hotel en besluit de pijp aan Maarten te geven. Een wijs besluit want nadat ik ben ingecheckt en mijn bagage van de fiets haal, ga ik bijna van mijn stokje. Een nog wijzer besluit blijkt achteraf, was om 4 km verder te fietsen en een beter hotel te pakken want degene waar ik nu in ben beland, is er een in de categorie griebus. Behalve het griebus gehalte, blijkt er ook een karaoke in dit hotel te zitten en dat blijkt mijn grote ergernis als ik probeer te slapen 's avonds. Ik zou namelijk heel goed kunnen opknappen van een goede nachtrust. Maar mij rust wordt wreed verstoord door een karaoke 'feestje'. Om half 12 ben ik de herrie spuugzat en ik loop naar de hotel receptie om ze vragen een einde te maken aan het geluid. Met de basdreun die door de muren van het hotel heen galmt, is niet te slapen. Ondanks beloftes van de hotel receptie iets te doen is het om kwart voor twaalf nog steeds een herrie op mijn kamer. En toen werd ik boos.

Ik ben mijn kamer uit gegaan. De trap af naar beneden gerend zonder een poging dit zachtjes te doen. Langs de receptie afgelopen en direct weer omhoog naar de karaoke bar. Wat ik daar aantref, tart mijn verbazing. In een ruimte die kleiner is dan mijn woonkamer staat een middeljarige man met een driekwart broek karaoke te zingen. Zijn publiek bestaat uit een andere man waarvan ik vermoed dat hij zijn knechtje is want die durft zijn mond niet open te doen. En drie jonge dames in mini jurk, een soort van ingehuurd publiek. Het geluid staat op oorlogsterkte, genoeg om een concertzaal voor 200 man te vullen terwijl de ruimte dus hooguit 20 vierkante meter is. Het galmt aan alle kanten. Die ellendeling houdt me dus uit mijn slaap. Ik schreeuw heel hard over de muziek heen dat ze moeten kappen en dat ik wil slapen. Mijn kamer ligt hier zo ongeveer naast op een ander stukje van de tweede verdieping. Het gevolg is een knallende ruzie waarin zij mij proberen weg te krijgen en ik blijf schreeuwen dat ze moeten stoppen. Deze herrie 's nachts pik ik niet. Ze doen een poging om me de ruimte uit de duwen maar ik geeft nog even niet op. Ze zijn weliswaar met vijven maar ik laat me nog even van mijn kwaaie kant zien. Pas als de twee jongens van de hotel receptie ook naar boven gekomen zijn gekomen, blaas ik de aftocht. Ik maak ook hun nog een keer duidelijk dat ik de herrie beu ben en dat ik wil slapen. Daarna ga ik terug naar mijn kamer. En dan is het stil. En het blijft stil. Ik heb gewonnen. Eindelijk slapen.

De volgende dag doe ik de volgende 63 km en kom ik aan in Chau Doc. Ik heb toch nog redelijk geslapen ondanks het overhitte akkefietje en de vorm is iets beter maar nog niet echt geweldig. De dag daarna denk ik wel weer genoeg kracht te hebben om in een dag naar Phnom Penh te fietsen. Maar ook dat mislukt. Nu weer door heel andere redenen. De route telt 115 km en na 32 km sta ik bij de grens. De aanwezige douaniers kijken me wat bevreemd aan ik laat lachend mijn paspoort zien. Ze kijken ernaar en zeggen dan 'no'. What no? Ik leg uit dat ik de grens over wil. Going from Vietnam to Cambodja. Ze snappen mijn Engels wel maar zelf spreken ze het maar nauwelijks. Mijn behulp van een vertaal app op een telefoon leggen ze me uit dat dit geen internationale grensovergang is maar alleen voor lokale bevolking. Gevalletje een heleboel scheldwoorden. Ik heb twee kaarten en een reisgids geraadpleegd en alle drie wisten die me te vermelden dat het wel degelijk een internationale grensovergang zou zijn. Niet dus. Sta ik daar voor noppes. Ik kan weer eerst 32 km terug fietsen naar waar ik vandaan kom en dan naar een andere grensovergang fietsen. Ze wijzen me op kaart aan welke wel open zijn voor buitenlanders. Als ik terug ben in Chau Doc heb ik dus al 64 km gefietst en ik ben nog geen steek verder. De route naar Phnom Penh via de andere grensovergang is nog 160 km. Dat gaat hem niet worden vandaag. Ik zie wel hoever ik geraak. Ik voel inmiddels wel dat het anti-malaria spul is uitgewerkt en ik heb mijn vorm weer terug. Na 144 km in totaal kom ik aan in Takeo. Wel op mijn tandvlees maar ik ben toch blij dat ik weer mijn bere-conditie terug heb. Altijd handig, gewoon 40 km verder kunnen fietsen ook al heb ik er al 100 gedaan. Takeo is namelijk het eerste dorp onderweg waar accomodatie zit. Ik moest wel door.

De vierde en laatste dag fiets ik uiteindelijk dan toch Phnom Penh binnen. Zo,.. En morgen maar eens een rustdag doen.

maandag 7 december 2015

Voedselmarkt in Can Tho

Vietnam kent n tegenstelling tot Thailand een wat mindere voedselstalletjes cultuur. Er wordt hier meer in 'gewone' restaurants gegeten. En in luxere en meer toeristische plekken zijn er ook echte gewone restaurants. Het echte gewone restaurant heeft echte stoelen en een tafel met heus bestek. Het 'gewone' restaurant kenmerkt zich door plastic stoelen en tafeltjes in de maat kindermeubilair. Plus een prullenbak onder het tafeltje om etenswaren en servetten in te gooien. Bestek bestaat uit stokjes en een lepel, er is geen andere keuze. De prullenbak is niet altijd aanwezig, in dat geval worden alles simpelweg op de grond gemikt. Ik heb al een keer een tafel gezien waar zes mannen hadden zitten eten en bier zitten drinken. Allemaal een lange zwarte broek en een wit overhemd of polo. De tafel zag er uit alsof er een kinderfeestje was geweest. De grond lag vol met botjes, garnalenresten, eetstokjes en servetten. Het tafeltje stond vol lege bierflessen, halfvolle glazen met nog ijsklonten erin en een grote verzameling lege bakjes en schaaltjes. Direct nadat de mannen weggingen, werd alles opgeruimd. Lege schaaltjes en borden terug naar de keuken. Plastic tafel en mini stoeltjes aan de kant en met bezem en veger alles in de afvalzak vegen. Tafel en stoeltjes weer terug, natte doek erover heen en klaar voor de volgende eters.

Maar een nacht markt met voedselstalletjes is hier veel minder gangbaar. Toch tref ik er een in Can Tho en ik merk direct een paar verschillen met de Thaise voedselmarkten. Ze doen hier alles per brommer. Je hoeft je brommer niet af als je eten gaat halen op de markt. Hoe ziet zoiets er uit? Op een grote boulevard met brede middenberm staan de voedsel stalletjes. Waar normaal de parkeervakken zijn voor de auto's die met hun neus tegen de middenberm aan zouden parkeren, staan de stalletjes opgesteld. Aan beide zijde van de middenberm staan stalletjes en er is dus nog voldoende weg over om langs alle stalletjes af te rijden. Veel Vietnamezen rijden naar het stalletje toe, bestellen hun eten, betalen, wachten en rekenen af. Daarna moeten ze een beetje manoeuvreren om de brommer weer achteruit te krijgen en daarna rijden ze 30 meter verder naar het volgende stalletje waar hetzelfde ritueel zich weer afspeelt. Kennen wij in Nederland een eten breng brommertje fenomeen, hier is het feitelijk precies andersom.

De Thaise voedsel markt is overigens niet veel anders. Alleen daar manoeuvreren de brommers zich nooit langs de stalletjes. Daar is vaak een smalle straat met links en rechts voedselstalletjes. Iedereen is daar te voet en er is een iemand die overal zijn hoofd tegenaan stoot en dat ben ik. De lokale bevolking heeft daar geen last van. De brommers parkeren de Thai aan de rand van de markt en na bij drie stalletjes eten te hebben gehaald gaan ze weer op de brommer er vandoor.

zaterdag 5 december 2015

Beetje verdwaald

Mijn route door Vietnam verloopt soms volgens planning maar vandaag gingen er toch een paar dingetjes mis. Ik heb een paar kaarten van het gebied. Een echte papieren kaart, de open street maps die ik op mijn gps heb geladen, een Apple kaart en de maps.me kaarten. En dat is er ook nog de echte Vietnamese werkelijkheid die dan toch weer anders is dan een van die kaarten. De route van vandaag telt in totaal 130 km en dat is dus de eerste langere tocht deze vakantie. De eerste twee dagen heb ik me beperkt tot 92 en 72 km. Ik had wat moeite om te wennen aan de warmte. Want warm is het hier, overdag 33C en veel zon. Het is dat ik fiets en dus rijwind koeling heb maar het is hier eigenlijk te warm op gewoon in de zon te kunnen staan.

Ergens op km 85 moet ik in mijn route een brede rivier oversteken. Mijn berekende route geeft aan dat ik een kleine pietepeuterig weggetje op moet draaien om bij het het oversteek punt te komen. De doorgaande route buigt echter iets naar rechts af en alles wijst erop dat deze weg naar het oversteek punt zal leiden. Bij de rivier aangekomen zie ik een brug liggen, of eigenlijk meer iets dat misschien ooit als brug bedoeld was. Maar er staat alleen maar een hek. Ik sta even te kijken als een jongetje van een jaar of acht me lijkt te komen helpen. Ik vraag hem hoe ik aan de overkant kom. Hij wijst dat ik een klein weggetje linksaf moet. Ik gok er op dat zijn moeder hem gestuurd heeft en hij me dus de goede kant op wijst. Helaas is zijn zijn tip compleet waardeloos want na 5 km over hele smalle weggetjes tussen de rijstvelden door sta ik weer op mijn oorspronkelijke route, zo'n 2 km verwijderd van dat hek. Terug rijden is niet echt een optie dus ik ga maar eens proberen of mijn oorspronkelijke route toch klopte.

Na 3 km over een soort smalle dijk tussen de rijstvelden in kom ik aan bij een houten huisje en een soort van steigertje. Hier kan geen auto de boot op rijden. De steiger is van hout, mist soms een plank en is nauwelijks iets breder dan een meter. Er staan ook drie brommertjes te wachten maar een veerpont is nergens te bekennen op de rivier. In mijn beste Engels vraag ik aan de aanwezige Vietnamese hangjongeren of er een boot komt en zo ja ook vandaag nog. Maar wat ik ze ook vraag, ik krijg alleen maar Vietnamese antwoorden. Ze spreken nul Engels. Ik pak mijn iPad om de wat en hoe Vietnamese vertaling erbij te pakken. Direct staan er vijf jongens om me heen, mee te gluren naar het nieuwerwetse speelgoed voor verwende westerlingen. Ik kan het woord boot en hoe laat er mee opzoeken en ik krijg zowat ook nog een zinnig antwoord. Het bootje dat 5 minuten later komt is klein. Genoeg om 4 brommers plus een fiets en 8 mensen mee te nemen. Ik mag 5000 dong afrekenen, zo'n 22 cent.

donderdag 3 december 2015

Vietnam trafiic

In een woord, verschrikkelijk. Mijn eerste ervaringen met de Vietnamese wijze van verkeersregels is niet positief. Ik schrik enorm van de onbeleefdheid in het verkeer. Ze zijn volledig respectloos ten opzichte van elkaar. Ik kan er helaas niks positiefs over schrijven.

Ik ben vaak in reisgidsen verhalen over het verkeer in den vreemde tegen gekomen. Reizen over Thailand, Laos, Portugal. Elke reisgids neemt een paar van die standaard zinnen op. Iets van dat achterop komend verkeer verantwoordelijk is voor het gedrag van hun voorligger. Dat er bumper op bumper wordt gereden. Of dat voorrangsregels niet zo'n betekenis hebben. Je kent ze misschien wel. Een gewaarschuwd mens telt voor twee en laten we het vooral een beetje aandikken zodat de schrijver van de reisgids niet het verwijt kan krijgen niet te hebben gewaarschuwd. De praktijk viel mij tot nu toe altijd mee. Het was nooit zo erg als omschreven was. Soms een tikkie chaotischer dan in Nederland maar lang niet zo erg als de opgeklopte verhalen uit de reisgidsen.

Vietnam is het eerste land waar ik geschrokken ben van de onbeleefdheid in het verkeer. Saigon was een drama en ik had gehoopt dat als ik eenmaal de grote stad uit zou zijn en in rustiger verkeer zou komen dat ook de chaos zou verdwijnen. Niet dus. Een paar kleine voorbeeldjes om een indruk te krijgen. Voetgangers kunnen nergens veilig oversteken. Nergens. Er zijn wel zebra's maar niemand stopt daarvoor. Iedereen moet tussen de auto en brommers door naar de overkant laveren. Niemand stopt voor een voetganger en oudere mensen moet naar de overkant worden geholpen. Een toeterende vrachtwagen betekent ongeveer het volgende: "Ja, ik heb jullie brommers wel gezien en jullie rijden in de weg. Ik claxonneer om duidelijk te maken dat ik niet ga remmen. Opzouten!". Een lamp aan op je brommer is s avondspits niet nodig. Ongeveer een kwart rijdt onverlicht rond. Als je linksaf wilt en het is druk, dan druk je gewoon je voertuig ertussen. De rest remt maar voor je. Fietsers rijden vaak tegen het verkeer in aan de linkerkant. Niemand lijkt te kijken of er ander verkeer is. Eerst doen, dan claxonneren en daarna heel misschien nog een keer denken.

De enige manier om hier ooit ergens te komen, om ooit een weg over te kunnen steken om ooit links-of rechtsaf te kunnen gaan, is domweg de Vietnamese mentaliteit aannemen. Gewoon jezelf lomp er tussen smijten en het andere verkeer met gebaren en claxon tot stoppen dwingen. Veel kruisingen zijn ook zodanig ontworpen dat lompheid het enige alternatief is. Op een kruisigen krijgen twee tegemoet komende banen tegelijkertijd groen. Verkeer van links en rechts moet dan wachten en ze houden zich hier wel aan de stoplichten. Tenzij je rechtsaf moet, dan natuurlijk niet. Als je op die kruising linksaf wil draaien moet je dus dwars door het tegemoet komende verkeer in. En zodra het rood is, springt het stoplicht van de baan links en rechts op groen. Jezelf ertussendoor proppen is dan het enige alternatief.

woensdag 2 december 2015

Ho Chi Minh City

Ho Chi Minh is hectisch druk, veel drukker dan ik vooraf gedacht had. Ik dacht dat Bangkok hectisch was maar vergeleken met Ho Chi Minh is Bangkok een soort Nieuwegein van zuid-oost Azië; een oase van rust. Ze rijden hier spiegel aan spiegel, elk stukje ruimte wordt ingepikt. Of dat nu handig is of niet. Een gaatje laten vallen om ruimte te maken voor een ander zit er hier niet in. Ik begrijp ook niks van het gedrag van mijn taxi chauffeur. De hele rit lang probeert hij de brommertjes op de rechterbaan weg te drukken. En niet om rechtsaf te gaan bij de volgende kruising. Als hij ze bijna allemaal aan de kant heeft gedrukt, stuurt die weer vrolijk naar links. Het verkeer rijdt verder erg langzaam en dus heel kort en naast elkaar. Een auto ontdekken zonder krassen is een als zoeken naar een klaviertje vier op de maan. De claxon werkt op elk rijdend voertuig en ook de knipperlichten worden gebruikt. Beide worden ingezet als een soort breekijzer om duidelijk te maken wat je gaat doen. En mijn eerste wijze verkeersles is dat als iemand zijn knipper naar links aanzet, hij ook daadwerkelijk naar links gaat. Of er nu ruimte is of niet.

De eerste keer dat ik een grote weg oversteek, loop ik veiligheidshalve mee achter een Vietnamese dame. Ze loopt weliswaar over de zebra heen maar de brommertjes stoppen niet voor haar. Ze laveert zich tussen de langs tuffende brommer naar de overkant. De volgende oversteken doe ik ook nog even met hulp van derden. Pas na een keer of vijf durf ik alleen de straat over te steken. Ik lijk zowel op een kleuter van 5 die zijn oversteek diploma aan het behalen is. De hoeveelheid oplettendheid die hier nodig is, is voor een kleuter van vijf niet op te brengen. Ik zou als ouder mijn kleine kinderen nooit maar dan ook nooit hier de straat laten oversteken. De kans dat ze na 4 wegen overgetrokken te zijn en nog niet aangereden te zijn is verwaarloosbaar.

dinsdag 1 december 2015

Visa voor Vietnam

Twee maanden geleden heb ik in Nederland een letter of arrival gekocht en nu moet ik Ho Chi Minh AirPort nog een stempel in mijn paspoort krijgen. Als ik de kist uitstap wordt heel verrassend nogmaals om mijn boarding pas gevraagd. Honderd meter verder moet ik een geel formulier inleveren dat de meesten in het vliegtuig al hadden ingevuld maar toen lag ik waarschijnlijk te slapen. Dat bleek een soort gezondheidsverklaring die ik ter plekke invul. Als je daar een kruisje teveel zet, mag je direct de quarantaine ruimte in. De stempel in mijn paspoort haal ik bij de landing visa waar ik het thuis ingevulde formulier en de bijbehorende letter of arrival inlever. Plus twee pasfoto's waarvan ik er weer een terug krijg.

Een Vietnamees roept vervolgens na een tijdje je naam om en dan mag je 25 USD afrekenen en krijg je je paspoort weer terug, met stempel  De Vietnamese doet heel hard zijn best om de vreemde namen goed uit te spreken en kijkt daarna heel hoopvol de ruimte in of er iemand reageert. Van alle names die in hoor, kan ik niks zinnigs breien. En het zijn allemaal Europese namen die genoemd worden en mensen reageren ook direct. Ook ik blijk als door een mug gestoken te reageren op ghemi ros. Ik herken wonderbaarlijk genoeg mijn eigen naam daar in. De volgende horde is de paspoort controle. Er zijn heel veel paspoort loketten open en overal zijn de rijen kort. Hooguit 10 man voor en toch sta ik 10 minuten in de rij. Op het bureau van de douanebeambte zie ik een vooroorlogse pc staan wat goed een pentium V zou kunnen zijn. Zijn bureau blad zie blauw van de stempel inkt en na een minuut naar mijn paspoort te hebben getuurd, krijg ik die weer terug.

Nu nog even een taxi zoeken en naar mijn hotel toe laten brengen. Over het verkeer kan ik nog minstens 10 blogs vol schrijven maar dat komt later wel. Eerst eens wat slaap inhalen.

maandag 30 november 2015

Op vakantie naar Vietnam

Zachtjes gepiep vult de ruimte terwijl ik sta te wachten in de centrale hal. Maandag morgen op Utrecht centraal. Het is druk in de stationshal, de pas geopende nieuwe stationshal, de nog niet helemaal voltooide nieuwe stationshal die al tekenen van lekkage heeft getoond. Als er een trein leegstroomt en er een nieuwe golf reizigers uitcheckt, draaien de pas scanners overuren.  Straks pak ik de trein naar Schiphol maar nu sta ik hier een partij te blauwbekken. Mijn kleding keuze is gericht op iets meer omgevingswarmte. Alle kleding die ik bij me heb, is gericht op 4 weken fietsen onder tropische temperaturen in zuid-oost Azië, niet op koukleumen op Utrecht centraal. Alles wat ik aan warme kleren gepakt heb, en dat is bitter weinig, heb ik nu aan. Sandalen met warme sokken. Een lange maar helaas ook dunne broek, een warm onderhemd, overhemd, fleece trui en winddicht regenjack. Muts, handschoenen? Nee, dat niet.

In de trein en op Schiphol is het aangenamer en begin ik langzaam te ontdooien. Als ik een fietsdoos heb gekocht en de fiets heb geprepareerd om in de doos te proppen, heb ik het eindelijk weer warm. Nu nog even met de mega doos door half Schiphol heen rollen om in te checken en het geheel af te geven bij de 'odd size luggage'. Koffie drinken, mijn vriendin een dikke kus geven en dan ga ik de gate door. Ik ga naar Vietnam toe.

Vietnam stond al langer op mij todo list. Duidelijk uitleggen waarom Vietnam er prominent opstond en andere landen in deze wereld niet, kan ik niet uitleggen. China staat ook heel hoog op mijn lijstje van landen waar ik beslist een keer wil zijn geweest. Japan trouwens ook en de lijst is mogelijk nog wel langer dan dat ik ooit bezocht kan krijgen. Er vallen wel eens landen af van het lijst, maar eerder nog komen er weer nieuwe landen bij. Zuid-Korea moet ook en zuid-Afrika ook. En het Midden-Oosten ook nog eens maar die regio is veel te onrustig. De komende 10 jaar of langer zal dat er wel niet in zitten. Nagenoeg alle landen in zuid-Amerika staan niet op de lijst. Een paar midden Amerikaanse landen dan weer wel. Er is echt geen peil op te trekken op mijn todo landen lijstje. Want de redenen die ik aanhaal om Vietnam te willen zie, zou je net zo goed op andere landen in deze wereld kunnen toepassen. Lekker eten, mooi weet, dat soort dingen. In het geval van Vietnam zit het hem waarschijnlijk in de geschiedenis van dit land. De Vietnam oorlog waar Amerika tot op de dag van vandaag nog een trauma over heeft. De legendarische films over die oorlog. De bootvluchtelingen, de jarenlange afzondering, het communisme. Het beeld van het typische Vietnamese hoofddeksel, de kung fu films. Alhoewel ik niet eens zeker weet of dat laatste Vietnamees is. Ik wil dit land gewoon zien.

Maar echt zeker van mijn zaak ben ik nog niet. Ik heb niet gekozen voor vier weken Vietnam; dat had namelijk ook gekund. Ik fiets deze reis ook nog door Cambodja en Thailand heen. Veel reizigers keren na een Vietnam niet reis niet terug naar het land. Thailand gangers blijven terugkomen. Daar moet iets achter schuilen. Zou reizen in Thailand dan echt zo veel prettiger zijn dan reizen in Thailand? Ik ga het deze vakantie meemaken. Vietnam en Cambodja, beide landen met een zeer heftige geschiedenis plus nog wat kilometer in het land de eeuwig glimlach. Ik ga het zien. Nu eerst nog twee lange vluchten in een kist van Qatar airways. Eerst naar Doha en daarna naar Ho Chi Minh City. Een paar uur lang hangen en wachten op luchthavens en vliegtuigstoelen.

zondag 29 november 2015

Wielrennen in Cambodja. Wie wil dat nu niet?



Vorige week begon mijn vakantie met het innemen van een malaria pil. Morgen begint het echt. Dan vlieg ik naar Ho Chi Minh City toe om 4 weken later weer vanuit Bangkok naar huis te vliegen. Misschien begon mijn vakantie nog wel eerder dan vorige week. De planning en het boeken van een ticket is al een paar maanden eerder gedaan. Maar afgelopen zondag zat ik op een Vietnamese verjaardag en ben ik begonnen met slikken van anti-Malaria pillen. Lariam deze keer en geen Malarone. Van die laatste krijg ik maag- en darmproblemen. Van Lariam schijn je slecht te kunnen gaan slapen met allerlei nachtmerries erbij maar daar heb ik nog geen last van gehad. Op de Vietnamese verjaardag kon ik alvast proeven wat me straks te wachten staat. Lekker, lekker en lekker. En ook pittig.
 
En, oh ja,… ik wil nog graag even melden dat ik 37 dagen vrij ben. 37? Ja, zevenendertig. Vijf weken lang plus een weekend. Ik hoef heel 2015 niet meer te werken. Lucky me. Indien mijn reputatie op mijn werk van  de altijd-op-vakantie-zijnde collega dit jaar een deukje zou hebben gekregen, dan zit dat bij deze wel weer snor. Afgelopen dinsdag heb ik al iemand een ‘tot volgend jaar’ gewenst. Dat voelde wel geinig. Ja,….. ik ben er ‘even’ niet. 

En wat voor exotische reis is het dit jaar? Wielrennen in Cambodja!

Eigenlijk is het iets meer dan dat maar feit is wel dat ik op een wielrenfiets door Cambodja ga koersen. Waarom? Eigenlijk heel simpel. Het land ligt gewoon tussen Vietnam en Thailand in. Ik wil Vietnam een keer zien en ik wil deze winter ook nog even in Thailand zijn. Enige oplossing voor een fietsreis is dan om ook maar door Cambodja te fietsen. Een mogelijkheid om Cambodja te mijden is er omheen fietsen en via Laos te reizen. Maar dat is wel een behoorlijke omweg en van Laos heb ik al een stempel in mijn paspoort; Cambodja nog niet. Echt heel gerust gesteld over fietsen in dit land was ik op voorhand echter niet. Ik heb lang getwijfeld hoe er door heen te reizen. Gewoon met de fiets of toch een stuk afsnijden per trein, boot of bus of er domweg overheen vliegen. Vliegen was een van de betere alternatieven, over de bus, trein en boot heb ik weinig positieve verhalen gelezen. Onbetrouwbaar, geen comfort en tijdrovend. Zelf fietsen lijkt wonderbaarlijk genoeg toch makkelijker.  Na het lezen van een paar geschiedenis boeken en een aantal reisgidsen ben ik inmiddels wel redelijk gerust gesteld. Het schijnt er normaal reizen te zijn en mijn route kent voldoende hotels en eetgelegenheden. 

Dus JA: Ik  ga wielrennen in Cambodja!

zondag 8 november 2015

Voorjaarsgevoel in November



Korte broeken weer in November. Gisteren was het zover; 18 graden en een forse zuidenwind. Veel bladeren en troep op de weg maar wel korte broekenweer. Vorig weekend verliep nog geheel droog maar toen was de temperatuur net een paar graden minder. Dat was net geen korte broekenweer maar wel een groot lentegevoel. Het enige wat je daarvoor hoefde te doen was niet naar al die bladeren op de weg te kijken. De herfstkleuren waren schitterend maar het gevoel was lenteachtig. De vorm is al een tijdje groeiende; dat is ook zo’n typisch voorjaar dingetje en na de koude oktober start voelde het zelfs behaaglijk aan. Het was ook heerlijk fietsen. De wegen waren droog en lagen vol met bladeren die onder de wielen weg knispereden. Een voorzichtig zonnetje erbij, ook al zo’n typische voorjaar dingentje. Zelfs toen ik thuis kwam, rook ik de barbecue lucht in de tuin van de buren. Net alsof we die winter overslaan en direct weer aan de zomer gaan beginnen. Van mij mag het.

En dit weekend heb ik dus nog in korte broek gefietst. En dat voor een notoire koukleum als ik. Een korte broek in november. Het moet niet gekker worden. Nog even en ik hoef in de winter geen 4 weken durende overwinter vakantie meer te houden in Thailand. Helaas is de regen wel terug gekeerd dit weekend waardoor  de wegen vol lagen met natte bladeren en dat is weinig bevorderlijk voor de grip op de weg. Als een meisje de bocht door, zoiets dus. Maar het fietsgenot is er niet minder om. De route vandaag ging langs Meerkerk, Noordeloos, Arkel om vervolgens een lang stuk langs de Linge te fietsen tot aan Geldermalsen toe. Daarna naar Culemborg en daarna over de Lekdijk terug naar Utrecht. 101 km op de teller en een fiets die wel weer eens een poetsbeurt mag hebben.

woensdag 21 oktober 2015

Speed-biken



Zijn vooroordelen waar? Leuke retorische vraag en mijn ervaring is dat het antwoord hier op is, meestal wel. Zo heb ik zelf ook een heleboel vooroordelen over e-bikes en speed-bikes. Maar klopt hier ook iets van? Met die vraag in mijn achterhoofd bezocht ik afgelopen weekend de bike-Motion; dat is zo’n beetje de grootste beurs in de Benelux voor racefietsers en mountainbikes. Een van mijn vooroordelen over e-bikes is dat deze helemaal niets te zoeken hebben op een sportieve beurs. De organisatie dacht daar kennelijk anders over en er was zelfs een heus buitenparkoers waar de e-bikes konden worden getest. Ik wil geen e-bike, ik wil geen speed-bike en ik wil er al helemaal niet op gezien worden. Maar ik wilde ze wel voor een keertje testen. De gewone e-bike die slechts 25 kmh kan, vind ik compleet oninteressant maar de speed-bike die 45 kmh schijnt te kunnen, die onzin wil ik wel eens aan den lijve ondergaan.

Vooroordeel 1: Op een speed-bike hoef je nauwelijks moeite te doen om hard te fietsen.
Helemaal waar! Met speels gemak rij ik 30-35 kmh, even versnellen en ik zit op de 40 kmh. Geen centje pijn, niets vermoeiends aan. De ondersteuning stond op maximaal; dat betekent dat ik er 500 Watt aan vermogen aan de fiets wordt gegeven.

Vooroordeel 2: een speedbike heeft helemaal niets met fietsen te maken.
Half waar. Een speed-bike ziet eruit als een fiets en de gehele zithouding plus de trappende beweging zorgt ervoor dat het net voelt alsof je echt fietst. Het voelt ongeveer alsof je van een 4% helling naar beneden fiets en een beetje moet bijtrappen om de snelheid niet onder de 25 te laten komen. Kracht, vermoeidheid of inspanning zijn allemaal zaken die niet voorkomen bij speedbiken. De snelheid is die van een brommer, het gevoel is van een niet al te steile helling af fietsen.
 
Vooroordeel 3: Je bent beter af met een brommer of een snor scooter.
Helemaal waar! De fiets waarop ik reed, kostte maar liefst 4000 euro. Van hetzelfde merk (Stromer) waren ook fietsen te koop van 6500 euro. Een scooter kost hooguit 2000 euro en van dat geld dat je overhoudt, kun je makkelijk genoeg benzine kopen om 50.000 km te kunnen scooteren. En op een scooter hoef je ook niet meer te trappen.

Vooroordeel 4: Je houdt jezelf voor de gek als je denk dat je toch nog iets doet.
Ook helemaal waar! De inspanning die nodig is om vooruit te komen is vrijwel verwaarloosbaar. Het lijkt nog met meest op een fietsen op een spinningfiets met heel weinig weerstand op een laag tempo.

Toch fijn van de bike-Motion dat ze me de kans boden die speed-bikes te mogen testen. Speed-bikes zijn dus enorm duur nep-fietsen die meer weg hebben van een brommer en iedere berijder mag ik gewoon dagelijks voor de gek houden. Ik stel bij deze ook voor om een nieuwe naam voor de e-bikes en speed-bikes te bedenken. Mijn voorstel is de Luiwammes-fiets. Bedoeld voor echt luiwammesen.