maandag 26 november 2012

FF Rammen

170, tikkie erbij. Tempo houden en doorgaan. 172, nog een keer verzwaren. Doortrappen. Doortrappen. Nog een keer verzwaren. 175. Gaan staan en doorgaan. 178. Tempo verhogen en nog een keer een tikkie erbij. Links rechts links rechts links rechts. Tempo houden. 183. Pffff,… even rust. Rust? Wat nou rust. Tempo de hoogte in en de pols niet onder 160 laten uitkomen en daarna weer staand klimmen.

Ik zit in de sportschool op een spinning fiets en ik heb zin om alles eruit te rammen. Geen medelijden en vol in de verzuring rijden. En dat 3 kwartier lang. Ik heb beetje een baaldag gehad op kantoor en er moet wat frustratie uit. Ik houd namelijk niet van wachten. Ik kan er gewoon niet tegen; ik ben er niet voor gemaakt. Geduld zit gewoon niet in me. En mijn PC op mijn werk is er nog eentje uit het jaar kruik. Ik niet eens hoeveel geheugen erin zit en welke processor, of oud het beestje inmiddels is. Twee jaar geleden was het ding al rijp voor de schroothoop en vandaag de dag is het gewoon niet meer vooruit te branden. Ik heb de PC vandaag 3 keer opgestart, 17 keer doodlopende processen geforceerd gestopt en vaak minutenlang naar een zandloper zitten turen. Dat verhaal over snelle jongens uit de IT. Neem dat gerust met een korreltje zout. Beter nog, een hele hand vol. Woensdag ga ik eindelijk mijn nieuwe laptop krijgen. Ik moet nog een dagje tegen zandlopers aankijken. Apparaten waar ik op moet wachten zijn foute apparaten. Apparaten wachten maar op mij. Ik heb niet voor niets een motor die 200 kmh kan rijden. Uit pure zelfbescherming heb ik niet een nog snellere gekocht. Snelheid is goed. Ik kan het iedereen aanraden om af en toe 200 kmh te razen op de snelweg. Zoiets lucht enorm op. Geduld of lang wachten heeft nooit in me gezeten. Zelfs mijn eigen bevalling was binnen een minuut gebeurd.

Nog een dagje eikelen met een vooroorlogse PC. Ik hoop dat ik morgen mijn geduld niet verlies en het ding het raam uit keil. Niet dat dat helpt want ik zit op de begane grond en de ramen kunnen trouwens toch niet open vanwege de beveiliging.  En de spinningles luchtte op. Alle energie en frustratie van vandaag is eruit. Het vliegwiel van de spinningfiets was na afloop te warm op vast te houden.

zaterdag 17 november 2012

Tienduizend eenentachtig kilometer,…



Ik heb geen totaal doel in de zin dat ik minimaal een bepaald aantal kilometers per jaar wil rijden. Maar het is toch wel leuk om over de 10000 grens heen te raken. En vandaag was dat het geval. Er zijn andere groepen, personen en wedstrijden waar het aantal kilometers wel van belang. Bij de meeste toerclubs worden intensief kilometerstanden bijgehouden en opgeteld. Er wordt een prijs uitgereikt voor het lid met de meeste kilometers. En dat zijn vaak serieuze afstanden. 15000 hoeft niet eens altijd genoeg te zijn om te winnen. Er zijn ook wedstrijden die draaien om aantal kilometers. Er zijn 24 uurs races waarin solo of met een team zoveel mogelijk kilometers moet worden gereden.
 
Profwedstrijden die draaien om aantal kilometers bestaan niet. Dat druist tegen de aard van wielrennen in. De tour heeft een vaste afstand. Het is niet zo dat als je een keer extra Alpe d’Huez op fietst, dat je dan meer kans maakt om te winnen. Ook de verplaatsingen van finish plaats naar de volgende startplaats doen renners met de bus. Geen hond die er over denkt om dit fietsend te doen. Wielrennen gaat over een vaste afstand en degene die daar het rapst over fietst, die krijgt de bloemen en de kussen van de ronde miss. 

En toch houd ik ook statistieken bij. Elke training schrijf ik op. Hoe lang, wat voor weer, intensief of rustig getraind. Ik weet niet waar deze afwijking vandaan komt en ik doe het al 8 jaar. Dit is het derde jaar dat ik boven de 10000 kom.  Volgend jaar zie ik wel hoeveel ik haal. Ik maak er geen doelstelling van maar ik op het einde van het jaar op 9500 sta, dan doe ik wel een paar trainingen extra. 10000 staat toch leuker. Tenzij het dan in december enorm pest weer is. Dan zeg ik gewoon dat het me allemaal niet zoveel interesseert.

De route van vandaag liep halverwege dwars door de Utrechtse binnenstad. Dat kwam wat onhandig uit. Ten eerste omdat ik de weg daar slecht ken en ten tweede omdat hard fietsen daar niet echt mogelijk is. Zeker niet omdat iedereen doodleuk twee aan twee gaat rijden op smalle fietspaden. Ik heb  bijna alles via het trottoir ingehaald. Bellen of roepen om te zorgen dat ze aan de kant gaan, gaat minder rap. De rest van route verliep langs de Vecht en door de bossen bij Soest. Daar heb ik zelfs nog een groot aantal mountainbikers gezien met een korte broek. Tuurlijk, dat kan makkelijk. Het vroor tenslotte niet. Maar ik verklaar ze voor gek.

zondag 4 november 2012

Waar is de cross?

Ik heb mijn trainingsrondje van 117 km deze morgen gereden over heel veel bebladerde wegen die er erg mooi bij lagen in de herfst kleuren en ook spekglad waren. Het is nu zondag middag en ik zit te kijken naar Sporza. De tegenhanger van studio sport op de Belg. Ze zenden geen veldcross uit en dat was eigenlijk de reden dat ik de TV had aangezet. Het zal wel iets met televisie rechten zijn. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat er zondag niet ergens in BelgiĆ« een veldrit wordt verreden. En die sport is populair bij onze zuiderburen. Een uur lang door de blubber rijden door een stel Belgische renners, aangevuld met wat buitenlands spul die een bijrol in het geheel spelen. Een paar duizend toeschouwers die zich tegoed aan een paar pinten en frieten met stoofvlees. Ik kijk er ook graag naar maar volgens mij hebben ze de TV rechten niet meer en als alternatief zit ik naar een volleybal wedstrijd te kijken in de Belgische hoogste divisie. Ik weet niet wat ik hiervan moet vinden. Misschien is dit wel volleybal van hoog niveau en is het goed dat ze aandacht krijgen. Maar de gehele entourage straalt dit niet uit. Het is nogal sneu allemaal. In een sporthal waar een heleboel lijnen op de grond staan is een provisorische tribune gebouwd waar 300 op kunnen plaatsnemen. Het aantal lijnen zegt eigenlijk al genoeg. Dit is geen volleybal zaal maar een gewone sporthal waar straks nog wordt gebadmintond door de veteranen. De tribune zit voor de helft vol. Dat is het dan zo’n beetje. Een wedstrijdje ballen waar wat familie, vrienden en een paar lokale volleybal sportievelingen op zijn afgekomen. 

Maar aan de andere kant is het ook allemaal heel professioneel. Er zijn interviews met coaches en managers die voor een bord met allemaal reclame stickers hun verhaal doen. Ze zijn op live TV en er zijn maar liefste 2 verslaggevers aanwezig. Er is een heuse line-up en spelers worden voorgesteld alsof ze het nieuwe dream team zijn.  De beleving bij de spelers is er ook. Ze spelen alsof ze in de finale van de Olympische spelen staan. Alleen zijn daar geen kinderen van 14 jaar die lijnrechter zijn. Hier wel.

En als dit soort goed bedoelde amateur sport aandacht krijgt op TV, dan stel ik voor om ook mijn wedstrijden maar live uit te gaan zenden. De rondjes op Sloten die ik in de zomer rij kunnen best wel door de NOS worden uitgezonden. Of anders AT5. Drie camera motoren die de koers volgen. Interviews met renners vooraf en na afloop van de koers. Een prijzenuitreiking inclusief het volkslied en ga zo maar door. Het zou zomaar kunnen. Er staat ook altijd wel wat publiek te kijken, dus zo gek is het allemaal niet. Ik zou het ook best geinig vinden. Zoveel aandacht,…. om een wedstrijdje wielrennen voor goedbedoelde amateurs. Zouden die volleyballer dat van zichzelf denken?